Het Leven der Dieren: De Ralvogels & Kraanvogels - Alfred Edmund Brehm - E-Book
SONDERANGEBOT

Het Leven der Dieren: De Ralvogels & Kraanvogels E-Book

Alfred Edmund Brehm

0,0
0,00 €
Niedrigster Preis in 30 Tagen: 0,00 €

oder
-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
  • Herausgeber: DigiCat
  • Kategorie: Lebensstil
  • Sprache: Niederländisch
  • Veröffentlichungsjahr: 2023
Beschreibung

Het boek 'Het Leven der Dieren: De Ralvogels & Kraanvogels' geschreven door Alfred Edmund Brehm is een meesterwerk van natuurhistorische literatuur. Brehm neemt de lezer mee op een fascinerende reis door de wereld van vogels, waarbij hij de levenswijze, gedragingen en habitats van ralvogels en kraanvogels in geuren en kleuren beschrijft. Zijn levendige schrijfstijl en gedetailleerde observaties maken dit boek een waardevolle bron van informatie over deze vogelsoorten in de 19e eeuw. Alfred Edmund Brehm, een vooraanstaande bioloog en dierenkenner, put uit zijn uitgebreide kennis en ervaring om dit boek tot stand te brengen. Zijn passie voor dieren en zijn wetenschappelijke benadering van het onderwerp zijn duidelijk zichtbaar in zijn nauwkeurige beschrijvingen en diepgaande analyses. Dit boek is een must-read voor liefhebbers van natuurhistorie en vogelliefhebbers. Brehm's meesterwerk biedt een uniek inzicht in de wereld van ralvogels en kraanvogels en zal zowel de amateur als de professional aanspreken die geïnteresseerd zijn in het bestuderen van deze prachtige vogelsoorten.

Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:

EPUB
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Alfred Edmund Brehm

Het Leven der Dieren: De Ralvogels & Kraanvogels

 
EAN 8596547472032
DigiCat, 2023 Contact: [email protected]

Inhoudsopgave

Vijfde Orde.
De Ralvogels (Phalaridornithes) .
Zesde Orde.
De Kraanvogels (Geranornithes) .

Vijfde Orde.

De Ralvogels (Phalaridornithes).

Inhoudsopgave

In vele opzichten herinneren de Ralvogels aan de Hoenderen, in enkele aan de Kranen. “Nestvlieders” als gene, hebben zij, evenals deze, “waadpooten”, d.z. pooten, waarvan niet slechts de loop, maar ook een deel van ’t onderbeen naakt is. De andere eigenschappen, die zij gemeen hebben, zullen genoemd worden bij de beschrijving van de kenmerken der familiën. Van deze bevat de orde er vier, verdeeld over twee groepen: de Moerashoenderen (Fulicariae) en de Hoenrallen (Hemipodii), die gezamenlijk één onderorde (Ralliformes) vormen. Tot de eerste groep behoort, behalve de soortenrijke familie der Ralachtigen (Rallidae) ook de soortenarme familie der Koetfuuten (Heliornithidae); de tweede groep omvat de kleine familiën van de Steltrallen (Mesitidae) en van de Snipkwartels (Turnicidae).

De snavel van de Ralachtigen(Rallidae) is meestal middelmatig lang; de hoogte overtreft de breedte; de zachte huid, die den snavelwortel bekleedt, omsluit de smalle, in lange neusgroeven gelegen neusgaten, en neemt naar de spits in hardheid toe. De vleugels en de staart zijn kort, gene afgerond, deze uit 12, meestal zachte pennen samengesteld; de bovendekveeren zijn niet verlengd. De middelmatig lange loop draagt lange teenen en klauwen; de achterteen is goed ontwikkeld en rust over zijn geheele op den grond, daar hij op gelijke hoogte met de voorteenen aan den loop is gehecht.

