Gouden Schakel - Joseph Roelands - E-Book

Gouden Schakel E-Book

Joseph Roelands

0,0

Beschreibung

Een vriendin van één van haar schoonmoeders roept de hulp in van Julia en haar vrienden. Bekend met de wonderbaarlijke verhalen uit Egypte en Schotland, hoopt deze gelovige vrouw dat de bijzondere talenten van deze groep veel voor haar kunnen betekenen. Het mysterie dat aan het vijftal wordt voorgelegd, is al eeuwenlang een hoofdpijndossier voor zowel het Vaticaan als voor veel vrouwen persoonlijk. Spiritualiteit, erotiek en religie komen nog dichter bij elkaar te liggen. Een geschiedenis die de kern raakt van de belangrijke rol van de vrouw binnen elk geloof.

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern
Kindle™-E-Readern
(für ausgewählte Pakete)

Seitenzahl: 722

Das E-Book (TTS) können Sie hören im Abo „Legimi Premium” in Legimi-Apps auf:

Android
iOS
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Gouden Schakel

Gouden Schakel

Joseph Roelands

Auteur: Joseph Roelands

Coverdesign: Joseph Roelands

ISBN: 9789464859416

© Joseph Roelands

01: roadtrip

woensdag 2 september

Prins Luciano Borghese ziet er rustig en geconcentreerd uit, terwijl hij de geblindeerde auto over de slingerende weg omhoog Monaco uit stuurt. Deze auto is eigenlijk wel van mijn mooie Italiaanse echtgenote en mij, maar op deze roadtrip met de enige man van onze groep van vijf laat ik hem graag het stuur nemen. Ik kijk naar het paleis op het schiereiland nu ver beneden ons, waar we twee nachten te gast waren. Afgelopen maandag zijn we uit Rome vertrokken.

Luna, die normaal altijd achter het stuur zit, begint deze week aan haar afstudeerjaar op de universiteit. Ze heeft aangegeven dat ze het geen probleem vindt dat ik er een tijdje alleen met onze prins op uit trek. Nefret, mijn pleegdochter, begint ook aan haar schooljaar. Samen met onze trouwe huishoudster Maria gaan ze het echt wel redden met zijn drieën.

De andere twee bruiden van Lucio, die het tweede echtpaar van onze groep vormen, hebben op dit moment eveneens een andere verplichting. Een oud-collega van Elena gaat trouwen in New York. Dus zijn Nailah en haar prinses er zaterdag al heen gevlogen.

Alleen de prins en ik zijn vrij om te doen en laten wat we willen. Hoewel de uitnodiging ons alle vijf betrof, nemen we deze nu eerst alleen met zijn tweeën aan. Aangezien we niet vóór zaterdag verwacht worden, nemen we de tijd om ons op een uiterst aangename manier te verplaatsen.

We zijn in Zuid-Frankrijk, op weg naar een klooster in een dorp vlakbij Carcassonne. Op Luna’s verjaardag, zo’n zes weken geleden, kregen we van Sabrina, de moeder van Lucio en Elena, een brief van één van haar vriendinnen. De schrijfster, de moeder-overste van het betreffende klooster, heeft van haar Italiaanse vriendin veel verhalen gehoord over wat mijn groep allemaal al heeft meegemaakt. Daarom heeft ze de stoute schoenen aangetrokken om ons te vragen een keer langs te komen en te kijken of we iets voor haar zouden kunnen doen. Ze wil er schriftelijk nog niet al te veel over kwijt. Volgens haar ligt dat wat ze wil bespreken wel in het verlengde van hetgeen we tot nu toe al beleefd hebben.

‘Van een Egyptische Farao via een heksenkring naar een klooster. Ik ben benieuwd wat de overeenkomsten zullen zijn,’ fluisterde Luna mij eergisteren bij het afscheid nog toe.

Via de chat op de mobiel blijven we uiteraard in contact. Zo ook met de twee lieverds in New York. Voorlopig ben ik echter met mijn eigen prins op een heerlijke reis, bijna als een vakantie. Hij stelt me hier nu overal voor als zijn echtgenote. Op zich klopt dat wel. Toch moet ik er iedere keer een beetje om glimlachen.

Lucio kijkt opzij.

‘Zit je weer lekker te dagdromen, Julia? Of ben je er al achter wat we eigenlijk gaan doen?’ Ik schud mijn hoofd. Gek vind ik die vraag van hem niet. Sinds het lezen van de brief ben ik ook al aan het wachten of er zich niet weer dromen aan mij zullen opdringen. Zo gaat het tenslotte tot nu toe elke keer. Maar er is geen droom geweest. Geen visioen. Niets. Ik tast net als de andere vier nog steeds in het duister.

Ook prinses Sabrina heeft ons met haar hand op het hart verklaard dat ze geen idee heeft, wat haar vriendin voor ons in petto heeft. Ze heeft er een paar keer naar gevraagd. Het antwoord blijft dat deze moeder-overste dat alleen ter plekke kan uitleggen.

Zodoende hebben we de afspraak gemaakt en heeft dit kersverse echtpaar, onze huwelijken waren tenslotte pas drie maanden geleden, er een vakantie aan vastgeplakt. We nemen het ervan. Zoals het een koppel betaamt, hebben we gediscussieerd over met welke auto we zouden gaan. Daarbij heeft de stem van de vrouw uiteindelijk de doorslag gegeven. Ik voel er niets voor, om in een opvallende rode Ferrari bij een rustgevend klooster aan te komen.

Bovendien heeft deze familieauto van mijn vrouw en mij veel meer comfort. Luna gebruikt deze auto zelf in Rome toch bijna niet. We hebben onlangs voor haar verjaardag een scooter gekocht, omdat een tweewieler in het drukke Romeinse verkeer veel handiger is.

We zijn maandagavond laat aangekomen bij het luxe Monegaskische koninklijke paleis, na een rit langs de Italiaanse westkust. De prins van Monaco heeft ons hoogstpersoonlijk uitgenodigd. Lucio kent hem al vele decennia. De twee delen veel interesses, waaronder snelle auto’s, vrouwen en poker. Wat mooie vrouwen betreft heeft onze Italiaanse echtgenoot niet te klagen. Hij heeft er vier en ze zijn allemaal, als ik mezelf ook zo mag beschouwen, zeer aantrekkelijk.

De dag in Monaco is er één geworden die ik niet snel zal vergeten. Zoals we konden verwachten, wilde zijn vriend een beetje pochen. We zijn dan ook helemaal niets tekortgekomen. Sterker nog: We rijden nu rijker het land uit dan we er zesendertig uur geleden in kwamen. Onze gastheer was blijkbaar vergeten dat Lucio in Las Vegas, bij onze eerste ontmoeting, het pokertoernooi glansrijk op zijn naam schreef. Toch is volgens hem een bezoek aan Monaco niet compleet zonder een paar uurtjes in zijn eigen magistrale casino.

Terwijl ik daar rustig rondliep en me vergaapte aan alle pracht en praal, heeft mijn lieftallige echtgenoot met pokeren weer een mooi bedrag bij elkaar gespeeld. Niemand beseft natuurlijk, dat hij dat kan doordat ik, zonder in de buurt te hoeven zijn, alle handen aan tafel kan voorspellen en hem zo feilloos door de avond kan loodsen.

Vanochtend bij het aankleden krijgen we al een appje van Luna met twee duimen omhoog. Ze heeft het bijgeschreven bedrag van onze avond gezien.

‘Goed bezig samen! Wees gerust. Ik zal mijn best doen er wat van op te maken!’

Vandaag maken we slechts een kort ritje. Vanavond overnachten we in Saint-Tropez. Morgen heeft Lucio nog een speciale verrassing voor me, alvorens we op vrijdag naar onze eindbestemming rijden.

De prins probeert zoveel mogelijk snelwegen te vermijden. Op de slingerende kustwegen genieten we van deze bijzonder rijke streek. Overal villa’s, de één nog mooier dan de ander, afgewisseld met kleine dorpjes, volgebouwd met de meest luxe hotels. Twee keer stoppen we op een terrasje. We bellen met New York en met het thuisfront. Het voelt echt als een vakantie samen.

