Verborgen verlangen - Lizzie van den Ham - E-Book

Verborgen verlangen E-Book

Lizzie van den Ham

0,0
2,99 €

-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Als Annabel van Stegen in april voor een paar maanden naar Italië vertrekt om daar een ranchhouder te helpen met de veulens, is ze vastbesloten om zich het hoofd niet op hol te laten brengen door allerlei aantrekkelijke Italiaanse mannen. Ze heeft een prima leven als dierenarts en daar past een vent niet tussen.


Helaas denkt Matteo Russo, de ranchhouder, daar anders over. Hij ziet Annabel duidelijk wel zitten maar is het prototype “gladde Italiaan”. Annabel wil absoluut niet op die manier met haar baas omgaan. Bovendien vindt ze Stefano de stalhulp veel aardiger… van hem gaat haar hart stiekem wél wat sneller kloppen.


Kan ze zich een hele lente staande houden zonder verliefd te worden op Stefano of Matteo? Of zal ze haar hart niet alleen aan Italië, maar ook aan een man verliezen?

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern

Seitenzahl: 178

Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Verborgen verlangen

Lizzie van den Ham & Debra Eliza Mane

Verborgen verlangen

is een uitgave van

Dutch Venture Publishing

Copyright © 2021 Dutch Venture Publishing

Auteurs: Debra Eliza Mane & Lizzie van den Ham

Omslagontwerp: Jen Minkman

Tekstredactie: Jen Minkman & Debora van Maanen

Eerste uitgave mei 2021

NUR 343

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoudsopgave

Titelpagina

Copyright Pagina

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

Epiloog

1

‘Italië, het land van zon, pizza en goddelijke, door de zon gebruinde mannen die jou met huid en haar willen verslinden. Jij hebt ook altijd geluk.’ Linda zuchtte en duwde een doosje drop in Annabels koffer.

‘Italië, het land van de eerste corona-uitbraak en hard werken,’ kaatste Annabel terug. ‘En die pizza’s komen me vast mijn neus uit na drie maanden. Als ik überhaupt al tijd krijg om iets te eten.’ Ze gooide een aantal oude spijkerbroeken bovenop de smoezelige T-shirts in haar koffer en klapte het ding dicht. ‘Denk nou maar niet dat ik een luxe vakantie voor de boeg heb. Geloof me: je mist echt niets.’

Linda drentelde naar Annabels kledingkast en mompelde een aantal woorden van afkeuring terwijl ze door de stapels oude kleding heen ging. ‘Je moet in elk geval íéts meenemen wat je leuk staat. Wat nou als je een leuke vent tegenkomt?’

‘Dan blijf ik er ver bij vandaan. Wat moet ik nou met een kerel? Daar heb ik ten eerste geen tijd voor en ten tweede geen behoefte aan. En ik wil daarna graag weer terug naar Nederland, Italië is mij te warm in hartje zomer.’ Annabel stapte op Linda af en gluurde over haar schouder mee naar de trieste garderobe die ze in de afgelopen jaren bij elkaar gespaard had. ‘Je gaat daar echt niets leuks vinden. Ik ben veearts, ik ben geen leuke kleding waard. De avonden dat ik niet met poep of bloed op mijn kleding eindig zijn zeldzaam.’

Vlak voor Annabel de deur van de kast dicht wilde duwen, trok Linda er iets uit. ‘Hier, dit is toch dat jurkje dat je aanhad op je oma’s begrafenis?’

Annabel trok haar linkerwenkbrauw op en keek haar vriendin aan. ‘Serieus? Begrafeniskleding is jouw idee van “iets leuks?”’

Linda fronste even en hield het verfrommelde lapje stof voor zich. ‘Nou ja, het is in elk geval een jurkje.’

‘Ik weet zeker dat mijn bergschoenen daar leuk onder staan.’ Annabel schudde al lachend haar hoofd en liep terug naar het bed waarop haar koffer lag. ‘Geef het nou maar op, dat heb ik zelf ook gedaan toen ik aan mijn studie diergeneeskunde begon. Mijn tijd van jurkjes komt wel weer wanneer ik oud en rimpelig ben.’

‘Niets ervan.’ Linda opende de koffer en propte het jurkje erin. Daarna trok ze haar eigen knalrode pumps uit en stopte die erbij. ‘Ik ben je vriendin niet meer als je dit niet meeneemt.’

Annabel grinnikte bij die opmerking. Linda en zij waren al beste vriendinnen sinds de kleuterklas en een jurkje zou daar echt geen verandering in brengen. En rode schoenen ook niet. ‘En hoe ga jij me dan naar het vliegveld brengen? Op je blote voeten?’

