Rhoxana (NL) - Eduard Meinema - E-Book

Rhoxana (NL) E-Book

Meinema Eduard

0,0
5,99 €

oder
-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Ze worden heksen genoemd, maar ze zijn zoveel meer.
Tenminste, als de kring kompleet is.

Nu zijn ze drastisch op zoek naar de vrouwen die de kring haar kracht en haar macht kunnen teruggeven. Helaas worden deze power-vrouwen ook door anderen gezocht. Anderen, met minder goede bedoelingen...

Tobias Asser heeft zijn twijfels over de dood van zijn moeder. Nu krijgt hij de kans de waarheid te horen. Althans, dat denkt hij. Onverwacht belandt hij in een felle strijd tussen magiërs die allemaal hetzelfde willen: macht. En blijkbaar is hij degene die hen daarbij kan helpen...

Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:

EPUB
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Femke & Eduard Meinema

Rhoxana (NL)

First published by www.transfiction.nl 2021

Copyright © 2021 by Femke & Eduard Meinema

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, scanning, or otherwise without written permission from the publisher. It is illegal to copy this book, post it to a website, or distribute it by any other means without permission.

First edition

This book was professionally typeset on Reedsy Find out more at reedsy.com

Contents

Chapter 1

Rhoxana - RADIX boek 1

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

Het volgende deel in deze serie

Nog meer fantastische Fantasy

Laat maar zien!

About the Author

Chapter 1

Rhoxana - RADIX boek 1

Ze worden heksen genoemd, maar ze zijn zoveel meer.

Tenminste, als de kring kompleet is.

Nu zijn ze drastisch op zoek naar de vrouwen die de kring haar kracht en haar macht kunnen teruggeven. Helaas worden deze power-vrouwen ook door anderen gezocht. Anderen, met minder goede bedoelingen…

Tobias Asser heeft zijn twijfels over de dood van zijn moeder. Nu krijgt hij de kans de waarheid te horen. Althans, dat denkt hij. Onverwacht belandt hij in een felle strijd tussen magiërs die allemaal hetzelfde willen: macht. En blijkbaar is hij degene die hen daarbij kan helpen…

1

Met de palm van zijn hand veegde hij een deel van de beslagen spiegel schoon. Een spoor van druppels zakte langzaam over het spiegelende glas naar beneden. De warme damp van de douche had een mistgordijn in de kleine ruimte veroorzaakt. Toby droogde zich snel af, sloeg de handdoek om zijn onderlichaam en deed de deur van de badkamer open. ‘Niet vergeten om op mijn to-do-list te zetten,’ dacht hij, ‘ventilatie repareren.’

Terwijl hij zijn scheerapparaat pakte, trok de mist in de badkamer langzaam op. De spiegel was nog niet helemaal helder, maar Toby had geen tijd, en bovenal niet het geduld, langer te wachten. Hij liet hij het apparaat over zijn kin glijden. Meer op de tast dan op zicht. ‘Ik zou me eerst moeten scheren en daarna pas douchen. Dan zou ik dit probleem niet hebben. Ja. Dat zou handig zijn.’ Hij dacht terug aan zijn moeder, de prachtige donkerharige vrouw met haar bruine, bijna zwarte, ogen. Hoeveel jaar was het nu geleden dat ze was overleden? Negen? Tien? De datum wist hij niet meer, kon hij zich niet meer herinneren, maar hij kon haar gezicht nog zo voor zich halen. Zonder foto, video of ander beeldmateriaal als hulpmiddel. Gewoon, zomaar. Ineens. Alsof ze pas gisteren…

Hij wilde net zijn scheerapparaat opbergen toen hij de lange haar onder zijn kin zag. ‘Waar kom jij nou weer vandaan?’ mompelde hij in zichzelf. ‘Je bent zo lang. Net alsof ik je bewust een week lang met rust heb gelaten, je daar heb laten zitten zodat je in alle rust kon groeien.’ Hij pakte de lange baardhaar tussen duim en wijsvinger. Met een korte ruk trok hij de haar met wortel en al uit zijn kin. Geleerd van zijn moeder. Niet dat zij zich moest scheren, maar af en toe had ze ook ineens één zo’n lange, weerbarstige haar op haar gezicht. Zo een die vanuit het niets leek op te duiken. Een heksenhaar noemde ze het. ‘Genetisch bepaald jongen,’ had ze hem gezegd. ‘Mijn moeder had het; haar moeder had het… niets bijzonders.’

