0,00 €
Mijn nieuwe opdracht op het werk: speeltjes uitproberen. Yep, dat soort speeltjes.
Nou, eigenlijk is het om de app te testen die het speeltje op afstand bestuurt.
Het probleem? De danseres die de hardware moet testen (dus de eigenlijke speeltjes) gaat zich bij een nonnenklooster aansluiten.
Een ander probleem? Dit project is belangrijk voor mijn Russische baas, de zwaarmoedige, overheerlijk sexy Vlad, ook bekend als de Spietser.
Er is maar één oplossing: zowel de software als de hardware zelf testen... met zijn hulp.
OPMERKING: dit is een op zichzelf staande, ordinaire, slow burn romantische komedie met een eigenzinnige, nerdachtige heldin, haar hete, mysterieuze Russische baas en twee cavia's die wel of niet met elkaar op kunnen schieten. Als een van de bovenstaande dingen niet jouw ding is, loop er dan nu van weg. Zet je anders schrap voor een hele grappige feel-good rit.
Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:
Veröffentlichungsjahr: 2021
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22
Hoofdstuk 23
Hoofdstuk 24
Hoofdstuk 25
Hoofdstuk 26
Hoofdstuk 27
Hoofdstuk 28
Hoofdstuk 29
Hoofdstuk 30
Hoofdstuk 31
Hoofdstuk 32
Epiloog
Dit boek is een fictief werk. Alle namen, personages, plaatsen en incidenten komen voort uit de verbeelding van de auteur or worden fictief gebruikt. Iedere gelijkenis met bestaande personen, levend of dood, bedrijven, gebeurtenissen of plaatsen berust volledig en uitsluitend op toeval.
Copyright © 2021 Misha Bell
www.mishabell.com
Alle rechten voorbehouden.
Buiten gebruik voor een recensie mag geen enkel deel van dit boek zonder toestemming worden vermenigvuldigd, gescand of verspreid, in geprint of elektronisch formaat.
Uitgegeven door Mozaika Publications, onderdeel van Mozaika LLC.
www.mozaikallc.com
Ontwerp cover: Najla Qamber Designs
www.najlaqamberdesigns.com
ISBN: 978-1-63142-663-6
Print ISBN: 978-1-63142-664-3
‘Heb je een hoertje ingehuurd om wat seksspeeltjes te testen?’
‘Praat zachter!’ sis ik naar Ava. Mijn gezicht gloeit terwijl ik naar de andere klanten kijk die bij de Starbucks in de rij staan. De meeste hebben oordopjes in hun oren zitten en gaan helemaal in hun telefoon op, maar toch. Wat als iemand het had gehoord?
Ze grijnst ondeugend en laat haar stem tot een zo zacht mogelijk gefluister zakken. ‘Alleen als je alle smerige details vertelt.’
‘Goed dan. Ten eerste is Dominika geen hoer. Ze is een danseres.’
‘Wacht.’ Ava’s amberkleurige ogen glinsteren ondeugend. ‘Is dit de “danseres” van de stripclub waar Voldemort je in Praag mee naartoe had gesleept? Degene die op het podium de nonnen heeft aangerand?’
‘Ze speelde de rol van een succubus. Het waren geen echte nonnen.’
Haar herinnering aan Hij-die-niet-genoemd-mag-worden - oftewel mijn ex - maakt mijn ongemak alleen maar groter. Ik was naar die club gegaan om Bob te bewijzen dat ik niet preuts ben, maar hij had het toch uitgemaakt.
Ava kent me goed en daarom doet ze iets wat me gegarandeerd af zal leiden. Ze verheft haar stem een octaaf en zegt: ‘Het verbaast me dat The Rockettes met Kerstmis niet zo’n show geven. Een van hen zou een nep-non met een voorbinddildo kunnen penetreren, een ander met een vuist...’
‘Stil!’ Mijn wangen zijn heet genoeg om er een omelet op te bakken. ‘Ik had iemand nodig die er ervaring mee had om seksspeeltjes te gebruiken, dus heb ik haar ingehuurd, oké?’
‘Uh-huh.’ Ava stapt naar voren als de rij beweegt. ‘Voor je nieuwe QA-project.’
Ik kijk nog eens heimelijk om ons heen. ‘Zoals ik al zei, ik test een app voor een bedrijf in teledildonics.’
‘Teledildonics’, herhaalt ze, van het woord genietend. ‘Het voorvoegsel tele verwijst naar lange afstand, het achtervoegsel onics betekent betrekking hebben op en de basis is dildo... zoals het ding waarvan ik je steeds probeer te overtuigen om het te proberen.’ Haar stem wordt luider. ‘Hebben we het hier over dildo’s voor lange afstanden?’
Terwijl ik ineenkrimp, leg ik een mentale gelofte af: ik zal haar hiervoor terugpakken. Ze zal deze dag berouwen.
‘Precies.’ Ik ben er trots op hoe gelijkmatig mijn stem is. ‘Met de app die ik ga testen, kan de ene gebruiker een apparaat besturen dat door een andere gebruiker via internet wordt gebruikt.’
‘Tuurlijk. Tuurlijk.’ Ze zorgt ervoor dat haar gezicht er serieus uitziet. ‘Om dat in lekentaal te zeggen: in Praag gaat er bij Dominika een dildo naar binnen en je gaat haar met de app vanuit New York klaar laten komen.’
Op dit moment zijn niet alleen mijn verraderlijke wangen rood, maar ook mijn oren. ‘Het wordt end-to-end testen genoemd. Het moet zo dicht mogelijk aansluiten bij de manier waarop het product in de echte wereld gebruikt zal worden.’
