De roadtrip van je leven - Lizzie van den Ham - E-Book

De roadtrip van je leven E-Book

Lizzie van den Ham

0,0
4,99 €

-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Een roadtrip is wel het laatste waar je op zit te wachten als je bang bent voor autorijden... of je reisgenoot niet kunt uitstaan.


Eline de Vries is na een auto-ongeluk de weg niet meer op geweest, en dat terwijl ze een reisblog heeft en dol is op vakantie. Ze kijkt er erg naar uit naar Sicilië te vliegen om haar beste vriendin Beatrice te bezoeken, maar dan doet Bé haar plots het compleet idiote voorstel om 'gezellig' samen met haar broer te reizen. In haar auto, zodat ze die weer kan gebruiken. Een roadtrip met Marcus, die ze niet kan uitstaan? In een auto uit het jaar nul? Eline zou wel gek zijn. Maar Bé heeft het talent iedereen te enthousiasmeren voor haar wilde plannen en voor Eline het weet is ze onderweg naar Italië. Samen met Marcus, die nu wat ouder en hopelijk ook wijzer is dan toen...


Sinds Marcus Govaerdts bij zijn ouders in hun boekhandelsketen is gaan werken, verzuipt hij in het kantoorwerk. Als zijn zus hem uitnodigt om naar Sicilië te komen, lijkt dat het moment om eindelijk los te komen van zijn drukke baan. Helaas zadelt zijn moeder hem onderweg nog even op met een 'belangrijke cursus'. Voor Marcus is de roadtrip een mooie gelegenheid om de beste vriendin van Bé te laten zien dat hij heus wel wat meer in zijn mars heeft dan zij denkt. Als tiener had hij een oogje op haar, maar dat liep uit op gekwetste gevoelens. Kan hij haar hart alsnog winnen tijdens deze roadtrip?


Een heerlijk vakantieverhaal vol humor, romantiek en avontuur.

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern

Seitenzahl: 433

Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



De roadtrip van je leven

Lizzie van den Ham & Lily Frank

De roadtrip van je leven is een uitgave van Dutch Venture Publishing.

Copyright © 2020 Dutch Venture Publishing

Auteur: Lizzie van den Ham & Lily Frank

www.dutchventurepublishing.nl

Omslagontwerp: Jen Minkman

Omslagfoto’s: depositphotos.com

Tekstredactie: Jen Minkman, Marijke F. Jansen & Marijke Vos

Eerste uitgave: mei 2020

NUR: 343

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

Inhoudsopgave

Titelpagina

Copyright Pagina

De roadtrip van je leven

♥ 1 ♥

♥ 2 ♥

♥ 3 ♥

♥ 4 ♥

♥ 5 ♥

♥ 6 ♥

♥ 7 ♥

♥ 8 ♥

♥ 9 ♥

♥ 10 ♥

♥ 11 ♥

♥ 12 ♥

♥ 13 ♥

♥ 14 ♥

♥ 15 ♥

♥ 16 ♥

♥ 17 ♥

♥ 18 ♥

♥ 19 ♥

♥ 20 ♥

♥ 21 ♥

♥ 22 ♥

♥ 23 ♥

♥ 24 ♥

♥ 25 ♥

♥ 26 ♥

♥ 27 ♥

♥ 28 ♥

♥ 29 ♥

♥ Epiloog ♥

De roadtrip van je leven | bonusmateriaal | DE NACHTMERRIES VAN FRED WEGENER

♥ Nachtmerrie 1: De veerboot ♥

♥ Nachtmerrie 2: De glazenwassers ♥

♥ Nachtmerrie 3: De Etna ♥

♥ Nachtmerrie 4: Castiglione di Sicilia ♥

“In het midden van de reis door ons leven

hervond ik mijzelf in een duister woud,

want de Rechte Weg was geheel verloren.”

Dante Alighieri, Divina Commedia

♥ 1 ♥

Eline

Met een zucht staarde Eline uit het raam. Haar tuin lag er wat verwilderd bij in de stralende zon. De vogeltjes floten vrolijk, alsof ze haar met hun uitbundige gezang naar buiten wilden lokken. Maar het getjilp had een averechts effect op haar. Dat getjilp maakte het juist pijnlijk duidelijk dat ze het liefste wél naar buiten wilde, maar zich binnen als een soort lafaard verstopte.

Want als ze naar buiten wilde, moest er eerst iets aan die tuin gebeuren. Ze kon het niet verdragen om de verwarring in haar eigen hoofd weerspiegeld te zien, in de jungle die zich in haar achtertuin had ontwikkeld de afgelopen maanden. Maar als er iets aan de tuin moest gebeuren, moest ze eerst spullen halen bij het tuincentrum.

En dat lag aan de andere kant van de stad. Dan moest ze naar buiten, de bus pakken, en...

Shit. Ze moest zich hier overheen zetten. Het was de andere kant van Utrecht maar. Ze had verdorie een reisblog! Ze moest dit gewoon kunnen.

Eline klikte haar blog open op de laptop die voor haar op de keukentafel stond: al maanden had ze niets meer gepost. Het enige lichtpuntje dat ze nog had gehad – haar beste vriendin Bé die haar had uitgenodigd naar Sicilië te komen – leek heel ver weg, want Bé had niets meer laten horen. Het zag ernaar uit dat ze de hele zomer thuis zou zitten. Mei, juni, juli én augustus. Zonder vertier en zonder werk, want na het ongeluk was ze tijdelijk thuis komen te zitten.

Lichamelijk ging het wel. Het was die angst, die verlammende angst die haar steeds naar de keel vloog.

Ze móést zich eroverheen zetten.

Met een grom stond Eline op van de keukenstoel en met wilde gebaren pakte ze haar tas om toch naar de bushalte te lopen. Ze was sterk genoeg. Ze kon dit zelf. Ze was verdorie een pedagogisch hulpverlener voor jongeren met problemen en trauma’s, dan moest ze toch tegen een stootje kunnen? Nog even en ze moest weer aan de slag. Van zichzelf voornamelijk, maar goed. September was de deadline die ze zichzelf gesteld had. En de taak die ze zich vandaag zou stellen, was zakken aarde en een snoeischaar halen bij het tuincentrum.

Even later stapte Eline de deur uit, om langs haar oude, gedeukte Volvo heen te stappen en op weg te gaan naar de bushalte.

***

Het zweet brak haar uit toen ze eenmaal bij de bushalte stond te wachten, links en rechts raasden auto’s langs. Zolang ze er niet al te veel op lette, ging het wel. Muziek, dat had ze nodig. Met zenuwachtige handen trok Eline haar mobiel uit haar tas om haar oordopjes in te doen, maar haar oog viel op een melding van Whatsapp. Een gemiste voicecall van Bé! Verdorie. Die had vast net gebeld toen ze haar tas stond in te pakken.

Hé, typte ze. Kun je over een uurtje bellen?

Met een glimlach stak ze haar mobiel weg, toen ze zag dat de bus er aankwam. Ze was benieuwd wat Bé te melden had. Haar vriendin was na de kerst op schrijversretraîte vertrokken: een luxe verblijf van vier weken in Italië, vlak bij de Etna. In een klein plaatsje met de naam Passopisciaro. Bé had het uitgekozen omdat het in de buurt lag van Bronte, een auteursnaam die Bé hoog in het vaandel had staan. Een betere plek kon een schrijver zich natuurlijk niet wensen. Nadat Bé, die voluit Beatrice heette maar zichzelf al sinds jaar en dag gewoon Bé noemde, met haar eerste roman Hooi was doorgebroken in Nederland, was de druk haar na een wervelwind van tournees en promotie te veel geworden. Een jaar lang had ze geprobeerd om een waardig vervolg te schrijven, maar het was er niet van gekomen door het gekkenhuis waarin ze verzeild was geraakt. Vertalingen, filmrechten... the whole shebang. Ze was tijdelijk uit de spotlights gestapt om zich terug te trekken en in het buitenland rustig aan haar tweede roman te werken.