‘Goddank,’ zei hij dan. ‘Ik was al bang dat onze familie uit heksen bestond.’

Ze reageerde dan nooit, maar lachte alleen maar fijntjes. ‘Ach lieverd, heksen…’

Hij legde het scheerapparaat terug in de la; op de plek waar het apparaat altijd lag. Zocht een aftershave uit en spoot de geur snel en ruim over zijn gezicht. En per ongeluk in zijn oog. ‘Godver!’ vloekte hij luid. Gooide de aftershave fles in de wasbak, draaide de kraan open en liet het verkoelende water over zijn oogbol lopen. ‘Kut, wat stom.’ De tijd begon te dringen. Hij moest zich al haasten en nu dit nog. Ohhhh… zo stom.

De deurbel ging. ‘Nee,’ zei Toby. ‘Nu al?’ Snel droogde hij zijn gezicht af, haastte zich naar de deur en drukte op het kleine videoscherm. Op het beeld zag hij de lege ontvangsthal die zich zeven etages lager bevond. Achterdochtig bekeek hij het beeld. Drukte de microfoon in en vroeg: ‘Rhox?’

Het hoofd met het rode, krullende haar verscheen in beeld. ‘Ben je er klaar voor?’ vroeg Rhoxana.

Hij gniffelde zenuwachtig. ‘Ik denk het.’

‘Wat is je oog rood. Heb je gehuild?’

‘Huh? Oh, nee. Ongelukje.’

‘Oh?’ vroeg ze uitdagend lachend. ‘Vertel.’

‘Later. Ik pak m’n spullen en dan kom ik naar beneden.’

‘Oké. Zie je zo.’

Hij keek haar nog even na. De rode krullen maakten haar gezicht opvallend. Opvallend mooi. Haar kleding daarentegen was eenvoudig. Een simpele spijkerbroek, een paar afgetrapte sneakers en een verwassen T-shirt waar in spiegelschrift ‘New York’ op stond. Of misschien had ze het shirt uit balorigheid binnenstebuiten aangetrokken. Dat zou wel typisch iets voor haar zijn. In ieder geval was er niets dat erop wees dat Rhoxana anders was dan anderen. Hij wist wel beter.

Toby pakte zijn jack en zijn autosleutels. Rende de trap af en spreidde zijn armen om Rhoxana te verwelkomen.

Ze liet zich niet in zijn armen vangen, hield de deur voor hem open en zei: ‘Kom op, als het aan jou ligt, komen we te laat.’

‘Jij weet vast wel een maniertje om ze te laten weten dat we onderweg zijn. Of niet soms?’

Ze keek hem schalks aan.

‘Nou, anders weet ik wel een manier hoor,’ lachte hij terwijl hij zijn mobieltje omhoog hield. ‘Beetje ouderwets misschien? Hoewel jouw… sorry, jullie methodes zijn nog ouder.’

Haar bruine ogen fonkelden; leken te gloeien. ‘We hebben een afspraak hè, Toby? Ik hoef je niet alles twee keer te zeggen, toch?’ Ze hield haar vlakke hand op. Hij legde braaf zijn mobieltje erin. Fronste zijn wenkbrauwen toen hij zag hoe het apparaatje begon te knipperen en zichzelf uitschakelde zonder dat Rhoxana zelfs maar een knop had aangeraakt. ‘Goed zo. Ik neem je mee, maar je zal nooit weten waar we naartoe gaan.’

‘Kinky,’ grapte hij.

‘En gedraag je serieus. We hebben geen behoefte aan clowns.’