‘Of testen aan the end: de achterkant.’ Ze beweegt suggestief met haar wenkbrauwen. Als ik haar nadrukkelijk de rug toekeer, lacht ze en zegt: ‘Heb je dan in feite geen seks met Dominika? Nadat je haar betaald hebt? Hoe kan ze dan geen hoer zijn? ‘
De realiteit is eigenlijk nog erger. Dominika en haar vriend zullen aan het testen meedoen, maar dat ga ik Ava nu niet vertellen. Of misschien wel nooit. ‘Goed dan. Ze is niet alleen een danseres. Ben je nu tevreden?’
‘Hé.’ Ze laat eindelijk haar stem zakken. ‘Ik heb niets tegen het oudste beroep ter wereld. Als ik niet al die jaren aan een medische opleiding had verspild en als alle hoerenlopers lekker waren en er geen soa’s bestonden, dan zou ik me aanmelden. Tenminste als het goed zou betalen en ik met niemand aan het daten was. Vooral als ik net zo weinig orgasmes als jij zou hebben. Nu ik erover nadenk-’
Gelukkig is het nu onze beurt om te bestellen. Ze haalt genoeg cafeïne om een neushoorn te laten stuiteren en ik vraag om een venti-kamillethee in de hoop mijn zenuwen te kalmeren voor de afspraak waar ik tegenop zie.
We gaan aan de zijkant staan om op onze drankjes te wachten en Ava grijnst als de Grinch. ‘Dus, terug naar teledildonics.’
Voordat ik haar weer tot zwijgen kan brengen, komt hij binnen.
Ik ben vergeten wat ik wilde zeggen. Ik vergeet om te ademen.
Gebeeldhouwde gelaatstrekken die me net zo veel aan Griekse goden als aan engelen doen denken, ogen in de diepblauwe tint van een lapis lazuli-steen, worden door een stijlvolle bril met hoornen montuur omlijst. Lippen die smeken om gekust te worden. Shaggy gitzwart haar, met een losse lok die in het midden van zijn gezicht valt en die me smeekt om erheen te lopen en het op zijn plek te strijken - waarvoor ik hoog zou moet reiken, omdat hij minstens dertig centimeter langer is dan ik. Ondanks het warme weer is hij in een zwarte trenchcoat gekleed met daaronder een zwart overhemd, een outfit die de krachtige breedte van zijn schouders accentueert en—
‘Aarde aan Fanny.’ Ava’s stem dringt tot in mijn oxytocine-verslaafde brein door.
Ik draai me om voordat ze beseft dat ik dat lekkere ding aan het bekijken was. Haar kennende zou ze me naar hem toe duwen of gaan zeuren om een gesprek met hem te beginnen of ze zou een miljoen andere dingen doen die me zo erg in verlegenheid zouden brengen dat ik een paniekaanval zou krijgen.
Iemand zoals ik en een lekkere man gaan niet samen.
Voordat ze binnen gehoorsafstand van het lekkere dingdoor kan gaan met me lastigvallen over teledildonics, stop ik preventief mijn hand in mijn zak en haal er een van mijn meest dierbare bezittingen uit: mijn telefoon, oftewel Precious. ‘Je moet de app zien die ik heb gemaakt,’ zeg ik tegen Ava en ik kijk even achter me.
Gingen de wenkbrauwen van meneer lekker nou omhoog toen ik een app noemde?
Nee. Ook al lijkt het nu alsof hij naar mij kijkt. Hij bestudeert waarschijnlijk het menubord wat zich direct achter me bevindt.
‘Oké…’ Ava klinkt net zo enthousiast als ik ben als ze een vreselijk smerig verhaal over haar opleiding op de spoedeisende hulp vertelt. ‘Je kunt er jezelf mee tekenen, toch?’
‘Nee.’ Ik haal de app naar voren en staar trots naar de scherpe gebruikersinterface waar ik maandenlang op gezwoegd heb. ‘Het vertelt je op welk stripfiguur je het meest lijkt.’
‘Het is bijna hetzelfde. Maar ik hap wel. Op wie lijk ik?’
Ik voel me een beetje ondeugend, positioneer haar precies goed en maak met de app een foto. Alleen richt ik de camera op meneer lekker ding in plaats van op Ava - en de app brengt meteen een stripfiguur naar voren: Clark Kent van Superman, de animatieserie.
Ik zie het wel. Die lok haar, de bril en de gebeeldhouwde gelaatstrekken komen overeen. De kwaadaardige genius van deze zet is dat de app ook de originele foto opslaat, zodat ik, als ik dat zou willen, vanuit de afbeelding een omgekeerde zoekopdracht naar bijvoorbeeld zijn profiel op social media zou kunnen doen.
Ervan uitgaande dat ik een stalker zou willen worden.
Voordat Ava het opmerkt, richt ik de camera op haar en maak ik nog een foto.
‘Jij bent Belle.’ Ik laat haar de foto met de onschuldige ogen en het bruine haar op de telefoon zien. ‘Van Belle en het Beest.’
‘Tijdenlang verhaald, altijd even waar’, zingt ze. ‘Ik denk dat dat een compliment is. Mag ik die van jou doen?’
‘Ga je gang.’ Ik duw de telefoon in haar handen, vooral omdat ik wil zien of ze erachter kan komen hoe ze zonder mijn hulp te vragen de app moet gebruiken.
Tot mijn grote opluchting is ze er zo achter. Dit is niet zo goed als de oma-test, maar het komt in de buurt. Ik heb Ava moeten leren hoe ze haar universele afstandsbediening moest programmeren.
Als de app haar het resultaat geeft, grinnikt ze. ‘Sneeuwwitje. Is het altijd een prinses van Disney?’
‘Niet altijd.’
‘Ik wed dat het door je gemakkelijk blozende bleke wangen komt.’ Ze bekijkt me aandachtig. ‘Of het ronde gezicht.’
