Liefdes safari - Lizzie van den Ham - E-Book

Liefdes safari E-Book

Lizzie van den Ham

0,0
2,99 €

-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Als Debbie voor het eerst voor haar werk bij Troubadour Themareizen een trip naar Kenia mag begeleiden, is ze door het dolle heen. Niet alleen omdat het haar een prachtig land lijkt, maar ook omdat Sam, de buurman van haar broer, meegaat op reis. Ze is al maanden heimelijk verliefd op Sam en hoopt tijdens de reis zijn aandacht te kunnen trekken.


Eenmaal in Kenia wordt Debbie geholpen door de lokale gids Felix. De stille maar betrouwbare jongen maakt indruk op haar en langzaam maar zeker begint Debbie zich af te vragen of Sam eigenlijk wel zo leuk is... Of dat ze haar hart aan Felix gaat verliezen.


Een nieuw romantisch verhaal in de Troubadour reisbureau-serie van Lizzie van den Ham! Volledig los te lezen.

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern

Seitenzahl: 236

Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Liefdessafari

Lizzie van den Ham

Liefdessafari

is een uitgave van

Dutch Venture Publishing

Copyright © 2022 Dutch Venture Publishing

Auteur: Lizzie van den Ham

Omslagontwerp: Jen Minkman

Tekstredactie: Jen Minkman

Eerste uitgave april 2022

NUR 343

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Inhoudsopgave

Titelpagina

Copyright Pagina

Proloog

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

14.

Epiloog

Proloog

‘Joehoe!’ tetterde Debbie, die de deur van haar broers appartement opendraaide met de reservesleutel. ‘Ik ben er!’

Ze hoorde Finn lachen. ‘Ja, jij bent er, maar heb je ook mijn Chinese bestelling bij je?’ riep hij vanuit de woonkamer.

Debbie schopte haar schoenen uit en liep door naar de ruimte waar haar broer zat, terwijl ze twee tasjes vol afhaaleten meedroeg. ‘Natuurlijk,’ zei ze verontwaardigd. ‘Dat is traditie.’

Eén keer in de twee weken kwam ze bij Finn in Amstelveen langs met eten van hun lievelingschinees. Haar broer was een paar jaar geleden verhuisd uit Amsterdam en vond het nog steeds jammer dat hij geen eten meer kon laten bezorgen van Lok Foe, dus nu regelde zij dat voor hem. Het restaurant zat vlak bij haar werk, dus nadat ze vandaag de hele dag bij Troubadour Themareizen had gewerkt aan de nieuwste pakketreis die ze gingen aanbieden, was ze eerst bij Lok Foe langsgegaan.

Debbie stapte de woonkamer in en verschoot van kleur toen ze zag dat Finn niet alleen was. Zijn buurman Sam was er ook, dat lekkere ding dat ze voor het eerst op Finns verjaardag had gezien. Debbie had toen even met hem gepraat en hem daarna nog een paar keer gezien, maar ze kreeg niet zo goed hoogte van hem. Ze wist niet of hij haar interessant vond. Zij vond hém in elk geval wel interessant, maar no way dat ze Finn over Sam ging uithoren. Haar broer was de minst subtiele man op het noordelijk halfrond.

‘Hoi Debbie,’ zei Sam vriendelijk. Zijn bruine haren glansden in het avondlicht en hij keek haar nieuwsgierig aan toen hij de tasjes in haar hand zag. ‘Werk je tegenwoordig voor de bezorgdienst?’

‘Nee hoor,’ lachte ze. ‘Nog steeds bij Troubadour. Ik ben bezig met een reis regelen naar Kenia. Het is de eerste keer dat we iets in Afrika doen, dus ik vind het best wel spannend.’

Tot nu toe had het reisbureau zich beperkt tot bestemmingen in Europa, maar daar kwam nu verandering in. Bas Schulte, de baas van het reisbureau, had haar gevraagd om de pakketreis naar Kenia op zich te nemen toen zij die bestemming in Afrika had voorgesteld tijdens de vergadering. Ze was net klaar met de brochure ontwerpen en teksten schrijven. Ze had een proefdruk meegenomen om nog een keer secuur door te nemen op spelfouten voor ze er meteen duizend lieten maken. Vol trots trok ze de brochure uit haar tas en legde hem op tafel.