Vroeg in de middag komen we al in de beroemde badplaats aan. Lucio parkeert de auto in de garage van een groot hotel en geeft bij de receptie de sleutels af, zodat de koffers naar boven gebracht kunnen worden. Als een pasgetrouwd stelletje lopen we gearmd door de drukke winkelstraten en langs de haven met prachtige jachten.

Hoewel mijn familie een rederij heeft, is het aanschaffen van zo’n jacht nooit bij me opgekomen. Het is wel een luxe manier van vakantie vieren, maar om de één of andere reden heeft dit me nooit getrokken. Wel geniet ik van de luxe aanblik van boten die soms groter lijken dan het paleis van de familie Borghese in Rome. Meerdere verdiepingen, zwembaden en regelmatig zelfs een garage aan boord.

Bij één van de boten blijft Lucio staan. Het is niet het grootste jacht van de rij, wel één van de meest indrukwekkende. Het is super strak gestroomlijnd en, afwijkend van de meeste andere schepen die hier liggen, donkerblauw geschilderd. De geblindeerde zwarte ramen zijn als spiegels. Op het achterdek staat een keurig geklede man met wit golvend haar over de kade uit te kijken.

Zodra hij Lucio ziet, daalt hij zwaaiend met zijn hand de trap af en komt naar de loopplank. De prins loopt naar hem toe en ze begroeten elkaar hartelijk.

‘Jullie zijn mooi op tijd,’ zegt de man op vrolijke toon in het Engels met een zwaar Frans accent.

Lucio draait zich naar mij om en stelt me voor aan Bernard, een goede vriend die ons vandaag op zijn jacht heeft uitgenodigd. Ik zie een speciale twinkeling in de ogen van mijn echtgenoot die ik daar pas een paar keer zag. Ik begrijp dat de reden van dit bezoek voor mij de verrassing is.

‘We hebben straks een heerlijk diner en een feest midden op zee. Als we morgen wakker worden, zijn we weer aan deze kade,’ legt de prins opgewekt en snel uit.

We volgen onze gastheer aan boord waar we al worden opgewacht. Veronica, een prachtige Spaanse dame, stelt zichzelf aan mij voor als zijn vrouw. Net als bij Bernard zijn de jaren goed te zien, maar ze heeft nog steeds de krachtige uitstraling van een flamencodanseres.

Door haar wordt Lucio met een hartelijke kus begroet. Mij omarmt en zoent ze alsof we al jarenlang vriendinnen zijn. De eigenaars van dit jacht gaan ons voor richting de boeg van de boot naar een prachtige salon, waar we aan de andere gasten worden voorgesteld.

We ontmoeten een bont gezelschap van zeer diverse nationaliteiten, leeftijden en relatie-soorten. Kortom, we hadden er als groep van vijf perfect bij gepast. We krijgen allen een glas champagne, al is het voor sommige anderen niet het eerste drankje van de dag. We proosten op de liefde en op een fijne avond en nacht samen. De gastheer besteedt vooral veel woorden aan de prins en aan mij. Het is duidelijk dat we de eregasten zijn. Ook worden af en toe de woorden Egypte en Schotland genoemd. Deze mensen zijn op de hoogte van wie en wat ik ben.

Ik luister nog maar met een half oor naar de stroom van woorden en kijk naar mijn ring. Wie en wat ik ben. Dat is de afgelopen maanden behoorlijk veranderd.

Mede door deze ring, die ooit een Egyptische Farao toebehoorde, en door de krachten die er door een godin aan zijn toegekend. Ik zie beelden door mijn hoofd flitsen van ons eerste avontuur in Egypte, waar deze groep van vijf is ontstaan. Luna, mijn lief, die de krachten van deze godin in zich meedraagt, en ik weten ons gesteund door de driehoek van Lucio en zijn twee andere bruiden: Elena en Nailah.

We zijn een bijzondere groep die in Schotland zelfs nog hechter is geworden, toen deze goddelijke energie ook door heksen gebruikt bleek te worden. Elena is zelfs, net als haar eigen moeder en die van mij, tot heks ingewijd.

Steeds meer mensen in onze omgeving zijn zich ervan bewust dat er iets bijzonders aan het groeien is binnen en rondom de groep. Tijdens de verjaardagen van Luna, in juli, en die van mijn eigen moeder, Eloïse, een week geleden, werd zichtbaar dat de groep om ons heen steeds groter aan het worden is.

Er zijn niet zoveel personen die vrijwel alles weten. Behalve mijn kerngroep is dat onze zogenaamde tweede cirkel. Veel weten er wel genoeg om zich tot ons aangetrokken te voelen. In het bijzonder tot mij. Ze beseffen wat ik voor ze kan zijn en eventueel kan betekenen.

Ik moet nog steeds wennen aan de rol van een soort goeroe. Vooral Luna en Nailah doen fantastisch werk om iedereen voor mij op afstand te houden en veel van de vragen namens mij te beantwoorden. Meer zelf naar de voorgrond treden, komt wel als ik er klaar voor ben. Op het moment lijkt niemand zich gefrustreerd of afgewezen te voelen. Iedereen is begripvol en wacht geduldig op wat er komen gaat.

Nu zijn we op weg naar iets nieuws. Voor het eerst sinds de reis naar Schotland. Alleen omdat Sabrina deze briefschrijfster persoonlijk kent, heb ik ingestemd om eens te kijken of ik iets kan doen.

Ik kijk op uit mijn gedachten en merk dat de monoloog van Bernard is afgelopen. Iedereen staart nu naar mij. Lucio richt zich glimlachend tot het gezelschap: ‘Haar drie echtgenotes en ikzelf zijn deze vorm van dagdromerij inmiddels gewend. Voelt u zich niet beledigd. Julia is gewoon af en toe in haar eigen wereld.’

Ik vraag blozend wat er van me verwacht wordt, ik heb het laatste stuk van het gesprek gemist. De vrouw van de gastheer, die naast me zit, fluistert dat haar man, met instemming van prins Lucio, net aan mij gevraagd heeft of ik deze groep zou willen vereren met een glimp van mijn krachten.

Even voel ik me blozen. Niet uit schaamte, maar uit het gevoel een aapje te zijn dat een trucje kan. Dat nu moet opdraven omdat de rijke heren dan kunnen zeggen: ‘Kijk eens hoe goed ze dat kan’. Ik begrijp wel dat de intentie, zowel van Lucio als van dit echtpaar, compleet anders is en verman mij.

Terwijl ik overeind kom kijk ik om me heen. Zonder waarschuwing springen de glazen bij alle mannen in duizend stukken. Hier en daar klinkt een gilletje van een dame die dit toch niet had verwacht. Als de glazen weer zijn samengevoegd, kijken de mannen verbaasd naar hun perfect herstelde maar lege glazen. De drank is verplaatst naar die van de dames, die hun glazen nu allemaal tot aan de rand gevuld zien. Het heeft me amper moeite gekost. Alle gasten applaudisseren en heffen hun glazen, vol en leeg, in onze richting. Na een laatste zwaai van mijn hand, is de champagne weer eerlijk over alle glazen verdeeld en kan het gezelschap daadwerkelijk drinken na de toost.

Onze gastheer doet een stap dichterbij en fluistert zijn excuses dat hij me zo voor het blok heeft gezet. Hij zag aan mijn reactie dat ik erdoor overvallen werd en me er niet prettig bij voelde. Ik pak zijn hand en zeg dat hij zich daar geen zorgen over hoeft te maken.

‘Mijn prins is degene die moet weten dat ik altijd iets meer tijd nodig heb. Die zal op gepaste wijze gestraft worden, vannacht.’ Lucio kijkt gespeeld beteuterd en grinnikt dat hij te laat in de gaten had dat ik niet aan het opletten was.

Bernard benadrukt nogmaals dat ze gedurende ons verdere verblijf niets meer van me zullen vragen. Wij zijn hun eregasten. Niemand hier voelt zich geroepen om nog iets te verlangen.