Ik kijk nog een keer naar het lekkere ding. ‘Ik ben al blij dat het niet een van de zeven dwergen is.’
‘Oh ja, zet een baard bij je op en je zou het evenbeeld van Bloosje zijn.’
Ik krimp ineen. Haar stem is nu op zijn hardst. De man zou doof moeten zijn om ons op dit punt nog niet opgemerkt te hebben. ‘Doe alsjeblieft wat zachter.’
‘Sorry.’ Ze geeft me mijn telefoon terug. ‘Ga je met deze app geld verdienen?’
Ik kijk naar de tijd om er zeker van te zijn dat ik niet te laat kom voordat ik Precious weer in mijn zak steek. ‘De app is gratis. Ik heb het zelfs open source gemaakt, zodat iedereen mijn code kan pakken en ze het kunnen gebruiken zoals ze willen.’
‘Is het dan voor die promotie die je wilt?’
Ik haal mijn schouders op. ‘Geen promotie, maar een zijsprong. De app was om mezelf te bewijzen dat ik het in me heb om een ontwikkelaar te zijn. Nu moet ik de mensen op het werk ook in me laten geloven of me in ieder geval voldoende laten waarderen om me de kans te geven om van afdeling te wisselen.’
In mijn ooghoek zie ik meneer lekker ding zijn bestelling plaatsen, wat betekent dat als we onze drankjes niet snel krijgen, hij zo dichtbij zal staan dat ik hem zal kunnen ruiken.
Of aanraken.
Of-
‘En dit project voor slimme seksspeeltjes zal helpen?’ vraagt Ava, die naar mijn gevoel weer te hard praat.
‘Onze bedrijfseigenaar heeft de app zelf geschreven. Dat maakt het testen zo belangrijk.’ Ik probeer te horen wat de man bestelt, maar kan alleen het woord thee opmaken - en het is leuk om te weten dat er nog een sukkel is die bereid is om een enorm bedrag voor een zak gedroogde blaadjes te betalen.
‘En die eigenaar is de beruchte Vlad de Spietser, toch?’ Ze zegt de naam met genoegen.
‘Zo noemt de geruchtenmolen op kantoor hem. Ik weet zeker dat hij in het echt meneer Vladimir Chortsky is.’
‘Of meester,’ zegt ze met haar beste Renfield-stem. ‘En je hebt vandaag een afspraak met hem? Zou er geen knoflook om je nek moeten zitten of een kruis in je slipje?’
Ik grinnik zenuwachtig. ‘Ze zeggen wel dat hij nooit slaapt. Of hij beantwoordt in ieder geval zijn e-mails op elk moment, dag of nacht.’
Ava trekt een raar gezicht. ‘Glinstert hij?’
‘Dat zal ik vandaag ontdekken.’ Meneer lekker ding loopt nu onze kant uit, dus ik moet grote moeite doen om mijn hoofd koel te houden. ‘Ik heb zijn code voor de app bekeken en die was heel elegant en inventief - passend bij een eeuwenoud wezen van de nacht. Mijn baas, Sandra, heeft me ook verteld dat wanneer hij iets schrijft, hij niet met het ontwikkelingsteam samenwerkt, maar dat de resulterende apps nooit bugs bevatten...’
‘Hoe niet spannend.’ Ava gaapt overdreven. ‘Wat ik wil weten is: heeft hij vrouwelijke werknemers gespietst?’
Sensuele vleugjes van mandarijn en bergamot zweven mijn neusgaten binnen.
Iemand zijn thee of de eau de cologne van meneer lekker ding? Hij staat nu vlak naast me, zo dichtbij dat ik niet naar hem durf te kijken, anders zal ik tot een plas smelten. Mijn hart bonkt onregelmatig en ik voel een nieuwe golf van hete kleur op mijn wangen verschijnen.
‘Fanny. Ava.’ De barista slaat onze drankjes op de toonbank.
Perfect. Voordat Ava me verder bij meneer lekker ding in verlegenheid kan brengen, pak ik mijn drankje, duw het hare in haar hand en sleep haar bij haar elleboog uit de Starbucks.
‘Ik moet aan het werk’, zeg ik als we buiten komen. Meteen vult het oorverdovende getoeter van taxi’s mijn oren. We zijn aan de overkant van Battery Park, waar je in de verte het Vrijheidsbeeld kunt zien.
Ava geeft me een kus op mijn wang. ‘Succes. En als de Spietser je in een vampier verandert, dan moet je bij mij zo snel mogelijk hetzelfde doen. Ik kan voor ons zakken met bloed uit het ziekenhuis stelen.’
Ik werp een laatste, verlangende blik door het getinte glas naar meneer lekker ding. ‘Je kunt je maar beter van je beste kant laten zien of ik zal je gewoon mijn bloedhoer maken.’
Ze lacht terwijl ze wegloopt en ik sprint naar de nabijgelegen wolkenkrabber en neem de lift naar de verdieping van mijn bedrijf.
Ik stap naar buiten en bekijk mijn omgeving. Binary Birch, zegt de plaquette aan de muur in een zeer serieus ogend lettertype. De koude utilitaire aard van de moderne inrichting is niet veranderd sinds ik hier een paar maanden geleden voor mijn persoonlijke sollicitatiegesprekken was. Geen game-kamers of hoekjes om te slapen zoals bij andere hippe softwarebedrijven - niet met de Spietser aan het roer.
De mensen om me heen zijn voornamelijk vreemden. Het bedrijfsbeleid is dat iedereen de mogelijkheid heeft om op afstand te werken als ze dat willen, dus ik heb thuisgewerkt en heb via e-mail, instant messenger en af en toe een teleconferentie-app met het kantoor gecommuniceerd.
Ik haal Precious tevoorschijn en kijk hoe laat het is. Tien minuten voordat ik het kantoor van de Spietser moet trotseren.