Dat tripje van vier weken was inmiddels uitgelopen tot een verblijf van al vijf maanden. Bé had een maand geleden laten weten dat ze Eline wilde uitnodigen om langs te komen en zelfs haar vlucht wilde betalen, maar daarna had ze niets meer laten horen. Misschien had ze nu een plan.

Eline had Beatrice Govaerdts tijdens haar middelbare schooltijd tijdens een schrijfcursus ontmoet. Eline was daarna aan de slag gegaan met reisbloggen en Bé met het schrijven van literaire fictie. Ze kon niet wachten om Bé weer te zien, dus ze hoopte maar dat haar vriendin straks zou bellen.

Eline sloot aan in de rij om de bus in te stappen. Aan de linkerkant van de straat stopte plotsklaps een auto met piepende remmen en Eline kromp ineen door het geluid.

Haar hele lichaam verstijfde, alsof ze zelf weer in haar Volvo zat en als een bezetene op de rem trapte... te laat. Alsof ze zelf de klap weer voelde waarmee ze de vrachtwagen had geraakt die uit het niets op die donkere avond de rotonde op was geschoten.

Ze beet op haar lip en voelde opnieuw de pijn in haar nek. De schok die door haar hele wagen was gegaan. De krijsende remmen...

‘Wilt u nog instappen, mevrouw?’ onderbrak een vertwijfeld kijkende buschauffeur de stem van haar innerlijke demon.

Eline keek op en zag dat iedereen al was ingestapt terwijl zij nog altijd voor de open deur op straat stond. ‘Ja... ja,’ hakkelde ze. ‘Sorry.’

Ze scande haar OV-chipkaart en plofte neer op het bankje vlak achter de chauffeur. Het was rustig in de bus, maar in haar hoofd was het een grote warboel. Met een zucht sloot Eline haar ogen om de wereld even helemaal buiten te sluiten. Er was geen reden tot paniek. Ze ging gewoon met de bus naar het tuincentrum. Ze hoefde er niet zelf heen te rijden. Er was niets aan de hand.

Op het moment dat ze uitstapte op de hoek van de straat waar het tuincentrum zat, voelde ze haar mobiel trillen in haar tas. Eline trok snel een elastiekje tevoorschijn om haar lichtbruine haar in een knot op te binden. Het was bloedverziekend heet geweest in de bus, want de airco hadden ze niet aangezet. Dat er momenteel een hittegolf heerste maakte blijkbaar niet uit.  Ze pakte haar telefoon.

Het was niet Bé, zoals ze had gehoopt, maar Johan, haar ex.

Hé, gaat het goed? Ik heb al een tijdje niets van je gehoord.

Typisch Johan. Als ze niet dagelijks iets op Instagram of Facebook postte of hem bombardeerde met berichten, dacht hij direct dat er iets was. Zeker na het ongeluk. Dan kroop hij in de rol van hulpverlener, wat hij natuurlijk beroepsmatig ook wás. Ze werd er gek van. Wat verwachtte Johan nu precies: dat ze een foto op Instagram knalde van de vuile vaat die zich opstapelde in de keuken, omdat ze de energie niet had om af te wassen? Een post op Facebook over hoe haar tuin er als het Braziliaanse regenwoud uit begon te zien, omdat ze te schijterig was om een snoeischaar te halen? Of een appje zou sturen met de smeekbede: ‘kom mijn hand alsjeblieft vasthouden, want ik ben een bange zwakkeling’?

Hij bedoelde het goed, dat wist ze, maar het was te veel. Dat was ook de reden dat het uit was gegaan. Johan had haar veel te veel betutteld. En als ze íets niet kon uitstaan, dan was het wel wanneer mensen dachten dat ze iets niet kon. Heus, als ze zich wat beter voelde, kon ze de hele wereld aan.

Ja hoor, gaat best. Ik ben bij het tuincentrum, appte ze terug. Ik bel deze week wel een keer.

Is goed! Ik hoor graag van je, stuurde hij meteen terug.

Met een resoluut gebaar stopte ze de telefoon weg. Nu eerst naar binnen en die spullen halen. Daarna zou ze wel zien of Bé zou bellen.

***

Bij de kassa had Eline al spijt van dit plan. Het kostte haar de grootst mogelijke moeite die zakken aarde op de band te hijsen, en straks moest ze die krengen ook nog helemaal naar de bushalte slepen. De snoeischaar was gelukkig makkelijker; die kon zo haar tas in.

Met het zweet op haar voorhoofd – dit keer van inspanning en niet van de zenuwen – haalde ze haar telefoon opnieuw tevoorschijn. Als Johan haar zo graag wilde spreken, kon ze hem nu wel bellen. Wie weet kon hij haar en die ellendige zakken tuinaarde wel ophalen met de auto.

‘Hé,’ nam hij al na twee keer overgaan op. ‘Ben je nog steeds bij het tuincentrum?’

‘Ja. Jij?’

‘In de buurt. Ik ben net klaar met mijn ochtenddienst. Zullen we samen ergens iets gaan drinken?’

‘Gewoon bij mij thuis dan?’ stelde Eline voor. ‘Ik heb eigenlijk een lift nodig. Ik heb twee zakken aarde bij me en die sleep ik liever niet mee naar een terras.’

Johan schoot in de lach. ‘Prima. Wacht daar maar. Ik stap nu in de auto.’

‘Dank je. Tot zo!’ Eline hing op. Toegegeven, Johan kon heel erg moederen, maar op dit soort momenten was het wel fijn dat hij altijd voor haar klaarstond. Ze waren natuurlijk ook nog steeds collega’s en vrienden. Ja, gewoon vrienden, al vergat Johan dat laatste nog weleens. Hij was er behoorlijk beroerd van geweest toen ze het had uitgemaakt. Hij was liever nog steeds die ene speciale persoon in haar leven geweest.

Opnieuw een whatsappbericht. Shit, nu had ze wéér een oproep van Bé gemist. Die had er meteen maar een bericht achteraan geknald, zag ze.

Guess what, mevrouw de Vries... ik heb geregeld dat je naar Sicilië kunt komen!  jubelde ze met een hoop enthousiaste emoji’s erachteraan. Je mag gratis verblijven in het retraîtecentrum.

Elines hart sprong op. Echt?? Wanneer?

Wat mij betreft kom je volgende week al, typte Bé. Kun je dan?

Bé had er blijkbaar geen weet van hoe triest haar leven er momenteel uitzag. Hoe weinig invulling er was, naast het kopen van snoeischaren en zakken aarde die ze amper kon tillen. Natúúrlijk kon ze. Ze kon niet wachten! Dat ene ritje naar Schiphol of Eindhoven Airport zou ze wel overleven. Misschien kon haar vader haar brengen of Johan als hij tijd had.

Jazeker! Vanaf waar vlieg ik?

Het bleef even stil. Toen zag ze dat Bé opnieuw aan het typen was. En maar blééf typen.