‘Voor een keer, en puur en alleen voor jouw levensgeluk, trek ik wel een paar van die oerlelijke dingen van jou aan.’ Linda knikte met een vies gezicht naar de comfortabele bergschoenen die Annabels voeten beschermden tegen trappelende hoeven en poep.

‘Jij moet wel heel graag van me afwillen,’ grapte Annabel. ‘Ben je me zo zat?’

‘Ja, ik ben je kotsbeu. Nou, opschieten want we hebben nog maar vijf minuten om in de auto te stappen en weg te rijden.’ Linda ritste de koffer dicht en sleurde hem van het bed af en mee de hal in.

Annabel keek nog een keer om zich heen en zuchtte diep. Ze zou haar appartement missen. Het was de enige plek op de wereld waar ze een beetje rust kon vinden. Het was altijd haar droom geweest een geweldige veearts te worden en ze had heel hard gewerkt om die titel te verdienen, maar ze had zich verkeken op hoezeer het haar leven zou beïnvloeden. Dat ze nu zelfs gevraagd was om naar Italië af te reizen om daar op een stoeterij te werken tijdens het veulenseizoen had haar jaren geleden onwerkelijk geleken. Toch leek het aanbod op het juiste moment gekomen te zijn. Ze zat er al een poosje doorheen. De werkstress en de lange dagen hadden haar gesloopt. Een beetje zon zou haar goed doen, ondanks dat de dagen daar waarschijnlijk nog langer zouden duren. Het feit dat ze het koude Nederland in april kon ontvluchten en even van wat zon kon genieten, was eigenlijk een grote zegening.

‘Pas goed op mijn huis en vergeet Monroe geen eten te geven.’ Vol goede hoop zocht Annabel naar haar kat, die in geen velden of wegen te bekennen was. Blijkbaar had hij in tegenstelling tot haar geen behoefte aan een afscheidsknuffel.

‘Ja, ja. Kom nou maar.’ Linda stond al in de deuropening met de koffer naast zich en een paar versleten bergschoenen aan haar voeten die enorm afstaken bij haar keurige pantalon. ‘Je hoeft je nergens zorgen over te maken. Ik laat echt niets dood gaan, zelfs je cactus niet.’

2

Stefano Russo zwierf zoals elke middag door de stallen en genoot van de rust die er heerste. Het was net voedertijd geweest en de geluiden van malende kaken en de geur van vers hooi lieten hem terugdenken aan de tijd toen het bedrijf nog aan zijn opa en oma toebehoorde. Alleen nu, een klein uur lang, zou het rustig zijn in de stallen, daarna zou alle drukte weer losbarsten. Hij had er voor moeten vechten om deze rustmomenten te behouden. Zijn broer had liever gezien dat iedereen van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat aan het werk was. Matteo was een zakenman en gezien de groei van het bedrijf deed hij dat goed. Stefano mocht niet klagen, hij deelde mee in dat succes en de cijfers op zijn bankrekening logen er niet om. Toch was hij het compleet tegenovergestelde van zijn broer. Hij hield meer van de paarden dan van het geld. Voor hem was het welzijn van elk dier hier op de ranch het belangrijkste. Daarom had hij erop gestaan dat de stallen elke dag na het voeren leeg moesten zijn. Drie keer per dag moest er rust heersen, zoals zijn opa dat ooit bedacht had. Hij was nu de enige die in de stallen mocht komen.

Erg veel tijd om er nu van te genieten had hij echter niet. De nieuwe veearts kon elk moment arriveren en hij had besloten haar op te pikken. Waarom zijn broer dit jaar iemand vanuit Nederland had gehaald was hem een raadsel. Ja, ze had daar een goede naam voor zichzelf gemaakt, maar er waren in Italië ook genoeg goede veeartsen beschikbaar. De voornaamste reden was vast omdat zijn broer zin had in iets exotisch. Matteo was een charmeur, een casanova eerste klas. Vele stagiaires en stalhulpen waren dan ook in zijn bed beland en daarna verdwenen als sneeuw voor de zon. Dat deze veearts maar voor drie maanden op de ranch zou zijn was precies genoeg voor zijn broer. Tegen het einde van de periode zou hij haar wel weer zat zijn. Matteo genoot van de jacht, maar was als een kat die na een poosje gespeeld te hebben met zijn prooi er niet meer naar omkeek.

Stefano had zich er nooit erg mee bemoeid. Die meiden wisten waar ze aan begonnen. Als ze zo dom waren voor Matteo te vallen, konden ze het alleen zichzelf kwalijk nemen dat hij ze na een poosje weer dumpte. Hij hoopte alleen dat deze dame wat slimmer was, want een veearts kon hij wel gebruiken de komende maanden. Ze mocht niet huilend van liefdesverdriet wegrennen voordat het laatste veulen vrolijk naast zijn moeder meedraafde in de weilanden.