Ik nip van mijn thee, ga online en controleer mijn berichten.
Sandra, de QA-manager en mijn directe leidinggevende, wil me zien als ik de tijd heb.
Ik loop het doolhof van werkcabines in. Aangezien ze een van de weinige mensen is die ik van gezicht ken, vind ik haar al snel en klop op de glazen wand van haar werkruimte.
‘Hoi Sandra’, zeg ik als ze haar blik van haar scherm trekt.
‘Oh, hé, Fanny. Daar ben je.’ Met een preutse glimlach staat ze op en leidt ons naar een kleine vergaderruimte.
‘Dus,’ zegt ze, zonder me aan te kijken, terwijl we tegenover elkaar gaan zitten. ‘Ik wilde het gewoon even dubbel controleren... Je voelt je oké met het excentrieke testproject dat je gaat ondernemen, toch?’
‘Ja,’ zeg ik zo zelfverzekerd als dat ik kan veinzen.
Ik weet waarom ze het blijft vragen. Het laatste dat het bedrijf wil, is dat ik hierover een aanklacht wegens seksuele intimidatie in zou dienen of dat als ik met de Spietser praat ik zou zeggen dat ik het er niet mee eens ben, waardoor zij, mijn manager, voor gek zou staan.
‘Gelukkig’, zegt ze en we bespreken snel het project dat ik net heb getest, een app die met een fitnesstracker met een polsbandje werkt.
Ze glimlacht als ik haar vertel dat ik dankzij al het wandelen om de functionaliteit van de stappenteller te testen zelfs een paar kilo ben afgevallen.
Dan is het tijd voor de afspraak waar ik tegenop zag en Sandra leidt me naar het enige kantoor op de vloer die geen glazen wanden heeft.
Volgens sommige grappen houdt de Spietser niet van het licht en volgens andere heeft hij de privacy nodig om in alle rust te kunnen moorden.
‘Zal ik die voor je meenemen?’ vraagt Sandra, bezorgd naar mijn bijna lege kopje kijkend.
‘Zijn daar geen drankjes toegestaan?’ vraag ik.
Ze werpt een nerveuze blik naar de deur. ‘Ik kan het maar beter meenemen.’
Terwijl ik haar de beker overhandig, begint mijn eerst vaste hand te trillen.
Hoe eng kan onze glorieuze leider zijn?
‘Houd me op de hoogte.’ Sandra doet de deur voor me open.
Ik voel me als een lam dat naar de spreekwoordelijke slachtbank gaat en schuifel het hol van de Spietser binnen - en voordat ik de man zelf kan zien, sluit mijn manager, als het hulpje van een vampier die een val sluit, behulpzaam de deur achter me dicht.
Zachte muziek trilt hier in de ether. In de Hal van de Bergkoning door Edvard Grieg - een passende melodie om op dood te bloeden.
Ik vang een vleugje mandarijn en bergamot op en mijn maag draait zich om.
Het kan niet.
Ik draai me om.
Verlicht door het blauwachtige licht van een grote monitor is het prachtige gezicht van de vreemdeling te zien waar ik zojuist bij Starbucks over zat te kwijlen.
Zelfs zijn thee staat hier, op zijn smetteloos schone bureau.
‘Hallo, mevrouw Pack,’ zegt Vlad de Spietser met een licht Transsylvanisch accent. ‘Fijn je eindelijk te ontmoeten.’
Het accent is eigenlijk Russisch - iedereen weet maar zoveel over onze teruggetrokken CEO. En misschien is zijn geboorteplaats de reden waarom hij me zo formeel aansprak. Ik heb gelezen dat ze in Rusland vaak het meervoud van je en patroniemen gebruiken, zowel als een teken van respect en om goede vrienden van vreemden te onderscheiden.
Mevrouw Pack is een fatsoenlijk Engels equivalent, behalve dat ik daardoor als mevrouw Pac-Man klink: rond en hongerig naar donutgaten. En kanttekening- had dat spel niet Pac-Woman of mevrouw Pac moeten heten? Eigenlijk, godzijdank dat het niet mevrouw Pac was, dat is te dicht bij huis en ik werd als Fanny Pack al genoeg gepest.
Dan trekt het bloed uit mijn gezicht weg.
Hij zou mij en Ava gehoord kunnen hebben. Wat was het laatste-
Ik realiseer me dat hij plotseling met uitgestrekte hand boven me uittorent, net als Nosferatu.
Hij moet zijn bovennatuurlijke vampiersnelheid hebben gebruikt om van achter zijn bureau vandaan te springen en naar me toe te rennen voordat mijn hersenen het konden verwerken.
Shit. Hoe lang sta ik hier al die hand te negeren? En hoe is dit in godsnaam gebeurd? Hoe kan Vlad de Spietser meneer lekker ding zijn? Alle geruchten over deze man hebben een cruciaal detail overgeslagen: hoe verrukkelijk aantrekkelijk hij is.
‘Gaat het goed met je?’ vraagt de Spietser. Zijn accent wordt zwaarder.
Ugh, nu lonk ik naar hem. Nog steeds die hand negerend. Ik verzamel mijn moed, steek mijn arm uit en omklem zijn veel, veel grotere handpalm.
Heilig oestrogeen.
Mijn hartslag stijgt en een schok van orgastische energie verspreidt zich door mijn lichaam, waardoor een nest boze vlinders in mijn maag wordt geëlektrocuteerd voordat ze ergens laag in mijn kern terechtkomen.
Hoeveel uur is het sociaal gepast om zo’n hand vast te houden?
Met tegenzin maak ik mijn vingers van de zijne los.
Hij kijkt op me neer, zijn uitdrukking volkomen onleesbaar. Hij is ofwel een geweldige pokerspeler of deze handdruk had helemaal geen invloed op hem.