Er verscheen uiteindelijk een enorme lap tekst:

Ik heb alles geregeld. Het is helemaal perfect, dit plan! Ik wil al maanden een eigen auto hier en ik mis mijn karretje. Dus ik heb bedacht dat je op de heenreis niet gaat vliegen, maar in plaats daarvan met mijn auto komt! Dan kun je terug met het vliegtuig en heb ik de Lancia hier staan. Kun je een supertoffe roadtrip maken door België, Frankrijk en Italië, en daarna hier een week vakantie vieren. Helemaal geweldig, toch?

Sprakeloos staarde Eline naar het enthousiaste verhaal. Nee, dit was verre van geweldig. Bé wist toch hoe bang ze was sinds... Haar maag draaide zich om. Ze kon dit niet. Hoe was het mogelijk dat haar vriendin haar dit aan wilde doen?

Minutenlang bleef ze naar het verhaal van Bé staren, alsof ze zo de letters kon laten verdwijnen. Alsof het maar een rare droom was geweest en haar vriendin eigenlijk gewoon de instapkaart voor haar vliegreis al via Whatsapp had verzonden.

Maar je weet dat ik niet durf te rijden, stuurde ze uiteindelijk terug. Het kostte haar de grootst mogelijke moeite het toe te geven, maar ze kon niet anders.

Je hoeft zelf ook niet te rijden, kwam er terug. Marcus gaat namelijk mee!

Elines ogen puilden nu echt bijna uit hun kassen. Bé’s kleine broertje? Die ze al sinds haar middelbare schooltijd niet kon uitstaan? O, joy. Nou, dat ging mooi niet door.

Ze stond net op het punt om Bé driftig te bellen en om tekst en uitleg te vragen toen Johan toeterend om de hoek verscheen. Het zou even moeten wachten. Maar zodra ze vanavond alleen thuis was en zorgzame Johan weer de deur uit had geschopt, zou ze een hartig woordje met Beatrice spreken... Ze had namelijk in geen tijden zó’n slecht plan gehoord.

♥ 2 ♥

Marcus

Marcus haalde net de warme, heerlijk geurende pizza uit de doos, toen zijn telefoon met veel kabaal afging. Zuchtend sloot hij de kartonnen klep weer en schoof zijn zojuist bezorgde maaltijd op tafel. Dat zou je altijd zien. Die kon hij straks waarschijnlijk gaan opwarmen.

Eén blik op zijn telefoonscherm leerde hem dat het zijn zus Bé was die belde. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Bé belde eigenlijk nooit. Waarom dan nu, met etenstijd? Of nou ja, etenstijd... Normale mensen aten doorgaans niet om acht uur pas een keer.

Hij nam op en duwde de telefoon tegen zijn oor. ‘Hé sis. Wat is er?’

‘Hé broertje,’ klonk haar enthousiaste stem. ‘Stoor ik je bij het Netflixen?’

Marcus wierp een blik op zijn tv. Zijn serie stond al klaar, hij hoefde slechts de knop in te drukken om te starten. Maar zo vaak belde zijn zus niet meer sinds ze in Italië verbleef, dus die tv was niet belangrijk. Alleen dat eten...

‘Natuurlijk niet,’ zei hij hoffelijk. ‘Jij stoort nooit.’

‘Slijmjurk!’

‘Nou, zeg het maar,’ zuchtte hij zogenaamd toegeeflijk. ‘Hoeveel geld heb je nodig?’

‘Alles wat je hebt,’ zei ze meteen.

Marcus grinnikte. ‘Ja, doei! Ga maar werken voor je geld. Schrijf nog eens een bestseller of zo.’

‘Ouch, Marcus. Die was onder de gordel.’

Meteen voelde hij zich schuldig. Zijn zus was niet voor niets in retraîte gegaan afgelopen december. Na het gigantische succes van haar debuutroman Hooi liep ze helemaal vast tijdens het schrijven van een opvolger. Dat eerste boek had waanzinnig goed verkocht en was vertaald in wel zeventien verschillende talen. Ook de filmrechten waren in rap tempo verkocht en binnenkort zou de serie uitgebracht worden door Netflix. Geen wonder dat zijn zus de druk voelde om iets te schrijven dat net zo goed zou zijn. Helaas was die druk niet bepaald bevorderlijk voor de creativiteit.

‘Sorry, sis,’ zei hij schuldbewust. ‘Hoe gaat het daar in het zonnige Italië?’

‘Nou, je weet het wel. Zonnig, hè.’ Ze grinnikte. ‘Nee, het gaat eigenlijk best goed. Ik voel me eindelijk weer een stuk rustiger en ik heb zelfs weer wat op papier gekregen.’

Marcus’ mondhoeken krulden omhoog. Hij wist wat dat laatste voor haar betekende na die gigantische schrijfblokkade van bijna een jaar. ‘Goed bezig dus.’

‘Jep. En jij?’

Marcus’ gedachten slingerden naar het kantoor en meteen nam de druk op zijn borst toe. Nee, vanavond niet. Daar was morgen weer tijd genoeg voor.

‘Prima,’ zei hij kort. ‘Weinig veranderingen sinds je hier weg bent.’ Waarom kon hij niet goed uitleggen, maar hij kreeg het gevoel dat Bé ergens omheen draaide. ‘Is er iets? Waarom belde je?’

Ze kuchte. ‘Op vijfentwintig mei word ik dertig,’ zei ze toen.

‘Alsof we dat vergeten waren,’ onderbrak Marcus haar met een grijns. ‘Wat zijn je plannen? Wanneer kom je weer naar Nederland en wanneer vier je het?’

Even bleef het stil aan de andere kant van de lijn. ‘Eigenlijk was ik niet van plan om naar Nederland te komen voor mijn verjaardag.’

Teleurstelling flitste door hem heen. ‘Wat? Mijn grote zus wordt dertig en ontneemt mij de kans om haar goed te plagen?’

‘Nou, eigenlijk belde ik daarvoor.’

‘O?’

‘Ik zou het echt heel tof vinden als je voor mijn verjaardag naar mij toe komt,’ zei ze toen.

Hij knipperde met zijn ogen. ‘Naar Italië?’ vroeg hij toen maar even voor de zekerheid.

‘Ja, naar Sicilië,’ bevestigde ze.

‘Wanneer?’

Ze schoot in de lach. ’Vijfentwintig mei, suffie. Ik ben al dertig jaar op dezelfde dag jarig, hoor.’

‘Ja, dat snap ik,’ zei Marcus een beetje chagrijnig. ‘Maar dat is over twee weken al! Kom je mooi op tijd mee.’

‘En eigenlijk was dat niet alles wat ik je wilde vragen.’

Marcus zuchtte. Als Bé op zo’n toon tegen hem begon te praten, volgde er altijd een ingewikkelde of tijdrovende opdracht.

‘Nou?’ vroeg hij wantrouwig.

‘Zou je het erg vinden om met de auto te komen? Míjn auto, om precies te zijn? Na vier maanden zonder begin ik hem toch wel echt te missen.’

‘Met de auto. Helemaal naar fucking Sicilië?’ Was ze wel helemaal goed?

‘Uiteraard zal ik je reiskosten en overnachtingen vergoeden,’ zei ze vlug. ‘En voor de terugreis zal ik een vlucht voor je boeken, dus je hoeft je geen zorgen te maken hoe je weer thuiskomt.’

Maar dan nog. Zo’n autorit zou eeuwig duren! Dan was hij sowieso meerdere dagen onderweg om daar te komen.

‘Ik weet het niet. Het is nogal een lange reis.’