Hij had het gevoel dat ze bekeken werden. Zo onopvallend mogelijk sloeg hij zijn ogen op, keek omhoog naar het raam in het appartement naast het zijne waar hij nog net een glimp van zijn buurvrouw kon zien. Tobias begon te grinniken. Hij kon het niet laten, stak zijn arm omhoog en zwaaide naar de nieuwsgierige buurvrouw. ‘Dag mevrouw Hayek,’ riep hij overdreven enthousiast. ‘Onverbeterlijk die vrouw,’ mompelde hij terwijl hij de portier van zijn auto open deed. Rhoxana hield haar hand weer op. ‘Wat? Wil jij rijden?’ Haar antwoord was niet veel meer dan een geheimzinnig lachje van haar bruinrode lippen. ‘Oké Mona Lisa, jij je zin,’ zei hij en gaf haar zijn sleutels.

Ze nam plaats achter het stuur. Verbaasde hem door hem te helpen zijn veiligheidsriem om te doen. Hij begreep pas waarom toen ze in één vloeiende beweging een doek uit haar jaszak haalde en hem een blinddoek voordeed. Daarna legde ze haar hand op het dashboard. Hij voelde een sensationele trilling vanuit de auto door zijn lichaam trekken. Het navigatiescherm maakte een kort, knetterend geluid en werd zwart. Het geheugen van de boordcomputer was gewist en zou Toby achteraf geen informatie kunnen geven over waar hij was geweest. ‘Heb je nog vragen?’ zei Rhoxana tevreden.

‘Heel veel.’

‘Over vanavond,’ zuchtte ze.

‘Ik dacht dat ik vanavond antwoord op al mijn vragen zou krijgen? Dat ik alles mag vragen wat ik wil weten?’

‘Als jij dat wil… mij best. Maar alles heeft een prijs, Toby. En ik weet niet of jij bereid bent, nou ja, ik weet niet tot hoe ver jij wilt gaan.’

Toby voelde zich steeds minder op zijn gemak. Hij mocht niet rijden; mocht niet weten waar hij naartoe werd gebracht. En de reactie van Rhoxana leverde hem vooralsnog meer vragen op dan antwoorden. Hij legde zijn hand op de rode knop van de veiligheidsriem. Klaar om de knop in te drukken, de riem te ontkoppelen en de auto te verlaten. Desnoods als de wagen nog in volle vaart over de weg scheurde… ‘Misschien kun je me nog één keer vertellen wie er vanavond allemaal zijn?’

‘Nee.’

‘En daar moet ik het maar mee doen?’

‘Ja.’

De blinddoek ontnam hem alle zicht, toch draaide Toby, als een soort automatisme, zijn hoofd naar Rhoxana. ‘Ik kan je niet zeggen hoe benieuwd ik ben naar alle informatie die ik vanavond krijg. Als iedereen zo spraakzaam is als jij, wordt het vast een hele informatieve avond.’

‘Wacht nou maar af.’ Ze trok aan de hendel onder de stoel en schoof de zitting naar voren. Zwijgend reed ze weg.

Het geheimzinnige lachje rond haar mond, kon hij niet zien…

2

Na verloop van tijd doorbrak Toby de stilte. Hij had geprobeerd te tellen hoe lang het duurde voor ze een afslag namen; hoe vaak ze naar links of naar rechts reden. Maar al snel was het teveel voor hem om te onthouden. Voor zijn gevoel waren ze zeker al een uur onderweg. ‘Hoe lang nog?’

‘Een minuut of vijf.’

‘Gelukkig.’

Rhoxana zei niets.

‘Kende jij mijn moeder ook?’

Rhoxana reageerde nog steeds niet.

‘Het lijkt verdomme wel een ontvoering,’ mopperde Toby.

‘Maar dan wel een waarbij de gijzelaar vrijwillig is meegegaan,’ sneerde Rhoxana.

Daar had Toby niets op terug.

‘Luister. Jij hebt ons benaderd. Jij wilde, ehm, meer weten over je moeder.’

‘Ja. Dat is toch heel normaal? Ik heb haar nauwelijks gekend. Ik was veertien, of vijftien… misschien zestien, ik weet het niet meer.’

‘Je was dertien.’

‘Oh. Dus je weet wel degelijk meer?’

Alsof ze al te veel had gezegd, deed Rhoxana er het zwijgen toe. Vijf minuten later parkeerde ze de auto, Toby’s auto, op de oprit van een vrijstaand, leeg huis. In de tuin stond een bord met de tekst ‘te koop’ en daaronder de naam en het telefoonnummer van een makelaar. ‘We zijn er, maak je riem maar los.’