‘Ga zitten.’ Hij gebaart naar de stoel voor zijn bureau en tegen de tijd dat ik erin plof, zit hij al in de zijne. Het is een Embody van Herman Miller, de stoel die ik thuis heb, alleen de mijne is blauw en de zijne zwart.
Hij verlaagt met een kleine afstandsbediening het volume van de muziek. ‘Je hebt bij Binary Birch een geweldige reputatie, mevrouw Pack.’
Heb ik dat? Dat is nieuws. Zelfs als dat waar zou zijn, hoe zou hij dat dan weten?
Ik durf het niet te vragen, want dat kan net zo dom zijn als hem te vertellen dat zijn reputatie niet zo geweldig is.
‘Dank je,’ stamel ik voordat de stilte in een ongemakkelijk gebied verdwijnt. ‘Ik vind het heerlijk om hier te werken.’ En met heerlijk bedoel ik dat ik het tolereer. Maar wat is een klein leugentje om bestwil tussen een monster en zijn prooi?
Hij staart me aan en ik heb het gevoel dat ik misschien in de diepten van zijn ogen zal verdrinken. ‘Het project waarmee ik je vertrouw, is buitengewoon belangrijk.’
Ik beweeg mijn hoofd zo krachtig op en neer dat ik mezelf bijna een whiplash geef.
‘De klant - Belka - zal binnen twee weken de kans krijgen om het eindproduct aan de redactie van Cosmopolitan Magazine te demonstreren.’ Hij staart naar me alsof hij wil verifiëren dat ik weet wat Cosmo is, dus ik bloos en knik, voor het geval dat. ‘Dat is een enorme kans.’ Zijn donkere wenkbrauwen fronsen even, voordat hij eindigt met: ‘We mogen Belka niet teleurstellen.’
‘Ja, Meneer.’ Ik geef hem een krachtig militair saluut.
Wacht, wat? Waarom deed ik dat?
Er is geen spoor van amusement op zijn gezicht te zien. Hij moet door het verleden aan dergelijke gebaren gewend zijn geraakt toen hij aan Napoleontische oorlogen en wat al niet deelnam.
Hij vouwt zijn handen samen. ‘Ik realiseer me dat je het meest grondige testplan in gedachten moet hebben.’
Eigenlijk heb ik op dit moment de gedachte om aan die lange, mannelijke vingers te zuigen, maar dat houd ik voor mezelf.
‘Ik hoop dat je me je plan met wat extra testcases laat verrijken - die misschien al met de jouwe overlappen.’ Hij steekt zijn hand in zijn bureau en haalt er een paar geniete vellen papier uit.
Nu pas besef ik dat hij me eigenlijk vertelt hoe ik mijn werk moet doen - wat hetzelfde zou zijn als dat ik hem zou leren hoe hij op de juiste manier bloed moet drinken. Een beetje een control freak?
Terwijl ik de papieren pak, strijken onze vingers even langs elkaar, waardoor nog eens tientallen joules elektriciteit naar mijn lagere regionen wordt gestuurd.
Blozend kijk ik naar wat ik vasthoud.
Hmm. Roze papier. Een vage geur van parfum. Vrij cursief met hartjes die af en toe de punt op een ‘i’ zetten. Een vrouw moet dit voor hem hebben samengesteld en niet Sandra, wiens geur meer aan gekookte kool doet denken. Trouwens, Sandra is naar alle constante ‘Redt een boom’-propaganda in haar e-mailhandtekening te oordelen door elektronische communicatie geobsedeerd.
De steek van jaloezie die ik plotseling ervaar, is even ongepast als krankzinnig.
Om er niet bij stil te blijven staan, blader ik door de inhoud van de papieren - en terwijl ik dat doe, voel ik de blos zich naar mijn oren en borst verspreiden, waardoor ze zo rood als een biet worden.
Er zijn items zoals ‘is er een orgasme bereikt?’ en ‘hoe vaak?’
Ik heb het eerste al in mijn testplan staan, maar het laatste niet - wat natuurlijk niet de bron van mijn onrust is.
Het is gewoon dat het lezen van het woord orgasme in zijn aanwezigheid verkeerd voelt.
En vies.
En op de een of andere manier tegelijkertijd ook nog heet.
Ik kan hier maar beter weggaan met wat voor mijn resterende waardigheid door moet gaan.
‘Ik zal ervoor zorgen, eh... dit bij mijn testen’ - ik wapper met de papieren om mezelf af te koelen - ‘te gebruiken.’
Hij reikt onder het bureau, rukt er iets onderuit en legt het tussen ons in op het bureau.
Ik staar ernaar.
Strikt genomen is het een koffertje, maar alleen in dezelfde zin als dat een discobal een wereldbol is. Het is met stippen en met zoveel verschillend gekleurde stenen bezet dat je zou denken dat een regenboog-scheten-latende-eenhoorn erop had geëjaculeerd.
Als ik beter kijk, realiseer ik me dat de meeste ontwerpen geen stippen zijn, maar kleine veelkleurige penissen en vagina’s die iemand nauwgezet met de hand heeft getekend.
Ik hoop tenminste dat het met de hand was.
Mijn wangen gaan voorbij aan het rode uiteinde van het zichtbare spectrum en stralen evenveel infrarood uit als een lastoorts.
Vervelend is dat Vlads gezicht alleen de neutrale professionaliteit laat zien die hij tijdens deze hele ontmoeting heeft getoond. Misschien is hij een van de vampieren van Anne Rice - haar ouderen worden na verloop van tijd alsof ze van steen zijn gemaakt.
‘De hardware zit erin’, zegt hij.
Een kruising tussen een hik en een gegiechel ontsnapt aan mijn keel.