De Ralachtigen leven bij en in moerassen of andere stilstaande wateren van kleine waterdieren, zaden en andere plantaardige stoffen; zij nestelen bij het water in het riet en leggen 3 à 12 eieren. De jongen zijn bij het verlaten van het ei met dons bekleed en in staat om zich zelf te redden.

De Ralachtigen bewonen een zeer uitgestrekt gebied; vele geslachten van deze familie zijn kosmopolitisch, verscheidene soorten over de halve wereld verbreid. Sommige, op afgelegen eilanden wonende soorten hebben het vermogen om te vliegen verloren. Dit geldt van de nog levende Gallinula nesiotis (het Waterhoentje van Tristan d’Acunha) en Notornis Mantelli (een Nieuw-Zeelandsche Vogel ter grootte van een Gans), voorts van verscheidene uitgestorven vormen, o.a. Notornis coerulescens (die op Réunion) en Notornis alba (die op Norfolk-eiland en Lord-Howe’s-eiland bij Nieuw-Zeeland geleefd heeft), ook van Leguatia gigantea (een witte Vogel, zoo hoog als een Struis, die tot aan het einde der 17e eeuw op Mauritius gevonden werd).

Ruim 150 soorten van Ralachtigen zijn bekend; deze worden verdeeld over twee onderfamiliën: de Waterhoenderen (Gallinulinae, met ongeveer 40) en de Echte Rallen (Rallinae, met ongeveer 110 soorten).

De Waterhoenderen (Gallinulinae) zijn kenbaar aan de naakte voorhoofdsplaat achter den korten, meestal krachtigen, hoogen, dikken, op den rug gebogen snavel. De kop is groot, de hals middelmatig lang, de romp forsch; de voeten zijn stevig en middelmatig hoog, de teenen zeer lang en vrij of aan de zijden met vliezige lobben bezet, de vleugels en de staart zeer kort; zij hebben een goed gevuld, zacht, waterdicht, meestal effenkleurig vederenkleed.

Alle soorten van deze onderfamilie bewonen meren, die rijk zijn aan rietachtige waterplanten, groote moerassen en broeklanden, plassen en met planten begroeide rivier-oevers; met uitzondering van de Koeten leven zij altijd bij en in zoetwater; zij bewegen zich veel in het riet en nog meer op den met planten bedekten waterspiegel, zijn in het loopen minder ervaren dan de Rallen, overtreffen deze echter door hun geschiktheid voor ’t zwemmen en duiken, maar hebben, evenals zij, een plompe, onvaste en vermoeiende wijze van vliegen. Ook zij zijn niet zeer verdraagzaam, maar verdedigen met moed en vol ijverzucht het door hen gekozen gebied tegen indringers van hun soort en ook wel tegen andere Vogels. Kleine Vogels vallen zij met moordzuchtige bedoelingen aan; voor jonge nestvogels zijn zij zeer gevaarlijk. Daarentegen zijn het mannetje en het wijfje zeer aan elkander en aan hun kroost gehecht. Hun kunsteloos, van riet en andere waterplanten gebouwd nest wordt altijd in of althans in de nabijheid van het riet gebouwd, dikwijls zóó, dat het op den waterspiegel rust. Het broedsel bestaat uit 4 à 12 eieren, welker gladde schaal gevlekt en gestippeld is. De jongen komen met een zeer sierlijk, donker gekleurd dons bekleed ter wereld. Na den broedtijd verlaten ouden en jongen gemeenschappelijk hun vaderland en begeven zich naar zuidelijkere of in een ander opzicht gunstiger gelegen gewesten.

Daar het voedsel van de Waterhoenderen grootendeels uit plantaardige stoffen bestaat, kunnen alle soorten gemakkelijk in de kooi gevoed en hier jaren lang in ’t leven gehouden worden; men kan ze leeren vrij uit en in de kooi te gaan, zonder dat zij pogingen doen om te ontvluchten; zij volgen hun verzorger op den voet en worden alleen hierdoor lastig, dat zij, althans de grootste soorten, jonge huisvogels overvallen en dooden.