Het diner zal pas over een uur of drie beginnen, als we op open zee zijn. We kunnen de komende uren doen wat we willen. Ik kijk naar Lucio en vraag wat zijn voorkeur heeft. Hij checkt of ik het goed vind dat hij met een paar van de andere gasten gaat pokeren. Zonder mijn hulp dit keer, gewoon ontspannen. Ik vind het geen enkel probleem en vraag of ze aan boord een jacuzzi of een zwembad hebben.

‘Kom maar met mij mee’, glimlacht mijn mooie buurvrouw en pakt me bij mijn hand. De mannen lopen weg, lachend en pratend. Veronica gaat me voor naar buiten. Het valt op dat geen van de andere gasten ons meteen volgt. Het ziet ernaar uit dat we inderdaad respectvol met rust gelaten zullen worden.

Op het bovenste dek, zeker twintig meter boven de golven, flonkert een prachtig zwembad. Omgeven door relingen met hetzelfde donkere glas als de ramen, zit, lig of zwem je hier helemaal privé. Tenzij er een groter schip langs vaart of je in een haven met hoge gebouwen ligt.

We zijn inmiddels al aan het varen en de jongedame die verderop dan ook naakt aan het zonnen is, zal zich volledig onbespied weten. Een man, wel gekleed in een zwembroek, trekt baantjes in het bad.

Vlak naast de zonaanbidster bubbelt een jacuzzi, verzonken in het dek. Even kijk ik van de dame, die haar ogen nog steeds dicht heeft, naar Veronica. Die haalt alleen haar schouders op en laat haar jurk van zich afglijden. Daar had ze dus helemaal niets onder aan. Met een glimlach laat ze zich in het water zakken. Ik doe er iets langer over, met behalve de jurk ook schoenen, bh en slipje, maar zak toch al snel naast haar in het warme water.

‘Alles kan en mag hier,’ fluistert ze in het Spaans, ‘je bent hier onder vrienden en volledig veilig.’ Ik bedank haar in haar moedertaal en denk terug aan hoe ik vrijwel dezelfde woorden tegen Cate sprak, toen ze voor het eerst onze groep binnenwandelde in Rome. Ik hoop dat de Schotse zich destijds net zo goed heeft gevoeld als ik me nu voel na de lieve woorden van mijn gastvrouw.

Volledig ontspannen voel ik menu , alsof ik bij Luna in onze eigen jacuzzi zit. Ik kijk in mijn hoofd naar mijn schat. Ze zit met Carlo en twee andere studiegenoten druk te overleggen. Er staat iets van een maquette tussen hen in. Ik geniet van het vuur waarmee ik haar zie praten. Ik hou van haar passie.

Veronica laat me rustig dagdromen en bestelt bij een voorbijlopende bediende een dienblad met verschillende drankjes. Zelfs zo’n klein gebaar van ‘met rust laten’ kan ik erg waarderen. Ze wil me niet storen door te vragen wat ik wil, maar zorgt gewoon dat ik straks keuze heb.

Ik kijk haar aan en zeg ‘sorry’ voor het telkens afdwalen met mijn gedachten. Ze stelt me gerust door te zeggen dat Lucio hen daar vorige week al uitgebreid voor heeft gewaarschuwd. Ze weet dat ik ook niet alleen aan andere dingen denk, maar ook andere dingen kan zien die nu op dit moment ergens gebeuren. Ik knik en leg uit dat ik kort naar mijn echtgenote keek, die in Rome op dit moment aan haar studie werkt.

‘Voelt zij dat je op zo’n moment aan haar denkt?’ vraagt ze oprecht geïnteresseerd.

‘Meestal wel,’ antwoord ik, ‘als er niet te veel afleiding is.’

Ik neem een glas jus d’orange van het dienblad dat de jongen komt brengen en neem een slok. Die afleiding is er overigens regelmatig voor mijn flirtgrage Italiaanse. Hoewel ik me nul komma nul ongerust maak over haar liefde voor mij, staat zij van onze hechte groep van vijf het meest open voor alle vormen van aandacht van anderen. Inclusief seksuele aandacht. De andere drie en ik vinden het prima. Haar hart is van ons, daar zijn we van overtuigd. Luna blijft echter Luna en dat is maar goed ook.

Opnieuw laat de Spaanse me rustig in mijn eigen gedachten dwalen. Ze heeft haar ogen inmiddels gesloten. Ik kus mijn ring en laat me onder water zakken. Deze ervaring in het water was één van de eerste nieuwe dingen waarvan mijn Luna en ik ontdekten dat ik die kan. Lang, soms wel urenlang, ondergedompeld blijven. Genietend van de merkwaardigste geluiden die deze onderwaterwereld heeft. De klanken brengen me tot rust. Af en toe kan een andere persoon bij me komen en ervan meegenieten. Sommige van mijn krachten, vooral deze, kan ik tijdelijk delen met anderen.

Ik kijk naar het lichaam van de vrouw naast me. Ze is gespierder dan ik in eerste instantie zag. Misschien vielen mij de spieren niet meteen op omdat ik te veel naar haar rondingen keek. Ze heeft een atletische lichaamsbouw. Waarschijnlijk zat ik met mijn eerste inschatting van danseres niet ver van de waarheid. Dit is een sportieve dame die nog steeds in vorm is.

Door het wateroppervlak zie ik haar naar me kijken. Ze weet dat ik haar aan het bewonderen ben. Ik wenk met mijn hand dat ze ook naar beneden moet komen. Zonder aarzeling komt ze bij me. Het keurige kapsel en de make-up verdwijnen om plaats te maken voor haar natuurlijke schoonheid. Ze lijkt niet eens verrast dat ze zo lang bij me kan blijven. Na ruim tien minuten geeft ze me een kus en duikt boven weer op. Ik volg snel.

Naast het bad staat haar man naar ons te kijken. Hij geeft me een compliment dat ik zijn vrouw zo gek heb gekregen om met haar hoofd onder water te gaan. Iets dat ze zelden doet, omdat ze er nu eenmaal altijd op en top verzorgd uit wil zien. Ik kijk naar zijn vrouw. Haar zwarte haren, met hier en daar wat charmante plukjes grijs, hangen nat golvend langs haar gezicht. Ze straalt.

Zeker nu, met deze gelukzalige glimlach op haar gezicht, heeft ze geen enkele opsmuk nodig om een oogverblindende vrouw te zijn. Pas nu zie ik dat haar man mij ondertussen uitgebreid aan het bekijken is. Dat ik zijn gestaar niet erg vind, is wellicht de grootste verandering van alles wat er met mij de afgelopen maanden is gebeurd. Ik geniet zelfs van de dwalende blik, beseffend dat ik er niet onaantrekkelijk uitzie.

‘Gaan jullie mee nog wat drinken voor het diner?’ vraagt Bernard. Hij helpt ons galant uit het bubbelbad. Automatisch wil ik mijn kleding oprapen. Wanneer Veronica echter haar arm inhaakt bij die van haar man en naakt met hem meeloopt, volg ik haar goede voorbeeld aan zijn andere zijde.

In de salon heerst een rustige, gemoedelijke sfeer. Het gezelschap bevindt zich in diverse stadia van ‘bedektheid’. Lucio en enkele andere mannen hebben poker gespeeld. Er is aan hun uiterlijk dan ook niets veranderd. De man uit het zwembad heeft een handdoek omgeslagen. De zonaanbidster is nog steeds naakt, net als Veronica en ik dat zijn. Twee andere dames komen bezweet en zo goed als naakt, blijkbaar net uit de sauna. Ze hebben alleen een badjas losjes omgehangen. Het meest opvallende is een koppel dat slechts in ondergoed gekleed is, zij in prachtige mintgroene lingerie. Ik kijk in hun hoofden en zie dat ze net terugkomen van hun slaapkamer.

Niemand schijnt aan deze verschillen in kleding enige aandacht te schenken. Kriskras door elkaar, staan de gasten rustig met elkaar te praten en te drinken. Ik sta inmiddels bij mijn prins die zijn arm om mijn middel heeft. Hij drukt me lekker tegen zich aan. Zo nu en dan glijdt zijn hand naar beneden om mijn billen te strelen. Ook dat wordt door niemand vreemd gevonden. Ik begin me af te vragen wat dit voor een avond zal worden.