Hij heeft zojuist een verzameling dildo’s hardware genoemd en waarschijnlijk niet als een grapje.
‘Begrepen!’ Ik spring overeind en reik naar de koffer, terwijl hij hem naar voren schuift.
Onze vingers raken elkaar even en genereren genoeg elektrische schokken om de speeltjes een week lang van stroom te voorzien. Ik slik en ruk de koffer van het bureau.
Het is zwaar. Er moeten meer dan een paar dildo’s in zitten en wie weet wat nog meer.
Ik hoop dat Dominika’s vagina het allemaal aankan. Om nog maar te zwijgen over het kleine fortuin dat het verzenden van deze ‘hardware’ naar Tsjechië zal kosten. Ik hoop echt dat niemand op het DHL-kantoor me zal vragen wat erin zit. Trouwens, ik bid dat niemand hier op kantoor me terwijl ik naar de lift sprint de vraag ‘Waarom heb je een koffer bij je?’ zal stellen.
‘Het was leuk je te ontmoeten,’ zeg ik tegen Vlad en bereid me voor op de sprint.
‘Zie ik je over vijf minuten bij de maandelijkse vergadering?’ vraagt hij.
Ik laat mijn met genitaliën gegraveerde bagage bijna vallen.
In theorie zou iedereen de maandelijkse vergadering bij moeten wonen. Het doel ervan is dat we een idee hebben van waar de rest van Binary Birch aan werkt, mogelijkheden voor synergie vinden, en andere bedrijfsabracadabra te bespreken. Aangezien ik vanuit huis werk, bel ik in de praktijk meestal via de telefoon naar deze vergadering en negeer het meeste ervan, terwijl ik mijn eigenlijke testwerk doe.
Ik weet één ding: de Spietser staat erom bekend dat hij ook nooit persoonlijk bij deze vergadering aanwezig is - en hij heeft geen excuus om vanuit huis te werken. Hij belt gewoon in en zegt nooit een woord, hoewel mensen beweren e-mails te ontvangen over een aantal dingen die tijdens de vergadering zijn besproken, wat erop duidt dat hij echt luistert - en daarom is iedereen tijdens het hele gebeuren altijd op zijn best.
Toch zei hij ‘zie je’, niet ‘hoor je’, dus de traditie staat op het punt om de een of andere reden te worden verbroken.
Nu moet ik natuurlijk de vergadering bijwonen.
Met deze koffer.
Schiet me nu maar neer.
‘Bevestigd,’ antwoord ik en vecht tegen een nieuwe drang om te salueren. ‘Zie je zo.’
Ik draai me lomp om en loop naar de deur, popelend om van het hol en zijn vampierbewoner te ontsnappen.
Zijn stem houdt me tegen terwijl ik naar de deurklink reik. ‘Trouwens, mevrouw Pack...’ zegt hij tegen mijn rug en voor het eerst bespeur ik een vleugje emotie in zijn toon. ‘Je zou iets moeten weten. Ik spiets mijn werknemers niet.’
Met de koffer in mijn hand schiet ik vanuit het kantoor van de Spietser naar de toiletten alsof de honden van de hel me op de hielen zitten. Een enkele gedachte schiet als een kapotte langspeelplaat door mijn hoofd.
Hij heeft ons bij de Starbucks gehoord.
In ieder geval het gedeelte over dat hij vrouwelijke werknemers zou spietsen.
Wat heeft hij nog meer gehoord?
Hoe erg zit ik in de problemen?
‘Wat is dat in Jezusnaam?’ vraagt een aantrekkelijke zwartharige vrouw als ik uit mijn toilethokje kom.
Ik werp een ongemakkelijke blik op de koffer die ik bij een van de wastafels heb laten staan. ‘De schooltas van mijn nichtje.’
Ik heb geen nichtje, maar als ik die wel zou hebben en dit haar schooltas zou zijn, dan zou ze serieuze therapie nodig hebben.
De vreemdeling kijkt me aan alsof ik een exotische krekel in een terrarium ben. ‘Ik ben Britney Archibald.’
Deze dag wordt steeds erger. Hoewel ik haar nog nooit persoonlijk of via video heb gezien, kennen we elkaar - in ieder geval via instant messenger en e-mail.
Ze is een van de vijf vrouwen die op de ontwikkelingsafdeling werken en ik heb pasgeleden een programma getest dat zij heeft geschreven.
Helaas is ze, in tegenstelling tot de rest van haar afdeling, geen erg goede programmeur - of in ieder geval een onzorgvuldige - omdat ik een overvloed aan bugs in haar app heb gevonden, veel meer dan normaal. Ze bleek als het op mijn bevindingen aankwam een flinterdunne huid te hebben en haar correspondentie met mij nam een vijandige wending. Ik heb geprobeerd de boel op te lossen, vooral omdat ik op haar afdeling wil werken, maar ze heeft mijn pogingen om een videogesprek te beginnen en het uit te praten afgewezen.
De enige reden waarom ik dit niet naar onze managers heb gerapporteerd, is dat ik geen klikspaan ben. Bovendien gaat het gerucht dat Britney een veel betere hacker dan een ontwikkelaar is. Ze heeft blijkbaar nadat ze het met een man op de verkoopafdeling had uitgemaakt, zijn social media-accounts gehackt en zijn profielafbeeldingen in een foto veranderd waarop hij een soort ponyspel aan het doen is.
Heb ik weer dat ik, terwijl ik een met genitaliën versierde gruwel in mijn bezit heb, van alle mensen haar tegen moet komen.
Ik roep al mijn professionaliteit aan en steek mijn hand uit. ‘Ik ben Fanny Pack.’
Ze staart vol walging naar mijn hand.
O shit. Ik heb mijn handen nog niet gewassen en ik betwijfel of ze ‘urine is steriel’ als excuus zal accepteren.
