Gebroken Zandloper - Joseph Roelands - E-Book

Gebroken Zandloper E-Book

Joseph Roelands

0,0

Beschreibung

Als haar grootvader haar op pad stuurt, is de 32-jarige Juliette een toonbeeld van degelijkheid. Maar al vanaf dag één, blijkt deze geheimzinnige opdracht van opa, net zo van belang voor haar zelf te zijn, als voor hem. Waardoor het een mysterieuze ontdekkingsreis wordt, op het raakvlak tussen de fysieke – en spirituele werkelijkheid van een goddelijke oerkracht. Werelden die, vanaf dat moment, meer en meer met elkaar verstrengeld raken door vriendschap, vrouwelijke intimiteit en erotiek.

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern
Kindle™-E-Readern
(für ausgewählte Pakete)

Seitenzahl: 733

Das E-Book (TTS) können Sie hören im Abo „Legimi Premium” in Legimi-Apps auf:

Android
iOS
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Gebroken Zandloper

Gebroken Zandloper

Joseph Roelands

Auteur: Joseph Roelands

Coverdesign: Joseph Roelands

ISBN: 9789403642291

© Joseph Roelands

01: ‘when in Rome …’

vrijdag 1 mei

De geluiden van het drukke Romeinse verkeer dringen door de wijd opengeslagen balkondeuren mijn royal-suite op de vierde verdieping binnen. Zittend op de rand van het bed schop ik mijn schoenen uit en wrijf over mijn pijnlijke voeten. Ik sta op en ga naar de luxe ingerichte badkamer om het tweepersoonsbad vol te laten lopen. De marmeren vloer voelt aangenaam koel. Terug in de kamer kleed ik me verder uit.

De spijkerbroek stroopt strak omlaag langs mijn bezwete benen. Die zal ik met de temperaturen hier in Italië voorlopig niet nodig hebben. Net op het moment dat ik mijn bh losknoop valt mijn blik, tussen de zachtjes wapperende vitrages door, naar buiten. Aan de overkant van de smalle steeg staan twee bouwvakkers op het dak. Hun gereedschap roerloos in de hand, turen ze strak in mijn richting.

Tot mijn eigen verbazing voel ik niet de neiging om uit het zicht te lopen of snel de gordijnen dicht te trekken. Wetend dat ze kijken, hun ogen bijna voelend op mijn blanke huid, laat ik meer van mezelf zien. Mijn bh glijdt langs mijn gestrekte armen naar beneden en landt op het bed. Langzaam draai ik me weer om zodat ik zeker weet dat ze een goed zicht hebben op mijn borsten. Het idee windt me zelfs op. Dat is vreemd. Ik heb mezelf nog nooit op enige vorm van exhibitionisme kunnen betrappen.

Slechts gekleed in mijn slipje slenter ik traag heupwiegend naar de gordijnen. Vlak voordat ik ze dichttrek, kijk ik hen plotseling recht aan en geef een brutale knipoog. De zware gordijnstof schuift tussen ons in. Nu pas voel ik mijn wangen kleuren. Dit gevoel van schaamte had ik al veel eerder verwacht.

Als ik me even later in een heerlijk schuimend bad laat zakken, zie ik in de spiegel dat mijn wangen nog altijd vuurrood zijn. Waarom deed ik dit? Alsof ik het zelf niet was. Het is toch al zo’n rare week geweest. Ik sluit mijn ogen en probeer me te ontspannen, denkend aan eerder deze week. Mijn grootvader had me bij zich geroepen. Al ruim in de tachtig bemoeit hij zich weinig met de rederij. Af en toe wil hij via mij nog wel eens proberen om invloed op mijn vader uit te oefenen.

Dit keer ging het echter helemaal niet over het werk. Hij wilde mij iets persoonlijks vragen. Opa heeft geregeld dat ik de aankomende drie maanden niet op kantoor hoef te zijn. Of ik niet voor hem op reis zou willen. Hij deed er nogal geheimzinnig over, maar ik ken hem al lang genoeg om daar niet verbaasd over te zijn. In blind vertrouwen ben ik vanochtend afgereisd naar Rome. Maandag heb ik een afspraak met een zekere professor Berini, op de universiteit. Nu eerst drie dagen genieten van de eeuwige stad …

[[… verlicht door de fakkels loop ik onder de oude gewelven door in de richting van het hypnotiserende tromgeluid. Veertien jonge vrouwen staan mij op te wachten in een halve cirkel. Hun doorschijnende witte gewaden laten weinig aan de verbeelding over. Ze zijn jong en stuk voor stuk mooi. Geen van hen schat ik ouder dan twintig. Sommigen zelfs amper zestien … of jonger. Achter de rij, de blauwe gloed van het heilige vuur. Twee van hen lopen me tegemoet.

Glimlachend nemen ze elk een arm en geleiden me naar het midden van de cirkel. Uit de schaduw komen nu ook jongemannen tevoorschijn. Ze sluiten de kring achter me. Zij zijn eveneens schaars gekleed. Toch voel ik me niet opgelaten als ik hen zie. Een koude bries draait door de ruimte en strijkt langs mijn borsten … ik ril ervan. Ik kijk omlaag en realiseer me dat ik volledig naakt ben. Ik heb het koud …]]

… het water is al flink afgekoeld als ik uit deze merkwaardige droom ontwaak. Geen wonder dat ik het koud heb. Verstijfd klauter ik uit bad. Ik stap onder de warme stralen van de regendouche. Het gevoel keert terug in mijn lijf. De beelden van mijn droom laat ik met gesloten ogen nog eens voorbij trekken. Bijzonder. Ik trek de luxe badjas aan en loop, een handdoek om mijn haren wikkelend, terug naar de kamer. Op de drempel blijf ik staan. Bij de kast heeft een kamermeisje de spullen uit mijn koffer netjes opgeborgen.

De jonge vrouw beseft kennelijk niet dat ik aanwezig ben. Ik sliep nog blijkbaar toen ze geklopt moet hebben voordat ze binnenkwam. Met de lege koffer nog op het bed houdt ze één van mijn jurkjes voor zich terwijl ze in de spiegeldeur kijkt. Stil sla ik haar gade. Ze is bijzonder mooi. Ik schat haar een jaar of tweeëntwintig, slank, zwarte haren elegant in een knotje gestoken. Zelfs het niet flatteuze tenue van de kamermeisjes staat haar goed.

‘Je mag ‘m wel passen als je wilt,’ zeg ik plotseling in het Engels.

Met wijd opengesperde ogen draait ze zich met een ruk verschrikt om. Ze begint meteen in het Italiaans excuses te ratelen. Ik schiet in de lach en kijk haar niet-begrijpend aan. Ze beseft de verwarring, waarna ze overschakelt over op keurig verzorgd Engels met een charmant, licht Italiaans accent.

‘Sorry mevrouw, ik keek er alleen naar. Ik wist niet dat u ook hier was. Vertel het alstublieft niet aan mijn baas.’

Ik probeer haar wat gerust te stellen maar het ratelen houdt pas op als ik vlak voor haar sta en een vinger op haar mond leg.

‘Geen paniek. Ik vind het niet erg!’

Ze knikt, hangt vlug het laatste jurkje in de kast, waarna ze zich de kamer uit haast.

Op de wekkerradio is het 14:22. Nog vroeg. Ik heb echter nog niets gegeten vandaag, behalve iets in het vliegtuig, dus heb ik honger. Ik föhn mijn haren, maak me licht op en kleed me aan. Zomers dit keer, in een vuurrood jurkje met open schoenen. Minder dan een kwartier later, best snel voor mijn doen, loop ik de voordeur van het hotel uit. Willekeurig kijk ik omhoog naar de overkant, maar de bouwvakkers zijn nergens te bekennen. Ik verbaas me over de lichte teleurstelling die ik daarbij voel.

Ik loop de smalle straat uit en zie het mooie Piazza Navona voor me. Ik scan de terrasjes. Ondanks het vroege tijdstip, zie je toch her en der al wat mensen eten. Toeristen waarschijnlijk. Ik zoek een plekje aan een vrije tafel in de schaduw van een luifel. Een jonge ober komt met de kaart. Hij kijkt professioneel niet verbaasd als ik op dit belachelijke tijdstip een krabsalade bestel … en een glas rode wijn.