Sams groene ogen begonnen meteen te glanzen. ‘Wauw,’ zei hij. ‘Dat ziet er leuk uit, zeg! Ik heb altijd al eens naar Kenia gewild.’

Debbies hart maakte een sprongetje. ‘Nou, wat houdt je tegen?’

Sam pakte de brochure op en begon erdoorheen te bladeren. ‘Mag ik deze houden?’ vroeg hij. ‘Dan ga ik eens kijken. Ik ben van plan om in april of mei twee weken vrij te nemen.’

‘Eh... ja hoor.’ Eigenlijk had ze deze brochure zelf nodig, maar ze ging deze kans om Sam mee te nemen op een reis die zíj begeleidde niet laten lopen. Desnoods reed ze straks nog even langs kantoor om een andere proefdruk te pakken zodat ze die vanavond laat kon doornemen.

Finn had ondertussen de tasjes uitgepakt en was met borden in de weer. ‘Eet je mee?’ vroeg hij aan Sam, terwijl hij een stapel borden en bestek op tafel neerzette.

‘Is er wel genoeg voor drie personen?’ Sam keek naar de bakjes.

Debbie en Finn barstten allebei in lachen uit. ‘Als je bij deze Chinees een menu voor één haalt kun je er altijd met een heel gezin van eten,’ antwoordde Finn. ‘Dus geen zorgen.’

Sam dacht even na en schudde toen zijn hoofd. ‘Ik ben niet zo dol op Chinees. En ik moet ook nog wat werk afmaken. Maar bedankt voor het aanbod. En jij bedankt voor de brochure.’ Hij keek Debbie aan. ‘Je hoort van me.’

Met kloppend hart keek Debbie toe hoe Finn even later samen met Sam naar de deur toe liep. Zou dit echt gaan gebeuren? Zou haar crush een reis boeken naar Kenia? Ze hoopte het maar, dan had ze bij deze haar eerste klant al geworven. Bas Schulte kon trots op haar zijn!

‘Zo, eet smakelijk,’ wenste haar broer even later toen ze de bak met miniloempia’s opentrokken. ‘Heb je zin in die reis?’

‘Ja! Al vind ik het wel spannend.’ Debbie beet op haar lip. ‘Het zou leuk zijn als Sam ook meeging. Dan ken ik tenminste al iemand.’

Finn trok een wenkbrauw op. ‘Zo goed ken je hem nou ook weer niet. Je hebt amper tien woorden met die gast gewisseld.’

Ze kreeg een kleur. ‘Nou, misschien waren het wel tien fantastische woorden,’ protesteerde ze.

‘Bij Sam? Weinig kans. Hij moppert vaak over dingen.’

Debbie keek Finn verbaasd aan. ‘Vind je? Ik vond hem juist heel aardig overkomen.’

Haar broer begon alwetend te grijnzen. ‘Oh jee, zie ik sterretjes in je ogen? Pas maar op, zusje. Mag jij de deelnemers wel verleiden in Kenia?’

Nu moest ze echt keihard blozen. ‘Je houdt je mond hoor,’ dreigde ze. ‘Ik wil niet dat Sam weet dat ik, eh...’

‘Elk woord dat hij spreekt fantastisch vindt,’ maakte Finn de zin droog af. ‘Is goed, ik zwijg als het graf. Maar ik zal erop toezien dat hij die reis echt boekt. Zo ben ik ook wel weer.’

‘Dat is aardig van je. Maar aan je gezicht zie ik dat je het er niet mee eens bent.’

Finn schudde zijn hoofd. ‘Nee, want hij is je type niet.’

Debbie zei niets meer terug en propte een loempia in haar mond. Ze hoopte maar dat Finn woord zou houden en inderdaad zijn mond niet voorbij praatte... én Sam zo ver kreeg dat hij echt mee zou gaan op haar reis. Al was hij dan volgens haar broer “haar type niet”.