Bij het diner blijkt al snel dat mijn vermoeden klopt. Een aantal van de stelletjes voert elkaar plagend, terwijl er hier en daar ook al andere combinaties ontstaan. Naarmate de avond vordert worden er steeds meer kledingstukken ergens in een hoek gegooid. Ik geniet van alle openheid, liefde en seksualiteit die ik om me heen zie.

Ik blijf dichtbij Lucio en voel geen enkele neiging om mee te gaan in de flow. Mijn schat heeft dat gelukkig in de gaten. De prins blijft me rustig kusjes geven terwijl we allebei genieten van de aanblik van wat er om ons heen gebeurt.

Het is niet dat ik me niet zou kunnen voorstellen om publiekelijk te genieten van actieve seks, zeker als het seks is met Lucio. De energie die ik nu echter krijg van alle vrijende aanwezigen, is voor mij meer dan bevredigend. Het verbaast me dat niemand zich lijkt te storen aan het feit dat wij niet actief deelnemen aan de zich ontwikkelende orgie om ons heen. Zo nu en dan is er een knipoog of een intense blik. Of komt er iemand kort bij ons zitten en als in een soort pauze met ons praten. Geen aandringen, geen uitnodigingen. Iedereen accepteert dat dit is wat ik nu wil.

Toch ben ik blij dat Lucio en ik niet de enigen zijn die ons afzijdig houden. Een ouder stel, waarvan de man wel de broer van Bernard zou kunnen zijn, zit eveneens rustig te kijken. Hij heeft, net als Lucio inmiddels, slechts een gekleed onderlijf en zij is de enige vrouw die volledig gekleed is gebleven. Ze ligt met haar hoofd tegen de borst van haar man aan en straalt. Ze geniet van wat ze ziet. Haar hand streelt plagend zijn been.

Ook bij Lucio is goed te zien wat de aanblik van de warmte en de handelingen van al deze mensen met hem doet. Ik weet dat hij meer met mij zou willen. Dat gaat de komende dagen zeker nog wel een keer gebeuren.

Ik sluit mijn ogen en kijk naar de verbinding tussen al deze mensen. Tot mijn verbazing zie ik dat ze veel van hun liefde en erotische kracht bewust naar mij zenden. Dat is waarom ik me zo lekker voel. Dat is waarom ik er zoveel energie van krijg. Ze geven deze letterlijk aan mij! Ze hebben deze orgie speciaal voor mij! Zelfs van het koppel dat niet meedoet, stromen golven van seksuele liefde mijn kant op. Dit is wat mijn prins voor mij geregeld heeft. Een diner waarbij ik op meer dan één manier gevoed word.

Ik open mijn ogen en kijk in de zijne.

‘Dank je schat,’ fluister ik, ‘wat een fijn cadeau.’ Ik geef hem een kus. Hij weet dat ik het doorheb. De kus stopt niet meer. Totdat ik door alle energie die mij wordt gegeven, zonder er zelf ook maar iets voor te hoeven doen, een klein, intens orgasme beleef. Nagenietend tegen Lucio’s borst aanleunend, sluit ik mijn ogen en val in slaap.

donderdag 3 september

Het jacht ligt weer stil als ik de volgende ochtend wakker word. Ik lig in een comfortabel bed. Ik kan me van de nacht na het orgasme niets concreets meer herinneren maar voel wel dat het feest nog uren moet zijn doorgegaan. De stroom van energie naar mij toe is al die tijd niet afgenomen. Ik voel me krachtiger en energieker dan ik me ooit zonder Luna aan mijn zijde heb gevoeld.

Lucio zit met zijn rug naar me toe aan een tafeltje met zijn laptop. Naast me in bed, zie ik Veronica liggen. Blijkbaar heeft zij de nacht bij ons doorgebracht. Als ik kort mijn ogen sluit, zie ik dat er tussen hen op wat zoenen na niets is gebeurd. Hoewel zij zeker meer had gewild, bleef Lucio’s aandacht op mij gericht. Toch ligt ze hier intens tevreden naast me. Ik kus mijn gastvrouw waardoor haar lippen zich krullen tot een glimlach. Ze droomt over hem. Ik sta op en loop naar mijn prins. Me van achteren naakt tegen hem aandrukkend, kus ik zijn nek.

‘Goedemorgen, slaapkopje,’ fluistert hij en draait zich om, om me een goede kus te geven.

Ik zie dat de prins met Luna, Elena en Nailah aan het videobellen is. Ik zwaai naar de drie vrouwen en Luna geeft me een kushand. Omdat Veronica nog slaapt, zetten we het geluid niet aan en kletsen we al typende verder. Luna vraagt of ik genoten heb van Lucio’s cadeau en zegt dat ze het stiekem toch fijn vindt dat ik weer trouwer aan haar ben gebleven dan zij altijd aan mij is. Elena en Nailah lachen, net als ik. Ja, een dergelijk feest zou Luna niet zonder actieve deelname aan zich voorbij hebben laten gaan.

Ik vertel hen hoe ik het heb ervaren. We kletsen nog een tijdje door, totdat Lucio opmerkt dat we moeten gaan douchen en aankleden. Hij heeft vandaag nog een verrassing voor mij ingepland. Ik zie aan hun ogen, dat mijn drie bruiden wel al weten wat het is.

Na een laatste kus naar de camera, schakel ik de laptop uit en loop met de prins naar de douche. Terwijl we elkaar teder inzepen, voel ik ineens vreemde handen me van achteren strelen. Ik hoef me niet om te draaien om te weten dat Veronica wakker is geworden en nu lekker bij ons onder de douche staat. Zonder het doel om verder te gaan dan knuffelen, hebben we een intiem kwartiertje onder de warme stralen. Daarna haast Veronica zich, met alleen een handdoek om, naar haar eigen hut. Lucio en ik kleden ons rustig aan.

‘Bernard was niet beschikbaar vannacht’, legt Lucio met een knipoog uit, ‘vandaar dat zij vroeg of ze bij ons mocht slapen.’ Ik sluit mijn ogen en zie haar man in bed bij de zonaanbidster en de zwemmer. Tot mijn verrassing voel ik dat onze gastheer een cadeau was van de jonge vrouw aan haar vriend, niet andersom. Het is ook evident dat ze nog niet lang slapen, Bernard in het midden.

‘Een bijzondere vriendengroep heb jij,’ complimenteer ik de prins. Hij lacht en herhaalt nog een keer dat echt niemand in het gezelschap het erg vond dat we passief bleven, integendeel. De gasten hebben het allemaal als een heerlijke avond ervaren. Ze waren vereerd om dit zo voor mij te doen.

Ik voel dat ik lichtjes bloos. Ondanks dat het accepteren van al deze vormen van aanbidding langzaam beter gaat, moet ik toch nog altijd wennen aan het feit dat mensen dat willen. Wel merk ik aan alles dat het gevoel oprecht is.

Zelden, maar dat voelen Luna en ik altijd meteen, zit er iets anders achter of worden de mensen aangetrokken door onze rijkdom. Bijna altijd is er gewoon oprecht het verlangen om bij ons, en daardoor bij mij, in de buurt te zijn en om spiritueel te ervaren wat ik ben.

Bij het ontbijt is het rustig. De meeste gasten slapen nog. Alleen het oudere koppel, dat ook niet actief deelnam aan het seksfeest, en wij zitten al aan tafel als Bernard binnenwandelt. Hij is door Veronica met een kus wakker gemaakt en tussen zijn jonge bedpartners vandaan getrokken, om er als gastheer voor ons te zijn. Iedereen is gekleed. Als men nu naar dit ontbijt zou kijken, zou niemand kunnen vermoeden wat er de afgelopen nacht allemaal op dit jacht is gebeurd.

