Trollenmagie - Katja Schmoll - E-Book

Trollenmagie E-Book

Katja Schmoll

0,0

Beschreibung

Lisa brengt haar zomervakantie door met haar ouders en kleine broertje in een vakantiehuis in park Zonneschijn. Ze besluiten op een dag om een wandeling te gaan maken in de bergen. Maar al snel verdwalen ze en kunnen de weg niet meer terug vinden. In een onbekende wereld met vreemde wezens zoals trollen en elfen beleeft de familie spannende avonturen. Door een toverspreuk komt Lisa terecht in de trollenwereld. Ze beleeft allerlei avonturen met de trollenfamilie. Gelukt het Lisa om de toverspreuk weer te verbreken? En weer terug te keren naar de mensenfamilie?

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern
Kindle™-E-Readern
(für ausgewählte Pakete)

Seitenzahl: 287

Veröffentlichungsjahr: 2023

Das E-Book (TTS) können Sie hören im Abo „Legimi Premium” in Legimi-Apps auf:

Android
iOS
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



In deze roman vervagen de grenzen tussen realiteit en fantasie. Ongewone ontmoetingen worden op een spannende en fantasierijke manier verteld tot een natuurlijk waargenomen werkelijkheid. Johanna Kapteijns vertaalde dit verhaal met veel liefde en empathie van het Duits naar het Nederlands. Duik in een onbekende wereld met trollen en bloemenelfen. De mooie kleurenillustraties geven dit verhaal een bijzondere en magische dimensie.

Over de schrijfster:

Katja Schmoll werd op 23 april 1957 in Berlin geboren. Vandaag de dag woont ze samen met haar man in het Brandenburgse Gross Lindow, dichtbij de rivier de Oder. Wanneer zij samen in de gelegenheid zijn nemen ze de camper om verre reizen te maken. Reizen o.a. naar Noorwegen en Zweden, waar ze de inspiratie vond voor het schrijven van haar boek. Over het leven en avonturen van de trollen en wat de natuur daar te bieden heeft..

Inhoudsopgave

1 Eindelijk vakantie

2 De wandeling

3 Een heel bijzonder ontbijt

4 De zoektocht terug

5 Het kleine huis

6 De huiseigenaar

7 Training voor de Hazenrace

8 Waarheid of leugen

9 Lisa loopt weg

10 De beslissing

11 De verandering

12 In de trollenfamilie

13 De eerste morgen bij de trollenfamilie

14 De rijles

15 De bergvinken helpen

16 Eierdief of spelletjesmaker

17 De trollenvader gaat naar de mensen

18 Bosbessen voor Peter

19 Zo was het niet gepland

20 Spelavond met de trollen

21 De droom

22 De grote Hazenrace

23 Lisa is ziek

24 Jana en Ivar

25 De afspraak

26 Lisa vertelt het aan haar ouders

27 Estella zoekt hulp

28 Een gedenkwaardige beslissing

29 Kan Kruiden-Allika helpen?

30 Het vlot

31 In het rijk van de grote trollen

32 Malina de medicijnvrouw

33 Wie vindt de bloemenelfen

34 Peter's auto

35 De toverspreuk

36 Terug naar de mensenwereld

1 Eindelijk vakantie

Oh wat is het fijn om met het hele gezin op vakantie te zijn, met papa, mama en kleine Peter dacht Lisa toen ze vroeg in de ochtend wakker werd in het zachte bed van het vakantiehuis van park Zonneschijn. Vier dagen geleden waren zij eindelijk na een lange autorit en een boottocht op een enorme veerboot aangekomen bij het vakantiehuis aan de rand van een klein dorpje, omgeven door bergen, bossen, meren en een stroompje dat door het plaatsje slingerde. Een groot molenrad met een aangrenzend oud gebouw herinnerde je eraan dat hier met behulp van de kracht van het water hout werd gezaagd. Vlakbij lag een groot park waar de kinderen elkaar ontmoetten, speelden en verhalen vertelden.

De mensen in de nabijgelegen vakantiewoningen zagen er vriendelijk en ontspannen uit. De kinderen sloten meteen vriendschap terwijl de ouders druk bezig waren met allerlei dingen in hun vakantiewoningen. Er was van alles te ontdekken en te beleven in de omgeving. De meeste vakantiegasten spraken Nederlands, sommigen ook een andere taal, maar voor de kinderen was dit geen probleem. Zij vinden altijd wel een manier om met elkaar te spelen en te praten.