1.

Het was een paar weken later, begin mei, en Debbie was inmiddels aangekomen in Kenia. Ze stond pal voor het vliegveld haar groep op te wachten. Steeds meer passagiers stapten de terminal uit en Debbie tilde haar Troubadour Themareizen welkomstbord nog maar eens op. Ze was zich ervan bewust hoe vochtig haar handpalmen waren, ondanks de kalmerende koele bries die om haar blote schouders waaide en met haar bruine haren speelde. Zij en Felix, de assistent-gids uit Kenia, stonden nu al bijna een half uur buiten de aankomsthal. Eva, een van de groepsleden, had haar net via de Whatsappgroep laten weten dat zij en de anderen eindelijk hun bagage hadden kunnen oppikken van de band. Er was wat vertraging geweest.

‘Maak je geen zorgen,’ zei Felix tegen haar in het Nederlands. ‘Het duurt hier wel vaker lang. Alles in Kenia gaat op een ander tempo.’

Debbie glimlachte. ‘Dank je wel. Ja, we zullen aan een andere cultuur moeten wennen, maar dat is waarom we allemaal op reis willen, toch? Ik ben blij dat jij er bent, anders had ik niet geweten hoe ik het allemaal moest bolwerken.’

Felix Osur sprak niet bij toeval perfect Nederlands: hij had een Keniaanse vader en een Surinaams-Nederlandse moeder. Hij had Debbie net al verteld dat hij in Amsterdam was opgegroeid, maar dat zijn vader daar niet meer woonde omdat zijn ouders gescheiden waren. Nu woonde hij de ene helft van het jaar bij zijn vader in Kenia en verzorgde hij groepsreizen, terwijl hij de andere helft van het jaar bij zijn moeder woonde en haar hielp in het Surinaamse restaurant dat ze runde. Zelf een huis zoeken vond hij nog niet nodig en bovendien bijna niet te doen met de krappe huizenmarkt.

Felix knikte haar kalm toe. ‘Alles komt goed. Overal is altijd een oplossing voor.’

Dat kon hij nou wel zo leuk zeggen, maar helemaal gerust voelde Debbie zich nog niet. De persoon van wie ze zo graag iets had willen horen, had nog niets gezegd in de Whatsappgroep en heel even maakte ze zich zorgen dat hij van gedachten was veranderd. Maar ze zette die gedachte van zich af, getroost door het laatste gesprek dat ze met Finn had gehad. Toen ze elkaar spraken, had haar broer Debbie ervan verzekerd dat hij zo’n beetje náást Sam had gezeten en over zijn schouder had meegekeken toen die de reis had geboekt. Dat Sam ernaar uitkeek om eindelijk voet in Afrika te zetten. Als de buurman van Finn om een of andere reden niet zou kunnen komen, zou hij zeker het fatsoen hebben gehad om haar dat al vóór de reis te laten weten.

Haar lippen plooiden zich tot wat ze hoopte dat een ontspannen glimlach was en Debbie bestudeerde de onbekende mensen die uit de terminal tevoorschijn kwamen. Volgens haar profielfoto op Whatsapp moest Eva in elk geval lang, zwart haar hebben. In plaats daarvan viel haar blik op een andere, rijzige gestalte en haar adem stokte.

Daar was hij eindelijk! Sam duwde een bagagekarretje voor zich uit terwijl hij nonchalant de menigte afspeurde. Zijn lichtbruine haar werd naar achteren gehouden door een zonnebril die hij op zijn voorhoofd had gezet, waardoor zijn jukbeenderen extra opvielen. Vrijwel onmiddellijk zag hij haar en draaide de kar in hun richting. Felix, de assistent-gids, wilde iets zeggen, maar dat werd overstemd door het geschreeuw van opwinding overal om Debbie heen en het geluid van haar eigen hart dat tegen haar ribbenkast bonkte als de vleugels van een kolibrie.

Toen Sam eindelijk voor haar tot stilstand kwam, gingen zijn mondhoeken omhoog in een luie grijns.