Terwijl wij een laatste kop koffie nemen, druppelen enkele anderen binnen. Het is duidelijk dat we niet van iedereen persoonlijk afscheid zullen kunnen nemen. Ik bedank onze gastheer en -vrouw voor de fantastische ontvangst. De twee staan er echter op dat ik degene ben die bedankt moet worden. Ook het oudere koppel, met wie ik nu aan het ontbijt pas voor het eerst gepraat heb, zegt vol overtuiging dat mijn aanwezigheid het hoogtepunt was.

Lucio slaat zijn arm om me heen als hij me toch weer een beetje ziet blozen. We beloven snel weer een keer terug te komen. Misschien wel met de andere echtgenotes van ons erbij. Als we over de loopplank weer naar de kade lopen worden we uitgezwaaid, door iedereen die op de boot al wakker is.

Onze auto staat al ingepakt voor ons klaar. Na nog een laatste korte toeter, rijden we langzaam over de kade richting de weg. Een aardige politieagent groet ons beleefd als hij het overige verkeer even voor ons tegenhoudt, zodat we de weg weer op kunnen draaien. We zijn op pad naar de volgende verrassing.

‘Je had best Veronica mogen geven wat ze van je wilde, schat,’ zeg ik tegen de prins die de wagen door het centrum van Saint-Tropez stuurt.

‘Dat heeft ze al eens gehad’, grinnikt hij, ‘maar vannacht was daar niet voor. Daar was zij het overigens ook mee eens.’

Ik pak zijn hand vast en knijp erin. Ik hoef niet te zeggen dat ik seks met hem heerlijk vind en dat we dat echt snel weer zullen hebben. Hij weet dat net zo goed als ik! Hoe hij deze afgelopen avond en nacht op de boot anders heeft ingedeeld, is speciaal. Daar ben ik hem oprecht dankbaar voor.

We vervolgen onze weg langs de Franse zuidkust in de richting van de Pyreneeën. We nemen een late lunch, even voorbij Marseille, en om een uur of vier draaien we bij Arles weer zuidwaarts in de richting van de kust. Blijkbaar komen we in de buurt van onze eindbestemming. De kaart geeft namelijk aan dat we op een doodlopende weg zitten, welke bij de kust eindigt in het plaatsje Saintes-Maries-de-la-Mer.

De prins glimlacht als hij merkt dat ik doorheb dat we er bijna zijn. Iets ten oosten van het dorpje rijden we opeens een camping op.

Verbaasd kijk ik hem aan. Wat gaan hij en ik in hemelsnaam op een camping doen? De laatste keer dat ik gekampeerd heb is al meer dan vijfentwintig jaar geleden.

Terwijl we over het grote terrein rijden, valt meteen op dat er veel groepen staan die niet de gebruikelijke campers en caravans hebben, zoals we die in Nederland en Duitsland overal zien. Hier staan meer traditionele woonwagens. Ook de mensen die er rondlopen hebben de kleurrijke kleding aan die je ook bij dergelijke woonwagens verwacht. Bij één van die groepen draait Lucio de binnenplaats, tussen een zestal in een cirkel geplaatste wagens, op en parkeert onze auto naast een aantal andere.

Al bij het uitstappen hoor ik iemand verrukt ‘Luciano!’ roepen. Een klein oud vrouwtje met gitzwart haar en een bonte omslagdoek komt met wijd gespreide armen op hem af. Lucio bukt zich om haar knuffels en kussen op beide wangen in ontvangst te nemen.

Daarna stelt hij me aan haar voor en word ook ik nu op minstens even hartelijke wijze in haar armen gesloten. Ze spreekt een gebrekkig Italiaans en stelt zich voor als Bonita. Uit haar woorden begrijp ik dat ze de prins al kent vanaf zijn kindertijd. Ze heeft hem en zijn zus leren paardrijden toen ze met haar familie een tijdje in de omgeving van Rome woonde. Ze zijn gedurende al die jaren contact blijven houden. Zowel Elena als hij komen regelmatig op bezoek.

Ze zijn een Roma familie uit het noordwesten van Spanje die elk jaar een aantal maanden naar dit dorpje komen. Er zijn hier in de zomer veel festivals die voor hen als Roma heel belangrijk zijn. Het begint met een Mariaverering in mei en eindigt met een paardenevenement in oktober. Na dat laatste feest gaan ze terug, om de wintermaanden in Spanje te vertoeven.

Dus toen de prins wist dat wij, op weg naar Carcassonne, hier vlak langs zouden rijden, moest en zou hij mij aan haar voorstellen.

Ze blijft me consequent Juliana noemen. Ondertussen worden we mee naar binnen gesleept in één van de wagens waar we aan mensen van diverse generaties worden voorgesteld. Sommigen kennen Lucio klaarblijkelijk al goed. Anderen hebben toch wat bewonderende ogen als ze zegt dat hij een echte Italiaanse prins is.

Ik word naast twee kleine kinderen op een bank geduwd en krijg een glas koude wijn in mijn handen gedrukt. Ik denk aan het verschil tussen het paleis in Monaco, het luxe jacht van gisteren en waar ik nu terecht ben gekomen. Het kan bijna niet verder uit elkaar liggen. Al ligt dit waarschijnlijk meer in lijn met wat we straks in het klooster zullen aantreffen dan de overdadige omgeving van de afgelopen dagen.

Overal glimmen de heiligenbeelden me hier tegemoet en iedereen, van jong tot oud, heeft kruisjes aan kettingen en oren hangen.

Eén van de twee kinderen, gekleed in een uiterst simpel jurkje dat niet meer is dan een te groot T-shirt, is haar verlegenheid inmiddels te boven gekomen. Ze begint vrolijk tegen mij te praten, terwijl ze me een tekening laat zien. In een dialect dat ik niet kan thuisbrengen, vertelt ze me dat ze, net zoals heel veel van haar tantes en nichtjes, Maria heet. Ze is zeven jaar en heeft een tekening gemaakt voor de prins. Omdat ze echter niet wist dat ik mee zou komen, geeft ze hem nu aan mij, omdat ze mij liever vindt. Haar moeder, die zo op het oog de dochter van Bonita is, wil één en ander voor me vertalen.

Ik glimlach naar het meisje en haar moeder en geef het kind antwoord in haar eigen dialect. Ik zeg dat ik het een prachtige tekening vind en dat hij sowieso ook een beetje voor de prins zal zijn, omdat we bij elkaar horen. Ze knikt tevreden en zegt vrolijk dat ze nu tenminste geen tweede tekening hoeft te maken. Ze verbaast zich er helemaal niet over dat ik haar taal spreek. Alle ouderen in de woonwagen kijken uiteraard wel verrast.

Lucio zucht overdreven diep en neemt het woord. Hij legt uit dat ik gewoon een beetje bijzonder ben en dat ik elke taal die ik hoor direct lijk te begrijpen en ook meteen kan spreken. Hij is er inmiddels aan gewend. Toch zou het soms misschien handiger zijn dat ik dat niet meteen zo laat merken. Het maakt mensen namelijk altijd toch weer nieuwsgieriger dan we eigenlijk willen dat ze zijn.

Het meisje staat op en trekt me overeind terwijl ze vraagt of ik mee wil gaan naar de paarden. Even kijk ik naar zowel Lucio als naar onze gastvrouw. Ze knikken beiden en ik loop met Maria mee. Tussen twee wagens door komen we bij een klein grasveldje waar een vijftiental paarden rustig staan te eten uit grote bakken. Ze legt uit dat die met een gele zakdoek aan hun tuigje van hen zijn. De dieren met andere kleuren zijn van andere groepen hier om ons heen.

Zonder vrees stapt ze over het slaphangende touwtje, dat bij ons in Nederland zeker niet als afdoende veilig zou worden beschouwd als begrenzing van een weiland.

Maria sleept me aan mijn hand mee tussen de paarden door. Hier en daar duwt ze er met haar handje eentje wat opzij, tot we aankomen bij haar lievelingspaard.

‘Dit is Prinses’, zegt ze trots en vertelt dat ze een paar dagen geleden voor het eerst alleen op haar heeft mogen rijden.

‘Ze is wel een beetje ziek, want ze eet al dagen niet veel.’ Het meisje neemt een handje haver uit de dichtstbijzijnde bak en duwt dat tegen de neus van het paard.