Lisa had vakantie dus mocht ze zo lang uitslapen als ze zelf wilde. Vanuit de vakantiewoning werd ze gewekt door het gekwetter van de vogels en het kwaken van de kikkers in de verte. De zonnestralen die door het raam binnenkwamen kriebelden op Lisa's neus. Ze keek naar het bedje in haar slaapkamer waar haar kleine broertje zou slapen, maar het bedje was leeg. Hij was stiekem de kamer uitgeslopen toen Lisa nog sliep en speelde met zijn autootjes in de keuken, terwijl Lisa's ouders daar al het ontbijt aan het klaarmaken waren. Het rook naar lekkers: pannenkoeken, vers gebakken broodjes? Lisa sprong uit bed en rende de keuken in. "Goedemorgen! Ik ben wakker! Wanneer is er ontbijt? Wat gaan we doen vandaag?" "Goedemorgen Lisa," antwoordden haar ouders lachend en gaven Lisa een warme knuffel en een dikke kus. Niet zoveel vragen tegelijk Lisa zei moeder, ga eerst maar even naar de badkamer om je te wassen en aan te kleden, dan gaan we daarna eens bekijken wat we vandaag gaan doen.

Op het terras genoot de hele familie samen van het heerlijke ontbijt en praatten ze over de plannen die ze deze dag gingen maken. Het ontbijt smaakte heerlijk, de verse broodjes, yoghurt, honing, aardbeien en warme chocolademelk. Zo heerlijk en gezellig om zo ontspannen met de hele familie te kunnen ontbijten en niet zoals in de rest van het jaar. Papa werkt op kantoor, mama is lerares en de kinderen moeten naar school. Elke morgen was het een drukte van jewelste, zodat iedereen tijdig op school en werk kon zijn. Soms treuzelde Lisa en zei mama: "Lisa schiet op, anders kom je te laat op school."

"En papa wat gaan we vandaag doen?" vroeg Lisa ongeduldig. "Dat ga ik je nu vertellen meisje, we zijn van plan om een lange wandeling in de bergen te gaan maken. Zie je daarginds die hoge bergtop, dat is ons doel vandaag, van daaruit kun je nog maar een stipje van ons vakantiehuis zien en lijkt het grote meer waarop we een aantal dagen geleden met de veerboot overheen zijn gevaren maar een plasje water. Maar de wandeling daar naar toe is vrij lang en de weg moeilijk begaanbaar. De eerste kilometers is het bergopwaarts en heel zwaar.

Dus ik denk dat het beter is dat mama en papa samen gaan en jullie met de buurkinderen Paul en Pauline spelen. De familie Rebello, de ouders van Paul en Pauline, heeft aangeboden met jullie samen naar het meer te gaan." Jana, Lisa's moeder, keek haar man verbaasd aan. Wilde haar man echt zonder de kinderen weggaan vandaag. Zij was het niet eens met hem. "We zijn samen met vakantie dus laat de kinderen maar meegaan, het zal best wel lukken," zei Jana.

Ivar probeerde uit te leggen waarom het verstandiger was om met z'n tweetjes te gaan. "Nou de wandeling is niet geheel zonder gevaren. Peter is nog maar 3 jaar oud en het is misschien veel te zwaar en vermoeiend voor hem. We weten niet hoe veilig de paden daarboven zijn en of er wilde dieren rondlopen. Wie weet wat ons te wachten staat."

Lisa luisterde heel aandachtig. Dat klonk als avontuur. "Ik wil met jullie mee!" riep ze resoluut. Ze dacht even na, ja met Paul en Pauline naar het meer zou ook wel leuk zijn, maar het avontuur leek haar toch een betere keus. En spelen met Paul en Pauline kon ze altijd later nog. Peter was het eens met z'n zusje en riep "Ik ook! Ik ook!"

Ivar liet zich overhalen door zijn vrouw en kinderen en legde zich erbij neer dat ze met z'n allen gingen. "Nou laten we maar het nodige gaan inpakken voor de grote tocht", antwoordde moeder opgelucht, blij dat de kinderen ook mee zouden gaan.

Ze hadden van alles nodig, voldoende eten en drinken natuurlijk, muggenspray, zonnebrandcreme, veldflessen, bekers, een kompas, een aansteker en een kaart zodat ze niet verdwaalden. Natuurlijk belangrijk: stevige schoenen, jassen, hoeden en rugzak. Lisa wilde haar kleurpotloden en tekenpapier meenemen, zodat ze haar avonturen meteen kon tekenen. Maar haar vader zei dat het niet mogelijk was dat allemaal mee te nemen in de rugzak en dat ze 's avonds als ze weer thuis waren genoeg tijd zou hebben om te tekenen. Dus moest Lisa teleurgesteld haar tekenspullen thuis laten.

