Scott NL - Meinema Eduard - E-Book

Scott NL E-Book

Meinema Eduard

0,0
2,99 €

oder
-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Diepe wateren hebben diep verborgen geheimen. Drie vissers trotseren de elementen om hun dagelijkse kost te verdienen. Hun netten brengen iets uit de diepte boven dat beter beneden had kunnen blijven...

Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:

EPUB
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Eduard Meinema

Scott (NL)

First published by www.transfiction.nl 2021

Copyright © 2021 by Eduard Meinema

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, scanning, or otherwise without written permission from the publisher. It is illegal to copy this book, post it to a website, or distribute it by any other means without permission.

First edition

This book was professionally typeset on Reedsy Find out more at reedsy.com

Contents

1

2

3

4

5

6

About the Author

1

“Gaat het maatje?” riep Peter Martensz lachend naar de jongere Nick Visser. “Stevig briesje he?”

“Briesje?” zei Nick half kotsend. “Volgens mij moeten we een SOS versturen. Dit gaat niet goed man.”

Hoge golven sloegen over het dek van de trawler. Nick had het gevoel dat het vissersschip ieder moment over de kop zou slaan. De grijsgroene zee was hier, ten noorden van Schotland, ruig en onstuimig. En vandaag leek ze nog ruiger en onstuimiger dan normaal.

“Hoor je dat Virgil?” riep Martensz naar de schipper. Zijn stem kwam met moeite boven de stormachtige wind uit. “Ik geloof dat iemand hier zijn laarzen vol staat te pissen…”

Nick Visser kreeg niet eens de kans om beledigd te reageren. Hij moest zich zo snel als mogelijk aan de reling vastgrijpen om niet overboord te slaan. De trawler schokte en trilde plotseling wild, maar het waren niet de hoge golven die het schip en haar bemanning liet stuiteren. Verschrikt keken Martensz en Visser, zich ondertussen krampachtig vastklampend aan alles waar ze zich aan vast konden houden, naar de stuurhut.

De stuurhut was leeg.

De schipper weg.

“Jezus. Waar is Virgil?” riep Nick in paniek. “Hij is… hij is… toch niet overboord geslagen?”

Het hoofd van Virgil Dammers kwam langzaam boven het instrumentenpaneel uit. Eén hand tegen zijn bebloede voorhoofd gedrukt. Het stuurwiel draaide wild in het rond tot Virgil kans zag overeind te komen en erin slaagde het stuurwiel weer stevig in zijn handen te krijgen. Hij zwaaide, met een van pijn vertrokken gezicht, naar zijn tweekoppige bemanning. “Ik ben oké. Verloor mijn evenwicht door de klap.”

Hoewel de storm onverminderd voort raasde en de Nederlandse vlag op het achterdek aan flarden werd gescheurd, leek de trawler in iets rustiger vaarwater te komen, Martensz durfde voorzichtig de reling los te laten. “Wat de hel was dat? Die klap?” riep hij. “Het leek wel of we ergens aan zijn blijven hangen. Het net zal toch niet een wrak ofzo hebben geraakt?”

Het gezicht van de schipper stond nu niet alleen pijnlijk, maar ook bezorgd. “Godsamme, ik hoop niet dat het net kapot is; dat gaat weer geld kosten. En…” Hij besloot te zwijgen. Zijn bemanning hoefde niet te weten dat het water hem letterlijk en figuurlijk aan de lippen stond. Niet nu. Niet hier op open zee.

“En wat?” riep Martensz.

Virgil Dammers wuifde zijn eigen commentaar weg. “We gaan het net binnenhalen,” besloot hij.

“Maar… Dat ding ligt nog geen tien minuten in het water,” zei Nick. Hij was juist zo blij dat het zware werk erop zat. Verheugde zich erop een kop warme koffie in de kombuis te nemen en even bij te komen van de nattigheid en de kou. Mits zijn misselijkheid geen spelbreker zou zijn.

“Kom op watje,” zei Martensz streng. “Even volhouden. We moeten het net controleren op gaten. Anders varen we hier voor de kat zijn viool en verdienen we geen van allen iets.” Hij keek met één oog bezorgd naar de stuurhut. Al meer dan twintig jaar voer hij samen met Virgil Dammers; de twee oude rotten hadden aan een half woord genoeg om te begrijpen wat er aan de hand was. De laatste weken was de schipper echter niet zichzelf. Er was meer aan de hand dan hij vertelde. Het had geen zin ernaar te vragen; als de tijd rijp was, zou hij er ongetwijfeld zelf wel mee komen. Maar dat moest niet te lang gaan duren, besloot Martensz. “Nou maatje. Pak ‘an,’ zei hij tegen Nick.

Met vereende krachten werd het net binnengehaald. Het net was nog niet helemaal boven water, toen Martensz de platvis al zag spartelen. “Tong!” riep hij tevreden lachend naar Virgil die op zijn beurt een duim omhoog stak.

Tong, dacht Virgil. Een begeerde vis die een mooie prijs zou opleveren. Misschien zou deze trip toch nog mee vallen.

Het laatste stuk van het net kwam met moeite naar boven. Nick keek benauwd naar de kraan die het net aan boord moest takelen. Het verroeste metalen gevaarte piepte, kraakte en leek langzaam door te buigen; het was de enige van de twee kranen aan boord van de boomkor trawler die nog werkte. “Peter?” vroeg hij angstig. “Gaat dit goed?”

“Wacht!” snauwde Peter Martensz. Hij liep naar de gereedschapskist, haalde er twee pikhaken uit waarvan hij er één aan Nick gaf. “Meetillen,” commandeerde hij.

De schipper had geen hint nodig. Hij verliet zijn stuurhut en greep ook een pikhaak. De storm en de regen maakten het werk van de drie mannen een uitdagend, bijna onmogelijk karwei. Na meer dan een kwartier lag het net eindelijk aan boord.

Uitgeput, keken de mannen elkaar vragend aan. In het net, midden tussen de spartelende, in doodsstrijd verkerende vissen, lag een langwerpig, cilindervormig metalen object.

“Is… is dat een… torpedo?” vroeg Nick. Hij wist dat in deze wateren nog regelmatig oude explosieven uit de Tweede Wereldoorlog werden opgevist. “Godsamme. Echt wat voor mij,” klaagde hij. “Meer dan vijfenzeventig jaar na de oorlog alsnog sneuvelen.”

Peter Martensz en Virgil Dammers wisselden een blik. “Neuh,” zei Virgil. “Torpedo’s zijn kleiner. En smaller. Dit lijkt meer op een, eh… op een…”

“… doodskist,” vulde Peter aan.

Virgil knikte bevestigend. Zijn gezicht was nu niet alleen bebloed van de klap die hij in de stuurhut had gemaakt, maar ook grauw van de zorgen. Had het net dan toch een scheepswrak geraakt? Zoiets had hij in alle jaren dat hij op de visserij zat nog nooit gezien. Wat hadden ze in godsnaam opgevist?