‘En de blinddoek?’

‘Die laat je zitten.’

‘Waarom? We zijn er toch? Of… ga je me nou vertellen dat ik dat ding de hele avond op moet houden?’

‘Je doet wat ik, of mijn zusters, je vertellen te doen.’

Toby ging steeds zwaarder ademhalen. De twijfels namen toe. Had hij hier wel goed aan gedaan? Na jarenlang intensief zoeken, had hij ze gevonden. Had hij eindelijk contact kunnen maken met deze bijzondere kring, de Zusters van Ypatos. Wie ze waren? Wat hun doel was? Hij had geen idee. Eén ding wist hij wel. Zijn moeder, en haar moeder en die van haar, en misschien zelfs de generaties daarvoor; alle afstammelingen in vrouwelijke lijn waren lid van dit geheimzinnige genootschap van zusters. Waren ze wel lid? Of waren ze aangesloten? Aanbidders? Hij had geen idee. Veel vragen, nauwelijks antwoorden.

‘Neem hem mee,’ zei Rhoxana tegen twee of misschien wel meer vrouwen. Toby kon niets zien. Wist niet waar hij was. Begon nu zelfs te twijfelen wat hij hier kwam doen.

Een warme hand pakte zijn arm vast. Leidde hem behoedzaam door het donker. Hij hoorde een deur openschuiven. ‘Pas op, opstapje,’ zei de vrouw voordat ze hem hardhandig in een bestelbusje duwde. Hij viel op een metalen vloer. Hoorde nog twee vrouwen instappen en hoe de deur weer werd dichtgeschoven. ‘Hou je vast,’ zei een andere vrouw die voorin leek te zitten.

‘Waaraan?’ vroeg hij ongerust.

In plaats van een antwoord voelde hij hoe een injectienaald in zijn arm werd geprikt.

‘Nee!’ riep hij. ‘Wat flikken jullie me nou?’ Hij probeerde overeind te komen. Maar merkte dat hij niet voldoende kracht had.

Enkele seconden later verloor hij het bewustzijn.

3

‘Waar ben ik?’ De blinddoek was af, maar Toby’s armen en benen waren met DUCT-tape aan een stoel vastgemaakt. Hij probeerde zich los te rukken maar gaf al snel op.

Voor hem stond een vrouw, gekleed in smetteloos witte kleding; een kapje over haar hoofd zodat alleen een klein deel van haar gezicht zichtbaar was. Ze keek hem onderzoekend aan. Hij knipperde ongemakkelijk met zijn ogen toen ze met een fel lampje in zijn ogen scheen. ‘Hij is in orde,’ zei ze tegen iemand die blijkbaar achter hem stond.

Hij voelde zijn hart bonzen. De vrouw die voor hem stond, liep weg. Achter hem langs. Hij probeerde te kijken waar ze naartoe ging maar kon zijn hoofd niet zo ver draaien. Zijn nek was ook met DUCT-tape vastgezet. ‘Hee!’ riep hij. ‘Wat is dit? Waar slaat dit op? Laat me los!’

De ruimte om hem heen was maagdelijk wit. Het had niets engs, maar de stilte en de onzekerheid maakten hem toch doodsbang. Zijn adem stokte in zijn keel.

‘Gaat het?’ vroeg een roodharige vrouw die rustig naderbij kwam.

‘Rhoxana! Godzijdank, je moet me los maken…’

De vrouw legde kort haar hand op zijn schouder. ‘Ik ben Rhoxana niet.’

Hij keek haar ongelovig aan. De vrouw leek als twee druppels water op de roodharige krullenbol die hem had opgehaald. Ontvoerd had hij onderweg gekscherend gezegd. Nu hij hier zat, vastgeketend aan een stoel, vond hij zijn eigen opmerking lang zo leuk niet meer. ‘Niet? Wie ben je dan? Haar tweelingzus?’

Ze glimlachte zodanig dat haar neus rimpeltjes vertoonde. ‘Zo zou je het kunnen noemen.’

Zijn ogen keken haar vragend aan. ‘Jullie zijn heksen hè? Dit is een heksenkring. Ik wist het! Ik wist het al die tijd al.’