Zo vroeg in het seizoen is het toch al een drukte van belang op het beroemde plein. Toeristen verdringen zich rond de fonteinen voor de gebruikelijke selfies en kopen uit het aanbod aan te dure snuisterijen aandenkens voor thuis. Minder dan tien meter van mijn terras doet een kunstenaar zijn uiterste best om de forse dame vóór hem, nog enigszins elegant in een schets te vereeuwigen. Gadegeslagen door één van de vele duo’s van agenten die op het plein moeiteloos de orde handhaven.

De zon werpt mooie schaduwen over de donkere kasseien van het plein. Het geroezemoes is als een eentonige achtergrondmuziek die me tot rust brengt. Ik voel me heerlijk. Sterker nog, ik heb me in tijden niet zó goed gevoeld.

Nadat mijn verloofde vorig jaar in de zomer plots is overleden heb ik me eigenlijk alleen maar voortdurend op het werk gestort. Ik besef dat dit de eerste keer moet zijn dat ik me sinds dat zwarte moment weer eens voel alsof ik op vakantie ben. Al ben ik hier in Rome wel voor een nog onbekende reden. Nu ben ik vrij en vind dat niet erg.

De gedachten aan Patrick maken me wat melancholisch. Toch barst ik in elk geval niet weer in huilen uit. Ik geniet zelfs van het mijmerend aan hem denken. Langzaam mijn wijn drinkend glijdt de tijd voorbij. Ondanks mijn vochtige ogen voel ik me echt gelukkig. Hij voelt dichtbij en ik weet dat hij blij zou zijn voor me, dat ik me weer warm voel van binnen. Een traan rolt over mijn wang. Lachend veeg ik hem weg. Wat een rare mix van emoties heb ik vandaag al meegemaakt.

De ober brengt me een derde glas wijn. Ik probeer hem duidelijk te maken dat ik die niet heb besteld. Hij wijst achter me naar binnen. Ik draai me om en zie aan de bar het kamermeisje van het hotel zitten. Ik wenk haar, waarop ze zonder enige aarzeling naast me aan het tafeltje komt zitten.

Ze zegt dat ze me hier zag zitten in het voorbijlopen. Ik leek te ver in gedachten verzonken om me te storen. Ze besloot daarom me een glas wijn te geven als bedankje dat ik haar chef niets heb verteld. We raken verder aan de praat. Ze vertelt me dat ze Luna heet, drieëntwintig jaar oud is en architectuur studeert aan de universiteit hier in Rome. Haar ouders hebben een pension in een vissersdorpje hier niet ver vandaan. Daarom moet ze haar studie grotendeels zelf bekostigen, middels haar baantje in het hotel.

Luna vraagt me wat mij naar Rome brengt.

Ik moet lachen: ‘ik heb eigenlijk geen idee,’ en vertel haar kort wat mijn grootvader mij gevraagd heeft. Geïntrigeerd luistert ze naar het verhaal van hoe ik op pad ben gestuurd.

‘Dus je bent op een geheime missie,’ fantaseert ze verder, ‘ik ken professor Berini van de universiteit. Hij is een oude professor in de archeologie. Dus deze missie zal wel iets te maken hebben met de antieke Romeinse tijd, vermoed ik.’

Het is grappig dat ik door deze toevallige ontmoeting nu al meer weet dan door wat mijn opa me vertelde. Archeologie? Ik weet dat mijn opa vele interesses heeft. Maar deze is nieuw voor mij. Zelf vind ik het een wat stoffig onderwerp voor oude mannetjes in bibliotheken. Hoe dan ook, maandag weet ik meer.

‘Wat zijn dan nu je plannen voor het weekend?’ onderbreekt Luna de dwalingen in mijn hoofd.

Nog geen plannen, vertel ik haar en vraag of ze misschien tips heeft.

Heel even twijfelt ze, maar zegt dan: ‘ik wil je wel rondleiden als je persoonlijke gids.’

Het lijkt me heerlijk om meer tijd met haar door te brengen. Ik kan me geen fijnere gids voorstellen dus vraag ik haar wat ze daarvoor zou willen hebben.

Haar gezicht betrekt een beetje. Haar ogen kijken me beledigd aan. Het was haar niet om geld te doen, maar het lijkt haar gewoon leuk om met mij het weekeinde op pad te zijn.

Ik twijfel helemaal geen moment aan haar oprechtheid en weet dat ze echt niet om geld zo aardig tegen mij is. Hoe ik dat van haar weet? Geen flauw idee. Ik snap nog wel meer niet van mezelf vandaag. Snel leg ik haar uit dat ik daar niet vanuit kon gaan. Ik verheug me ook op onze tijd samen. Wel spreken we af dat ik, in plaats van een uurloon, uiteraard alles zal betalen gedurende ons weekend. Tenslotte begrijpt ze, gezien mijn verblijf in het hotel waar zij werkt, dat ik niet bepaald onbemiddeld ben.

Met lichte tegenzin gaat ze akkoord: ‘op één voorwaarde!’

Ik kijk haar vragend aan.

‘Je moet me vertellen hoe je heet!’

‘Maar natuurlijk, sorry. Ik ben Juliette Starr, noem me maar gewoon July. Ik ben tweeëndertig en werk als advocate in ons familiebedrijf.’ Ik vertel haar over onze familierederij en de recente veranderingen in mijn leven waardoor ik weer single ben.

‘Dus waar gaan we nu heen?’ besluit ik mijn introductie.

Ze vraagt of ik het leuk zou vinden om de nacht in het pension van haar ouders door te brengen, daar zou ze vanavond naartoe gaan, had ze haar moeder beloofd. Ze verzekert me, dat ze dat kan afbellen als ik dat niet leuk vind.

Het lijkt me echter een leuke start van ons weekeinde samen. Ik ga daarvoor wat spullen ophalen uit het hotel. Ze gaat niet mee, omdat ze liever niet heeft dat haar baas ons samen ziet. Ze zal op me wachten op de hoek van de straat, zodat we dan samen naar het station kunnen lopen. Terwijl ik in het hotel een weekendtas inpak met wat spulletjes krijg ik een beter idee. Eén belletje naar de receptie en het is geregeld. Als ik klokslag zeven uur opnieuw het hotel verlaat, staat een zwarte cabrio met draaiende motor op me te wachten.

‘Een hele fijne avond, mevrouw Starr,’ zegt de portier terwijl hij de deur voor me openhoudt.

Dat zal ik zeker hebben, denk ik met een glimlach bij het instappen, zonder te weten waarom ik dat zo zeker weet. Eventjes bekruipt me toch de twijfel, zal Luna het niet teveel als “opschepperij” zien als ik zo kom aanrijden? Ik rijd kalmpjes de eenrichtingsstraat uit. Na drie keer rechtsaf te zijn geslagen kom ik bij de hoek waar ik Luna ongeduldig op me zie staan wachten. Ze tuurt gespannen de straat in waaruit ze me verwacht. Ik stop vlak naast haar en druk op de claxon.

Geërgerd draait ze zich om. Blijkbaar wordt er hier wel vaker naar haar getoeterd, hetgeen ik ook wel begrijpelijk vind, zonder het goed te keuren. Dan herkent ze mij. Haar blik verandert van ergernis in een mix van blijdschap en verbazing. Nog wat beduusd stapt ze in.

Pas als ik vraag waar ik heen moet snapt ze dat ik geen idee heb waar ik ben. Als een volleerd navigator leidt ze me door het drukke Romeinse verkeer.

Eenmaal buiten de stad kunnen we, tussen sporadische aanwijzingen van haar door, ons gesprek weer hervatten. Ze vraagt aarzelend of het hotel het niet raar vond dat ik voor één nacht uitcheckte.