Alles was ingepakt en Ivar bond de rugzak op z'n rug, Jana zette de kinderen de hoedjes op en samen gingen ze op pad. De familie Rebello speelde badminton in de tuin, mevrouw Rebello wuifde en riep

"Veel plezier en kom gezond terug." En Jana antwoordde "ja bedankt, we wensen jullie ook een fijne dag en tot vanavond, we kunnen later als we terug zijn nog samen naar het meer gaan om te zwemmen." Na een poosje waren de kinderen van de familie Rebello niet meer te zien en klonken hun stemmen ver weg.

2 De wandeling

In het begin was de wandeling heel gemakkelijk en liepen de kinderen vrolijk voorop. De weg was breed zodat ze gemakkelijk met z'n viertjes naast elkaar konden lopen, maar de kinderen renden vooruit om als eerste alles te ontdekken. Langzaam naderden ze het bos en de weg werd hier veel smaller en ging langzaam bergopwaarts. In het begin merkten de kinderen niets van de inspanning, maar al snel wilde Peter niet meer rennen en droegen Ivar en Jana de kleine jongen om de beurt. Toen hij een beetje uitgerust was, wilde hij toch ook weer zelf gaan lopen. Het was veel leuker, want er was zoveel te beleven en nieuwe dingen te zien.

In de verte hoorden ze een specht tegen een boomstam kloppen, er ritselde iets in het hoge gras, maar ze zagen niet welk diertje dit veroorzaakte. De zonnestralen kwamen hier en daar door het dikke bladerdak heen en toverden lichte plekken op het pad.

Langs het pad kroop een grote kever. Hij glinsterde in alle kleuren, zodra de zonnestralen op zijn rug vielen. Peter wilde hem oppakken en meenemen omdat hij er zo mooi uitzag. Maar zijn moeder legde uit dat de kever zich prettiger voelde in zijn normale omgeving en alleen daar kon wonen, in Peter's zak zou de mooie kever dood gaan. Dus liet Peter hem liever daar rondkruipen en ging verder met zijn ontdekkingsreis.

Ze kwamen bij een kleine beek die door de bergen stroomde en de enige manier om aan de andere kant van de beek te komen was over een dikke boomstam te lopen. Daar leek het pad verder te gaan. "Denk je echt dat we hier nog steeds op de goede wandelroute zijn?" vroeg Jana en keek haar man met een twijfelachtige blik aan. "Ja natuurlijk" antwoordde de laatste zelfverzekerd. "Dit is de juiste weg naar de bergtop daarginds." "Kijk voor de zekerheid even op de wandelkaart" zei Jana.

Hij legde de rugzak neer en rommelde erin om de wandelkaart te zoeken. "Ik kan hem niet vinden, ik denk dat hij nog steeds op de keukentafel ligt" zei Ivar en voegde er aan toe: "We zullen op deze manier ook ons doel bereiken. Laten we deze beek oversteken en onze weg vervolgen via het pad aan de overkant. Het zal nu wel niet zo ver meer zijn en dan zullen wij boven op de bergtop ons vakantiehuis zien."

Na een korte rustpauze vervolgde de familie de wandeling. Lisa vond het spannend om over de dikke boomstam naar de overkant te lopen. Ze moest lachen omdat haar moeder angstig en voorzichtig een voet voor de andere op de boomstam zette. Peter wilde ook zelf over de boomstam lopen, maar zijn vader vond dit niet zo'n goed idee en droeg hem onder zijn arm naar de overkant.

Lisa rende nieuwsgierig zoals altijd vooruit omdat ze de eerste wilde zijn die boven aankwam. Ondanks dat ze pas 9 jaar oud was had ze toch een goed uithoudingsvermogen. Elke keer als het pad in een bocht omhoog ging dacht Lisa dat ze bovenop de berg zou komen en vandaar uit het vakantiehuis kon zien. Maar struiken en bomen belemmerden het uitzicht op de vallei. Peter was allang gestopt met rennen en werd gedragen door zijn moeder. Ook Lisa werd het langzaam te veel en verloor het plezier, zij wilde ook net als haar broertje gedragen worden. Haar vader zei dat ze veel te groot en te zwaar was om gedragen te worden. Jana pufte en vroeg of Ivar Peter van haar over wilde nemen. "Zie je wel" zei Ivar tegen haar, "we hadden de kinderen niet mee moeten nemen op deze wandeling. Het is te vermoeiend voor hen." "Nee" antwoordde Jana, "we hadden de wandelkaart mee moeten nemen en af en toe moeten kijken waar we heen gingen. Dan waren we niet van het pad afgedwaald." Maar wat konden ze nu doen? Teruggaan? Zo dicht bij hun doel? En kibbelen over de wandelkaart? Dat had ook geen zin meer! Het had allemaal geen zin, dus besloten ze weer verder te lopen, nog steeds bergopwaarts.