‘Hé, Debs,’ zei hij vrolijk.

Debbie kromp een beetje ineen. Dat was de favoriete bijnaam van haar broer voor haar. Voor Finn was ze nog steeds ‘het kleine zusje’ en hij weigerde haar Debbie te noemen zoals iedereen. Ze was niet erg dol op de naam en blijkbaar trok ze een verstoord gezicht, want Sams grijns werd breder en de glans in zijn groene ogen vertelde haar dat het opzettelijk was. Wie had gedacht dat de buurman van Finn zo’n plaaggeest was? Zie je nou wel, Finn had gewoon geen gelijk gehad over dat mopperen. Sam had humor, al was ze van deze grap niet zo gecharmeerd.

‘Hoi Sam,’ zei ze en ze stak haar hand uit, maar in plaats daarvan dook haar broers buurman onverwacht naar haar toe voor een stevige omhelzing. Hij hield haar even vast en liet haar toen los. Toen hij zich terugtrok, schraapten zijn stoppels langs haar wang en ze had moeite om adem te halen. Oké. Wat een enthousiaste begroeting! Zou Finn dan toch zijn mond voorbij hebben gepraat en wist Sam dat ze interesse had?

Felix’ bescheiden kuchje maakte haar duidelijk dat deze situatie misschien wat onprofessioneel kon overkomen. Verdraaid, ze moest zich niet zo door Sam omver laten werpen. Ze had ook nog andere groepsleden voor wie ze moest zorgen. Dit zou wellicht de verkeerde indruk geven aan de rest.

Debbie draaide zich naar links. ‘Sam, dit is Felix Osur, de assistent-gids.’ Ze dwong zichzelf ontspannen te glimlachen naar de man met de bruine huid rechts van haar en hoopte maar dat de stralen van de ondergaande zon haar Sam-blosje niet te erg accentueerden. ‘Hij gaat me helpen om de verborgen juweeltjes van Kenia laten zien.’

Zo, nu kon Sam een praatje met Felix maken en kon zij zich bezighouden met de veertien andere gasten die ze nog te ontvangen had. Debbie liet de twee jongemannen achter zodat ze kennis konden maken, zette een stapje naar de terminal toe en hield haar bord hoger. Haar telefoon trilde van de appjes die binnenkwamen en even later had zich een leuke, diverse groep om hen heen verzameld.

‘Goedenavond allemaal,’ begroette ze hen. ‘Mijn naam is Debbie de Vries en ik ben deze week samen met Felix Osur jullie begeleider.’ Ze keek de kring rond. Het was buiten bloedheet en een paar oudere leden van de groep zagen eruit alsof ze niet goed tegen de warmte konden. ‘Zullen we naar de bus gaan en later een voorstelrondje doen?’ vervolgde ze dus.

Daar werd enthousiast op geknikt.

‘Goed, volg mij!’ riep Debbie enthousiast en samen met Felix loodste ze het gezelschap naar de bus die voor hen klaarstond. Even later reden ze weg van Jomo Kenyatta International Airport.

––––––––

‘ZO. HOE WAS JE VLUCHT?’ Zodra de woorden haar mond verlieten, sloeg Debbie zichzelf inwendig tegen haar voorhoofd. Dat was een suffe gespreksopener, zelfs voor haar doen. Ze waren net onderweg en zij was naast Sams stoel blijven staan terwijl ze hem een beetje aarzelend aankeek.

Gelukkig waardeerde Sam de afleiding. Hij dumpte zijn telefoon in zijn schoot en keek naar haar op.

‘Eerlijk gezegd was het wel prima.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Het is de laatste tijd een gekkenhuis op mijn werk geweest, dus ik was meer dan blij dat ik wat slaap kon inhalen.’ Hij ging wat rechter zitten. ‘Ik heb je gemist bij Finn. Wat heb je allemaal uitgespookt? Hij klaagde al dat je een date-met-Chinees had overgeslagen.’

Debbie haatte hoe haar hart danste bij die ‘ik-heb-je-gemist’ in zijn verhaal. Betekende dat wat zij hoopte dat het betekende? Of was het gewoon een uitdrukking, zo van: ‘ik heb je gemist op een plek waar ik je wel had verwacht’?