‘Maar je hoeft hem ook niet alleen te maken,’ kondigde ze plompverloren aan. ‘Ik zou graag willen dat je iemand meeneemt.’

‘Ik ben geen chauffeur, Bé. Bel dan lekker een taxi,’ mopperde hij.

‘Je snapt het niet,’ onderbrak ze hem. ‘Ik geef verder geen groot feest of zo, maar ik wil gewoon dat de belangrijkste mensen uit mijn leven erbij zijn.’

Marcus begon nattigheid te voelen. Belangrijkste mensen uit haar leven... Dat konden er niet zoveel zijn. Ze bedoelde toch niet...

‘Ik zou echt heel graag willen dat je Eline voor me meeneemt. Als jullie erbij zijn, is mijn verjaardag echt compleet. Ik mis jullie zo!’

Ja, Eline de Vries dus. Hij vroeg zich af of Bé soms een bord voor haar kop had. Had ze dan echt niet door hoe ongemakkelijk het tussen hen was?

‘Ik weet het niet, Bé,’ zei hij weifelend. ‘Dit lijkt me nu niet echt handig.’

‘Alsjeblieft, Marcus,’ smeekte ze. ‘Ik word maar één keer dertig.’ Hij hoorde aan haar stem dat ze het meende. Dat ze hem echt miste. En als hij eerlijk was, miste hij haar ook. Maar dan nog... Met de auto? Zo’n lange afstand? En Eline erbij? Dat klonk niet bepaald aanlokkelijk.

In gedachten zag hij voor zich hoe zijn zus zich al maanden in allerlei bochten had moeten wringen om zich daar te verplaatsen. Ze kon die auto ongetwijfeld goed gebruiken. Bovendien zou ze zijn onkosten betalen, dus wat kon hij er dan tegenin brengen? Hij kon vast wel iets van die roadtrip maken.

Hij zuchtte en wist dat zij gewonnen had. ‘Oké. Ik kom wel naar Zuid-Italië in dat gammele wrak van je.’ Als ik tenminste vrij kan krijgen op zo’n korte termijn, dacht hij zuchtend erachteraan.

Toen ze eindelijk ophingen, merkte hij dat hij gelijk had gekregen. De pizza was inderdaad steenkoud geworden. Met frisse tegenzin zette hij de oven aan.

***

‘Marcus? Dit is net bezorgd.’

Hij sleurde zijn aandacht weg van het financiële overzicht en keek op. In de deuropening stond zijn moeder, in haar handen hield ze een stapel enveloppen. Hij stak zijn hand naar haar uit. ‘Geef maar,’ zei hij. Hij nam ze aan en legde ze naast het toetsenbord.

Zijn moeder stapte het kantoor binnen en sloot de deur achter zich. Marcus kon voelen dat ze iets met hem wilde bespreken. Hij sloeg zijn bestand op en draaide zijn stoel naar haar toe. Het viel hem op dat haar grijze ogen hem zorgelijk opnamen. ‘Wat is er, mam?’

‘Volgens mij heb je nog helemaal niet geluncht,’ zei ze toen rustig. ‘En het is al twee uur geweest.’

Marcus’ blik gleed naar de klok. Ze had gelijk; hij was de tijd helemaal vergeten. Nu hij zijn aandacht verlegde naar zijn lichaam, merkte hij dat zijn spieren stijf aanvoelden en dat zich een gierende draaikolk had gevormd op de plek van zijn maag. Misschien was het inderdaad tijd om wat te eten.

‘Ik wilde net een broodje gaan halen bij de bakker,’ loog hij vlug. ‘Ik wilde gewoon eerst het overzicht afmaken.’

Zijn moeder schudde haar hoofd. ‘Je moet wel goed voor jezelf blijven zorgen. Hier, ik heb alvast een stukje ontbijtkoek voor je.’ Ze overhandigde hem een in plastic verpakte plak ontbijtkoek. Marcus wilde het niet toegeven, maar het water liep hem in de mond bij de gedachte aan voedsel.

‘Dank je, mam,’ zei hij uiteindelijk.

Ze glimlachte en wilde zich omdraaien om zijn kantoortje weer te verlaten.

‘Mam?’

Ze bleef staan en draaide zich om. ‘Ja?’

‘Ik wilde ook nog iets met jou bespreken.’

‘O?’

Marcus trok een stoel bij. ‘Kom even zitten. Dat praat wat makkelijker.’

Terwijl zijn moeder plaatsnam op de stoel, kon hij de verleiding niet langer weerstaan: hij pelde de verpakking van de ontbijtkoek af en nam een dankbare hap.

‘Vertel,’ zei zijn moeder.

‘Bé heeft me gisteren gebeld,’ viel hij met de deur in huis. Zoals hij al had verwacht, was het effect alsof hij een bom uit een vliegtuig had gedumpt. Maar zijn moeder wist haar gezicht snel weer in de plooi te krijgen.

‘Nou, wat had ze? Wanneer komt ze weer naar huis? Deze onzin heeft wel weer lang genoeg geduurd.’ Ze trok haar gestifte lippen afkeurend samen.

‘Voorlopig nog niet,’ mompelde hij en maakte zich klaar voor zijn moeders tirade, die ongetwijfeld snel zou volgen.

En inderdaad; ze zuchtte geïrriteerd. ‘Ze komt dus niet naar huis voor haar verjaardag?’

Marcus schudde langzaam zijn hoofd. ‘Nee, ze blijft daar nog.’

Zijn moeder beet gefrustreerd op haar lip. ‘Altijd maar dat vluchten van haar...’

‘Het lijkt goed met haar te gaan, mam,’ nam hij het voor zijn zus op. ‘Ze zei dat ze weer schrijft.’

‘Ja ja, je kent Bé toch? Altijd als het moeilijk wordt, knijpt ze er tussenuit. En dan beweert ze later dat het de juiste keuze was en dat het haar zo geholpen heeft. Alsof altijd maar wegrennen voor je problemen de juiste oplossing is.’

Marcus kon er niets aan doen. Hij was dol op zijn zus, maar eigenlijk dacht hij er ook zo over. Hij wilde Bé alleen niet afvallen tegenover zijn moeder. Die twee hadden al zo’n moeizame relatie.

‘Ik wil graag naar haar toe, mam,’ ging hij verder. ‘Ze heeft me uitgenodigd voor haar verjaardag.’

Ze keek hem aan alsof hij haar in het gezicht had geslagen. ‘En wij zijn niet uitgenodigd? Voor haar dertigste verjaardag?’

Opgelaten keek Marcus haar aan. Hij had geen idee wat zijn zus voor plannen had met hun ouders. Ze had het alleen maar over Eline en hem gehad. Dit voelde nogal ongemakkelijk.

‘Geen idee, mam,’ gaf hij eerlijk toe. ‘Daar heeft ze het niet over gehad.’

‘En jij hebt er ook niet naar gevraagd?’ vroeg ze scherp.

Marcus zuchtte en voelde een steek van schuld door zich heen trekken. ‘Ik ga niet mee in die stomme ruzie tussen jullie,’ zei hij uiteindelijk wat ongemakkelijk. ‘Zoek dat samen maar uit.’

Zijn moeder snoof. Hij kon aan haar gezicht zien dat zij daar heel anders over dacht. Gek werd hij hiervan. Hij had maar één zus en daar was hij dol op, maar ondertussen moest hij ook elke dag samenwerken met zijn ouders in de zaak. Hij zat er echt niet op te wachten om als een eitje heen en weer geklutst te worden.