Opeens werd het donker, door het bladerdak zag Lisa een wolk voor de zon schuiven. Het leek of de wolk over de bomen en de kleine groep wandelaars wilde afdalen. "Kijk mam" zei Lisa, "we zitten zo meteen in de wolk en dan kunnen we heerlijk uitrusten. Ik hou niet meer van wandelen." Het werd ook mistig en Jana keek bezorgd naar Ivar. "Laten we een beschutte plek zoeken en even pauzeren, totdat de mist is opgetrokken en proberen de weg naar het vakantiehuis terug te vinden." Maar de mist werd steeds dikker en de bomen en struiken met hun bladeren, die nog niet zo lang geleden heldergroen waren in de zonnegloed, zagen er nu spookachtig, wazig en grijszwart uit. Tot overmaat van ramp begon het ook nog te miezeren.

Moeder deed de kinderen hun capuchons op en knoopte het koordje dicht onder de kin, zodat ze een beetje beschermd waren tegen de wind en de regen. Vader, die Peter nog steeds droeg, waarschuwde om dicht bij elkaar te blijven. Jana pakte met haar ene hand Lisa's hand en met de andere hand de riem van de rugzak van Ivar. Ze hadden het koud en waren doorweekt van de regen en op zoek naar een schuilplaats die bescherming kon bieden tegen de regen en de wind. Je kon nauwelijks zien wat er voor je lag, er was geen pad meer, alleen mos en bladeren. Kleine Peter begon te huilen, Lisa hield zich heel sterk en liep dapper door. De harde wind waaide uit alle richtingen en veroorzaakte griezelige geluiden in het bos.

"Mama, hoor je dat ook?" riep Lisa. "Het klinkt als het geluid van de oude poort van opa's tuinhek." "Ach, dat is gewoon de wind, kom op, we moeten een droge plek vinden om uit te rusten" antwoordde moeder.

Maar plotseling dook er recht voor hen een grote rots op met een uitstekende richel en dit leek een geschikte plek om uit te rusten, hieronder was het droog met zacht mos en een beschutte plaats voor de regen en de wind. "We gaan hier uitrusten en onze natte kleren uittrekken" zei Ivar. Jana haalde opgelucht adem, blij dat ze eindelijk een droge en veilige plaats hadden gevonden en hier de nacht konden doorbrengen, want het was te laat om terug te keren naar hun vakantiehuis. Iedereen trok hun natte kleren uit en deze werden uitgespreid over de rotsen om te drogen. De rotswand was door de zon nog steeds warm en voelde als een warme kruik in je rug. Jana pakte de broodjes, drankjes, de waterflessen en bekers uit de rugzak, ze waren wel toe aan wat te eten na deze vermoeiende tocht. Onder het eten legde Ivar uit dat wolken geen knuffelige, zachte dekbedden zijn zoals het eruit ziet. Ze bestaan uit miljoenen kleine waterdruppeltjes, die door de wind meegevoerd worden.

Daar worden ze door het hele land geblazen om op een andere plaats als regen op de aarde neer te vallen. Zijn verhaal was nog niet uit, maar Peter en Lisa waren inmiddels in slaap gevallen. Peter had zich tegen Lisa aan genesteld en daar lagen ze vredig tegen elkaar aan.

Jana pakte haar sjaal en dekte de twee kinderen toe. Daarna ging ze dicht tegen Peter aan zitten en zei: "Morgen, als de mist is opgetrokken, vinden we samen de weg naar het pension toch?" "Absoluut", antwoordde Ivar en sloeg beschermend zijn armen om Jana heen. Zo vielen ook zij in slaap op het zachte mos.

3 Een heel bijzonder ontbijt

Ze hadden geen idee hoe lang ze hadden geslapen en werden uit hun dromen wakker geschud door een geroezemoes en gekwetter van de vogels. Toen ze hun ogen open deden scheen de zon in hun gezicht. De wolkennevel was opgetrokken en resterende waterdruppeltjes hingen als kleine kristallen bolletjes aan de takken en bladeren van de bomen. De rots boven hen was nog nat van de regen en zag eruit alsof hij beschilderd was met gouden en zilveren verf. Voor hen lag een plateau met een groen grasveld met veel verschillende bloemen in de kleuren rood, geel, blauw en wit, die in allerlei variaties verspreid over het gras bloeiden. Door de dichte mist hadden ze dit gisteravond niet gezien. Kleurrijke vlinders, hommels en bijen vlogen van bloem tot bloem om zich tegoed te doen aan de nectar. Vogels fladderden hoog in de boomtoppen en het leek of ze tikkertje aan het spelen waren.