Achter me klinkt een korte bries. Ik moet toegeven me minder op mijn gemak te voelen tussen al deze krachtige beesten dan mijn kleine vriendin. Maria pakt mijn hand en legt die tegen de hals van Prinses.

‘Dat vindt ze fijn’, zegt ze zacht en ze slaat een paar keer hard met mijn vlakke hand op de klamme, warme huid van het dier. Wanneer ze mijn hand weer loslaat, ga ik toch liever over op strelen.

Ik kijk in de grote donkere paardenogen. Ze staan verdrietig en ik sluit mijn ogen om te voelen of ze inderdaad ziek is. Ik schrik, als ik voel dat het paard door schijnt te hebben wat ik doe en me nu bijna letterlijk vertelt wat er aan de hand is. Ik krijg tranen in mijn ogen. Dit ga ik niet tegen Maria zeggen, maar wel tegen de anderen straks. Ik beloof Prinses dat ik zal proberen te helpen en hoop vurig dat ze mijn geruststelling een beetje begrijpt.

‘Kun jij ook met paarden praten?’ vraagt de jonge zigeunerin, die schuin naar me omhoogkijkt. Ze lijkt te merken dat ik in gedachten contact maak met haar favoriet. Ik schud mijn hoofd, maar zeg dat ik wel meer niet begrijp of weet van wat ik doe of blijk te kunnen.

‘Net als de oude oma van mama,’ fluistert ze bewonderend, ‘zij kon dat ook!’

Terug in de woonwagen gaat Maria vrolijk door met spelen met haar broertje op de bank. Ik neem Lucio even apart en vertel hem wat ik bij het paard net heb aangevoeld. De prins vraagt of ik het wil delen met zijn vrienden. Omdat het me wel weer opnieuw in de spotlights zal zetten. Ik snap wat hij bedoelt, maar ik heb het aan Prinses beloofd, dus ik knik.

Lucio vraagt aan Bonita om samen met één van haar zoons even mee naar buiten te gaan, zodat de kinderen niet kunnen meeluisteren. We begeven ons naar de rand van het weiland. Prinses, die ons aan ziet komen lopen, komt meteen naar ons toe en duwt met haar hoofd tegen mijn schouder. Verwonderd kijken de twee eigenaars naar het gedrag van hun paard.

‘Maria vertelde me dat haar lievelingspaard een beetje ziek is en weinig eet,’ begin ik hen uit te leggen in hun eigen taal. In zijn hoofd neem ik de prins mee, zodat hij begrijpt wat ik hen vertel.

‘Vraag me niet hoe,’ ga ik verder, ‘want deze ervaring is voor mij ook nieuw. Op de één of andere manier heeft Prinses me duidelijk kunnen maken wat er met haar aan de hand is. Ze draagt een dood veulen en weet dat dit haar zwak maakt. Het zit er al te lang en het lukt haar niet om het zonder jullie hulp af te stoten.’

Na een knik van Bonita rent haar zoon weg om korte tijd later terug te komen met een wat oudere man die een versleten dokterstas bij zich draagt. Met een soort klein echo-apparaatje kijkt hij in de buik van het paard dat alles geduldig ondergaat.

Al na een paar seconden bevestigt hij mijn verhaal. Na nog wat korte woorden tegen moeder en zoon, neemt hij Prinses met zich mee. De zoon legt uit dat hij het paard een soort weeënopwekkers zal geven en vannacht of morgenvroeg het veulen zal verwijderen. Hij schudt me, nog steeds in shock maar heel blij, de hand en zegt dat ze hier nooit op tijd achter zouden zijn gekomen.

Paarden overlijden wel vaker aan een erge bloedvergiftiging op zo’n manier, voordat de eigenaren beseffen wat er mis is. Hij zegt dat zijn oma eveneens een dergelijke band met paarden had zoals ik heb. Ook zij heeft regelmatig situaties kunnen ondervangen, voor zowel hun eigen kudde als die van hun vrienden, om ernstig leed te voorkomen.

‘De prins heeft een zeer bijzondere vrouw gekozen,’ zegt hij nog snel, voordat hij achter de andere man met Prinses aan loopt.

Bonita schudt me nu ook uitvoerig de hand en prevelt gebeden om God te bedanken voor het zenden van mij in hun leven, om mij alle goeds te wensen en ook nog een grote schare kinderen.

Die laatste woorden doen bij mij tranen opwellen, omdat ik sinds de tocht naar Egypte weet dat ik onvruchtbaar ben. De prins legt zijn geschrokken vriendin in het kort uit waarom dit gebed mij zo diep raakte. Meteen volgen er honderden excuses, maar ik stel haar gerust en zeg dat ik zeker op veel kinderen hoop. Al zullen ze niet van mezelf zijn en dat ik haar goede wensen evengoed waardeer en accepteer.

We lopen terug naar de wagen, waar de andere volwassenen op de hoogte worden gebracht van de toestand van Prinses. Inclusief mijn rol daarin en dat het waarschijnlijk wordt opgelost. Er worden glazen geheven.

Ik plof weer naast Maria op de bank. Kan er dan geen enkele dag een beetje normaal verlopen? Het meisje kruipt ongegeneerd bij me op schoot, slaat haar armpjes om mijn nek en fluistert in mijn oor: ‘Dank je dat je mijn Prinses hebt geholpen. De ouderen denken wel dat ik niets hoor, maar ik luister ook zonder oren.’

Haar woorden nodigen me uit om naar haar ziel te kijken. Ik zie daar de meerdere leeftijden die ik inmiddels gewend ben te zien bij mensen met een paranormale gave. Ik geef het meisje een kus op haar wang en fluister terug dat ik het graag gedaan heb. Ik zeg dat zij in de toekomst misschien ook wel net zo bijzonder gaat worden als de oma van haar mama.

‘Dat weet ik,’ is haar opnieuw verrassende antwoord, ‘dat heeft zij al tegen mij gezegd.’ Opnieuw praat ik Lucio in zijn hoofd bij en vertel hem meer over dit bijzondere meisje.

Hij knikt en geeft me een knipoog terwijl hij naar Bonita kijkt. Ik begrijp dat zij hiervan op de hoogte is. De volwassenen schenken er gewoon op dit moment nog niet te veel aandacht aan. Ze laten haar nu gewoon kind zijn en ik ben het helemaal met die aanpak eens.

Als de warme nazomerdag een beetje begint af te koelen, gaan we naar buiten. Op het middenplein zijn inmiddels grote tafels neergezet waaraan we met zijn allen gaan eten. Feestelijk geklede mensen zitten door elkaar heen. Het betreft hier meer mensen dan alleen de familie van Bonita’s woonwagen-cirkel. Alle kinderen zitten samen aan een eigen tafel en worden daar door een aantal oudere onder hen verwend met heerlijk eten en drinken.

De rolverdeling is behoorlijk traditioneel. Terwijl de mannen en de oudere dames vrolijk eten, drinken en praten, lopen alle vrouwen van tussen de twintig en veertig jaar, af en aan om het hele gezelschap voortdurend te blijven voorzien van alles wat er gewenst wordt. Ik ben de enige vrouw uit die leeftijdscategorie die blijft zitten. Als ik aan één van de druk bezige vrouwen vraag of ik ook wat kan doen omdat ik graag help, geeft ze me lachend een kus en zegt dat de eregasten uiteraard niet meewerken, maar dat ze de intentie zeer waardeert.

Dat woord weer: Eregasten. Ik weet dat zij hier allemaal dat oprecht zo zien, maar het blijft lastig voor mij om klakkeloos te accepteren.

Er worden wat toespraken gehouden en ook de prins neemt nog een keer het woord om de familie de meest hartelijke groeten over te brengen van zijn moeder en zus. Natuurlijk heeft hij ook een cadeau meegenomen voor zijn vrienden, namens ons allemaal. Vanonder de tafel haalt hij een doosje tevoorschijn dat ik herken als iets dat achter in de auto lag en waarvan ik me nog afvroeg wat daarin zat.