‘Ik weet dat het kort dag is, mam,’ gaf hij toe. ‘Maar ze belde me gisteravond pas met de uitnodiging.’

Ze rolde met haar ogen. ‘En je wilt zeker graag gaan?’

Hij knikte.

‘Hoelang wil je dan vrij?’ Haar stem klonk meteen weer op en top zakelijk.

‘Twee weken,’ zei hij rustig.

‘Twee weken? Binnenkort zeker al?’ Ze trok een zuinig mondje.

‘Ik heb zat vrije dagen staan, als je je daar zorgen over maakt,’ bromde hij. ‘Aangezien ik er welgeteld één heb opgenomen dit jaar en ook nog heb meegenomen van vorig jaar.’

‘Nee, nee,’ haastte ze zich te zeggen, ‘dat is het probleem ook niet. Het is meer dat...’ Ze aarzelde even. ‘Ik heb je aangemeld voor een cursus. Het examen is volgende maand. Vanaf volgende week kun je beginnen met de e-learning.’

Marcus keek haar verrast aan. ‘Cursus?’

Ze knikte. ‘Ja, het is een aanvullende cursus boekhouding, met uitleg van de nieuwe regels en wat nieuwe softwarepakketten. Het leek je vader en mij handig om je kennis op dat vlak up-to-date te houden.’

‘Overleg dat de volgende keer even voordat je me inschrijft,’ zei Marcus zuur. ‘Dan kan ik zelf ook even meekijken of ik denk dat zo’n cursus nuttig is. En of het in mijn planning past.’

‘Maar deze kans konden we gewoon niet laten liggen.’ Het leek wel alsof ze niets had gehoord van zijn reactie. ‘Normaal is die cursus niet te betalen en we konden nu korting op de beurs krijgen.’ Ze rolde met haar ogen. ‘Hij is alsnog schreeuwend duur, maar dat hebben we graag voor je over.’

Geweldig. Zat hij ook nog opgescheept met die stomme cursus. En zo te horen was alles al in kannen en kruiken, dus hij kon het niet maken om te weigeren. ‘Als ik beloof dat ik braaf zal studeren voor die cursus tijdens mijn vakantie, kan ik dan gaan?’

Zijn moeder gaf zich echter niet zomaar gewonnen. ‘Ik zal even de agenda met het rooster erbij pakken.’ Ze stond op, streek haar kokerrok glad en liep naar zijn vaders bureau in het kantoor hiernaast. Hij kon haar gang volgen door het getik van de pumps op het laminaat.

Intussen dwaalden zijn gedachten af naar de reis. Dat werden pittige dagen. Overdag honderden kilometers rijden en dan ’s avonds zwoegen om de informatie in zijn hoofd te stampen. Hij kreeg het al benauwd bij de gedachte.

‘Je hebt geluk,’ zei ze, toen ze terugkwam. ‘Eind mei is er niemand weg. Dan kan het wel.’ Ze keek hem streng aan. ‘Als je belooft dat je zult studeren voor de cursus.’

Hij zuchtte opgelucht. ‘Beloofd.’ Heel even was hij bang geweest dat de ruzie met Bé zijn ouders ertoe zou bewegen om hem geen vrij te geven voor haar verjaardag.

‘Ze stond trouwens weer in de krant.’

‘Hè?’

‘Bé. Ze stond weer in de krant,’ herhaalde zijn moeder.

‘O ja?’

Ze knikte afkeurend. ‘Een of ander scandaleus artikel over haar writer’s block.’

‘Stomme sensatiezoekers,’ gromde Marcus. ‘Die Fred zeker weer?’

Zijn moeder knikte.

‘Laat ze gewoon blij zijn met het succes van haar eerste boek in plaats van te zeiken en te speculeren over een opvolger die er nog niet is en misschien ook wel nooit zal komen.’

‘Nou, precies dat dus,’ zei zijn moeder ferm. ‘Je kent Bé. Ze is zo wispelturig. Praat met haar. Praat wat logica in dat hoofd van haar. En zorg in vredesnaam dat ze weer thuiskomt!’

♥ 3 ♥

Eline

‘Zo, dat ziet er al een stuk beter uit!’

Johan wiste het zweet van zijn voorhoofd en stond tevreden te kijken naar de struik die hij met de snoeisnaar te lijf was gegaan.

Eline kon hem niet anders dan gelijk geven. De overtollige takken en bladeren lagen in een grote hoop naast de rhododendron. ‘Dank je,’ zei ze. ‘Ik ben ook niet ontevreden over mijn werk.’ Ze had zich op het onkruid gestort dat overal was opgeschoten – door die rare hittegolf was het alleen nog maar harder gaan groeien – en daarna had ze de bloemperkjes van verse aarde voorzien. ‘Lust je iets te drinken?’

‘Nou, dat gaat er wel in, ja.’ Johan knikte. ‘Kom, dan gaan we binnen zitten. Het is mij te heet in de zon.’

Eline wierp een blik op de tuintafel en de twee stoelen die erbij stonden. Die moest ze ook nog schoonmaken, want eigenlijk vond ze buiten zitten wel lekker. Ze konden de parasol toch opzetten? Maar Johan had al bedacht dat buiten zitten te heet voor haar was, want hij stuurde haar met zachte doch dwingende hand naar de keuken toe. Hij ging aan de keukentafel zitten terwijl Eline twee grote glazen ijsthee voor hen inschonk.

‘Zo.’ Johan hief zijn glas, waarin ijsblokjes tegen de rand tinkelden. ‘Vertel me nu eens wat meer over die reis naar Sicilië.’

In de auto onderweg naar huis had ze tegen Johan geklaagd over Bé’s plan om zichzelf wat af te leiden van de angst die regelmatig de kop op had gestoken. Ze had ook echt de behoefte gevoeld om erover te praten. Door het ‘gewéldige plan’ van haar beste vriendin voelde ze zich verraden. Aan Johan had ze vooral verteld hoe lullig ze het vond dat ze met de auto naar het retraîtecentrum moest, al vond ze het tweede deel van het plan – Marcus als reisgenoot – zo mogelijk nog idioter bedacht.

‘Bé heeft me dus uitgenodigd bij haar langs te komen,’ zuchtte ze. ‘We gaan van Utrecht naar het uiterste puntje van de laars van Italië rijden. Haar broertje en ik. En ik zie er als een berg tegenop. Ik snap wel waarom ze denkt dat ik er aan toe ben... dat zou ook zo moeten zijn, maar...’ Ze beet op haar lip. Ze wilde niet hardop uitspreken hoe bang ze nog steeds werd van het idee langdurig in een auto te zitten, zelfs als ze niet zelf hoefde te rijden. Het was zo... triest.

‘Wil je anders de komende dagen alvast oefenen?’ stelde Johan voor. ‘Dan kom ik je ophalen en gaan we steeds stukjes rijden, net zolang tot je het niet meer zo eng vindt.’

Eline glimlachte naar hem. Dat was eigenlijk heel lief, maar het voelde nog steeds als een zwaktebod. Bovendien was Johan de meest voorzichtige chauffeur ooit. Marcus zou vast een andere rijstijl hebben.

‘Heb je al eens met iemand gepraat over het ongeluk?’ drong Johan op zachtere toon aan toen ze niets zei.

Ze schudde koppig haar hoofd. Wat moest ze erover vertellen? Als ze haar ogen dichtdeed, zag ze weer die donkere weg en de rotonde waar ze bijna vanaf was geveegd door een tientonner. En haar handen, die het stuur zo krampachtig hadden vastgeklemd dat de hulpverleners haar bijna los hadden moeten trekken van haar Volvo.