Telkens als ze wild rond vlogen en de takken raakten, vielen er veel waterdruppels naar beneden en leek het of iemand met een gietertje het water naar beneden gooide.

"Oh wat leuk" riep Lisa.

Ivar had geen oog voor dit alles, hij was druk bezig met zijn horloge en drukte op allerlei knoppen. Hij wilde weten hoe laat het was, maar het scherm bleef zwart. "Hopelijk is het door de regen van gisteren niet kapot gegaan" zei Ivar teleurgesteld. Hij had het horloge twee maanden geleden voor zijn verjaardag gekregen van zijn vrouw Jana. Maar Jana stelde hem gerust en zei: "Nee Ivar dat kan niet, het is waterdicht tot een diepte van 5 meter. En mocht het echt niet meer werken, dan heb je nog garantie en laten we het na de vakantie repareren."

Jana ging vervolgens de kleren van de kinderen halen, die inmiddels opgedroogd waren door de zon. Lisa hielp haar broertje zijn kousen en broek aantrekken, terwijl haar moeder zocht naar haar mobiele telefoon in haar jaszak. Maar wat was dat!! Batterij leeg? Dat kan toch niet? Voordat ze gisterochtend vertrokken had ze nog de batterij van haar telefoon opgeladen. Ze wilde veel foto's maken maar door de opwinding van gisteren was ze dat helemaal vergeten te doen. Nu was het scherm van haar telefoon ook zwart net zoals het horloge van Ivar. Wat een situatie!! Geen tijd, geen foto's maken, niemand kunnen bellen of schrijven om hulp te vragen .

Gelukkig had Ivar nog een mobieltje en haalde deze uit zijn jaszak. "Oh, nee dat kan niet waar zijn, nu zitten we echt in de problemen!" riep hij wanhopig. Ook de batterij van zijn telefoon was leeg. "We zijn verdwaald en kunnen niemand bereiken." Alles wat normaal vanzelfsprekend was hadden ze nu niet meer. Maar Ivar dacht dat hij zonder deze technische hulpmiddelen de weg naar het vakantiehuis wel zou kunnen terugvinden.

Peter voelde ondertussen zijn maagje rammelen en riep "eten, melk drinken!" Jana keek geschrokken naar Ivar. Ivar rommelde in de rugzak om te kijken wat ze nog aan eten en drinken over hadden. Nog een paar broodjes, een bijna lege fles sap, twee halflege waterflessen, vier notenrepen. Dat was niet genoeg en ze moesten iets bedenken om aan eten te komen. Hij zei tegen de kinderen: "als jullie aangekleed zijn dan gaan we op zoek naar water om ons te wassen en kijken we of we iets te eten en te drinken kunnen vinden in het bos."

Buiten de etenswaren, de zonnebrandcreme, de muggenspray, het zakmes, de aansteker en de bekers vond Ivar ook nog twee speelgoedauto's en de teddybeer van Peter, die hij stiekem in de rugzak had gestopt toen zijn vader niet keek. "Auto, auto" riep Peter. Lisa keek een beetje boos en vond het niet eerlijk dat zij haar kleurpotloden en tekenpapier thuis had moeten laten. Ivar was ook niet blij dat Peter dat had gedaan zonder het hem te zeggen.

Voordat ze vertrokken aten ze alle vier een notenreep om hun eerste honger te stillen en dronken het laatste restje sap en water op.

Ondertussen dacht moeder na hoe ze aan eten moesten komen, ze zei niets tegen de kinderen om hen niet ongerust te maken.

Dus gingen ze met z'n vieren weer op pad om water en voedsel te vinden. De kinderen waren zich totaal niet bewust van de zorgen die hun ouders hadden. Ze renden over de weide met de kleurrijke bloemen en probeerden de vlinders te vangen. De zon en de wind hadden het gras inmiddels opgedroogd en de regendruppels waren verdwenen. Verderop kwamen ze in een licht berkenbos. De bladeren van de bomen waren heldergroen en waaiden als kleine vlaggetjes heen en weer in de wind. Hier en daar schenen de zonnestralen door het gebladerte heen en dit gaf een speels effect op de bosbodem. Af en toe blokkeerde een rots hun pad en moesten de wandelaars om het rotsblok heen lopen om hun weg te kunnen vervolgen. Vervolgens werd het bos dikker en afgewisseld met naaldbomen. Op en rondom het pad lagen veel dennenappels en Peter wilde deze graag meenemen, maar zijn vader zei dat het niet mogelijk was om deze mee te nemen, ze hadden niets om ze in te stoppen.