Ik zie ook dat ze haar ogen samenknijpt als ze zich herinnert waarom mijn naam haar bekend voorkomt.
‘Goed om een naam bij een gezicht te hebben,’ flap ik eruit, pak de koffer, en ren naar de deur. Over mijn schouder voeg ik toe: ‘Zie je zo bij de maandelijkse vergadering.’
Ik denk dat ze met iets kattigs antwoordt, maar ik hoor niet wat ze zegt.
Ik ren naar de bijkeuken en was daar mijn handen in de gootsteen. Dan drink ik een glas water en sluip ik de grote vergaderzaal binnen waar de maandelijkse vergadering plaats zal vinden.
Geweldig.
Ik ben de eerste.
Ik neem de stoel in de verste hoek en zet de koffer onder de tafel.
Zo. Niemand kan het nu zien en het comfort van mijn knieën is een kleine prijs om te betalen.
Terwijl ik wacht tot de rest van de werknemers binnenkomt, haal ik Precious van de bedrijfswifi en zoek op internet naar informatie over de Spietser.
Het is griezelig hoe weinig ik kan vinden.
Hij is obsceen rijk, maar dat wist ik al. Hij heeft een succesvol softwarebedrijf, ik werk daar, dus duh.
Er zijn online geen foto’s van hem te vinden. Niet op de website van Binary Birch, niet in de kranten en nergens anders waar ik kijk. Als ik met mijn app geen foto van hem had gemaakt, dan zou ik er zeker van zijn geweest dat hij het type vampier is die geen weerspiegeling in een spiegel zou hebben of op foto’s zou staan.
Hij heeft ook geen enkel profiel op social media, zelfs geen professioneel profiel, zoals LinkedIn. Mijn idee dat ik bij Starbucks had om hem via een omgekeerde zoekopdracht via zijn foto op te zoeken, zou mislukt zijn.
Dat hoef ik nu natuurlijk niet te doen. Ik weet wie hij is, en elke vorm van romantiek is uitgesloten. Hij is de baas van mijn baas, of baas in het kwadraat, om nog maar te zwijgen van een beruchte workaholic die voor niets anders in zijn leven tijd heeft.
Bovendien ben ik er zeker van dat hij voor iemand die voor hem werkt geen interesse zou hebben, want dat zou betekenen dat hij die persoon zou moeten spietsen en hij heeft gezegd dat hij dat niet met werknemers doet. En zelfs als gespietst worden een mogelijkheid zou zijn, dan ben ik er vrij zeker van dat hij het niet bij mij zou willen doen.
Ik zou niet eens zo moeten denken, zeker niet op zo’n cruciaal moment in mijn carrière.
En toch maak ik een Google-melding aan voor zijn naam. Als er dan online iets over hem zou verschijnen dan ben ik op deze manier de eerste die het weet.
Een deur slaat dicht, waardoor mijn hoofd omhoogschiet.
Terwijl ik Precious in mijn zak stop, realiseer ik me dat de kamer nu vol zit en de man die ik net aan het cyberstalken was, staat aan het hoofd van de tafel met zijn rijke blauwe ogen die achter zijn bril intens glanzen.
Ik slik.
Meestal zit een van de projectmanagers deze vergadering voor, maar op dit moment zit hun hele team ineengedoken in de hoek.
Tenminste de mannen. De vrouwen in deze kamer lijken spontaan te ovuleren.
Britney is bijna in haar kwijl aan het stikken en zelfs Sandra, die minstens dertig jaar ouder moet zijn dan hij, is bijna net zo rood als ik.
‘De afgelopen maanden heb ik aan Project Belka gewerkt’, zegt de Spietser zonder ook maar een ‘hallo allemaal’ te zeggen. ‘Het zit nu in de testfase.’ Hij kijkt me even aan en Britney’s ogen draaien mijn kant op en worden dan spleetjes.
Ik zink lager in mijn stoel en doe mijn best om een schildpad na te doen. Voor de liefde van J++, vertel ze alsjeblieft niet over de koffer vol seksspeeltjes. Alsjeblieft, met een liter van het sappigste bloed er bovenop.
Hij doet het niet.
In plaats daarvan beweegt hij zijn blik naar waar de accountants zitten. ‘Als het QA-team onkostendeclaraties met de tag Belka indient, dan moet het papierwerk bespoedigd worden. Als je wat voor vragen dan ook over het waarom van de rapporten hebt, stel die dan aan mij.’
De uitdrukkingen op de gezichten van het boekhoudteam suggereren dat er geen vragen zullen zijn. Ooit.
Dit is eigenlijk geweldig. Ik wilde eigenlijk de uitbundige verzendkosten die ik op het punt sta te maken opgeven, maar zonder zijn uitvoerend bevel had ik de moeite niet gedaan. Het boekhoudteam heeft me met een kluitje in het riet gestuurd toen ik voor mezelf een ergonomisch toetsenbord had besteld en een meer werkgerelateerde uitgave is er niet.
Maar hoe wist hij dat? Is hij een precognitieve vampier, à la Alice in Twilight?
‘Dit geldt voor al het andere ook.’ Zijn blik dwaalt door de kamer en blijft even op me rusten. ‘Project Belka is een prioriteit.’
Wauw.
Geen druk of zo.
Wierp Sandra me net met een schuldige blik toe? Zij was degene die me aan dit project heeft toegewezen, maar aan de andere kant, gezien hoe belangrijk dit ding blijkt te zijn, heeft ze me een soort compliment gegeven van ‘laten we degene met de meeste kans om te overleven onder de bus gooien’.
Britney steekt haar hand op met de opwinding van een middelbare scholier die voor het eerst in haar leven het antwoord op iets weet.