Ze was al meer dan een maand niet meer bij Finn geweest en had hem alleen via Whatsapp op de hoogte gehouden van haar reisplannen. Het idee om tien dagen met Sam door te brengen in een land waar hij zo enthousiast over was, bezorgde haar een prettige soort tinteling door haar hele lijf. Als het geluk aan haar kant was, zou het een heerlijk romantisch verhaal worden waarmee ze haar vriendinnen bij elke gelegenheid die ze kreeg lastig zou vallen. Wat was er nu leuker dan een liefdessafari?

‘Druk met werk,’ antwoordde ze. ‘Ik moest deze reis natuurlijk regelen. Alles was nieuw voor me.’

‘Je gaat het fantastisch doen, daar ben ik zeker van.’ Zijn telefoon trilde en hij greep ernaar. Terwijl zijn blik over het scherm danste, verscheen er een frons op zijn voorhoofd. ‘Verdomme.’

‘Alles in orde?’ vroeg Debbie aarzelend.

‘Ja. Alleen... Natalie,’ zuchtte hij, verwijzend naar het meisje dat ook bij Finn en Sam op de verdieping woonde.

Debbie was de lenige blondine een paar keer tegen het lijf gelopen als ze haar broer bezocht en haar prachtige figuur en vrolijke uitstraling waren genoeg om elke vrouw die achter Sam aanzat onzeker te maken. Ze had van Finn begrepen dat Natalie nogal achter Sam aan liep en Sam daar gek van werd, maar dat Natalie en Sam ook een paar keer als friends with benefits de hele avond hadden doorgebracht. Nou, ze hoopte maar dat Natalie snel uit Sams leven zou verdwijnen. Het zag ernaar uit dat Sam haar zelf ook irritant vond.

‘Oh,’ was alles wat ze zei, terwijl ze haar nieuwsgierigheid probeerde te verbergen met een nonchalante toon waar ze niet helemaal in slaagde. Nieuwsgierigheid vrat haar vanbinnen op. Waren ze aan het ruziën? En waar ging het over?

Sam pakte zijn telefoon er nu echt bij en zakte onderuit. Een paar seconden van stilte gingen voorbij. Teleurgesteld draaide Debbie zich om, om de hoge gebouwen die langsgleden te bewonderen. Ze schitterden in het donker en torenden boven de voetgangers uit die haastig voorbij stroomden op het trottoir. De zon was inmiddels onder. In Kenia werd het een stuk vroeger donker dan ze gewend was rond deze tijd van het jaar. Het was begin mei en veel mensen hadden op dit moment vakantie, daarom was er ook een gezin mee met deze reis. De kinderen hadden vrij van school.

‘We hebben ongeveer een maand geleden besloten om maar niet meer af te spreken,’ gaf Sam toen ineens toe. ‘Ze wil praten, maar ik denk niet dat er nog iets te zeggen valt als het háár idee was om elkaar links te laten liggen.’

Debbie voelde haar hart opnieuw een reuzesprong maken. Het klonk niet alsof Sam er erg rouwig om was dat Natalie uit zijn leven was verdwenen. Of er nog voor open stond om erover te praten.

‘Denk je dat ze spijt heeft?’ vroeg ze, in de hoop dat hij zou zeggen dat hij er in elk geval géén spijt van had.

Sam schudde zijn hoofd. ‘Nee. Eerst wilde ze per se dat we gewoon vrienden werden. Of zou ze hebben gehoopt dat ik dan wél echt werk van haar zou maken? Ik snap er soms niets van. Waarom houden vrouwen ervan zichzelf tegen te spreken?’

‘We spreken onszelf niet...’ Debbie stopte toen ze besefte dat zijn analyse verbazingwekkend nauwkeurig was. ‘Oké dan. Je hebt wel een punt. Wij communiceren gewoon anders.’

Sam knikte afwezig en zijn blik gleed naar buiten. Opnieuw fronste hij, maar nu door wat er op de weg te zien was.