Plotseling stond vader stil en zei: "luister, ik denk dat we water hebben gevonden. Horen jullie dat geluid?" "Wassen, eten" riep Peter. Nu rende iedereen naar de richting waar het geluid vandaan kwam. Al gauw ontdekten ze een kleine beek met kristalhelder water dat van de berg langs de rotsen naar beneden stroomde. Langs de oever stonden gele bloemen die weerspiegelden in het glinsterende water. Aan de kant en in het beekje lagen grote stenen, zodat je van de ene steen naar de andere naar het midden van het water kon lopen. Vader liep als eerste over de stenen naar het midden van het beekje. "Kom ook hier " riep hij naar zijn familie en ging terug om Peter te dragen.

"Wil alleen" zei Peter. "Ok, probeer het dan maar" antwoordde vader en Peter rende naar de beek, maar Ivar bleef dicht achter hem zodat hij kon ingrijpen als er iets gebeurde. Met zijn kleine beentjes liep Peter voorzichtig van steen naar steen, totdat hij aangekomen was bij de grote steen in het midden van de beek. Maar zijn kleine beentjes waren te klein om de afstand van de ene steen naar de grote steen te maken. Hij verloor zijn evenwicht, maar Ivar stond achter Peter om hem op te vangen. Peter keek geschrokken naar zijn vader en was blij dat deze hem net op tijd had gered van een ijskoude douche. Daarna was het de beurt aan Lisa, "kom Lisa pak mijn hand" zei vader en even later stonden ze met z'n drietjes op de grote steen midden in de beek. Links en rechts naast hen kabbelde het beekje naar het dal beneden hen.

Maar waar was Jana? Ivar keek om zich heen en zag zijn vrouw voorover gebogen in de lage struiken. "Wat doe je daar?" vroeg hij verbaasd. "Ik heb voor ons een verrassingsontbijt." riep ze. Ze sprong op en kwam lachend naar hen toe gerend. "Kom kinderen we gaan ons even opfrissen en daarna zal ik jullie laten zien wat voor een verrassing ik voor jullie heb voor het ontbijt."

Nadat ze zich heerlijk hadden opgefrist voelden ze zich een stuk beter maar nu begonnen de magen weer te knorren.

Ze waren benieuwd wat hun moeder voor een verrassing voor hun had gevonden. "Kijk" zei moeder "ik ontdekte daar struiken waar prachtige, grote blauwe bessen aan hangen. Ze smaken zoet en zijn sappig en erg gezond. Ik stel voor dat we allemaal een beker meenemen en daarin de mooiste vruchten verzamelen. En als onze bekers vol zijn gaan we op het zachte mos zitten genieten van onze zelf geplukte bessen." Lisa en Peter waren opgewonden over het idee om zelf hun ontbijt te mogen plukken. Ivar was trots op zijn vrouw dat ze het probleem van het ontbijt op deze manier zo goed had opgelost. "Kom hier kinderen. Kijk dit zijn bosbessenstruiken" riep moeder. "Als je goed kijkt, vind je onder de bladeren de vruchten. De groene en rode vruchten zijn nog niet rijp, die zijn hard en zuur, die moet je laten hangen. Maar de grote donkerblauwe zijn heerlijk en zoet. Die gaan we plukken. Probeer er maar eens een."

Lisa en Peter namen hun werk heel serieus en verzamelden alleen het mooiste en beste fruit. Jana stopte af en toe wat bosbessen in Peter's beker, hij was niet zo snel met plukken en kon de verleiding niet weerstaan om er af en toe stiekem eentje in z'n mond te stoppen.

Van het plukken en eten waren zijn handjes en mondje helemaal blauw. Toen Lisa dat zag moest ze hard lachen omdat hij er zo raar uit zag. Maar ook Lisa had een blauwe tong en blauwe tanden en Peter moest lachen toen hij dat zag. Toen ze klaar waren met plukken en hun bekers vol zaten met lekkere bosbessen, gingen ze samen op het zachte mos zitten om van het heerlijke fruit te genieten.

Iedereen had veel plezier en de kinderen moesten lachen om de blauwe monden van hun ouders.

Toen ze alle bessen hadden opgegeten en hun buikjes gevuld waren, wilden de kinderen hier bij het beekje en de mooie weide nog even blijven spelen.