De roodharige vrouw keek hem verbaasd aan. ‘Denk je dat?’ lachte ze.

‘Wilde je zeggen van niet dan?’

Ze kwam met haar gezicht dicht bij het zijne. Haar bruine, bijna zwarte ogen, drongen diep door in de zijne. Ze was knap. Aantrekkelijk, maar ook… afstandelijk. Afstotend. Afschrikwekkend. Zijn ogen knipperden, zijn lichaam rilde. ‘Ach jongen toch.’

Hij zat gespannen in zijn stoel. Voelde zo onopvallend mogelijk of hij zich kon losmaken. Onmogelijk; de DUCT-tape gaf geen millimeter mee. Plotseling greep ze hem bij beide armen vast. Zijn adem stokte. Met een ruk draaide ze hem om. Voor hij besefte wat er gebeurde keek hij ineens de andere kant op. Naar dat wat zich eerst achter hem bevond. Zijn mond viel open toen hij de vrouwen zag zitten. Twee rijen van ieder zes stoelen, beide rijen in een kwart cirkel geplaatst, die beiden eindigden bij dezelfde grotere stoel enigszins afgezonderd van de rest, die blijkbaar bestemd was voor de hoofdheks. Of hoe de leider van deze club ook mocht heten. Vier stoelen waren leeg, waaronder de simpele ‘troon’ aan het hoofd van de twee rijen, in de andere acht stoelen zaten vrijwel identieke vrouwen. Allemaal in het wit gekleed. Allemaal met lange, rood krullende haren.

‘Wat is dit? Een slechte grap?’ stamelde Toby.

De vrouw die net Toby’s stoel had rondgedraaid, liep langs hem en nam plaats in de lege, afgezonderde stoel. ‘Dit is de Void,’ zei ze.

Hij keek haar niet begrijpend aan.

‘De staat van niet zijn… het niet bestaande.’

‘Jullie… bestaan niet?’ vroeg Toby verbaasd. ‘Oh, wacht, dit is mijn verbeelding. Die injectie, dat was iets waardoor ik hallucineer.’

‘Nee,’ antwoordde de vrouw met een geheimzinnig lachje rond haar mond. ‘Wij zijn het stadium voor het begin. Voor de Eerste.’

‘De eerste wat?’

‘God.’

Toby liet het even op zich inwerken. Schudde zijn hoofd. ‘Dit is echt een hele slechte trip. Wat heb je me gegeven, Rhoxana?’

‘Wij zijn de zusters van Ypatos. De eerste God; superieur aan alle anderen.’

‘Wow. Toe maar. Geen reden om bescheiden te zijn.’

De vrouwen keken elkaar zwijgend aan.

