De Vrouw: Haar bouw en haar inwendige organen - Aletta H. Jacobs - E-Book

De Vrouw: Haar bouw en haar inwendige organen E-Book

Aletta H. Jacobs

0,0
1,99 €

oder
-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Aletta H. Jacobs' 'De Vrouw: Haar bouw en haar inwendige organen' is a groundbreaking work that delves into the anatomy and physiology of women. Written in a clear and understandable style, this book provides detailed insights into the female body, exploring its intricacies and functions. Jacobs combines scientific knowledge with a compassionate approach, making this book not only informative but also engaging for readers interested in women's health and biology. 'De Vrouw' is a significant contribution to the study of women's anatomy, highlighting the importance of understanding the female body in medical research and practice. Aletta H. Jacobs, as the first female physician in the Netherlands, brings a unique perspective to this book, drawing from her own experiences in the field of medicine and advocating for women's health rights. Her expertise and passion shine through in every chapter, making this book a must-read for anyone interested in women's health and physiology. I highly recommend 'De Vrouw: Haar bouw en haar inwendige organen' to all readers seeking a comprehensive and insightful exploration of the female body.

Das E-Book können Sie in Legimi-Apps oder einer beliebigen App lesen, die das folgende Format unterstützen:

EPUB
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Aletta H. Jacobs

De Vrouw: Haar bouw en haar inwendige organen

 
EAN 8596547474531
DigiCat, 2023 Contact: [email protected]

Inhoudsopgave

Vierde druk. Deventer. Æ. E. Kluwer.
Voorwoord.
Bij den tweeden druk.
Bij den derden druk.
Bij den vierden druk.
Inleiding.
Eerste afdeeling.
De Huid.
Het Geraamte.
De Spieren.
De Bloedsomloop.
Het Zenuwstelsel.
De Spijsverteringsorganen.
De Ademhalingsorganen.
De Pisorganen.
Tweede afdeeling.
De Geslachtsorganen.
Beschrijving der platen.
Plaat II. De Spieren.
Plaat III. De Bloedsomloop.
Plaat IV. Het zenuwstelsel.
Plaat V. Het Geraamte (gedeeltelijk) en de inhoud van borst- en buikholte.

Vierde druk. Deventer. Æ. E. Kluwer.

Inhoudsopgave

Stoomdrukkerij—»Davo«—Deventer.

Voorwoord.

Inhoudsopgave

De schromelijke onbekendheid van velen, zelfs van ontwikkelden, met het kunstig samenstel van hun eigen lichaam heeft mij meermalen getroffen.

Vooral van vrouwen was ik dikwerf getuige van de gebrekkige kennis van het lichaam in het algemeen en van den bouw, de ligging en de verrichting harer geslachtsorganen in het bijzonder.

Doch ook niet zelden vernam ik de begeerte naar lektuur om zich die kennis eigen te maken. Vakboeken, die het onderwerp gewoonlijk zeer uitvoerig behandelen, konden daarvoor moeilijk in aanmerking komen. Beknoptheid toch is voor dergelijke lektuur voor leeken een eerste vereischte. Daarom vond ik in het verzoek van den uitgever, bij de hierachter gevoegde beweegbare platen den tekst te leveren, gereede aanleiding, om te trachten een beschrijving te geven, die aan dit vereischte voldoet.

In aanmerking genomen de rijke stof, die hier ter bewerking werd geboden, is de beschrijving ongetwijfeld beknopt. Mocht daaronder evenwel de volledigheid of bevattelijkheid hier en daar geleden hebben, dat de welwillende beoordeelaar dan rekening houde met den steeds tijdens de bewerking gekoesterden wensch, om het onderwerp in zoo klein mogelijk bestek te behandelen.

Bij de afbeeldingen in den tekst vermeldde ik de bron, waaraan zij werden ontleend. Voor de indeeling der stof volgde ik in hoofdzaak en ook hier en daar voor den inhoud het pas verschenen Duitsche werkje van Dr. G. Panzer: »Die Frau. Anschauliche Darstellung des weiblichen Körpers.«

Amsterdam 1899. A. H. J.