De Spietser negeert haar, draait zich om en loopt de kamer uit.
‘Heb je hulp nodig?’ roept Britney tegen zijn rug. ‘Ik kan code reviewen...’
De deur slaat achter hem dicht.
De kamer haalt collectief opgelucht adem, iedereen behalve Britney. Ze ziet eruit alsof iemand zojuist haar geliefde tarantula heeft geschoren.
De telefoon met de conferentiebrug piept om ons te laten weten dat de Spietser zich net weer als zijn gebruikelijke spookachtige aanwezigheid bij de vergadering heeft gevoegd.
Een van de projectmanagers neemt de vergadering over, maar ik kan dankzij alle adrenaline die door mijn systeem stroomt niet volgen wat hij of wie dan ook zegt.
Dit project is enorm belangrijk.
Ik mag het niet verpesten.
Om mezelf te kalmeren, haal ik Precious tevoorschijn.
Ik doe net alsof ik naar een belangrijke memo kijk, breng mijn app naar voren en gebruik hem op mijn collega’s.
De tekenfilmdubbelganger van Sandra blijkt Dory van Finding Nemo te zijn. Britney krijgt Maleficent, dat is geen verrassing. Iemand van de verkoop doet de app aan Sylvester de kat denken, een vrouw in de boekhouding is Pepe Le Pew, terwijl twee jongens van de ontwikkelingsafdeling met Beavis en Butt-Head matchen.
Nu ik de meeste van mijn collega’s op deze manier zie, realiseer ik me iets: de verhouding tussen vrouwen en mannen op de ontwikkelingsafdeling en het bedrijf in het algemeen is veel hoger dan in de software-industrie in het algemeen. Dit is vooral in het licht van deze ratio in het onderwijssysteem interessant. Toen ik computerwetenschappen aan het Brooklyn College volgde, was ik vaak de enige vrouw in mijn klas.
Zit de Spietser of de HR-afdeling hierachter? Als het de Spietser is, dan ben ik onder de indruk - met zijn vampirische levensduur is hij misschien volwassen geworden toen het glazen plafond zich vijf centimeter boven de grond bevond.
Nou, wie er ook achter zit, het is één ding minder om me zorgen over te maken als het om de overplaatsing naar de ontwikkelingsafdeling gaat.
En wat dat betreft, ik voel me nu meer dan ooit vastbesloten om dat te doen. Ik denk zelfs dat ik mijn verzoek zo snel mogelijk in moet dienen. In eerste instantie was ik op de voltooiing van het Belka-project aan het wachten, maar dankzij deze vergadering heb ik wat zichtbaarheid verdiend en zal er waarschijnlijk geen betere tijd komen.
Gedurende de rest van de vergadering speel ik in gedachten verschillende versies van mijn overplaatsing uit.
Als het voorbij is, wacht ik tot iedereen weg is voordat ik de koffer weer pak.
Sylvester de kat en Pepe Le Pew zijn een paar van de laatsten die vertrekken, met Beavis en Butt-Head op hun hielen.
Alleen Sandra is nu over en ze is duidelijk expres als laatste gebleven.
Wat haar reden ook is, ik besluit het moment te grijpen voordat ik niet meer durf. ‘Hoi, Sandra. Er is iets belangrijks waarover ik met je wilde praten.’
Ze verbleekt. Ik wed dat ze denkt dat ik op het punt sta om van het testproject af te zien.
Voordat ze een hartaanval kan krijgen, geef ik haar mijn ware reden en terwijl ze luistert, keert er wat kleur op haar wangen terug.
‘Heb je enige ervaring met coderen?’ vraagt ze als ik klaar ben met mijn redenen te vertellen. ‘Dat is het eerste dat ze me zullen vragen als ik dit ter sprake breng.’
Ik vertel haar over mijn app en bied aan om een link naar de source control-database te delen, zodat ze die door kan geven aan wie ze ook maar wil laten zien waartoe ik in staat ben.
‘Graag,’ zegt ze. ‘Ik zal dat aan iedereen in het ontwikkelingsteam overhandigen, samen met een stralende aanbeveling van mij.’
Ik straal naar haar. ‘Het spijt me dat ik je team moet verlaten. Testen is niet-’
Ze wuift het weg. ‘Het zal jammer zijn om je te verliezen, maar je moet vooral aan je carrière denken.’ Ze werpt een heimelijke blik op de deur en haalt de stekker uit de telefoon van de vergaderruimte. ‘Ik wilde ook ergens met jou over praten. Ik weet dat je altijd geweldig werk levert, maar doe alsjeblieft je best als het om het Belka-project gaat. Ik ben bang dat als er iets mis zou gaan, onze beide banen op het spel staan.’
Geweldig.
Ik krijg de positie die ik wil of ik verlies mijn baan helemaal.
‘Het komt goed,’ zeg ik met een zelfvertrouwen waarvan ik zou willen dat ik hem ook voelde. ‘Laat het maar aan mij over.’
Sandra sluit de telefoon weer aan. ‘Laat me weten als ik ietskan doen om te helpen.’
‘Dat zal ik doen.’ Ik glimlach en hoop dat ze weggaat.
Ze staat daar.
‘Dag,’ zeg ik.
Ze fronst. ‘Ga je nog niet weg?’
‘Ik moet nog een e-mail checken,’ lieg ik.
Hoewel ze op de hoogte is van het testen van de seksspeeltjes, wil ik nog steeds niet dat ze de koffer ziet.
‘Veel succes,’ zegt ze en eindelijk gaat ze weg.
Ik wacht nog een minuut totdat iedereen zich naar hun cabines heeft verspreid, haal dan de koffer met seksspeeltjes onder de tafel vandaan en sprint de vergaderruimte uit - en tackel bijna Britney, die op weg naar de liften op de gang rondhangt.