‘Heb je al eens EMDR-therapie overwogen?’ hoorde ze hem doorvragen.

Nogmaals schudde ze haar hoofd. ‘Nee,’ zei ze toen schor. ‘Ik... ik wil het nog even afwachten.’ Ze wilde geen zwakkeling zijn. Ze wilde geen hulp kríjgen, ze wilde het bíéden. En God, haar allerergste nachtmerrie was dat ze die therapie zou proberen en het niet zou helpen en ze voor eeuwig en altijd een bang vogeltje zou blijven. Daarom stelde ze het steeds uit. Dat wist ze ook wel. Maar ze ging nog liever dood dan dát aan Johan opbiechten.

Hij voelde blijkbaar dat zijn vragen op weerstand stuitten, want Johan veranderde van onderwerp. ‘Waarom is Bé daar eigenlijk zo lang blijven hangen? Ze zou toch maar een maand gaan?’

‘Ja.’ Eline glimlachte. ‘Het zal voor een deel wel met haar boek te maken hebben, maar ik krijg ook de indruk dat er een leuke vrouw in het spel is. Ze stuurt me weleens wat foto’s en het ziet er nogal knus uit met de vrouw die het retraîtecentrum runt. Giulia heet ze, geloof ik.’

Johan grijnsde. ‘Aha, de liefde heeft toegeslagen. Dan heeft ze vast veel inspiratie voor dat volgende boek van haar.’

Ze kletsten nog even verder, maar rond een uur of vijf zei Eline dat ze moe was en even wilde gaan liggen. Johan begreep de hint en nam afscheid van haar.

‘Weet je zeker dat ik je niet morgen op hoef te komen halen voor een autoritje?’ vroeg hij nog. De hoopvolle klank in zijn stem ontging haar niet.

‘Nee hoor, dank je,’ zei ze met een glimlach. ‘Ik red het wel. Het komt vast goed.’

Nadat Johan de deur uit was, plofte Eline op de bank neer met haar telefoon in haar hand. Ze zag dat Bé online was, dus ze besloot maar gewoon te bellen. Via Whatsapp dan; het mobiele netwerk was praktisch nietbestaand in dat gehucht waar Bé verbleef.

Haar vriendin nam al snel op. ‘Hé hoi!’ toeterde ze. ‘Wat leuk dat je belt!’

Eline trok een gezicht. Ze snapte donders goed wat Bé probeerde: door haar enorme enthousiasme probeerde ze Elines bezwaren al bij voorbaat te verminderen. ‘Ja, ach, leuk...’ zei ze zuur. ‘Ik wil weleens weten hoe je op het lumineuze idee bent gekomen mij met je broertje op te zadelen voor een roadtrip van minstens tweeduizend kilometer... als het niet meer is.’

Bé schoot in de lach. ‘Ach kom op, zo vervelend is Marcus niet. En trouwens, ik wil jullie allebei op mijn feestje.’

‘Je feestje?’ echode Eline.

Bé schraapte haar keel. ‘Mijn verjaardagsfeestje? Eind mei?’

Oh, shit. Ze was altijd zó slecht met verjaardagen! ‘Aha, vandaar,’ zei ze. ‘Dat wil ik natuurlijk niet missen.’

‘Dus je komt?’

Ze beet op haar lip. ‘Luister, ik wil eigenlijk liever niet rijden.’

‘Geen probleem. Marcus is een echte autoduivel. Of nou ja, hij houdt gewoon van rijden. Het is niet dat ‘ie een snelheidsduivel is of zo. Verre van.’

‘Dus hij komt me ophalen en zo?’

‘Ja, natuurlijk. Ik heb hem al gebeld. Hij ziet het helemaal zitten.’

Eline rolde met haar ogen. Echt iets voor Marcus, de patserige broer van haar bestie, om meteen warm te lopen voor zo’n idioot plan.

Al had ze ooit een andere indruk van hem gehad...

‘Goed, ik kom,’ flapte ze eruit. Al vond ze de voorwaarden niet zo heel erg aantrekkelijk, ze kon het niet aan om hier nóg maandenlang sip binnen te blijven zitten en zich af te vragen of het ooit nog goed zou komen. Wie weet was dit wel een duwtje in haar rug van het universum om haar weer op de rails te krijgen.

‘Jaaaaaaa, zo leuk!’ brulde Bé aan de andere kant van de lijn. ‘O, ik heb er zo’n zin in om jullie weer te zien.’

‘Ik ook.’ Eline glimlachte tegen wil en dank. Altijd als ze met Bé praatte, werd ze een stukje vrolijker. Al tijdens dat eerste gesprek dat ze hadden op de schrijfcursus, zoveel jaren geleden, hadden ze een enorme klik gehad. Bé was anderhalf jaar ouder dan zij, maar had absoluut geen last van kapsones gehad omdat zij toevallig al studeerde en Eline nog in 6VWO had gezeten. De twee meiden van achttien en net twintig hadden het meteen enorm goed met elkaar kunnen vinden. Ze was vaak bij Bé thuisgeweest, die in dat eerste studiejaar nog niet op kamers had gezeten.

‘Nou, dan zal ik je straks appen over alles wat je moet weten,’ zei Bé. ‘Dat is niet al te veel, hoor. Marcus haalt je over een paar dagen op bij jou thuis. Pak vooral veel zomerkleren in, want het is hier bloedheet.’

‘Hier ook,’ grinnikte Eline. ‘Ik hoop maar dat er een zwembad is bij dat centrum waar je zit.’

‘Jazeker. Dus pak ook maar een bikini in. Heb je die ene blauwe nog? Die we toen samen gekocht hebben in Parijs?’

‘Natuurlijk. Ik heb goede herinneringen aan die citytrip.’

Na vijf minuten hing Eline op. Ze moest toegeven: ze had nu toch wel zin in die reis. Stiekem had ze al even op Google Maps gekeken langs welke plekken ze zouden komen. Het beloofde een mooie tocht te worden, al bracht ze het liefst zo min mogelijk tijd in de auto door. Wat haar betreft mocht Marcus best flink doorrijden, des te eerder zouden ze er zijn.

Marcus... Eline sloot haar ogen en dacht terug aan de eerste keer dat ze hem had ontmoet. Ze was met Bé mee naar huis gegaan en had de lange, verlegen jongen met knalblauwe ogen en krullend, zwart haar die zich voorstelde als Marcus wel interessant gevonden. Goed, het was een beetje vreemd, want Marcus zat sinds dat jaar bij haar op school en twee klassen lager, maar toch... er had iets tussen hen in de lucht gehangen. Althans, dat had ze gedacht. Toen ze Bé een keer kwam opzoeken maar haar niet thuis had getroffen, was ze blijven hangen en had ze met Marcus in de tuin gezeten om over van alles en nog wat te praten. Hij was zo diepzinnig voor zijn zestien jaren; hij dacht echt over de dingen na. Het was een superfijn gesprek geweest, waarin ze op het punt had gestaan om voor te stellen nog eens iets af te spreken. Gewoon, met zijn tweetjes, zonder Bé erbij.