Bij den tweeden druk.

Inhoudsopgave

Met erkentelijkheid gewaag ik van de welwillende beoordeeling, die mijn arbeid mocht ten deel vallen. De geleverde kritiek was niet van dien aard, dat zij tot wijzigingen van eenig belang aanleiding gaf. Trouwens, nog slechts weinige maanden verliepen, sedert de eerste druk verscheen, zoodat het zeer wel mogelijk is, dat meer en ernstiger kritiek nog volgt. In welken geest deze echter ook moge uitvallen, dit kan met voldoening geconstateerd worden, dat uit den thans reeds noodig geworden tweeden druk blijkt, hoezeer het werkje voorziet in de sedert lang gevoelde behoefte aan een beknopte, populaire beschrijving van het lichaam in het algemeen en van den bouw, de ligging en de verrichting der vrouwelijke geslachtsorganen in het bijzonder.

Amsterdam 1899. A. H. J.

Bij den derden druk.

Inhoudsopgave

Spoediger dan ik had durven verwachten, verraste de uitgever mij met de tijding, dat reeds een derde druk van mijn arbeid noodig is. De wensch van den uitgever om den prijs van het werkje aanmerkelijk te verlagen, ten einde een grooter kring van lezers te krijgen, werd door mij ernstig overwogen. Want ook mij kan het niet anders dan aangenaam zijn, dat het doel, waarmede de arbeid werd ondernomen, welk doel in het voorwoord van den eersten druk is kenbaar gemaakt, zoo volledig mogelijk worde bereikt.

Het bleek echter, dat voor een goedkoope uitgave de beweegbare platen, aan het eind van het boekje geplaatst, moesten worden opgeofferd. En dit achtte ik, in verband met de zeer beknopte behandeling van de stof en de menigvuldige verwijzingen naar die platen, ten eenenmale ongewenscht.

De derde druk gaat derhalve de wereld in als de beide eerste, slechts werd hier en daar, ter verduidelijking van den tekst, een kleine verandering gebracht in de redactie.

Den wensch, dat het onthaal van deze oplaag voor de vroegere niet zal behoeven onder te doen, kan ik niet nalaten hier te uiten.

Amsterdam, 1900. A. H. J.

Bij den vierden druk.

Inhoudsopgave

Toen ik mij neerzette, om bij de hierachter gevoegde beweegbare platen van het vrouwelijk lichaam den tekst te leveren, kon ik weinig vermoeden te voorzien in een blijkbaar zoo groote behoefte.

Dat dit boek in betrekkelijk weinig jaren reeds een vierden druk beleeft, bewijst, dat de hedendaagsche vrouwen en meisjes niet langer in onwetendheid willen verkeeren omtrent den bouw van haar lichaam en de ligging en verrichting harer geslachtsorganen.

De betrekkelijk hooge prijs, voornamelijk een gevolg van de groote kosten der beweegbare platen, waren oorzaak, dat het niet kon komen in handen dier vrouwen, bij wie groote financieele draagkracht ontbreekt. Het was mij daarom een zeer welkome tijding, dat de uitgever er in is geslaagd, den vierden druk voor een merkbaar lageren prijs te kunnen aanbieden en daardoor den vrouwen, voor wie het boek eigenlijk in de eerste plaats werd samengesteld, de gelegenheid te openen het te kunnen koopen.

Moge het blijken, dat de nieuwe lezerskring, die het thans kan bereiken, er even groote belangstelling voor koestert.

Amsterdam, 1910. A. H. J.

Inleiding.

Inhoudsopgave

De mensch is samengesteld uit verschillende organen, waarvan de geslachtsorganen dienen tot instandhouding van de soort, al de overige tot behoud van het individu.

Terwijl bij het mannelijk en vrouwelijk individu de geslachtsorganen verschillend zijn, valt voor de overige organen geen wezenlijk onderscheid waar te nemen, noch wat samenstelling, noch wat verrichting betreft.