Ik zeg dat ik helemaal niet heb gemeld dat ik er niet zal zijn. Voordat ze verder nog iets kan vragen draai ik een parkeerplaats op. Ik kijk in haar mooie vragende ogen en zeg dat dit voor mij echt heel belangrijk is. Dat ik het echt leuk vind om met haar op te trekken. Dit kan echter alleen werken onder één voorwaarde: ‘het is geen verrassing dat ik rijk ben,’ zeg ik met heldere stem, ‘en ik ga dat voor jou niet verborgen houden. Laten we afspreken om niet over geld te praten. Tussen ons is dat niet belangrijk, okay?’

Ze knikt. Na een paar seconden komt die betoverende glimlach weer terug op haar gezicht. ‘Ik had nog nooit een rijke vriendin,’ lacht ze, ‘maar ik beloof er nooit misbruik van te maken.’

Ik zeg haar dat ze dat niet hoeft te beloven, want dat weet ik allang. Ik draai de auto weer de weg op. ‘Dus we praten niet meer over geld, okay?’ vraag ik nog één keer. Als ze weer knikt grijp ik met één hand een plastic tas van achter mijn stoel en geef die aan haar.

Wat aarzelend pakt ze deze aan. Als ze erin kijkt kleurt haar gezicht meteen weer rood. Ze kijkt me vragend aan. Ik knik alleen nog een keer en houd mijn ogen op de weg. Uit mijn ooghoeken zie ik hoe ze langzaam het jurkje dat ze leuk vond uit de tas trekt.

‘Pas het,’ zeg ik met een knipoog.

Voor ik ben uitgesproken ligt het shirt dat ze aan had al op de smalle achterbank. Ik betrap me erop, ongegeneerd naar haar gebruinde lijf en ontblote borsten te kijken. Ze ziet mijn ogen dwalen. Als reactie kleedt ze zich nu plagend iets langzamer aan dan zou hebben gekund. Het getoeter van tegemoetkomend verkeer geeft aan dat ik niet de enige ben die van het onverwachte uitzicht geniet. Daar trekken we ons beiden niets van aan.

Als het jurkje aan is doet ze haar schoenen uit. Ook haar korte shorts trekt ze nu onder het jurkje vandaan. Ze buigt zich naar me toe om me een kus op mijn wang te geven: ‘dankjewel.’

Het jurkje staat haar goed, hoewel het bij haar behoorlijk wat ruimer zit dan bij mij. Met de zwoele wind in haar haren zet ze de zonnebril weer op, kijkt om zich heen en zegt dat ik er twee afslagen geleden vanaf had gemoeten.

Als er niemand vlak voor of achter ons rijdt maak ik met piepende banden een scherpe U-bocht. We zoeven terug naar waar we vandaan kwamen. Onwillekeurig denk ik aan de film ‘Thelma and Louise’.

We draaien de snelweg af en kronkelen door de begroeide heuvels. Tussen heerlijk geurende wijngaarden door en wat loslopende geiten ontwijkend naderen we onze bestemming voor de avond.

Het dorpje ligt prachtig aan de voet van een begroeide heuvel bij de monding van een rivier, die hier de Middellandse Zee in stroomt. De haven is niet groot. Er liggen slechts een tiental schepen. Het pension is aan de rand van het centrale plein en heeft uitzicht over de haven.

Ik stuur de parkeerplaats op. Er draaien veel hoofden om als twee zomers gejurkte vrouwen uit de opvallende wagen stappen. Meteen klinkt het ‘Luna’ als iemand haar herkent. Een oudere kleine vrouw, met onmiskenbaar dezelfde ogen als mijn nieuwe vriendin, komt het terras aflopen. Luna kust haar moeder en stelt me voor. Ze schudt me hartelijk de hand en gaat ons voor naar binnen. Ik krijg een tafeltje vlakbij de deur naar de keuken.

Het duurt bijna een half uur voordat Luna ook aanschuift. Ze is hier duidelijk aan huis want bijna iedereen begroet haar. De meesten laten haar pas na een kort praatje weer gaan. ‘Ze willen allemaal weten wie je bent,’ glimlacht ze verontschuldigend als ze eindelijk bij me komt zitten. Ze zegt dat ze verteld heeft dat ik een vriendin ben die volgende week op de universiteit moet zijn. Niet een gaste van het hotel. Ik knik begrijpend.

Luna’s moeder komt met een stenen karafje wijn en twee glazen. Ook zij spreekt kort met haar dochter en kijkt even onderzoekend naar mij. Dan loopt ze vrolijk neuriënd terug de keuken in.

Ik kijk naar Luna voor meer uitleg en zie tot mijn verbazing dat ze weer rood is geworden.

Ze zucht. Dan vertelt ze me waaróm iedereen zo reageert. Wat ze me nog niet heeft durven vertellen, en wat ook écht niet de reden is dat ze me mee heeft genomen, is dat ze op vrouwen valt. Dus toen zij met een mooie blondine in een cabrio aan kwam zetten, was dat het eerste waar iedereen aan dacht. Ze haast zich me te vertellen dat ze wel wát reacties verwacht had, maar niet zo extreem. Het spijt haar dat ze mij in zo’n ongemakkelijke situatie heeft gebracht.

Ik pak haar hand en zeg dat ze nu eens moet ophouden met steeds ‘sorry’ te zeggen. Dat is nergens voor nodig. ‘Het is een compliment dat ze denken dat iemand als ik een vriendin kan zijn van iemand zo mooi als jij.’

Ik leun naar haar toe om een tedere kus op haar lippen te geven. Het geroezemoes in de ruimte verstomt. Na een woedende blik van Luna de zaal in, hervatten ze allemaal gehaast hun gesprek, iets luider dan eerst. Ik schiet in de lach en vertel haar dat ik echt in hele lange tijd niet zo’n heerlijke dag heb gehad.

Terwijl ze mijn hand niet meer loslaat zegt ze dat dit zeker ook voor haar geldt.

Als haar moeder weer langskomt met wat brood en kaas, ziet ze onze ineengestrengelde handen. Ze geeft ons beiden lachend een kus op de wang. Opnieuw kleurt Luna rood. Dit keer hoeft ze niets uit te leggen. Ik begrijp wat haar moeder hiermee wilde zeggen. Hier zit ik dan, nog geen twaalf uur in Italië, hand in hand in de mooiste ogen te kijken. Wat gebeurt er toch allemaal met me?

De wijntjes smaken heerlijk. Als we bij zonsondergang op het terras naar de haven zitten te kijken, weet Luna inmiddels meer van mij dan de meeste van mijn vriendinnen in Nederland. Zelfs over mijn leven met Patrick, zijn ziekte en einde spreken we lang waarbij ze mijn hand voortdurend vasthoudt. Ze knijpt erin als ze ziet dat ik moet slikken. Haar echt volledig vertrouwend, voel ik me helemaal thuis bij haar.

Ook Luna vertelt over haar leven. Over haar vader die het er lang moeilijk mee heeft gehad toen ze op haar veertiende aangaf meer voor meisjes te voelen.

Het laatste half uur zeggen we eigenlijk niet veel meer. Dat hoeft ook niet. We zitten lekker tegen elkaar aan op een bankje, dekentje over onze benen, te kijken naar de zon. Haar moeder zorgt dat de glazen nooit leeg zijn. Af en toe moet Luna even weg uit onze ‘bubble’, omdat iemand haar bij het weggaan een hand komt geven. Daarna kruipt ze steeds weer terug tegen me aan. Elke keer iets dichterbij. Haar hoofd tegen mijn schouder. Haar hand in de mijne.

Als de zon helemaal onder is en de haven oranjerood kleurt, neemt ze me mee naar boven. Haar moeder heeft een kamer klaargemaakt. Uiteraard hoef ik daar niet voor te betalen, verzekert ze me. Ik leg mijn tas op het bed en loop met haar mee naar haar kamer. Overduidelijk géén hotelkamer. Gezellig ingericht als een echte studentenkamer. In de hoek een ouderwetse tekentafel. Een PC op de tafel ernaast.

‘Ik ga even snel douchen,’ zegt ze, terwijl ze het jurkje van zich af laat glijden, ‘wacht je op me?’

Mijn ogen volgen haar naakte lijf als ze naar de badkamerdeur loopt. Daar kijkt ze nog heel even om. Dan verdwijnt ze.