Die droom was twee dagen daarna totaal aan gruzelementen gevallen toen ze weer bij Bé was om samen aan een opdracht te werken en Marcus in de tuin had getroffen. Hij had daar gezeten met nog vier vrienden en een kratje bier (dat vast en zeker door een ouder iemand uit zijn vriendenclubje was gehaald) en de sfeer zat er door de alcohol flink in. Bé’s ouders waren een weekje naar de Ardennen en dat was te merken: er werd het hele weekend feestgevierd. Eline was dwars door de tuin naar het tuinhuisje gelopen, waar ze in de zomer altijd met Bé zat wanneer ze rustig wilden schrijven en zich op de bloedhete kamer van Bé niet konden concentreren. Het gejoel van de jongens toen ze langsliep was niet van de lucht geweest, want ze had een kort zomerjurkje aan gehad. Toen ze schichtig over haar schouder had gekeken en hulpzoekend Marcus’ blik had willen vangen, had ze gezien dat hij net zo hard meedeed. Wat een kinderachtig, zielig joch was hij. Giftig was ze hen voorbijgebeend met haar middelvinger in de lucht, wat haar alleen nog maar meer gebrul bezorgde.

Daarna had Eline hem op school genegeerd alsof ze hem niet kende. Dat was niet zo moeilijk geweest, want hij keurde haar ineens ook geen blik meer waardig. Hij stond zowat elke pauze met een ander meisje te zoenen of te flikflooien. Dat filosofische gesprek dat ze hadden gevoerd leek te hebben plaatsgevonden in een andere werkelijkheid.

Verdomme, de herinnering deed nog steeds pijn. Eline liet zichzelf met een gefrustreerde zucht in de bank zakken. Wat een onzin. Ze was achttien geweest, veel te oud voor hem en zijn kinderachtige gedrag. En nu voelde ze zich inmiddels te goed voor hem. Op elke verjaardag die Bé had gevierd was Marcus er ook geweest; opschepperig pratend over zijn fantástische baan bij de boekwinkelketen die zijn ouders bezaten, of met een of ander stom wicht aan zijn arm. Al was dat laatste de afgelopen jaren niet meer het geval geweest; hij had het vast te druk met die fantastische baan van hem.

Met een resoluut gebaar pakte Eline haar telefoon weer op om de app van thuisbezorgd.nl te openen. Ze had geen zin meer om te koken in deze hitte. Ze zou gewoon een pizza laten komen om te vieren dat ze binnenkort onderweg ging naar Sicilië... al was het dan met een vent die ze niet kon luchten of zien.

♥ 4 ♥

Marcus

Zodra hij Bé’s auto zag staan, had hij al spijt van zijn belofte. Het ding was blauw met flauwe deuken, had roze pluchen stoelhoezen en een bumper vol stickers. Op de hoedenplank stonden twee grote badeenden. Er had net zo goed een enorm zwaailicht op het dak kunnen staan.

Met frisse tegenzin haalde hij de Lancia Ypsilon uit 1999 van het slot en opende de kofferbak om de kampeerspullen van zijn auto over te laden naar die van haar. Zijn weekendtas zette hij op de achterbank, dan konden Elines spullen straks in de kofferbak. Die had vast meer zooi mee dan hij, aangezien vrouwen altijd hun volledige garderobe mee moesten zeulen. Dat wist hij nog wel van zijn ex. Nou, er was nog ruimte voor twee boodschappentassen. Dat moest toch wel genoeg zijn?

Toen hij ging zitten, zat hij bijna met zijn knieën naast zijn oren. De stoel moest een flink stuk naar achteren en de spiegels stonden ook niet goed. Gelukkig startte de auto wel meteen, ondanks de lange tijd die het barrel stil had gestaan. Soepel zette hij de pook in z’n achteruit en draaide het parkeervak uit.

Thuis had hij de navigatie op zijn telefoon al ingesteld op Elines huis, maar met elke kilometer die hij dichterbij kwam, voelde hij de druk in zijn onderbuik toenemen.

Het was inmiddels alweer even geleden dat ze elkaar voor het laatst hadden gezien, op Bé’s verjaardag twee jaar geleden. Een jaarlijkse, ongewenste reünie, waarvan elk moment even ongemakkelijk was geweest. Een soort marteling, die was begonnen nadat Eline alles tussen hen had verpest. Totdat ze vorig jaar niet meer was komen opdagen. Waarschijnlijk had ze op andere momenten met Bé afgesproken.

Marcus kon zich nog als de dag van gisteren herinneren dat Bé haar voor het eerst mee naar huis had genomen.

‘Mam! Ik heb iemand meegenomen,’ had Bé geroepen bij binnenkomst. ‘Kan ze blijven eten?’

Marcus hoorde het antwoord niet, omdat op dat moment de deur verder openzwaaide en achter zijn zus een meisje tevoorschijn kwam. Ze had lang, lichtbruin haar, dat in een rommelige vlecht naar één kant bij elkaar gebonden was en rondom haar hoofd droeg ze een haarband met bloemen. Alsof haar engelengezicht niet genoeg was om zijn aandracht te trekken, droeg ze ook nog een veelkleurige, wijdvallende jurk van een luchtige, halfdoorzichtige stof met een v-hals, waardoor Marcus kon zien dat ze een mooi decolleté had. Door de stof van haar jurk heen kon hij zien dat ze daaronder nog een strak jurkje droeg. Marcus kreeg het bloedheet. Meteen begon zijn hart sneller te kloppen en zijn ademhaling kwam in stootjes.

‘Eline? Dit is Marcus, mijn kleine broertje.’ Plagerig haalde Bé een hand door zijn donkere haar, waardoor hij zich vijf voelde in plaats van zestien. Geïrriteerd zette hij een stap naar achteren.

‘Doe normaal, Bé,’ zei hij beschaamd. Zijn blik gleed voorzichtig naar het meisje. Eline. Haar blauwe ogen namen hem nieuwsgierig op. ‘Eh, hoi,’ zei hij verlegen.

Ze glimlachte en stak haar hand uit. ‘Hoi. Eline de Vries.’

‘Marcus Govaerdts.’ Hij schudde haar hand, waarbij hij een klein schokje voelde toen ze hem aanraakte. Zijn hersenen veranderden op slag in een prop watten.

‘Kom, dan gaan we naar boven,’ wenkte Bé. ‘We eten meestal rond zes uur, dus dan kunnen we nog mooi een uurtje aan die opdracht werken.’

Zoals Marcus toen al hoopte, zou Eline de weken daarna nog vaak terugkomen. Ze werkte samen met Bé aan één of andere opdracht en dat deden ze meestal bij Bé op de kamer. Elke keer als hij haar zag, werd zijn hart opnieuw door de bliksem getroffen en het viel hem op dat hij, als hij samen met vrienden door de stad liep, niet meer zo enthousiast reageerde op de meisjes die zijn maten aanwezen.

Langzaam begon hij te hopen dat ze hem ook leuk vond. Zo af en toe kreeg hij het gevoel dat zij ook naar hem keek als hij voorbij liep en soms wisselden ze een blik als ze schuin tegenover hem zat tijdens het eten.

En dan was er natuurlijk nog die keer dat Bé vergeten was om haar af te bellen en Eline voor niets was gekomen. Ze had weg kunnen gaan. Ze had om kunnen draaien en iets anders kunnen gaan doen. Maar dat had ze niet gedaan. Ze was gebleven en had met hem gepraat over van alles en nog wat, waardoor Marcus het gevoel kreeg dat ze echt een klik hadden. Ze had geïnteresseerd geluisterd naar alle antwoorden die hij op haar vragen gaf en haar eigen reacties hadden hem diep geraakt. Hij begon zich af te vragen of hij haar mee uit moest vragen. Of misschien de sprong moest wagen en haar gewoon moest zoenen.

Gelukkig maar dat hij dat allemaal niet had geprobeerd. Amper twee dagen later ving hij per toeval een gesprek op tussen Eline en zijn zus.