Hun vorm evenwel verschilt dikwijls. Deze vormverschillen, ieder afzonderlijk gering, zijn te zamen genomen zoo groot, dat wij dadelijk het onderscheid tusschen man en vrouw opmerken.

Zoo is in het algemeen genomen de vrouw niet zoo groot en zwaar gebouwd als de man. Bij haar meer vetafzetting in het onderhuidsch celweefsel, waardoor haar spieren en de uitsteeksels der beenderen nauwelijks zichtbaar zijn; bij hem daarentegen de spieren gemakkelijker waarneembaar en de beenige uitsteeksels duidelijker in het oog vallend.

Borst, buik en billen zijn bij de vrouw eenigszins boogvormig; bij den man min of meer rechtlijnig.

De schouderbreedte is bij vrouwen kleiner dan de heupbreedte, bij de mannen is juist het omgekeerde het geval; hiermee staat in verband, dat bij de vrouwen ook de borst smaller is dan de buik en het tegenovergestelde weer bij de mannen valt waar te nemen.

De lichaamslengte in haar geheel genomen leert ons, dat bij vrouwen relatief het hoofd langer, de hals korter, de romp langer en de armen en beenen korter zijn dan bij mannen. Vooral de betrekkelijk lange romp en korte beenen van de vrouw zijn opvallend. Haar dijen zijn aanmerkelijk korter en breeder dan van den man en iets binnenwaarts geplaatst, doordien de dijbeenderen onder een eenigszins anderen hoek in het heupgewricht staan.

Tot den leeftijd van 9 à 10 jaren zijn de jongens in den regel grooter dan de meisjes; daarna tot aan de puberteitsjaren, den geslachtsrijpen leeftijd, zijn meisjes grooter en zwaarder dan jongens van denzelfden leeftijd. Na dien tijd gaan de jongens weder sterker groeien en overtreffen spoedig de meisjes in lengte en gewicht. Jongens blijven, hoewel langzaam, tot hun 23e jaar groeien, terwijl meisjes reeds op 20-jarigen leeftijd den vollen wasdom bereikt hebben.

Na deze algemeene beschouwing zal in de volgende hoofdstukken worden uiteengezet, in hoever de verschillende organen van het lichaam tot de vorming van het vrouwelijke type bijdragen.

Eerste afdeeling.

Inhoudsopgave

De Huid.

Inhoudsopgave

De huid (cutis), waarmede het geheele menschelijke lichaam is overtrokken, is bij de vrouw zachter en fijner dan bij den man. Zij bestaat uit drie opvolgende lagen: opperhuid (epidermis), lederhuid (corium of derma) en onderhuidsch celweefsel. Bij het Kaukasische menschenras (waartoe wij behooren) is de huid geel-wit van kleur; in de okselholte, aan borsttepel en tepelkring, alsmede aan de uitwendige geslachtsdeelen neemt zij een donkerder tint aan.

De huid bevat haren, smeer- en zweetklieren. De in de huid wortelende haren zijn bij den man op meer plaatsen aanwezig dan bij de vrouw. Bij de vrouw komen zij voor op het behaarde gedeelte van het hoofd, hier zelfs in rijke hoeveelheid, vervolgens in de okselholte en op de schaamdeelen; bij vele vrouwen ontwikkelen zich op 45- à 50 jarigen, den zoogen. climacterischen leeftijd, ook op de lip en de kin dikke, sterke haren, die bij sommigen harer een werkelijken baard vormen.

De smeerklieren geven een vettige substantie af, welke langs het haar naar buiten treedt. Zij zijn evenals de haren en de zweetklieren in de twee bovenste lagen van de huid gelegen.

In de derde laag, het onderhuidsch celweefsel, pleegt zich vet op te hoopen; bij de vrouw is dit in zoo aanzienlijke mate het geval, dat de vormen hierdoor een voor haar karakteristieke volheid en ronding verkrijgen.

De huid heeft verschillende bestemmingen te vervullen. Zij is zintuig voor het gevoel, orgaan van afscheiding (zweet en huidsmeer) en helpt mede de inwendige lichaamstemperatuur op bepaalde hoogte te houden.

Het Geraamte.

Inhoudsopgave