Bij de laatste box bleef Stefano even staan. Hij streelde de voskleurige hengst Romeo over zijn neus en woelde hem door zijn manen. Dit paard was zijn trots. Hij had hem zelf gefokt uit de stamouders waar zijn opa ooit mee begonnen was. Romeo had puur Amerikaans bloed in zich; zijn overgrootvader was in 1960 naar Italië verscheept. Een reis die maanden geduurd had. Tegenwoordig ging dat wel anders. Via internet kon je een buisje sperma bestellen aan de andere kant van de wereld en een paar maanden later had je een veulen rondlopen. En dat was ook zoals het nu ging op de Russo Ranch, op de nakomelingen van deze pracht na.

‘Ik zal maar eens gaan kijken naar wat onze Matteo nu weer besteld heeft.’ Hij gaf het dier nog een klopje op de hals en wandelde toen de stal uit. Stefano pakte zijn telefoon uit zijn zak en keek naar de tijd. Over een klein halfuur zou de dame in kwestie door een taxi worden afgezet aan de grens van hun weilanden. Een grapje dat Matteo met elke nieuwe werknemer uithaalde. Om de een of andere reden wilde hij hen laten zwoegen voordat ze van de luxe op de ranch mochten genieten. Het was logischer geweest als de taxi gewoon de eindeloos lange oprit af zou rijden, in plaats van de mensen bij het toegangshek te dumpen. Maar zijn broers wil was wet, dus zwoegen moesten ze. Met hun zware koffers, bergop over honderden meters onverhard pad.

3

Met het zweet al op haar rug stapte Annabel de taxi uit. Hoe kon het dat er zo’n enorm temperatuurverschil zat na slechts twee uurtjes vliegen? Daar had ze zich mooi op verkeken. Ze wist natuurlijk dat het zonniger zou zijn in Italië, maar ze had zichzelf een beeld van korte broeken en T-shirts voorgeschoteld. Nu had ze meer het verlangen naakt rond te rennen in de hoop dat een zuchtje wind haar lichaam af zou koelen.

‘Getverderrie,’ mompelde ze terwijl ze rond de wagen liep en haar koffer van de taxichauffeur overnam. Ze schonk hem een vermoeide glimlach en knikte hem toe als bedankje. Misschien had ze ook een beetje harder aan haar Italiaans moeten werken. Wat was hartelijk bedankt ook alweer? ‘Miele graasie?’

De man schudde lachend zijn hoofd en knikte naar haar terug, waarna hij met de taxi uit beeld verdween.

Daar stond ze dan. Midden in Italië, of nou ja... érgens in Italië. Het kon ook een beetje meer naar het noorden of westen zijn. Waar het ook op de kaart mocht liggen, het was er warm, leeg en kaal. Een beetje nerveus keek Annabel om zich heen. Het was hier wel erg verlaten. Die chauffeur had haar toch niet zomaar ergens achtergelaten? Ze opende haar – volgens Linda – enorm oncharmante heuptasje en pakte haar telefoon eruit. Oncharmant was het inderdaad wel, maar praktisch des te meer. Nerveus en ongemakkelijk door de warmte die met de minuut toe leek te nemen, tikte ze op het scherm van haar telefoon. ‘Word wakker, stom ding.’ Ze tikte nog een paar keer tot ze beeld kreeg en hield de telefoon toen voor haar gezicht.

“Face ID mislukt”

Ze gromde en probeerde het nogmaals. “Face ID mislukt.”

Met een frons keek ze naar het stuk elektronica in haar hand. Was ze nu al vervreemd van haar verleden? Dat ging wel heel snel. Dat ze de stap genomen had om naar Italië te vertrekken zodat een frisse wind haar weer wakker kon schudden hoefde toch niet zó snel en drastisch te gaan? Een paar uur terug stond ze immers nog met haar voeten op Nederlandse grond. ‘Geef me een beetje de tijd, wil je.’

Nogmaals strekte ze haar arm en hield ze haar telefoon voor haar gezicht. Misschien moest ze glimlachen, al had ze dat de afgelopen tijd niet veel gedaan. Nee, als haar telefoon haar moest herkennen kon ze beter haar normale gezicht trekken: vermoeid en versleten.

‘Perché stai scattando una tua foto?’

Annabels hart sloeg een slag over, ze gaf een gilletje en smeet in een reflex haar telefoon naar stem achter haar. ‘Potverdo...’