In mijn hoofd ontploffen de beelden van vandaag. De bouwvakkers, de droom, de ontmoeting met Luna, de kus, haar lijf. Of het de alcohol is of iets anders, dat maakt me niet uit, maar ook ik stap uit mijn jurkje en volg haar.

De badkamer is zacht verlicht. Door de glazen stenen zie ik haar silhouet onder de douche. Even blijf ik naar dat beeld staren. Ik voel hoe een opwinding zich van mij meester maakt. Zachtjes loop ik de stomende kleine ruimte binnen, stap bij haar onder de hete stralen en druk me van achteren tegen haar aan.

Ze reageert niet eens geschrokken maar draait zich om. Dan zoent ze me. Geen kus zoals eerder. Maar een passionele zoen die minutenlang aanhoudt. De shampoo spoelt uit haar haren tussen onze naakte lijven in. Voor een seconde denk ik aan Patrick. Ik zie hem lachend naar ons kijken. Mijn aandacht is nu alleen nog maar voor Luna.

Als onze lippen elkaar uiteindelijk loslaten kijkt ze diep in mijn ogen. Ik zie een warme glinstering. Haar vingers strelen langs mijn armen. Onze lijven staan dicht tegen elkaar aan. Pas als het water uit de boiler boven haar hoofd begint af te koelen, stappen we onder de douche vandaan. Ze gooit me een handdoek toe.

Samen lopen we naar de kamer. Er wordt geen woord gewisseld. Alsof het altijd al de bedoeling was, kruip ik bij haar in bed. Ze nestelt zich in mijn armen en valt volledig ontspannen, vrij snel in slaap.

Bij mij duurt het veel langer. Ik probeer mijn hoofd te ordenen. Alles een plekje te geven. Wanneer ik merk dat dat toch niet gaat lukken, schieten me de woorden van mijn opa, bij mijn vertrek op Schiphol, ineens te binnen: ‘Juultje, niet teveel nadenken … go with the flow. Ik weet zeker dat je zult slagen.’

Ik kan me niet voorstellen dat hij dit daarmee bedoelde. Waarom voelt dit zo vertrouwd en normaal? Want dat is het niet. Al helemaal niet voor mij. Toch twijfel ik aan niets. Niet aan de onverwachte striptease voor de bouwvakkers. Niet aan mijn gevoel voor deze Italiaanse en niet aan haar oprechte eerlijkheid naar mij. Hoe kan ik daar zo zeker van zijn?

Hier lig ik dan. De laatste keer dat ik met een vrouw het bed deelde was ik negen, met mijn buurmeisje van tien tijdens een slaapfeestje.

Maar ook de kussen. En de zoen onder de douche. Waar komt dat gevoel ineens vandaan? Zelfs het ‘ja’ zeggen tegen haar aanbod om mij rond te leiden is niet normaal voor mij. Laat staan al het andere wat er de afgelopen uren is gebeurd. Toch weet ik dat wat ik doe klopt. Dat het geen waan is. Ik heb alleen geen idee hoe ik dat kan weten.

Ik kijk opzij. Ik hoor de regelmatige ademhaling van de schoonheid in mijn armen.

Buiten in de haven klinkt de motor van een binnenvarende boot. Op het dreunende ritme van dat verre geluid val ik eindelijk in slaap …

[[… de meiden naast me draaien me langzaam rond, op het ritme van de verborgen trom, terwijl de kring langzaam kleiner wordt. Alle witte gedaantes komen steeds dichterbij. Ik zie hoe ze me allemaal van top tot teen bekijken. Maar ik vind het niet vervelend, integendeel. Ik merk dat het me zelfs een beetje opwindt. Zeker als ik bij sommige meiden zie dat hun ademhaling eveneens versneld is.

Bij een enkele jongeman is enig enthousiasme ook niet meer verborgen te houden in de niets verhullende gewaden. Blijkbaar is mijn eigen opwinding voor hen ook zichtbaar want de spanning groeit. De trom klinkt nu sneller. Mijn ademhaling gaat mee in het haastigere ritme. Eén van de meiden komt uit de groep naar voren. Eén van de jongsten schat ik. Ze wil me kussen. Ik moet me bukken om haar dat toe te staan. Ik buig voorover. Haar lippen raken de mijne …]]

zaterdag 2 mei

… ‘goedemorgen,’ fluistert Luna terwijl ze me wakker kust. Ik voel haar naakte lijf nog steeds tegen het mijne. Ze vraagt wat ik droomde, want mijn ademhaling werd zo gehaast. Ik vertel haar kort de dromen van gisteren en vandaag. Plagend vraagt ze waarom zij niet in mijn droom was. Dan kust ze me nog een keer, waarna ze uit bed springt en naar de badkamer loopt. Ik zie op de klok dat het al na negenen is. Logisch, na zo’n lange en volle dag. Gelukkig heeft de wijn me geen zwaar hoofd gegeven. Vijftien minuten later sta ik ook op om me in ‘mijn kamer’ te gaan aankleden. Voor de deur van Luna’s kamer staat mijn tas echter al op me te wachten. Haar moeder weet dus waar ik de nacht heb doorgebracht, bedenk ik toch wat bezorgd.

Luna komt de badkamer weer uitlopen, poedelnaakt, opgemaakt en haar haar in een staart. Ik wijs op de tas. Ze schiet in de lach. Ze ziet mijn blik en vraagt of ik spijt van iets heb. Als ik met mijn hoofd schud verzekert ze me dat ik me in dat geval helemaal nergens zorgen over hoef te maken. Ze geeft me nog een kus en zoekt kleren uit haar kast. Ik ga me nu ook opfrissen en aankleden.

Beneden staat het eten al voor ons klaar. Het is bijna net zo druk in het pension als de avond ervoor. Overal de geur van koffie en ontbijt. Haar moeder begroet ons met een vriendelijke lach. Nadat Luna haar iets influistert komt haar moeder naar me toe. Ze pakt mijn hand, geeft me een knipoog en een kus op mijn wang. Vrolijk neuriënd verdwijnt ze daarna weer naar achteren.

Ik eet zwijgend het heerlijke ontbijt, terwijl Luna rondloopt. Hier en daar met wat mensen pratend geeft ze me af en toe een knipoog of komt ze even bij me zitten. Ik geniet van het naar haar kijken. Ze is zo anders dan ik ben. Zo open, zo spontaan, zo vrolijk en zo goed met mensen. Voor mij is zij echter de eerste nieuwe persoon in meer dan een jaar met wie ik een persoonlijk contact heb.

Terwijl ik rustig mijn thee opdrink komt ook Luna zelf eindelijk nog wat fruit eten. Ik wijs op de hoeveelheid mensen en vraag haar hoe de zaken gaan voor haar ouders. Ze leunt naar me toe en zegt zachtjes dat de meeste mensen hier niet veel verdienen. Daarom doen haar ouders dit zes dagen per week. Ontbijt en avondeten waar ze vrijwel niets aan verdienen, soms iets op moeten toeleggen. Zo gaat dat in dit dorp, men helpt elkaar waar het kan.

‘Om eerlijk te zijn hebben ze het de laatste jaren erg zwaar,’ besluit ze fluisterend.

Terug naar Rome laat ik Luna rijden. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om wat telefoontjes naar het thuisfront te plegen. Erica, die al meer dan tien jaar mijn secretaresse is, heeft meteen door dat er wat aan de hand is. Die vrouw hoort echt alles aan mijn stem. Ik bespreek in het Nederlands, zodat Luna het niet kan volgen, wat ik voor haar ouders wil regelen. Erica gaat er meteen achteraan. Ze zal me bellen of schrijven als ze meer weet.

Daarna verbindt ze me door met mijn opa. Ook hij merkt dat ik mijn normale zelf niet ben, maar vraagt niet verder. Hij sprak gisteren nog met professor Berini. Deze verwacht mij om 11:00 uur. Tenslotte bel ik nog even met mijn moeder. Zelfs zij, met wie ik helemaal niet zo’n sterke band heb, hoort aan mijn stem dat ik het ‘naar mijn zin heb’ in Rome. Terwijl ze verder kletst over wat saaie familie-roddels, kijk ik naar Luna. Geconcentreerd bestuurt ze vaardig de zwarte bolide.

