15,99 €
Pushpita Awasthi is drager van mondiale menselijke gevoeligheden door taal en literatuur te omarmen. In haar gedichten pleit ze voor wereldwijde vrede, geweldloosheid en menselijkheid, met een onwankelbaar optimisme dat India klaarstaat om het duister van deze materialistische, waardenarme wereld te verdrijven door middel van het licht van menselijkheid, spiritualiteit, zorg voor het klimaat, een natuurgerichte benadering en harmonisatie van culturen.
Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:
Seitenzahl: 51
Veröffentlichungsjahr: 2025
Colofon
Alle rechten op verspreiding, met inbegrip van film, broadcast, fotomechanische weergave, geluidsopnames, electronische gegevensdragers, uittreksels & reproductie, zijn voorbehouden.
© 2025 novum publishing gmbh
Rathausgasse 73, A-7311 Neckenmarkt
ISBN drukuitgave: 978-3-7116-0354-8
ISBN e-book: 978-3-7116-0355-5
Lectoraat: Ine van Gerwe
Vormgeving omslag: Pushpita Awasthi
Omslagfoto, lay-out & zetting: novum publishing
www.novumpublishing.nl
Dankwoord
Vertaald uit het Hindi door Dick Plukker, Annette van der Hoek, Lodewijk Brunt.
1. Ik neem je in mij op
Zoals de lege aarde
het zonlicht drinkt
na een koude nacht.
Zoals de kale grond
stofdeeltjes vergaart
na een vernietigende ramp.
Zoals de ademloze aarde
aan de winden lucht onttrekt
na een zinderende storm.
Zoals de gloeiende grond
uit de regen al het vocht opslurpt
na door en door verkoold te zijn.
Zoals de aarde door lawaai verdoofd
de zoete eenzaamheid zoekt
om te leven
na een verpletterende dreun.
Zoals de aarde door verblindend licht verschroeid
in slaap verzonken ligt
in de donkere schoot van de stilte
na een brand.
Zoals de verschroeide,
uitgedroogde grond
leeft van een druppel dauw
na een hevige droogte.
Zoals de met dorre bladeren bedekte aarde
op de voetstap van de lente wacht
en op haar zachte aanraking
die nieuw leven brengt,
net zo
precies net zo
net zo als ik ademhaal
neem ik jou in me op.
2. Liefde is geluid
Schrijf op het berkenblad van je hart
niet een illusie van liefde,
schrijf de waarheid van je liefde.
Kneed en vorm
als met pottenbakkershanden
de klei van je hart,
schep in je hart de gestalte van je liefde,
niet de schijn van liefde.
Laat liefde, geen magie,
als een onaards gevoel
in je ziel zijn.
Vrij kan de ziel zijn van de boeien van het lichaam,
onuitgenodigd
kan zij naar het huis van verlossing gaan
en zal dan nimmer wederkeren.
Liefde is het geluid
van het instrument van het lichaam,
stem het in opperste toewijding
als een toegewijde.
Liefde is muziek van snaren,
oerklanken van ongedeelde tijd – eindeloze liefde.
3. Vanuit het diepst van de waarheid
Jij
bent bij mij
als geluk
zoals aarde bij wortels.
Je raakt
me aan
zoals de zon de aarde aanraakt.
Je leest
alles wat ik ben
zoals ogen alles lezen
de woorden en zuchten voorbij.
Jij
bent bij mij
als de waarheid uit een droom
zoals het zien bij ogen hoort.
Alleen al
omdat jij bestaat
leefden dromen in mijn ogen,
versmelten met mijn liefdeslichaam.
de lijnen en de kleur van de droom
stralen in mijn lichaam.
Geur van versgekookte rijst stijgt op:
droomhonger
wordt gestild
alleen al door
dicht bij jou te zijn
zoals het wolkenlichaam bij een besneeuwde top,
samengetrokken in zichzelf
hangend aan de toppen
verlangt smeltend te regenen op de gletsjer.