Witte, prachtige tanden. Omringd door volle lippen. Die op hun beurt weer omringd werden door donkere stoppels op een scherpe kaaklijn.

Annabel slikte, ondanks dat haar keel droog was. In gedachten vocht ze, wilde ze omlaag glijden met haar blik, of omhoog? Ze beet op haar onderlip en gluurde stiekem naar de zongebruinde hals, brede schouders en stevige torso, omhuld door spierwit katoen die onder de perfecte kaaklijn verschenen.

‘Bella?’

Ze knikte, nog altijd met haar blik verankerd op zijn torso, waar het katoen van zijn shirt veel te strak omheen zat gespannen. Ja, Bella, zo werd ze soms genoemd. Al had ze liever dat mensen haar met haar volle naam aanspraken. Maar hij, wie hij ook mocht zijn, mocht haar noemen hoe hij wilde. Ze zou hem volgen als een puppy.

Gelukkig waren de volgende woorden in het Engels, al had ze de Italiaanse woorden toch redelijk kunnen volgen. ‘Ik ben Stefano en volgens mij is deze van jou.’

Opnieuw sloeg haar hart over toen een grote hand met daarin haar telefoon haar kant op kwam. Of misschien was het de afgelopen seconden wel helemaal gestopt met kloppen en was dit een engel die haar mee kwam nemen naar de hemel. Het was allemaal de schuld van de taxichauffeur die haar hier in niemandsland had achtergelaten. Annabel sloot haar ogen een secondelang en probeerde zich te herinneren hoe ze dan gestorven was. Was het de zon? Een wild dier of misschien een massamoordenaar die elke week een nieuwe toerist kreeg toegeworpen door die chauffeur, die achteraf gezien best wel eng was geweest met die donkere kraaloogjes van hem?

‘Ben je klaar om mee te lopen?’ vroeg de zongebruinde Adonis.

Annabel knikte en opende haar ogen om Stefano aan te kijken. Die ogen van hem... Hazelnootbruin waren ze, bijna net zo bruin als de tint van zijn huid, en ze lieten een scheut opwinding door haar zenuwbanen schieten. Ja, ze was klaar. Klaar om met hem mee te gaan, waar hij haar ook heen zou brengen.

Wacht. Wat was er met haar aan de hand? Zo was ze normaal helemaal niet.

Potverdorie, Linda kreeg gewoon gelijk! Ze was écht een zongebruinde god tegen het lijf gelopen en nu deed ze vreemd. Of misschien had ze wel een zonnesteek opgelopen. Met een klap stond ze weer met beide voeten op de grond. Blijkbaar was de hemel nog niet klaar voor haar.

‘De stallen zijn hier niet ver vandaan. Vind je het erg om een stukje te lopen?’

De hitte van de zon en de opwinding die nog door haar lichaam joeg maakte haar voeten zwaar. ‘Ehm... Lopen?’ Vertwijfeld keek ze naar de stoeterij in de verte, die nog minstens een kilometer ver weg lag.

Stefano knikte en schonk haar zijn beste glimlach, waardoor er een kuiltje in zijn linkerwang verscheen. ‘Ik had verwacht dat je wel even je benen wilde strekken na die lange zit in het vliegtuig en daarbij, het is heerlijk weer. Toch?’

Annabel gaapte de man aan. Wat hij lekker weer noemde... Deze temperaturen voelden aan als de hel van Dante; nog even en dan zou ze opbranden en als hoopje as op deze stoffige weg achterblijven.

4

Stefano keek de jonge vrouw geamuseerd aan. Ze zag eruit als een verwilderde muis. Haar asblonde haren waren slordig in een staart gebonden en de blik in haar ogen was zo schuw dat hij de seconden aftelde tot ze bij hem vandaan zou vluchten. Als ze daar de energie voor had tenminste, zo te zien had de reis haar behoorlijk uitgeput.

‘Mag ik je koffer overnemen?’ Hij stopte de telefoon die ze van schrik naar zijn hoofd gesmeten had nu echt terug in haar hand (of wilde ze hem niet terug?) en pakte het handvat van haar koffer vast. ‘Ik hoop dat je minder bang voor paarden bent dan voor mannen,’ grapte hij en hij gaf haar een knipoog. ‘Anders wordt het een lange lente voor jou en voor mij.’

Ze glimlachte verlegen naar hem en richtte daarna haar blik naar de grond.

Jeetje, ze was wel erg timide. Waar had Matteo met zijn hoofd gezeten toen hij haar aannam? ‘Je kunt me wel verstaan, toch? Je spreekt toch wel Engels?’