‘Wat is dit nu weer,’ mompelde hij toen de bus langzamer ging rijden en tenslotte tot stilstand kwam.

‘Huh?’ mompelde Debbie, terwijl ze zijn blik volgde. Hele rijen auto’s stonden muurvast in de verschrikkelijke verkeersdrukte op de meerbaansweg waar ze reden. Volgens Google Maps waren ze tien minuten verwijderd van een afslag naar de ringweg. Maar te oordelen naar het gebrek aan beweging zouden ze hier nog wel een tijdje vaststaan. Tien minuten was vast een veel te positieve inschatting.

Sam fronste toen een minibus zich achteloos tussen de tourbus en een andere personenauto wurmde, waardoor een soort “derde” rijstrook ontstond. Hij liet een afkeurend geluid horen. ‘Zijn er soms geen verkeerswetten in dit land?’

Debbie onderdrukte een lach en draaide zich om zodat ze de rest van de passagiers gerust kon stellen, maar die leken zich niet al te veel aan te trekken van de vertraging. De meesten sliepen of scrolden door hun telefoons. Verderop in het gangpad waren Eva en haar groepje vriendinnen aan het giechelen als tieners.

‘Beste mensen!’ Felix’ diepe stem klonk naast haar en iedereen keek meteen op. ‘De expresweg die een deel van de stad met het vliegveld verbindt wordt verbouwd, vandaar het trage verkeer. Ik weet dat jullie moe zijn en graag naar het hotel willen, maar ik beloof dat we niet te lang hoeven te wachten.’ Hij glimlachte vriendelijk naar een van de jonge meiden, een zekere Claire, die oortjes in had en misschien niet eens iets had gehoord. ‘Ik moet jullie helaas ontmoedigen om jullie telefoons in het openbaar te gebruiken. Geloof het of niet, zakkenrollers hebben het zeldzame talent om het raam van een rijdende bus te openen en die telefoon zo uit je handen te grissen.’

Zijn laatste uitspraak ontlokte een collectieve kreun uit de mensen in de groep. Felix gaf hun nog wat advies over hoe ze moesten voorkomen dat ze beroofd zouden worden, van het dragen van hun rugzak aan de voorkant van hun lichaam tot het niet opnemen van hun telefoon als ze in een drukke stad waren. Blijkbaar waren westerse toeristen doelwit van kleine criminaliteit in Nairobi. 

Sam gromde verstoord, wat erop wees dat hij niet bepaald getroost was door het wijze advies. Zijn hand ging omhoog om zijn voorhoofd te masseren. ‘Dus we komen tijdens deze vakantie vast nooit ergens op tijd aan, of we worden aangereden door roekeloze automobilisten. En dan moet ik me óók nog zorgen maken dat ik beroofd word?’ Hij keek Felix chagrijnig aan en wendde zich met een oogrol tot Debbie. ‘Waarom zijn we hier dan naartoe gekomen?’

‘Ik weet zeker dat alle schoonheid van de natuur het goed maakt,’ stelde Debbie hem gerust, al ging er wel een steekje door haar heen bij zijn opmerking. Troubadour Themareizen had nog nooit reizen naar Afrika georganiseerd. Zij had Kenia voorgesteld, en ze hoopte maar dat ze niet de grootste fout van haar inmiddels vierjarige carrière had gemaakt. Als de gasten zich niet veilig voelden... dat zou Bas Schulte vast niet kunnen waarderen. Misschien hadden ze niet naar Nairobi moeten gaan? Aan de andere kant: het was de hoofdstad. Net alsof je in Parijs overal veilig rond kon lopen zonder ooit zakkenrollers tegen te komen.

Haar woorden konden de gekwelde uitdrukking op Sams gezicht niet helemaal wegnemen. ‘Ik hoop maar dat je gelijk hebt, Debs,’ zei hij.

‘Ik heb altijd gelijk,’ flapte ze er plagend uit.

Hij trok een wenkbrauw op. ‘Oh, is dat een uitdaging?’