Bonita maakt het doosje open. Er komt een gouden Mariabeeldje uit met een glinsterende kroon, zo te zien bedekt met diamantjes. Ze geeft Lucio een paar spontane zoenen en komt daarna ook meteen naar mij, om me te bedanken voor het mooie cadeau, welke een ereplaatsje in haar wagen zal krijgen. Met een binnenpretje vraag ik me af waar dat in hemelsnaam nog tussen zou passen. Ik geloof niet dat er meer dan twee centimeter plank vrij is daarbinnen.

Het feest gaat verder en niemand lijkt van plan naar bed te gaan. De kinderen dansen en zingen vrolijk mee, terwijl het voor mijn gevoel toch al ver na middernacht moet zijn. Op een gegeven moment komt de dierenarts de groep binnenlopen.

Al voordat hij naar Bonita en haar zoon loopt om het goede nieuws te vertellen, steekt hij zijn duim op in mijn richting. Het is helemaal goed gekomen met Prinses. Als het nieuws allen heeft bereikt, worden in mijn naam de glazen geheven en krijg ik van verschillende kanten handdrukken en kussen.

De kleine Maria heeft tranen in haar ogen en kijkt vanaf de kleine kindertafel met een vertederende glimlach naar mij.

De vrouwen lopen nu minder op en neer voor eten en drinken. Hier en daar wordt er gedanst. Zelfs Lucio staat tussen twee vrouwen in mee te dansen. Mijn charmante prins haalt het echter niet bij de sierlijke, verleidelijke bewegingen van zijn mooie partners. Net als gisteren blijf ik ook hier iets meer aan de zijlijn. Meer als een toeschouwer dan als een deelnemer. En gelukkig ook nu wordt dit door niemand afgekeurd of raar gevonden.

Alleen wanneer de mannen, met iets te veel alcohol op, stoer gaan doen en elkaar de loef proberen af te steken met allerlei capriolen, kom ik één keer overeind. Eén van hen, die als een ware circusartiest met messen gooit, daagt me uit om in de plaats van zijn eigen vriendin bij het houten bord plaats te nemen. Ze hadden verwacht dat ik dat niet zou durven. Wat kan mij echter gebeuren? Zelfs al zou hij me met een mes raken, dan nog zou ik mezelf eenvoudig kunnen genezen. Nog zo’n kracht die ik in de afgelopen maanden verder heb ontwikkeld.

De messen vliegen links en rechts van mijn armen en hoofd in het hout. Niet één keer word ik geraakt. Na het uitgebreide applaus hef ik mijn hand op.

‘Omdat dit zo’n bijzondere avond is geworden, en ik me zo zeer thuis voel bij jullie,’ begin ik, vanzelfsprekend weer in hun eigen taal, ‘wil ik ook iemand uitdagen. Wie van jullie,’ daarbij kijk ik vooral naar onze messengooier, ‘durft het mes recht op me af te gooien, zodat ik het kan opvangen?’ Iedereen kijkt naar hem.

Zowel hijzelf als zijn vriendin, die zelf ook zeer bedreven schijnt te zijn in het gooien van messen, steken weifelend hun hand op. Daarbij kijken ze allebei nog eerst naar de prins die lachend slechts zijn duim omhooghoudt. Hij maakt zich eveneens totaal geen zorgen.

Het koppel komt naar me toe lopen en vraagt me of ze niet voor de zekerheid botte messen kunnen gebruiken. Ik schud mijn hoofd.

‘Vertrouw me, de scherpste messen die je hebt, graag.’ Ze knikken en lopen ieder met een mes een paar meter bij me vandaan, één links en één rechts. Ik ga in het midden staan en strek mijn beide handen op schouderhoogte, zijwaarts naar hen uit. De vingers omhoog, met de palm in hun richting.

Dan zeg ik luid en verstaanbaar, zodat alle aanwezigen het kunnen horen: ‘Mijn handen zijn jullie doel. Werp jullie mes, zodat, als ik niets doe, ze mijn palm zullen doorboren. Hou je daarbij zeker niet in, want als jullie iets anders doen, kan ik niet meer goed reageren.’

Iedereen is doodstil. De meesten staan op om toch vooral niets van dit spektakel te missen. Ik sluit mijn ogen en buig mijn hoofd. Ik voel de energie van de werpers. Ze zijn zenuwachtig maar houden zich perfect aan mijn opdracht.

Vrijwel gelijktijdig voel ik de messen met de punten diep in mijn handen dringen. De pijn is scherp, erger dan ik had verwacht. Hier en daar hoor ik een gil. Ik voel echter dat ik de situatie onder controle heb, ondanks de pijn. Ik open mijn ogen en kijk links en rechts naar mijn twee doorboorde handen. Ook de werpers staan met open mond te kijken. Geen van beiden komt naar me toe, omdat ik zo kalm lijk en totaal niet in paniek schijn te zijn.

Dan steek ik mijn handen naar voren en vraag de twee om dichterbij te komen. Na ze een compliment gegeven te hebben over hun perfecte worp, allebei, vraag ik hen om elkaars mes nu heel langzaam uit mijn handen te trekken. Die pijn is eveneens extreem en ik voel dat het een opwindend effect in mijn lijf heeft, zoals ik dat inmiddels van mezelf ken als ik dit soort dingen doe.

Wanneer de messen helemaal verwijderd zijn is er geen druppel bloed gevloeid, zijn beide messen brandschoon en is er niet eens een krasje op mijn handen te zien. Vol ongeloof kijken beide werpers naar mijn handen en houden deze dan omhoog zodat iedereen het kan zien.

Een oorverdovend gejuich barst los. Iedereen komt naar ons toe om zelf naar mijn handen te kijken en zijn bewondering uit te spreken. Achter de mensen zie ik Lucio rustig met een stralende Bonita praten. Hij heeft haar meer uitgelegd, denk ik. Als ik weer ga zitten, voel ik dat de dag me veel energie heeft gekost. Ik krijg ook veel, net als gisteren, dus maak ik me daar niet druk over, maar het maakt me wel moe.

De moeder van Maria komt naast me zitten en fluistert dat de prins al had aangekondigd dat ik echt heel bijzonder ben. Niemand van hen had echter ook maar enig idee hoe bijzonder dat eigenlijk wel niet is. Ze dachten dat de prins gewoon een beetje over zijn vrouw aan het opscheppen was. Net als hij ook pochte dat hij er vier had.

Ik kijk haar aan en zie dat ze dat deel van zijn verhaal eveneens niet helemaal gelooft. Ik geef haar een kus op haar wang en fluister in haar oor dat het ons niet veel uitmaakt wie wat gelooft. Ik kan haar echter met mijn hand op mijn hart beloven, dat de prins helemaal nergens over heeft opgeschept. Met grote ogen kijkt ze me aan.

‘Vier?’, fluistert ze. Ik knik en ze zegt dat ik het maar niet tegen haar man moet zeggen. Zij zou stikjaloers worden en de andere vrouwen van hem vandaan slaan. Ik verslik me in mijn drankje en antwoord haar dat ik er zelf nog geen half jaar geleden ook precies zo over dacht. Inmiddels zou ik niet anders meer willen. Al verwacht ik van helemaal niemand dat te begrijpen of zelf te ambiëren.

‘Sterker nog, ‘besluit ik, ‘ik verwacht niet dat er velen zijn, mannen en vrouwen, die het zouden kunnen. Hoe aanlokkelijk het, vooral voor mannen, soms ook lijkt.’

Ze haast zich te zeggen dat ze het zeker ook niet veroordeelt, maar dat het wel ver verwijderd is van hun eigen tradities en gewoontes. Ik begrijp precies hoe ze het bedoelt en vertel haar kort over de heksen die we een paar maanden geleden hebben ontmoet. Hun tradities en gewoontes zijn eveneens anders en ver verwijderd van de onze, of van die van de Roma. Toch hebben we naast de energie die we ervaren allemaal een belangrijke overeenkomt. Respect voor onze omgeving en voor de ander.