Het gevoel van gisteren was dus niet alleen de wijn. Gatver, ik ben echt verliefd! Ik kan me het gevoel amper herinneren. Ik was pas net zestien toen ik Patrick leerde kennen. Maar de kriebel in mijn buik, de onbedwingbare behoefte om haar aan te raken, bij haar te zijn en te kussen. Ja hoor, dit moet verliefdheid zijn.

Luna ziet me staren. Ze herkent deze blik in mijn ogen. Heel vluchtig verschijnt er een blosje op haar wangen, dan die glinstering weer. Ze draait bij een tankstation de parkeerplaats op en buigt zich fluisterend naar me toe.

‘Ik weet het, ik ook.’ Daarna zoent ze me vurig. Ik vergeet meteen de wereld om mij heen en beantwoord haar wilde passie. De stem van mijn moeder verdwijnt naar de achtergrond. Pas als ze drie keer mijn naam roept besef ik dat ik nog altijd aan de telefoon ben.

‘Sorry mam, ik was even afgeleid,’ stotter ik snel en zeg dat we later wel verder spreken en hang op.

Meteen draai ik me weer naar Luna. We hervatten de zoen. Ik heb geen idee of het twee minuten of twee uur heeft geduurd. Wanneer we ons eindelijk uit de omhelzing losrukken ben ik helemaal van de kaart. Het verlangen golft door mijn hele lijf, zweet breekt me uit en ik voel me licht in mijn hoofd worden. In de ogen van mijn jonge vriendin zie ik dezelfde verwarring … hetzelfde verlangen.

Ze sluit haar ogen voor een paar tellen, om tot zichzelf te komen. Dan rijdt ze verder. Mijn hand ligt op haar been, haar hand op mijn hand. Af en toe knijp ik zachtjes en streel ik haar plagerig met de toppen van mijn vingers.

Het drukke verkeer in Rome vergt wat meer concentratie, dus ik laat haar meer met rust. We besluiten de auto eerst terug naar het hotel te brengen. Op dezelfde hoek als gisteren stapt zij uit. Ik schuif voor de laatste meters achter het stuur.

Ik geef de sleutels en weekendtas af bij de balie. Een medewerker rent naar buiten om de auto weg te brengen en van de receptioniste krijg ik een briefje met een telefoonnummer van professor Berini. Hij heeft me vanochtend al twee keer geprobeerd te bellen.

Ik heb nu belangrijkere zaken aan mijn hoofd, denk ik glimlachend, dus ik vraag haar om hem namens mij te bellen en te zeggen dat ik me verheug op ons treffen om elf uur op maandag. Dan loop ik de hal uit, terug naar de hoek van de straat.

Luna zit te bellen dus ga ik rustig naast haar zitten. Ik sla een arm om haar heen. Ik versta niet veel van het ratelende Italiaans maar geniet van de passie in haar stem. Plots draait ze zich naar mij en vraagt me of ik eerst het Colosseum wil zien. Ik vind het best. Na nog een paar korte zinnen in het mobieltje rondt ze het gesprek af en staan we op.

Het is zo’n vijfentwintig minuten lopen vanaf Piazza Navona naar het Colosseum. Het weer is fantastisch en met haar arm in de mijne heb ik geen enkel bezwaar tegen een wandeling. Ze vertelt me dat ze net met een studiegenoot sprak. Hij herinnerde haar aan een afspraak die ze bijna was vergeten. In verband met een fotografieopdracht hadden ze om 14:00 uur afgesproken bij het Colosseum.

Vandaar dat we daar nu eerst heen gaan. Zo kan ze dat combineren. Het zal niet meer dan een half uurtje extra duren. Ik vind het prima. Eerlijk gezegd kan het mij op dit moment niet schelen waar we heen gaan. Ik wil gewoon heerlijk bij haar zijn.

Onderweg koop ik fruitige Italiaanse ijsjes. Al likkend en pratend lopen we voorbij het Forum naar één van de meest indrukwekkende overblijfselen van het Romeinse Rijk. Hoog rijzen de eeuwenoude rijen bogen boven de hoofden van de mensenmassa uit. Maar één keer eerder was ik hier. Toen ook arm in arm en verliefd. Blijkbaar mag ik dit amfitheater alleen in deze geestestoestand zien.

Bij de ingang staat een lange rij, maar het lijkt goed door te stromen, dus sluiten we aan. Luna bericht haar vriend. Hij is al binnen. Eenmaal in de schaduw van de buitenste galerij voel ik mijn armen nagloeien. Ik snap meteen dat ik weer eens vergeten ben om me in te smeren. De hele ochtend rij en loop ik al in de volle zon. Daar kan ik niet zo goed tegen. Ik haal wat zonnebrandolie uit mijn tas. Wel meegenomen, toch vergeten. Luna biedt aan me te helpen.

Haar handen voelen heerlijk over de huid van mijn armen. Teder en zonder mijn gevoelige huid pijn te doen, smeert ze me rustig in, terwijl we in de rij verder schuifelen. Na de kassa gaan we even aan de zijkant apart staan. Zorgvuldig smeert ze een beetje op mijn wangen, neus en voorhoofd die ook al aardig verkleurd blijken te zijn.

Maar Luna geeft de spray nog niet terug. Haar handen vervolgen hun verkoelende tocht via mijn hals en de half ontblote schouders naar de bovenkant van mijn borsten. Ondanks dat we al met elkaar onder de douche hebben gestaan is dit de eerste keer dat haar handen me daar aanraken. Ik kan een lichte zucht niet onderdrukken.

Haar vingers strelen iets verder onder de boord van mijn jurkje dan voor de zogenaamde bescherming noodzakelijk is. Haar ogen kijken recht in de mijne. Ik zie dat het met haar hetzelfde doet als met mij. Dan laat ze zich op haar hurken zakken en begint ook mijn ontblote benen in te wrijven.

Automatisch kijk ik om me heen. Niemand lijkt enige aandacht voor ons te hebben. Als men niet weet wat we voor elkaar voelen is er ook niet zoveel aan de hand, natuurlijk. Haar handen masseren mijn kuiten en werken zich geleidelijk omhoog. Ondanks dat mijn jurkje maar tot vlak boven de knieën reikt, gaat Luna ook hier plagend wat verder dan nodig is. Haar vingers glijden langs mijn dijbenen naar boven.

Ik sluit mijn ogen en voel een lichte rilling door mijn lijf gaan. Luna lacht. Ze haalt plagend haar nagels over mijn vel, als haar handen weer naar beneden gaan. Dan staat ze op. Ze kust me met een knipoog.

‘Jammer dat ik niet ook zonnebrandolie nodig heb.’

‘Hai finito?’ klinkt een donkere mannenstem van een paar meter verderop. Luna rent lachend naar haar vriend toe die zijn camera laat zakken. Ik ben benieuwd hoeveel foto’s hij van het tafereel zojuist heeft gemaakt. Ik maak me er helemaal niet druk om. Nog geen etmaal geleden zou ik scheldend op hem af zijn gelopen.

Nu voel ik me heerlijk ontspannen. Het maakt me geen donder uit wie allemaal ziet dat ik gek ben op die vrolijke Luna. Hij geeft me een hand en stelt zich voor als Carlo. Hij heeft blonde krullen, groene ogen en is slungelachtig lang. Het laatste uiterlijk dat ik bij een echte Italiaan zou verwachten. Hij blijkt dan ook een Zwitserse moeder te hebben. Zijn Engels is gebrekkig maar gelukkig spreekt hij wel goed Duits. Daar kan ik me ook prima in redden.

Het is wel een raar over en weer vertalen tussen de drie talen. Op een gegeven moment vertaal ik zelfs iets in Engels uit het Duits wat Carlo uiteraard tegen Luna beter gewoon in het Italiaans had kunnen zeggen. Ik stel voor dat ik even op mijn gemak alleen rondloop zodat zij rustig kunnen werken. Luna geeft me nog een kus en streelt mijn gezicht voordat ze met hem meeloopt.