"Het is hier zo mooi, kunnen we hier nog even langer blijven om te spelen," smeekte Lisa. En Peter riep, "ja, ja spelen, auto, auto." "Ok" zei vader "eventjes dan." Ivar haalde de autootjes uit zijn rugzak en gaf deze aan Peter. "En waar moet ik dan mee spelen" vroeg Lisa verdrietig." "Och jullie kunnen toch ook samen spelen" zei moeder. "Laat je autootjes maar hier Peter, dan kun je ze ook niet verliezen in het gras." Maar Peter was niet van plan zijn auto's terug te geven, hij klemde ze stevig in zijn kleine handjes. Toen zag hij Lisa's verdrietige gezicht, dacht even na en gaf tenslotte een autootje aan haar. Lisa lachte en zei: " Ik heb een heel goed idee, kijk daar ginds is een kleine berg. We laten de auto's daar van af rollen en de auto die het eerste beneden is heeft gewonnen." Samen renden ze weg. Zo hadden de ouders even de tijd om rustig te bespreken wat ze nu verder moesten doen zonder dat de kinderen erbij waren. Ze wilden niet dat ze zich misschien ongerust zouden maken.

4 De zoektocht terug

Lisa en Peter liepen naar het bergje waar ze hun auto's naar beneden lieten rollen. Ze renden achter hun autootjes aan om te zien welke van de twee als eerste onderaan de berg kwam. Elke keer opnieuw pakten ze hun auto's op uit het hoge gras en liepen weer terug naar de berg. Ze vonden het een leuk spelletje en kregen er geen genoeg van. De ene keer won Peter en de andere keer Lisa.

De laatste keer dat ze beneden kwamen waren de autootjes nergens meer te vinden. Ze zochten allebei in het hoge gras maar geen auto's te bekennen.

Opeens hoorde Lisa een geritsel in het gras een stukje verderop. Ze hoorde ook fluisteren en giechelen. Toen ze dichterbij de plek kwamen waar het geluid vandaan kwam, deed Lisa de grassprieten opzij en zag tot haar grote verbazing twee kleine wezentjes met armen, benen en een groot hoofd op hun auto's zitten. Ze hadden een koddig gezicht met een grote bolle neus, vrolijk, licht sprankelende ogen, grote oren, een groot hoofd en een veel te grote mond voor dat kleine gezichtje. Een ervan droeg een t-shirt en een broekje, de ander een groen jurkje en had vuurrood, lang, borstelig haar. Aan hun achterste hing een kleine staart met een kwastje eraan.

"Wie zijn jullie, en wat doen jullie met Peter's auto's?" vroeg Lisa. De wezentjes schrokken even omdat ze ontdekt waren, maar vervolgens zei een van hen: "Hallo, ik ben Mocki en dit is mijn broertje Julian. Wij waren de eersten die deze auto's gevonden hebben, daarom zijn ze van ons." "Nee" zei Lisa, "wij lieten de auto's van de berg daarginds naar beneden rollen en ze zijn van mijn broertje Peter." "Mijn auto's" hielp Peter zijn zusje. "Aha, je heet Peter en hoe heet jij" vroeg het wezentje met het rode haar. "Ik heet Lisa en geef Peter direct zijn auto's terug" en ze strekte haar hand uit om de auto's te pakken. "Niet zo snel" snauwde Mocki, "anders bijt ik je in je hand." Lisa trok geschrokken haar hand terug. Maar toen lachte Mocki weer vriendelijk en zei "Maak je geen zorgen, het was maar een grap! Zijn jullie mensenkinderen?" "Natuurlijk zijn wij mensen, wat anders , maar wat zijn jullie?" vroeg Lisa.

"Wij zijn trollen en wij wonen hier. Er zijn hier al 200 jaar geen mensen meer geweest, ik heb er nog nooit een gezien. Zullen we samen met de auto's spelen?" "Ok, goed" antwoordde Peter en ze gingen samen verder met het spel waar ze al mee begonnen waren.

Alleen was nu het verschil dat op elk autotootje een chauffeur zat, Mocki en haar broertje Julian, die met meer of minder succes de auto's naar beneden stuurden. Het gebeurde ook wel eens dat een auto over de kop vloog, maar het liep steeds goed af en ze belandden dan links of rechts in het hoge zachte gras. De kleine trollen maakten allerlei salto's zonder zichzelf daarbij pijn te doen. Lisa en Peter moesten hier erg om lachen. Het zag er zo grappig uit, die kleine trollen met hun wapperende staarten. De tijd vloog voorbij, ze waren zo in hun spel verdiept dat ze de stem van hun vader eerst niet hoorden. Pas toen vader zijn stem verhief en een beetje boos werd, stopten ze snel met hun spel en namen afscheid van hun nieuwe vriendjes. "Wees niet bedroefd, we zullen jullie zeker weer vinden, want we kennen het bos beter dan jullie" riepen Mocki en Julian hen na.