4. Het genot van ascese
Het lichaam
is een plaats van ascese,
niet van genot.
Voor de ogen de ascese van ogen,
de ascese van lippen voor lippen,
de ascese van handpalmen voor handen,
omzetten van ervaringen
in ervaringen.
Ogen,
die zien, beoefenen ascese;
oren, ook al horen ze,
sluiten zich af;
handen, ook al gebaren ze,
blijven kalm;
adem,
die onrustig is, blijft regelmatig;
het hart,
dat overslaat,
klopt.
5. In woorden bestaat ze
In woorden
legt ze
haar bestaan
vast.
In woorden legt ze
haar verlangens vast,
in woorden
giet ze
de nectar van haar sympathieën.
Woorden gebruikt ze
als haar schatkamer
en ze bewaart daarin
woorden van liefde
de flonkerende juwelen van haar geest
en het goud van haar lichaam.
Aan woorden
vertrouwt ze toe
de pijn van
verstikkende zuchten
haar hete tranen
de eenzaamheid van haar ziel
en haar intense lijden.
In haar woorden
zegt ze alles.
haar woorden
spreken niet,
ze openen
alleen hun ogen
en in hun onderzoekende
ogen
dalen woorden neer.
Gehuld in woorden is zij.
In de handpalm
van de woorden
brengt ze de henna van liefde aan
en in liefde schept ze woorden,
in woorden de magie van liefde
die niet te zien is,
maar die zich
in alles wat zij voelt uit
als onsterfelijk geluk.
In de woning van het woord
geeft ze betekenissen,
met haar levensadem
bezielt ze de woorden,
de liefdesgeloften van haar adem.
Betekenis
krijgt een nieuw woord
in een strijd van ziel met ziel;
in het gevecht met de demon in jezelf
wordt het nieuwe woord geboren
dat ze zelf boetseert
buiten het woordenboek om
uit zichzelf in zichzelf
misschien buiten zichzelf voor iemand anders.
In woorden
legt ze haar bestaan vast
en in de ongebruikte woorden
ziet ze zichzelf
en juist aan hen ontleent ze
levenskracht
voor haar stokkende adem
en het licht van haar ogen.
In woorden
vermeldt ze
de tijd die haar rest
en de hartenklop van de tijd.
In woorden
legt ze de woorden van haar ziel,
door haar god bezield
schept zij nieuwe woorden van liefde.
6. Woorden van de zon in de zwarte doos
Het eeuwengetij presenteert zich
zoals een pen
op een onbeschreven vel papier.
De rivier des tijds
slibt eilandjes aan op haar boezem
zoals wij, net kinderen,
speelgoedhuisjes bouwden
onder de illusie
dat wij prachtpanden opzetten
ondanks het feit dat
de tanden des tijds met de jaren verrotten.
De vlieger van begeerte in de ogen dringt zich op
aan de lucht des tijds,
voordat de zon ondergaat
terwijl de maan opkomt,
en komt de hele nacht door als een droom
aangefladderd aan het twijntouw
dat niet ingebonden wil worden
slechts ter wille van het inbinden.
Tijd is nogal doorschijnend
opgelost in het bloed als het ware
terwijl hij zich in woorden uitdrukt
en zichzelf voortdurend blootlegt
en onvermoeibaar tikkertje speelt
waarbij ik hem somtijds aantik
en hij mij, in een vlaag, te pakken krijgt.
In het land des tijds
verworden wij somtijds tot tijd
somtijds overwoekert ons de tijd
somtijds vergroeien wij met de tijd
en de tijd met ons
altijd is de tijd,
uit het gezicht
maar altijd gevangen in de blikken.
7. Het beeld in de rots
Door hun devotie
creëren zij liefde
met hun door geloof
bezwangerd gemoed
diep in zichzelf
produceren zij
een nieuw
soort volkskunst.
Door hun devotie
worden zij eindeloos vervuld
met geloof en liefde