Na beneden langs een tijdelijke tentoonstelling over de renovatie te hebben geslenterd, loop ik de trap op naar de tribunes. De zon schijnt fel de perfect ronde ruimte binnen. Ik snap waarom de Romeinen een afdak hadden bedacht, zodat een overgroot deel van het publiek in de schaduw kon zitten. Ik geniet van het uitzicht op het middenterrein en het valt me op hoe rustig deze grote ruimte lijkt, ondanks de enorme hoeveelheid mensen die er per minuut naar binnen wandelt.

Hier en daar zie je plukjes mensen, maar het ‘stadion’ lijkt verre van vol. Aan één zijde van het middenterrein is ongeveer de helft van de oude vloer gerestaureerd. Hierdoor zie je zowel de gewelven eronder als hoe daarboven een zanderige arena werd geconstrueerd voor de gladiatoren en wilde dieren.

Op een bankje in de schaduw van een grote kolom ga ik zitten. Ik neem een slok van het ijskoude water dat we bij de ingang hebben gekocht. Schuin aan de overkant zie ik Luna en Carlo lopen. Haar jurkje en zijn lange postuur zijn een onmiskenbare combinatie. Zij gebaart en wijst. Hij neemt voortdurend foto’s op haar aanwijzingen.

Ik leun achterover tegen de koele stenen, zet mijn zonnebril op en blijf hun bewegingen volgen totdat ze in het duister van één van de achterliggende rondgangen verdwijnen. Ik sluit mijn ogen en probeer te bedenken wat er vannacht gaat gebeuren. Zal ze weer bij me blijven slapen? Hoewel ik het wil, voel ik me er ook zenuwachtig onder. Ik ben helemaal niet vermoeid, toch merk ik dat mijn gedachten nu snel aan het wegglijden zijn …

[[… het meisje dat me kuste neemt mijn handen nu over van de twee begeleidsters. Terwijl ze me aan blijft kijken loopt ze achterwaarts de kring uit. De anderen wijken als in een soort choreografie uiteen en begeleiden ons naar een verhoging. Het is een altaar van glimmende zwarte steen. Ze gaat me voor, de uitgehouwen trap op.

De steen voelt koel aan mijn voeten. De anderen gaan om het podium heen staan en de kring wordt weer gesloten. Alleen nu staan ze om en om. Elke jonge vrouw heeft aan weerszijden de hand vast van een jongeman en andersom.

Op het altaar staan vier of vijf blokken van verschillende hoogtes. Het meisje brengt me naar de hoogste van de rij. Ze gebaart me te gaan zitten. Nu is zij groter dan ik en moet zij zich voorover bukken om me nog een kus te geven. Vervolgens laat ze haar gewaad van zich af glijden. Ze gaat schrijlings op mijn schoot zitten …]]

… krklik - het onmiskenbare geluid van een diafragma. Carlo’s camera legt vast hoe Luna op mijn schoot kruipt en me wakker kust.

‘Weer aan het dromen, mijn Julia?’ zegt ze en neemt mijn zonnebril af. Ik knik en geef haar een ondeugende knipoog. Haar ogen verraden haar nieuwsgierigheid. Ze begrijpt dat het later wel komt.

‘Klinkt goed, dat ‘mijn Julia’,’ zeg ik terwijl we met zijn drieën in de richting van de uitgang lopen. Luna zegt dat ze dat leuker vindt dan July of Juliette. Carlo sluit zich daar meteen bij aan.

‘Eigenlijk, ‘mijn Luna’, vind ik vooral het ‘mijn’-woord fijn,’ fluister ik zachtjes, hetgeen weer die betoverende glimlach op haar gezicht brengt. Carlo, die het even gemist heeft, wil wat zeggen. Maar dan ziet hij onze beide stralende gezichten en houdt wijselijk zijn mond. Bij de uitgang nemen we afscheid van hem. Hij belooft Luna, alle foto’s snel te zullen sturen waarna ik weer alleen ben met mijn Italiaanse.

Voordat we verder gaan, wandelen Luna en ik naar een restaurant aan de overkant van de drukke weg. Op het voorbijrazende verkeer na is de locatie echt prachtig. In de schaduw van rijk met druivenplanten begroeide pergola’s, hebben we een mooi uitzicht op het Colosseum en de ruïnes van het Forum Romanum.

Ik vertel haar over de droom. Luna is net als ik verbaasd over hoe iemand in een soort vervolgsoap kan dromen. Ze is benieuwd of en hoelang het nog verder gaat … en waarheen. We eten, drinken, praten en genieten van elkaars gezelschap.

Het voelt allemaal zo vertrouwd en natuurlijk. Ze vertelt over haar familie en haar studie. Ik over de band met mijn opa. Af en toe houdt ze mijn hand vast. Zo nu en dan kussen we elkaar. Elke keer opnieuw krijg ik kriebels in mijn buik.

Dan wordt onze idylle helaas verstoord door haar mobiel. Ze laat zien dat het haar moeder is. Ik begrijp dat ze, op dit rare tijdstip, dit moet opnemen. De zonet nog zo vrolijke Luna klinkt nu ernstiger. Af en toe kijkt ze naar mij terwijl haar moeder aan de andere kant van de lijn aan het ratelen is. Er begint mij iets te dagen. Ik kijk gauw op mijn eigen mobiel. Ja hoor, twee gemiste oproepen van Erica en een viertal berichtjes. Ze vertelt erin dat ze me straks de verdere details wel zal mailen maar dat ze het één en ander via onze vestiging in Napels snel heeft kunnen regelen.

De lijst die Erica opsomt, verbaast zelfs mij. Of mijn assistente heeft door hoe belangrijk dit voor mij is. Of mijn opa heeft haar iets extra’s ingefluisterd. Ik denk dat ik zo wel het één en ander uit te leggen heb aan mijn Luna.

Al hun achterstallige rekeningen zijn betaald. Er is een tegoed voor ongeveer twee jaar bij hun gebruikelijke groothandel en nog een fonds op hun naam van waaruit er nog meer voor de gemeenschap van het dorpje gedaan kan worden. Haar ouders hoeven zich in elk geval geen zorgen meer te maken over hun financiële toekomst. Als Luna nu maar niet denkt dat ik haar probeer te ‘kopen’. Dat is niet de bedoeling. Ik zie Luna’s ogen vochtig worden en begin me nu toch wel ongerust te maken. Ze ziet het, pakt mijn hand en knijpt er zachtjes in.

Luna moet ook zichtbaar moeite doen om haar moeder dit alles te laten accepteren. Als ze de verbinding eindelijk verbreekt laat ze haar tranen de vrije loop. Ze nestelt ze zich in mijn armen en ik laat haar rustig begaan en zeg nog maar even niets. Het duurt lang voordat ze in staat is om weer te praten.

Ze gaat overeind zitten en kijkt me met rood betraande ogen aan. Ze verklaart me officieel voor gek. Gelukkig voegt ze eraan toe dat ze heel goed weet dat ik dit niet doe om haar aan mij te binden. Haar moeder was daar ook niet bang voor, al vond ze het wel buiten alle proporties.

‘Ik weet het,’ zeg ik ietwat beschaamd, ‘mijn secretaresse heeft zich een beetje laten gaan.’ Luna lacht. Ze heeft geen idee hoe fijn ik het vind om die lach weer te zien! We zijn het er over eens dat Erica een beetje heeft overdreven.

Ik ben wel blij dat ze mijn steun hebben geaccepteerd en benadruk, met de vraag aan Luna om dat ook aan haar ouders door te geven, dat het te danken is aan wat ze zelf doen, daar in dat dorp. Dat ik dat wéét is uiteraard gerelateerd aan mijn vriendschap met hun dochter. Maar dat ik hen graag wil steunen heeft echt alleen met hun inspanningen te maken. Dat hebben ze zélf verdiend. Niet via de overigens heerlijke kussen van hun dochter. Luna belooft het aan hen door te geven. Op de kussen na, want die zijn alleen maar zo heerlijk door degene aan wie ze deze geeft. Ze voegt de daad bij het woord.

Als haar donkerbruine ogen hun normale kleur en schoonheid weer hebben teruggekregen, lopen we naar de ingang van het Forum. Luna is een goede gids. Slingerend langs de ruïnes van het eens zo rijke centrum van Rome leidt ze me naar een stenen trap aan de zuidzijde. Via deze trap beklimmen we de centrale heuvel van de oude stad.