Hun ouders stonden klaar om te vertrekken. Peter huilde omdat hij liever wilde blijven spelen.

Ivar nam hem in zijn armen en begon te lopen. Lisa had ook geen zin om verder te gaan en liep met tegenzin achter haar ouders aan.

Ze keek nog een keer achterom maar haar kleine nieuwe vriendjes waren nergens meer te bekennen.

Jana probeerde de boel wat op te vrolijken en begon met het zingen van een liedje, maar ook dit had geen succes. "Kinderen" zei vader " Dit is geen avontuur meer. We moeten de weg terugvinden naar het vakantiehuis voordat het avond wordt. We kunnen ons hier in het bos alleen niet redden." Peter begon weer te huilen en Lisa antwoordde: "Maar we zijn niet alleen in het bos. Er zijn hier trollen en zij kennen het bos heel goed." "Wat een onzin, wie heeft je zoiets verteld? Trollen! Laat me niet lachen. Iemand heeft een sprookje bedacht en je gelooft dat die ook echt bestaan?" Moeder schudde ongelovig haar hoofd. "Toch wel, omdat ik het zeg" zei Lisa. "En nu stop je daarmee Lisa en loop je door " zei moeder. "Je moet het verschil weten tussen sprookjes en werkelijkheid Lisa."

Tijdens de wandeling werd er niet meer over gesproken. Het was inmiddels alweer middag geworden en de vermoeidheid en honger en dorst sloeg weer toe. Tijd voor een pauze om wat te eten en te drinken. Voor hen zagen ze een rots met een uitstekende richel die Jana wel heel bekend voorkwam. "Is dit niet dezelfde plaats waar vandaan we vanmorgen zijn vertrokken" vroeg ze aan Ivar. "We zijn in een cirkel gelopen!" In eerste instantie wilde Ivar het niet geloven maar moest toch toegeven dat dit inderdaad de plek was waar vandaan ze deze morgen waren vertrokken. Alle inspanning van deze dag was voor niets geweest. Ivar was ook doodop, hij had Peter de hele weg gedragen. Hij had geen idee hoe het nu verder moest en voelde zich schuldig dat hij niet voor zijn gezin kon zorgen. Jana voelde de tranen opkomen maar hield zich goed voor de kinderen. Ze had geen idee hoe ze haar kinderen kon geruststellen en te eten geven.

Lisa's voeten deden heel erg pijn. Ze was ook erg verdrietig omdat haar papa en mama haar niet geloofden. Peter klaagde dat hij honger had en moe was. Ze nestelden zich in het warme gras, Ivar haalde de waterfles en de bekers uit zijn rugzak en gaf iedereen wat te drinken. Lisa vroeg zich af of ze nog wat van die heerlijke bosbessen konden gaan plukken.

5 Het kleine huis

Jana dwaalde een beetje rond over de weide om te kijken of er iets eetbaars te vinden was.

Terwijl ze in gedachten wat om zich heen keek dacht ze dat ze iets vreemds zag , het leek wel een huisje dat begroeid was met gras. "Oh, nu zie ik net zoals Lisa ook allerlei dingen die ik zo graag zou willen, maar die er in werkelijkheid niet zijn. Een huisje met een dak van gras, nee dat bestaat toch niet." Ze liep langzaam weer terug naar haar familie, terwijl ze nog eens achterom keek om zeker te weten dat ze zich niet vergist had. Maar aan de andere kant van de weide zag ze toch echt dat huisje.

Ze vroeg aan Ivar: "Heb jij iets bijzonders gezien aan de andere kant van de weide, een klein huisje met een dak van gras?" "Nou, nu begin jij ook al van alles te fantaseren" merkte Ivar op.

Maar Lisa was inmiddels nieuwsgierig geworden en vroeg haar moeder "Waar dan?" "Daar tussen die twee dennen aan de rand van het bos, zie je dat?" "Ja, ja, nu zie ik het ook, er zal vast wel iemand wonen die ons wat te eten kan geven." Ivar zuchtte diep en keek zijn vrouw wat geërgerd aan en zei: "zie je nu wat je met je fantasieën doet?" Maar Jana was er absoluut zeker van dat ze dat huisje gezien had. Ze vroeg aan Ivar met haar mee te gaan om te kijken of het inderdaad waar was wat Lisa en zij hadden gezien. "Oké, laten we maar eens gaan kijken dan," en ze stapten op om hun weg te vervolgen.