Keine Suchergebnisse
Alice Nahon (1896-1933) werd geboren in Antwerpen, als derde van elf kinderen. Haar vader (een Nederlander) was boekhandelaar, haar moeder onderwijzeres. Al tijdens haar studie schreef Nahon haar eerste gedichten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte ze als verpleegster, maar ze liep zelf een longontsteking op: het begin van een lang ziekteproces. In 1917 werd ze opgenomen in een sanatorium in Tessenderlo als tbc-patiënte. Pas toen ze in 1923 naar Zwitserland reisde, werd ontdekt dat ze aan chronische bronchitis leed. Haar debuutbundel 'Vondelingskens' verscheen in 1920, gevolgd door 'Op zachte vooizekens' (1921), 'Schaduw' (1928) en de postume bundel 'Maart-April' (1936). Nahons bundels werden heel populair en verkochten goed in België en Nederland.