4

Rhoxana keek toe hoe Toby door de twee vrouwen meegenomen werd. Ze kon nog net zijn kruintje zien verdwijnen voordat de deuren van het bestelbusje dicht werden gegooid. Dat was het dan. Ergens voelde ze zich schuldig dat ze hem dit aandeed. Ze kende Toby nog niet zo lang, maar het was een lieve jongen, deed geen vlieg kwaad. Hij had echter zelf contact met haar gezocht. Hij wilde meer weten, meer antwoorden over zijn moeder. Rhoxana schudde het schuldgevoel van zich af. Hij wilde dit zelf. Ze hoopte met heel haar hart dat hij niet dezelfde fout zou begaan als zijn moeder zoveel jaar geleden. Hij had haar gevraagd of ze zijn moeder kende. Natuurlijk kende ze zijn moeder. Lydia. Maar dat kon ze hem niet zeggen. Als ze hem vooraf had verteld wat ze van zijn moeder wist, had hij zichzelf uit de auto gegooid in de hoop dat de klap hard genoeg was om het niet te kunnen overleven. Hij zou kapot zijn gegaan van verdriet, van onbegrip en van angst. Rhoxana keek om zich heen en voelde zich vreemd. Doelloos. Ze stond nog met de sleutels in haar hand naast de auto van Toby. Toby was weg. En hoewel ze wist dat het heus wel goed zou komen, hoopte ze toch dat hij snel terug zou zijn, ondanks dat ze er vrijwel zeker van was dat dat ook zou gebeuren. Ze had vertrouwen in haar zusters. Rhoxana wist zeker dat haar zusters zich zouden vermommen als haar, om vertrouwen te wekken bij Toby. Je bent immers eerder geneigd mee te werken met iemand die je al kent, toch? Waarschijnlijk zou hij een spuitje krijgen met een of ander magisch goedje dat ervoor zorgt dat hij alles wat hij zou zien of horen, bij terugkomst was vergeten. Behalve de essentiële dingen, natuurlijk. Het belang was groot, nee, het was essentieel dat Briana gevonden zou worden. Als hij dat ook vergat, was deze hele avond voor niks. Rhoxana wist dat Toby een goede relatie had met Briana, zijn bloedeigen zus. Zoals een echte heks betaamt wist ze dat gewoon, zonder dat ze hem verder echt goed kende. Het enige wat ze niet kon met haar heksenmagie, was uitvinden waar Briana zich exact verscholen hield. Geen van haar zusters kon dat - als ze dat wel konden dan hadden ze Toby niet eens nodig gehad. Dat Toby uit zichzelf contact had gezocht, kwam dus perfect uit. Hij was als een muis die de muizenval in liep. Geheel vrijwillig, maar de uitwerking ervan was niet zo fortuinlijk. Niet dat Toby vermoord zou worden, natuurlijk niet. Daarvoor hadden ze hem nog te hard nodig. Die fout was één keer eerder gemaakt met Lydia, en zo’n fout zouden ze heus geen tweede keer maken. Lydia was te beschermend over haar kinderen, of in dit geval, over Briana. Briana vormde het laatste puzzelstukje, de ontbrekende zuster in het zuster genootschap. En niet zomaar een ontbrekende zuster, maar de belangrijkste van hen allemaal. Lydia had haar bij geboorte niet voor niets de naam Briana gegeven. Haar naam stond voor ‘de sterke’, ‘de machtige’. En zonder de sterke en machtige Briana, hadden de krachten van het zusterschap niets voor te stellen. Rhoxana keek naar Toby’s autosleutels in haar bleke, slanke hand. Ze keek om zich heen, sloot haar ogen, en legde haar vrije hand op het dak van de auto. Binnen een seconde was de auto, inclusief sleutels, verdwenen. Veilig teruggestuurd naar de parkeerplaats voor de flat van Toby. Hij had hem immers toch niet nodig, haar zusters zouden ervoor zorgen dat hij na afloop van deze hen belangrijke en voor hem spannende avond, veilig en wel terug in zijn huis zou belanden. Rhoxana hield haar ogen nog iets langer gesloten; daarna verdween zij ook.

‘Wat denk jij, Mavelle? Zou hij al terug zijn?’ vroeg Rhoxana aan haar vogel. Rhoxana had Mavelle ooit gekocht bij de lokale dierenwinkel, nu alweer een paar jaar geleden. Ze was toendertijd al minstens twintig jaar oud, wat haar nu een jaar of dertig maakte. Het was een doodnormale papegaai, zo’n grijze met een rode staart. Eentje die makkelijk een jaar of vijftig kon worden. Maar Rhoxana had Mavelle betoverd. Iedereen weet dat papegaaien zo nu en dan een woordje met je babbelen, maar dat was voor de eenzame Rhoxana niet genoeg. Ze had behoefte aan een maatje, een vriend. De betovering zorgde ervoor dat Mavelle zich als een volwaardig mens zou gedragen, en ook even oud kon worden als een mens. Zo gezegd, zo gedaan. Sindsdien leefde Rhoxana samen met haar vogel, waarmee ze behalve vogelzaad voeren, ook gezellig mee kon kletsen. Mavelle nam plaats op de eettafel en keek Rhoxana met een scheef koppie aan. ‘Ik weet het niet. Waarom probeer je hem niet te bellen?’

Rhoxana tastte in haar broekzak en haalde Toby’s telefoon tevoorschijn. ‘Dat gaat ‘m niet worden…’

Mavelle sloeg op en neer met haar vleugels. ‘Ja, weet ik veel. Jij bent hier de heks.’