Ze knikt. Juist hierover heeft ze met haar grootmoeder regelmatig gesprekken gevoerd. Hoewel deze oude vrouw eerder titels kreeg als gebedsgenezeres en dergelijke, vond ze zichzelf dichter bij de heksen staan dan gebruikelijk is in hun kringen.

‘Het heeft met geloof of religie te maken’, leg ik haar uit, ‘het zijn niet de mensen zelf die bepalen dat er verschillen tussen hen zijn. Het is vaak een geloof dat de verschillen graag benadrukt, om zo uniek en het enige ware te kunnen zijn.’

‘Precies wat mijn oma ook altijd zei,’ zegt ze met een brede glimlach, ‘Katholicisme is echt een mooi geloof. Het is alleen jammer dat er een religie van gemaakt is.’

Die uitspraak doet me in de lach schieten, al besef ik terdege dat het in de kern goed samenvat waar veel intoleranties vandaan komen. Ze fluistert nog één keer dat ze heel blij is me te hebben leren kennen en dat ze hoopt dat onze paden in de toekomst vaak zullen kruisen.

Daarna staat ze op en wordt haar plek ingenomen door Lucio. Hij vraagt of ik het een beetje naar mijn zin heb. Hij weet het antwoord allang, maar als bewijs geef ik hem een lange, diepe zoen om hem te bedanken voor het feit dat hij me aan zijn vrienden heeft voorgesteld.

Bonita komt naar ons toe en neemt ons mee naar haar wagen. Daar is een extra bed geregeld, waar we zonder woorden in gelegd worden.

‘Zij gaan door tot de zon opkomt’, zegt ze terwijl ze ons welterusten kust, ‘jullie moeten morgen weer verder. Slaap lekker.’ Ik kruip dicht tegen mijn prins aan en kus hem, terwijl mijn hand over zijn buik naar beneden glijdt.

‘Welterusten, Luciano en lieve Juliana,’ klinkt de stem van Maria, die een stukje verderop blijkbaar ook in deze wagen naar bed is gebracht.

‘Daar gaat onze privacy’, fluister ik en de prins en ik besluiten om dan maar meteen te gaan slapen.

vrijdag 4 september

Maria kust me wakker en ik zie dat Lucio al met haar broertje over de grond kruipt.

‘Jullie moeten zo weg, zegt hij,’ fluistert ze, terwijl haar handje naar achteren wijst. Ze trekt me overeind en brengt me naar een kleine doucheruimte, waar er al kleding klaarligt.

Ik voel me volledig op mijn gemak. In deze omgeving net zozeer als in de overdadige luxe die ik gewend ben. Deze nieuwe ervaring maakt me een stuk minder nerveus voor onze tijd in het klooster.

Als ik aan de ontbijttafel schuif, staat Bonita fris en monter in vol ornaat voor allerlei lekkers te zorgen. Kennelijk gewend aan korte nachten en het verzorgen van gasten. Haar kinderen zijn nog nergens te bekennen, maar haar kleinkinderen voeren al het hoogste woord en eten gezellig in pyjama’s met ons mee. Schuin achter Maria zie ik het beeld, dat Lucio gisteren cadeau gaf, staan pronken in een vitrinekast. Ik verbaas me dat het daar nog in paste. Alvorens we echt weg mogen rijden neemt Maria me eerst nog mee naar het paardenveld.

Ze doet geen moeite om zich eerst aan te kleden. In een nachtponnetje, dat eigenlijk een maat te groot is, rent ze voor me uit. Daar staat haar Prinses ons al op te wachten. Het statige dier lijkt net zo blij om mij te zien als om zijn baasje Maria te kunnen begroeten. De energie is nu compleet anders dan gisteren. Ik ben zo blij dat ze de ingreep goed heeft doorstaan.

Nu vindt ook Maria dat ik mag vertrekken. Terug bij de auto krijg ik eerst nog meer dan een minuut knuffels en kussen van Bonita. Daarna stap ik eindelijk in. Lucio kijkt me grinnikend aan. Hij zwaait met zijn arm uit het raam, om zonder te toeteren het verder stille park af te rijden.

Pas vlak voor de snelweg, ruim een half uur later, wordt het verkeer wat drukker om ons heen en begint hij te praten.

‘Je hebt daar een onuitwisbare indruk achtergelaten.’ Bewondering klinkt in zijn stem ondanks dat hij mijn gaven wel kent.

‘Zij ook op mij,’ antwoord ik oprecht, ik zie een tevreden glimlach om zijn mond. Het is onmiskenbaar dat deze bijzondere Roma familie hem erg dierbaar is. Hij is blij dat ik hen ook in mijn hart heb gesloten.

‘Jammer dat je bij het opvangen van die messen zelf je ogen gesloten had. Je had al hun blikken moeten zien toen die scherpe dingen in je hand bleven steken. Was je niet bang?’ Ik schud mijn hoofd en zeg dat ik erop vertrouwde dat ze de vrouw van hun geliefde prins echt niet in haar hoofd of ergens anders zouden willen raken. Ze konden goed met die wapens overweg.

Lucio vertelt me dat zigeuners talenten in het omgaan met wapens al jong ontwikkelen. Messen, zwepen of pijl en boog en dergelijke. Sommige van hen treden ook wel op in een rondtrekkend circus, maar meestal is het speels, puur ter vermaak en opluistering van hun eigen roemruchte feesten.

‘Deed het niet heel erg pijn?’ wil hij nog weten.

‘Behoorlijk!’ geef ik toe. ‘Jij weet wat pijn met mij doet, en dat gevoel van opwinding maakt het vervolgens weer makkelijker om ervoor te zorgen dat ik het helen van mijn hand volledig onder controle heb.’

Hij snapt nu ook waarom ik daarna in bed zo lekker tegen hem aan kroop. Al staken de kinderen wel een stokje voor verdere intieme activiteiten in de woonwagen vannacht.

Ik denk aan de lieve Maria en haar open lach wanneer ze Prinses klopjes geeft.

Ik vind het dan ook helemaal geen probleem dat zij en haar broertje bij ons in de wagen sliepen. Al denk ik dat we straks in een klooster ook niet echt onze gang kunnen gaan op intiem gebied. Lucio ziet me denken aan seks en schiet in de lach.

‘Hey, op het jacht van Bernard had je de mogelijkheid om je te laten gaan,’ geeft hij mij de schuld, ‘nu moet je maar afwachten wanneer we kunnen vrijen. De kans op orgasmes zal bij de nonnen niet veel groter zijn.’ Ik werp nog tegen dat ik niet kon weten waar hij mij de volgende dag naartoe zou brengen.

‘Weet ik veel dat jij over de grond kruipen met een jongetje van vier leuker vindt dan het bevredigen van één van je echtgenotes.’ Lucio’s ogen glimmen. Hij gromt dat dat wel meevalt.

Ik leg mijn hand op zijn been en streel plagend langzaam omhoog. De prins doet alsof hij zijn ogen sluit en niet meer op het verkeer let.

‘Goede reden om een ongeluk te krijgen,’ fluister ik in zijn oor en buk me om een dikke kus op het kruis van zijn broek te geven. Mijn lippen voelen dat hij er wel klaar voor zou zijn. Tevreden ga ik weer overeind zitten en blijf hem met mijn strelende hand plagen.

Met mijn andere hand neem ik mijn telefoon om met Luna te bellen. Eerst film ik waar mijn linkerhand op dit moment is. Dan switch ik de camera naar mezelf en zie ik haar lachende gezicht.

‘Heerlijk, hè,’ begint ze het gesprek, ‘om hem helemaal voor jezelf te hebben?’ Ik mopper dat hij dan wel locaties moet uitzoeken waar we wat tijd voor onszelf hebben en vertel haar dat we de laatste nacht voordat we in een klooster overnachten, een woonwagen hebben gedeeld met kinderen.

Mijn mooie Italiaanse straalt en zegt dat ik maar alvast een beetje moet wennen aan dat celibataire leven.

Daarna vertelt ze me over haar eerste dagen op de universiteit. Ook over wat ze ’s avonds van Nefret allemaal hoort over de start op haar nieuwe school. Het gaat goed met hen, al missen ze me allebei wel.