‘Als je er per se een van wilt maken.’ Ze grijnsde en hij glimlachte terug. Zijn ogen rustten een paar seconden op haar gezicht. Ze vergiste zich niet: Sam flirtte écht een beetje met haar. Of deed hij gewoon zo tegen alle vrouwen?

‘Je klinkt er nogal hoopvol bij,’ zei Sam.

‘Ja, zeker,’ stemde ze in. Haar hart begon iets sneller te kloppen toen Sam nogmaals naar het superdrukke verkeer keek met een zorgelijk gezicht. Gelukkig zouden ze niet zo heel lang in de stad blijven. Ze had tijdens deze reis juist veel natuur willen inplannen. Op de savanne zouden vast geen ellenlange files staan.

Debbie schraapte haar keel en probeerde zo geruststellend mogelijk te klinken toen ze verder ging. ‘We moeten er zo zijn, hoor. Dat zegt Felix.’

‘Nou, als hij het zegt...’ antwoordde Sam. Ze kon niet helemaal horen of Sam het serieus meende of sarcastisch was. Ze besloot het voor nu maar even te laten rusten.

Het daaropvolgende uur hield Debbie zich bezig met het maken van aantekeningen over de reis tot nu toe en tegen de tijd dat ze klaar was, reden ze over een hobbelige weg en waren ze de drukte ontvlucht. De lodge waar ze zouden verblijven lag aan de rand van het nationale park van Nairobi en Felix had dat hotel tijdens haar voorbereidingen aanbevolen vanwege de rustige sfeer.

Ze keek net op tijd uit het raam om een lange, vlekkerige figuur in de verte te zien. Door het geluid van de busmotor stopte het dier met grazen en draaide zijn nek om.

‘Kijk dan!’ Debbie stond op van haar stoel en wees met haar wijsvinger, terwijl ze Sam, die achter haar zat, blij aankeek. ‘Een giraffe! Ik dacht niet dat die ‘s avonds buiten het bos kwamen.’

‘Oh echt?’ Sam grinnikte en volgde haar blik. ‘Ah, ja zeg. Het zijn er zelfs twee.’

Debbie zag de tweede net op tijd voordat het beest tussen de acaciabomen verdween. ‘Oh nee! Ze zijn bang.’

‘Denk je dat onze brullende bus ze heeft weggejaagd?’ plaagde hij.

‘Dit pad is normaal niet toegankelijk voor veel mensen, dus voelen ze zich veilig genoeg om de weg over te steken,’ legde Felix uit, die aan de andere kant van het gangpad ook uit het raam keek. ‘In zeldzame gevallen kunnen er hyena’s op de loer liggen.’

De rest van de rit probeerden de groepsleden om nog meer wilde dieren te spotten, maar ze hadden geen geluk. Felix verzekerde hen echter dat ze vanuit hun kamers ook nog konden kijken.

Na een lange rit kwam de lodge in zicht en stopten ze voor de deur.

‘We zijn er,’ kondigde Felix overbodig aan voordat hij naar de deur liep en de chauffeur bedankte in het Sheng, een soort mixtaal van Swahili en Engels die vooral in en rond Nairobi werd gesproken.

Toen iedereen was uitgestapt, hield Debbie samen met hem toezicht op het inchecken. Sinds ze zelf twaalf uur geleden was aangekomen, had ze nog niet echt uitgerust en ze begon zich slaperig te voelen. Het was de traditie van Troubadour Themareizen dat de gids de eerste avond met de groep moest dineren, en ze kwam bijna in de verleiding om Felix te vragen voor haar in te vallen.

Maar ze wilde geen misbruik maken van zijn vriendelijkheid en jeugdige enthousiasme. Ze gaf zichzelf op haar kop omdat ze zoiets in haar hoofd had gehaald en sleepte zich eerst naar haar kamer om zichzelf op te frissen. Ze was dan wel moe, maar ze moest nog een voorstelrondje doen en bovendien wilde ze best met Sam samen dineren.