Bovenop is een verrassend groene tuin met hier en daar nog wat resten van de vele keizerlijke paleizen. Wat vooral verbazend is: het ontbreken van echt grote hoeveelheden ruïnes op deze heuveltop, verleidt slechts weinig toeristen tot het maken van de klim. Terwijl het uitzicht toch echt adembenemend is.

Ik probeer me voor te stellen hoe het moet zijn geweest vanuit de nog hoger gelegen ramen, toen hier de luxe verblijven van de adel nog stonden. Achter ons het Forum en de heuvel van het Capitool. Links van ons het Colosseum met de bijbehorende triomfboog. Een stukje verder zuidwaarts de meest intacte resten van een aquaduct binnen de stadsgrenzen van Rome. In de verte zien we de rode stenen van het grootste badhuis dat Rome heeft gekend: de thermen van Caracalla.

Tussen de bomen door en over grasveldjes heen leidt mijn privé-gids me naar de uiterst zuidelijke rand van deze kleine vlakke heuvel. De contouren van het gigantische paleis zijn nog vaag in het landschap zichtbaar. We gaan tegen een vervallen muurtje in het gras zitten.

Voor ons, zo’n dertig meter steil naar beneden: Circus Maximus, de Romeinse renbaan. Daar zien we hordes toeristen rondschuifelen. Hier, op ons uitzicht-punt, zijn we bijna alleen. Af en toe iemand met de camera in de aanslag, die ongetwijfeld de mooiste foto’s maakt.

Luna draait zich zijwaarts op haar rug. Ze gaat met haar hoofd op mijn schoot liggen. Haar ogen kijken op naar mij. Ik streel met mijn hand door haar haren. Ze sluit haar ogen.

Mijn vingers glijden zachtjes langs de contouren van haar gezicht. Mijn wijsvinger raakt haar lippen aan. Ze kust deze. Via haar kin naar haar hals streel ik verder tot mijn vingers over de mooie rondingen strijken die de V-hals van haar jurkje aan me toont. Haar ogen blijven gesloten maar haar mond opent zich licht. Ik hoor haar ademhaling. Plagerig streel ik afwisselend haar rechter en haar linker borst. Elke keer als ik dreig verder te gaan dan de stofrand, stokt haar ademhaling en keert mijn vinger op haar schreden terug.

‘Plaaggeest,’ fluistert ze met nog steeds gesloten ogen. Ze strekt haar hand uit naar mijn gezicht. Ik neem hem vast met mijn andere hand en kus de palm. Zachtjes bijt ik één voor één in haar vingers. De hand bij haar borsten rust nu tussen haar welvingen in. Ik voel haar hartslag. Dan leg ik haar hand bij mijn hart om haar die van mij te laten voelen … ze kloppen snel … perfect synchroon! Ze opent haar ogen en kijkt me aan. Ik wil haar zoenen en veel meer. Al weet ik nog amper wat ik daarmee dan eigenlijk precies bedoel. Natuurlijk weet ik hoe intimiteit tussen vrouwen zou kunnen zijn. Dat is nog heel wat anders dan het daadwerkelijk ervaren.

‘Niet zenuwachtig zijn,’ raadt Luna mijn gedachten, ‘we hebben alle tijd van de wereld.’ Ze komt omhoog, kust me, staat op en trekt me ook overeind. Ze neemt mijn gezicht tussen haar handen, kijkt me diep in mijn ogen en kust me weer … en weer.

‘Ti amo,’ fluistert ze tussen twee van de vele kleine kusjes door.

‘Ti amo … ook,’ stuntel ik terug. Ze lacht en sleept me rennend mee het grasveld over.

‘Ti amo anch’io - Ti amo anch’io - Ti amo anch’io,’ schreeuwt ze, om me heen draaiend totdat we midden op het veld omvallen en over elkaar heen rollen. Ik eindig bovenop en druk haar polsen in het gras terwijl ik over haar heen ga zitten.

Haar ondeugende ogen kijken me uitdagend aan. Ik druk mijn lippen op de hare. Met alle ontwakende passie die er door mijn lijf stroomt zoen ik haar. Haar antwoord is minstens net zo vurig. Ik hoor haar zachtjes kreunen. Ik kom hijgend overeind en laat haar polsen los. We staan op. Hand in hand kijken we elkaar aan. Jurkjes onder het gras, haren verward, blosjes op de wangen en verwilderde ogen.

Af en toe kussend fatsoeneren we elkaar. Ik maak haar staart weer wat steviger vast. Ze vraagt nogmaals om de zonnebrandspray en we lopen naar de schaduw van een olijfboom.

Vooral mijn gezicht en nek beginnen nu langzaamaan pijnlijk rood te worden. Voorzichtig wrijft ze verkoelende vloeistof op mijn verbrande huid. Armen, benen en borsten zijn er gelukkig minder erg aan toe. Uiteraard neemt ze het zekere voor het onzekere. Ik geniet van haar weldadige behandeling.

Steeds ondeugender raakt ze me af en toe aan op plekjes die echt geen olie nodig hebben. Zo wrijft ze met één hand de bovenkant van mijn borsten in, terwijl haar andere hand deze zachtjes masserend ondersteunt, waarbij de duim ‘per ongeluk’ door de dunne stof van mijn jurkje heen een tepel aanraakt. Als een elektrische lading schokt een opwinding door mijn lijf. Ik sluit mijn ogen als ik voel hoe mijn tepels harder worden onder haar subtiele plagerij.

Ook bij het insmeren van mijn benen dwaalt één van haar handen steeds verder af. Als haar vingertoppen zachtjes langs de binnenkant van mijn dijen strelen voel ik hoe ik automatisch mijn benen ietsjes spreid. Ik hoor een lichte zucht aan haar mond ontsnappen als ze even de stof van mijn slipje aanraakt. Kippenvel verspreidt zich over mijn hele lijf. Ik wankel op mijn benen. Dan komt ze overeind en kust me. Minutenlang blijf ik met gesloten ogen van haar kusjes genieten, totdat de opwinding langzaam begint weg te ebben.

Gearmd slenteren we de heuvel weer af. Het begint al te schemeren. Met dit tempo zal ik weinig van de stad te zien krijgen, maar dat is het laatste waar ik me druk over maak. Ik denk aan de nacht die nu komt. Waar zal ik zijn, waar zal zij zijn? Ik kan me niet voorstellen dat we niet samen zullen blijven. Ik zou ook niet anders willen, maar wat dan? Alsof Luna mijn gedachten weer eens raden kan, pakt ze mijn hand en gaan we op een bankje zitten.

Ze vraagt me wat de plannen voor de rest van de avond zijn. Er zijn een aantal opties. In elk geval wil zij zich voor het eten en voor de avond, gaan opfrissen en omkleden. Ze heeft een studentenkamer op de campus een stuk buiten het centrum. Ik wil hetzelfde, toch voel ik er niets voor om haar te laten gaan. Ze is te verslavend. Lachend kust ze me en belooft ze dat ze zo snel mogelijk weer terug zal komen. Dan stel ik de vraag die ik al tijden wil stellen: ‘blijf je vannacht weer bij me?’ Ze knikt, al vraagt ze zich wel af hoe we dat in het hotel moeten gaan regelen. Ik beloof dat ik daarvoor zal zorgen.

Als ze even later op de bus stapt mis ik haar al. Ze kust me vanachter het raam als de bus wegrijdt.

Het voelt raar om alleen terug naar het plein te lopen. Patrick komt weer even in mijn hoofd. Met hem was ik ook bijna 24/7 samen. Ik snap nu pas in welk gigantisch gat ik eigenlijk ben gevallen na zijn te vroege dood. Nu ik weer iemand gevonden heb, bloei ik ook meteen weer helemaal op. Ergens schaam ik me voor hoe zeer afhankelijk ik blijkbaar ben, van andere mensen, om zelf gelukkig te zijn. Op het ogenblik kan me dat niets schelen. Ik ben blij met Luna. Ik heb geen idee waarheen dit gaat of hoelang het zal duren. Ik neem me in elk geval voor er volop van te genieten en als het voorbij is, zo’n donkere periode in mijn leven niet meer te accepteren.