Annabella keek naar hem op met ogen groot als schoteltjes. ‘Ik, uhm,’ begon ze hakkelend. ‘Ik kan het heel goed verstaan, maar ik spreek het iets minder vloeiend.’

Een zucht van opluchting glipte uit Stefano’s longen. Gelukkig maar. Hij was al bang dat het een zomer vol handen en voetentaal zou worden met dit muisje. Dáár had hij niet al die jaren een cursus Engels voor gevolgd. Heel even leek het alsof ze niet alleen uit een ander land maar van een compleet andere planeet kwam. ‘Maak je geen zorgen. Een paar weken op de ranch met mij en je spreekt het vloeiend. Wie weet zelfs wel Italiaans.’ Hij trok de koffer een stukje met zich mee en keek achterom om te zien of ze hem volgde. ‘Kom je?’

‘Ja, ik kom eraan.’ Ze stopte haar telefoon in een gruwelijk tasje dat ze om haar heupen had hangen.

Had zijn moeder er niet ook eens zo een gehad? Ergens in de jaren tachtig? Stefano draaide zijn gezicht weer vooruit en liep door. Hij grijnsde breed. Matteo had vast iets anders verwacht. De vrouwen die normaalgesproken op de ranch werkten, waren beeldschoon. Niet dat Bella onder haar grijze sluier niet mooi was, maar ze was zeker niet het type waar haar broer mee aan de haal zou gaan. Die andere meisjes waren tot in de puntjes verzorgd. Vol make-up en ingepakt in dure kleding, die hun waarde direct verloren wanneer ze er de stoffige stallen mee inliepen. Al leek hen dat niet te deren, want de dag erna hadden ze weer een nieuw setje aan. Matchend met uitrusting van het paard uiteraard, of met die van Matteo. In elk geval afgestemd op de "hengst" waarmee ze zich bezig zouden houden die dag. Annabella leek niet veel te geven om luxe; zij was heel gewoontjes en dat was nooit Matteo's smaak geweest. Wat voordelig voor Stefano uitpakte, want dan kon Annabella tenminste ongestoord haar werk doen. Daar hadden ze alle twee veel meer aan.

Tevreden stapte hij stevig door en keek hij af en toe eens achterom om te zien of ze hem nog volgde. Dit voorjaar zou hij eindelijk eens iemand hebben die met hem zou werken. Iemand die waarschijnlijk niet weg zou rennen omdat zijn broer met haar hart gespeeld had, zoals hij met de laatste veearts gedaan had... en die daarvoor. Mocht Matteo het alsnog verzieken, dan zou Stefano er op staan de volgende keer een man aan te nemen, want hij was het zat om naast hoofd stalleiding ook nog eens veearts, poepschepper en Matteo’s persoonlijke groom te zijn. Hij wilde graag wat meer vrijheid zodat hij Romeo kon trainen. Deze zomer wilde hij eindelijk eens meedoen met de reining kampioenschappen, het dressuuronderdeel van western rijden, en hij kon alleen naar Rome als hij sommige taken uit handen kon geven en de overige paarden veilig thuis kon laten.

Zijn broer mocht een geweldig zakenman zijn, maar de manier van omgaan met zijn personeel was soms wat dubieus.

‘Ben jij een stalhulp?’

Stefano keek achterom en glimlachte. Ze werd zowaar al een beetje spraakzamer. ‘Ik ben dagelijks in de stallen te vinden. Dus ja, ik denk dat ik mezelf wel zo kan noemen.’ Hij schonk haar een nieuwe glimlach, puur en alleen omdat hij er van genoot dat ze daar verlegen van leek te worden.

Stefano had er een hekel aan om de grote, boze baas te spelen; dat liet hij aan zijn broer over. Zelf zat hij veel liever op hetzelfde niveau met het personeel. Op hun grootouders na wist niemand dat vijftig procent van de ranch aan Stefano toebehoorde en hij deed dan ook enorm zijn best dat zo te houden. De enige manier waarop hij boven mensen uit wilde steken was door te winnen op het Europees kampioenschap. Alleen tijdens wedstrijden had hij het verlangen door iedereen aanbeden te willen worden. Thuis wilde hij gewoon zichzelf kunnen zijn. En met Bella besprak hij liever niet dat hij de broer van Matteo was; dan zou ze hem vast ineens anders behandelen.

‘Dus ik werk met jou? Of is de eigenaar veel in de stallen?’

‘Met mij en een handjevol anderen. Je zult Matteo weleens tegenkomen, maar hij houdt zijn driedelige maatpak graag schoon.’

Bella trok haar wenkbrauwen een beetje op en rolde voorzichtig met haar ogen.