Debbie nam haar tijd onder de douche en genoot ervan hoe het warme water haar spieren kalmeerde en alle tekenen van slaap uitwiste. Toen ze het echt niet langer kon uitstellen, zette ze het water uit, droogde zich af en trok een zomerjurkje uit haar koffer. Ze pakte haar sandalen met bandjes, trok ze aan en deed nog wat deo op voor ze zich naar de eetzaal van de lodge spoedde.

2.

Verlicht door een zachte, prachtige gloed van kroonluchters en lantaarns die aan de dakspanten waren bevestigd, had het restaurant in de lodge een huiselijke en rustieke uitstraling. De gezichten van de gasten waren bijna niet te onderscheiden in het zwakke licht, maar Debbie hoefde zijn naam niet te roepen om Sam te zien zitten. Hij deelde zo te zien een hoektafeltje met de honeymooners in hun groep: Twan en Fieke.

Debbie stond even te overwegen wat ze zou doen. Er was nog plek aan die tafel, dus ze kon zo aanschuiven. Als ze bij hen kwam zitten, zou Sam dan denken dat ze overdreven aanhankelijk was? Misschien kon ze hem voorlopig beter de ruimte geven om alleen te zijn, dan kon ze hem later aanspreken en zonder pottenkijkers erbij nog wat meer met hem flirten.

De beslissing werd uiteindelijk voor haar gemaakt toen Claire naast haar verscheen. Met korte, maar ontspannen passen liep ze linea recta naar Sams tafel toe. De andere drie keken glimlachend naar haar op; blijkbaar hadden ze haar al eerder die avond leren kennen.

Debbie snakte inmiddels naar lekker eten, dus ze liep de trap af en stopte bij een ronde tafel in het midden van de ruimte. Daar zaten Eva, Ruben, Marije en Justin, die voor zover ze het kon inschatten al vrienden met elkaar waren. Ze waren ook van haar leeftijd, had ze op de lijst gezien: allemaal rond de zesentwintig.

‘Hé.’ Ze schraapte haar keel en glimlachte. ‘Vinden jullie het erg als ik erbij kom zitten?’

Het gesprek kwam tot een abrupt einde en alle vier de groepsleden keken op. Te oordelen naar hun vriendelijke uitdrukkingen vonden ze het niet erg. Nou ja, behalve de blonde jongen, Justin. Hij keek wat gereserveerd en Debbie kon voelen dat hij zich er ongemakkelijk bij voelde, alsof hij niet gewend was zijn vrienden te delen. Ze richtte zich snel tot Eva. Ze had het gevoel dat zij hun “leider” was. ‘Of wachten jullie nog op iemand?’

‘Nee hoor, kom er gezellig bij!’ Eva liet een oprechte, stralende glimlach zien en gooide haar zwarte haren naar achteren. ‘Ik heb toch je mening over iets nodig.’

‘Nou, kom maar op. Een gids is er om te helpen.’ Debbie begon haar stoel al naar achteren te trekken, maar een warme hand hield haar tegen. Die behoorde toe aan een grijnzende Ruben. Zijn haar was net zo zwart als dat van Eva.

‘Pas op hoor, als je eenmaal begint met Eva helpen kom je nooit meer van haar af.’

‘Dank je wel voor de waarschuwing.’ Ze ging met een stoïcijns gezicht zitten. ‘Ik begrijp dat jij ooit in die val bent getrapt en nu gedwongen mee moest naar Afrika?’

‘Ruben stelt zich aan,’ merkte Eva op met een grijns. ‘Ik heb deze reis zelfs deels voor hem betaald, dus hij moet niet zeuren.’

Debbie lachte en Marije, het vierde en waarschijnlijk meest stille lid van de groep, sloot zich bij haar aan.

‘Waarom heb je deze reis betaald?’ vroeg Debbie nieuwsgierig.

Eva lachte blij. ‘Omdat ik geld heb gewonnen in de staatsloterij en mijn vrienden graag wilde trakteren op iets leuks. Nou ja, ze hebben aangeboden een deel zelf te betalen, maar het grootste deel komt voor mijn rekening.’

‘Wat leuk!’ riep Debbie uit. ‘Jullie zullen wel goede vrienden zijn dan.’