Op de hotelkamer kruip ik eerst achter mijn laptop. Ik lees de mails van Erica en moet lachen om de kleine persoonlijke commentaartjes die ze erbij heeft gezet. Het is pas mei, maar ze verdient echt een super kerstbonus dit jaar! Ik mail haar terug met nog wat extra zaken die ik rondom Luna wil laten regelen, waar ze morgen mee aan de slag kan.

Nog geen tien seconden nadat ik op [send] heb gedrukt, gaat mijn telefoon. Erica zit thuis te werken en zag mijn mail binnenkomen. Ik vertel haar alles over Luna. Over wat ik voor haar voel. De dromen laat ik achterwege. Ze is heel blij voor me en vraagt of ze het aan opa mag vertellen. Voor de anderen zal ze het stil houden, maar ‘die ouwe’ is zo benieuwd naar mijn verhalen.

Ik vind het goed uiteraard. Daarna overleggen we op zakelijke toon wat ik precies wil regelen. Zoals altijd heeft Erica echter aan een half woord genoeg. Ze zegt dat het voor de lunch morgen in kannen en kruiken zal zijn. Ik besef echter dat het morgen zondag is en dat ze vandaag ook al extra heeft gewerkt. Ze wuift mijn bezwaren weg. Nu ik er een paar maanden niet ben heeft ze meer dan genoeg vrije uren, stelt ze me gerust. Ze doet het graag.

Voordat ik aan mezelf kan toekomen moet ik eerst nog iets met het hotel regelen. Ik loop naar beneden om aan de receptie te vragen of Marzio er is. Hij is één van de bedrijfsleiders hier. Met hem heb ik voor mijn komst al een paar keer contact gehad. Tot mijn opluchting zie ik door de glazen afscheiding dat hij zelf in het kleine kantoor, naast de receptie, zit te werken. Hij komt meteen aanlopen als hij me door het venster ziet naderen. Ik vraag of we ergens rustig kunnen praten. Hij neemt me mee naar een kantoor. Ik krijg wat te drinken aangeboden en steek van wal.

Het zoveel mogelijk zakelijk houdend leg ik hem uit dat ik voor mijn werkzaamheden de komende maanden naar een assistent op zoek was. Puur toevallig heb ik die gevonden in één van zijn mensen. Ik vraag hem om het contract van Luna met onmiddellijke ingang op te zeggen. Waarbij de bijkomende kosten vanzelfsprekend in rekening kunnen worden gebracht. Daarnaast verzoek ik hem een kamer voor haar in gereedheid te brengen vlakbij de mijne.

Natuurlijk vraag ik hem of hij het overige personeel op de hoogte wil brengen van deze wijzigingen van haar status hier. Aangezien we ons kunnen voorstellen dat het voor haar wennen is. Hij belooft mij ervoor te zorgen dat er geen scheve ogen zullen zijn. Verder zegt hij zelfs toe haar nu van het werk vrij te stellen maar haar contract aan te houden tot na de zomer. Voor het geval ze terug wil keren.

Ik bedank hem voor de wederom uitstekende service. Hij haast zich weg om alles in gang te zetten voordat Luna straks binnenwandelt. In de lift naar boven besef ik dat ik Luna’s mobiele nummer helemaal nog niet heb dus kan ik haar niet voorbereiden. Dat komt vast wel goed, ze lacht zich er wel weer doorheen.

Eindelijk stap ik onder de douche. De warme stralen zijn echter al snel te heet voor de verbrande huid op mijn wangen en in mijn nek. Op mijn gemak verzorg ik de gevoelige plekken met een geurige zalf. Ik voel de energie langzaam weer terugkeren in mijn oververmoeide lichaam. Denkend aan Luna’s plagende handen, keert de opwinding van de hele dag meteen weer terug. Snel zet ik de douche wat kouder. Daarna wikkel ik me in een warme, comfortabele badjas en loop terug naar de slaapkamer.

Luna is al meer dan twee uur bij me vandaan. Buiten is het al aardig donker. Ik besluit dat we straks beter hier kunnen eten en bekijk de menukaart. Ik heb nog maar weinig benul van wat Luna precies lekker vindt, maar neem de gok en bestel een aantal kleinere gerechtjes. Zo kunnen we allebei kiezen om meerdere dingetjes te eten. Het zal er over een half uur zijn.

Bij de kast bedenk ik wat ik nu eigenlijk aan zal trekken. Ik twijfel tussen gewoon deze badjas aanhouden of me heerlijk voor haar op te tutten. Ik besluit tot het eerste en ga ontspannen op het bed liggen, luisterend naar klassieke muziek. De bombastische klanken uit één van Wagner’s bekendste opera’s vullen de ruimte. De zware stem van de bariton vibreert door mijn ontspannen lijf …

[[… het jonge naakte meisje drukt haar lijf tegen me aan. Ze omhelst me. Ik voel haar rillen van de kou en ik sla mijn armen eveneens om haar heen. Achter mij klinkt de zware stem van de hogepriester. Ik versta zijn opdracht niet, maar het meisje gehoorzaamt direct. Ze draait zich om op mijn schoot. Ze leunt nu met haar rug tegen mij aan.

Haar handen begeleiden de mijne naar haar borsten. Voorzichtig pak ik ze vast en kneed ze zachtjes. Ze rilt weer, niet van de kou dit keer. Ik voel haar lijf langzaam bewegen en haar ademhaling wordt onrustiger. Mijn handen strelen nog steeds haar borsten en tepels. Pas als haar heupen beginnen te schokken besef ik dat ze in deze positie op mijn schoot zichzelf aan het vingeren is.

De zware stem klinkt resoluut. Het meisje gehoorzaamt en klautert schokkend en trillend van mijn schoot af. Ze draait zich om. Haar ogen blijven strak in de mijne kijken, tot haar benen het begeven. Ze valt met een luide bons op het altaar …]]

… bij de tweede harde bons keer ik terug in de werkelijkheid. Ik zet de muziek zachter en roep dat ze binnen mogen komen. Nadat ik opsta van het bed, trek ik mijn badjas recht. De tafel wordt vakkundig snel gedekt. Ik leg een fooi op het wagentje. Plotseling voel ik een hand van achteren op mijn billen. Verschrikt kijk ik om.

Ik had helemaal niet gelet op wie er binnenkwamen. Dan zie ik het lachende gezicht van Luna. Haar collegaatje geeft haar een knipoog. Luna werpt haar het schort toe dat ze nu weer heeft afgedaan. De deur wordt achter haar gesloten en Luna loopt naar me toe. Ze maakt het haar los. Ik kijk bewonderend naar mijn vriendin.

Ze heeft een rokje aan met een kort topje. Niet bepaald kleding om bij deze temperaturen zo vroeg in het seizoen, nachtelijk Rome mee in te trekken. Waarschijnlijk waren onze gedachten weer eens hetzelfde. Nog voor ze bij me is brand ik van verlangen. Ik wil maar één ding.

Ze strekt haar handen naar me uit. In één soepele beweging valt de badjas aan mijn voeten op de grond. Haar vochtige lippen drukken zich verlangend weer op de mijne. Mijn handen glijden als vanzelf over haar billen en schuiven het rokje omlaag. Ze stapt eruit terwijl ze me achterover op het bed duwt. Met een plof kom ik neer en binnen een seconde voel ik haar naakte lijf bovenop de mijne. Achter haar landt met een sierlijke boog haar topje als laatste kledingstuk bij de rest. We zoenen ongeremd wild.

Mijn vingers dwalen over haar mooie lijf. Ze steunt op haar handen en richt zich iets op om me aan te kijken. Haar ogen vol vuur. Ik voel me twee keer zo jong dan zij, in plaats van veel ouder. Ondanks het smachten naar meer en meer, word ik overvallen door een gevoel van lichte paniek. Ik weet niet hoe ik het naar haar moet verwoorden. Mijn hersens draaien overuren.

‘Mijn Luna,’ begin ik zacht, ‘ik weet nie…’ Een snelle kus belet me het verdere spreken.