‘Hoe oud is je broertje eigenlijk?’

‘Zestien. Hoezo? Had je plannen?’

Hij gluurde om het hoekje en zag nog net hoe Eline onverschillig haar schouders ophaalde. ‘Nou, het verklaart een hoop.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Gewoon. Dat kinderachtige gedrag van hem. Laten we hopen dat hij er snel overheen groeit.’

Hij was niet blijven hangen om de rest van het gesprek te horen. Hij wist genoeg. Schijnbaar was zijn ervaring van dat gesprek heel anders geweest dan die van haar.

Hij had zijn vuisten gebald, tot de knokkels wit aanliepen. Niks klik. Waarschijnlijk had ze stiekem om hem gelachen. Had ze daarom zo doorgevraagd? Om te kijken wat voor domme antwoorden hij verder nog zou weten op te dissen?

Hij was naar zijn kamer gestampt, had de deur achter zich in het slot gesmeten en het volume van zijn stereo zo hoog mogelijk gezet. De volgende dag had hij de eerste maatregelen getroffen om Eline zo snel mogelijk uit zijn hoofd te krijgen.

Marcus haalde diep adem en gaf richting aan om de afslag Maarssen bij Utrecht te nemen. Zijn handen voelden zweterig aan. Straks zou ze naast hem in de auto stappen. Na al die tijd. Dagenlang met z’n tweeën in een afgesloten, veel te kleine ruimte. Zou ze hem nog steeds beschouwen als het kleine, kinderachtige broertje van haar beste vriendin? Hij snoof. Hij was nu zesentwintig, had een luxe appartement én een goede baan, met uitzicht op een eigen zaak.

En Eline? Hij had haar vorige week, meteen na Bés telefoontje, online opgezocht. Eerst via Instagram, maar daar werd hij niet veel wijzer. Haar profielfoto was er eentje van vier jaar geleden en haar posts waren afgeschermd. Toen hij echter haar bio had gelezen, was hij op een link gestuit: http://deroadtripvanjeleven.travel.blog. De naam van de website maakte iets in hem los en hij klikte op de link.

De website bleek een reisblog te zijn. Van Eline. Er stonden een paar kleine uitstapjes op, maar vooral ook veel lange reizen, die ze ‘verhalen’ noemde en die uit meerdere posts bestonden. Haar berichten waren geen lichtzinnige dagboekfragmenten, maar beschreven in een bijna poëtische stijl de natuur, cultuur en gastronomie van de plekken die ze had bezocht, omlijst door haar ervaringen van het reizen zelf. Elke post was voorzien van verschillende foto’s, waarop de plekken terugkwamen die ze besprak, maar ook persoonlijke waar ze zelf op stond.

Marcus vond dat ze er gelukkig uitzag, met in haar ogen een soort honger naar het ontdekken van de wereld. Ze had nog steeds bruin haar, maar het reikte niet langer tot haar middel, maar tot net over haar schouders. Hoewel ze wel steeds met locals op de foto stond, was er geen enkel gezicht dat steeds opnieuw weer opdook op de foto’s. Was ze single? Of wilde ze haar privéleven scheiden van haar blog?

Wat hem wel was opgevallen, was dat haar laatste blogpost alweer een halfjaar geleden was, terwijl Eline daarvoor minimaal één bericht per week had geplaatst. Als ze niet had geblogd over een reis zelf, had ze wel iets geschreven over het voorbereiden van een reis, een verlanglijstje met bestemmingen of iets over de meest populaire bestemmingen van dat moment. Marcus vroeg zich af waarom ze was gestopt. Waarschijnlijk had ze het loeidruk op haar werk, waardoor ze geen tijd had om te reizen. Maar nu ze naar Italië gingen, zou ze in ieder geval weer genoeg stof hebben om over te schrijven. Misschien kon zij de tijd die hij moest studeren wel gebruiken om aan haar blog te werken. Ze zou immers genoeg moois tegenkomen onderweg; daar zou hij wel voor zorgen. Zie je wel hoe volwassen hij was?

Marcus’ blik gleed naar de navigatie. Hier afslaan en dan almaar rechtdoor. En dan op het eind nog een keer naar rechts. Over tweehonderd meter was hij op de plaats van bestemming.

Hij volgde de instructies op het scherm en stopte voor een rijtjeshuis. Marcus knikte goedkeurend. Dit waren geen goedkope huizen. Zo te zien deed Eline het prima.

Hij parkeerde het koekblik van zijn zus voor haar deur en stapte uit. Nog voor hij bij de voordeur was, zwaaide die open. In de deuropening verscheen een kleurige gestalte, die worstelde met een verzameling tassen en een rolkoffertje, dat vast volgepakt was met ó zo volwassen schoenen en make-upzooi. Ze had hem nog niet gezien en draaide zich om naar het slot, wat met alle bagage geen kleine opgave bleek te zijn.

Marcus zuchtte diep en dwong een lach op zijn gezicht. Het voelde krampachtig en hij vroeg zich af of hij er nu uitzag als Heath Ledgers interpretatie van The Joker.

‘Kan ik wat van je aannemen?’ vroeg hij.

Eline wierp een blik over haar schouder. Daarbij ontsnapte er een flinke pluk uit haar rommelknot, die onmiddellijk voor haar ogen viel. Ze blies het haar uit haar gezicht en knikte dankbaar. ‘Ah, daar ben je. Ja, dat zou geweldig zijn.’

Marcus legde de laatste meters af en pakte de twee tassen van haar schouder. Bijna kletterden ze op zijn tenen en hij kreunde toen hij ze net op tijd in de lucht wist te houden. Allemachtig, wat had ze daarin gestopt? Bakstenen? Wilde ze soms elke avond een eigen hotel bouwen voor de overnachting?

Terwijl hij met haar tassen naar de kofferbak liep, draaide Eline haar voordeur op slot. Het viel hem op dat er net zoveel sleutels aan haar bos hingen als de bos van een gevangenbewaarder en het geheel bevatte bovendien een halve winkelvoorraad aan sleutelhangers. Alsof ze verkapt speelgoed mee wilde nemen. Ook al zo volwassen dus.

‘Waar is plek voor mijn koffer?’ Ze kwam naast hem staan en keek mee in de kofferbak. ‘Hier is volgens mij niet echt plek meer.’

Nee joh, echt? ‘Ik had niet op een complete koffer gerekend,’ mopperde hij. ‘Maar er is nog wel plek op de achterbank.’

Eline wilde zich al omdraaien om naar de zijdeur te lopen, maar ze bedacht zich. ‘Is dat een tent?’ Ze wees naar het in blauw nylon verpakte pakket in de kofferruimte. ‘Correctie: een bungalowtent?’

‘Ja, dat is een tent,’ gaf Marcus toe.

‘Ik dacht dat we in hotels zouden overnachten? Bé had toch alles al geregeld?’

Marcus rolde met z’n ogen. ‘Je kent Bé toch? Die heeft niks geregeld. Die is meer van: lever de bonnetjes maar in.’

‘O.’ Ze haalde diep adem. ‘Maar. Een tent dus?’

Hij zuchtte. ‘Rustig maar, die is voor de zekerheid mee.’

‘Voor een beetje zekerheid neemt hij anders wel erg veel ruimte in,’ vond Eline.

‘Uitgeklaagd? Dan zouden we kunnen gaan.’

Ze haalde haar schouders op, propte haar koffer op de achterbank en nam plaats op de bijrijdersstoel.