Erhalten Sie Zugang zu diesem und mehr als 300000 Büchern ab EUR 5,99 monatlich.
Heb vertrouwen in uzelf, maar vertrouw nooit iemand die zijn geweten van elke immorele daad kan zuiveren door vergeving te vragen aan zijn denkbeeldige vriend. Vrienden zijn betekend dat men niet meedoet aan normloosheid en achterbaks gedrag noch verraad jegens elkaar, maar dat men voor elkander echt door het vuur gaat. Ongeacht geloof of ongeloof moet een echte vriend of vriendin in de voortgang van een goede verstandhouding nooit of te nimmer voor een dichte deur komen te staan, daarom heet dit vriendschap voor onvoorwaardelijke hulp aan elkaar, ook al heeft men even geen tijd of geen zin in problemen van een ander.
Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:
Seitenzahl: 245
Veröffentlichungsjahr: 2024
Das E-Book (TTS) können Sie hören im Abo „Legimi Premium” in Legimi-Apps auf:
De verlossing van de erfzonde
Door Gurubesar: Lancar Ida-Bagus
Auteur: Lancar Ida-Bagus Gurubesar/ Professor/ Priester/ erfgenaam en Overste van het Vishnuh-Genootschap van Suriname, Brazilië en Nederland, Lancar Ida-Bagus/ R.R. Purperhart en tevens de oudste en enige kleinzoon van de laatste afstammeling van de Majapahit dynastie (Bupathi Amat Paul Bolkiyah Ida-Bagus, die in 1965 gestorven is in Suriname)
© Copyright:
Vishnuh-Society Suriname
Vishnuh-Society Brazil
Vishnuh- Society the Netherlands
© Copyright: Gurubesar Lancar Ida-Bagus / R.R. Purperhart
© Bibliography, photographs, and Illustrations Vishnuh-Society
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt middels druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the publisher.
DE VERLOSSING VAN DE ERFZONDE
De verlossing van de vloek der verdoemden
Inhoud
Islamitische, Christelijke landen & Discriminatie
Aan de vruchten herkent men de boom
Rechtvaardigheid is in bijna alle opzichten ver te zoeken
Twee oprecht gebeden van een ongelovige tot de God van de gelovigen en het ligt aan de gelovigen welk gebed hun voorkeur heeft.
Gebed 1. Laat ons bidden:
Gebed 2:
Laat ons bidden:
Ware vriendschap is tegenwoordig ver te zoeken
Zo leert de filosofie van Vishnuh:
“Vrees niet degenen die geloven, niet uit verplichting of angst, maar uit de vreugde en het comfort die hun geloof hen schenkt. Zij die geloven vanuit een oprechte innerlijke behoefte zijn zelden een bedreiging voor anderen. Maar wees voorzichtig met degenen die religie gebruiken als een masker, een dekmantel voor hun eigen duistere intenties. Vrees hen die hun geloof niet als bron van vrede of wijsheid beschouwen, maar als een instrument om hun boosaardige aard te verbergen. Deze mensen zijn niet gebonden door de principes van het geloof, maar door de verlangens van hun ziel die liever verdeeldheid en conflict zaaien dan harmonie en begrip.”
DE VOORSPELLING
EEN EERBETOON AAN WIJLEN
Ze Zijn Zo Godvrezend maar…
Alleen de Natuur is Onvergankelijk
De Goden zijn innig met elkaar bevriend
God zijn ficties van de kwaadaardige mensheid
ALLEEN DE NATUUR LEEF EEUWIG
Het Jodendom
De Waarheid over de Talmoed en de vermeende haatcitaten
Religieus fundamentalisme: een kritiek voorbij haat en onwetendheid
Oh volken van de wereld
Mens, onderschat Niemand
Proloog
Broeders en zusters,
In een wereld die vaak gevangen zit in de schaduwen van dogma’s, opgelegde waarheden en uiterlijke schijn, staan wij, als leden van het Niet-Religieuze Genootschap, onverschrokken in onze toewijding aan het vrije denken.
Wij zoeken geen antwoorden in de leegte van tradities die onze geest beperken, maar in de diepe, onmetelijke oceaan van menselijke ervaring, wetenschap en wijsheid.
Onze kracht ligt in onze vrijheid — de vrijheid om te denken, te voelen en te handelen zonder de ketenen van verouderde overtuigingen.
Wij zijn de levende getuigen van de mogelijkheid om een leven van waarheid, compassie en rechtvaardigheid te leiden, niet door het naleven van opgeleide regels, maar door het vertrouwen op onze eigen, innerlijke wijsheid en het besef van onze gedeelde verantwoordelijkheid voor de wereld om ons heen.
In ons streven naar zelfverwezenlijking is er geen ruimte voor de angst die wordt gevoed door onwetendheid. Wij zetten ons in voor de waarheid, voor kennis, voor eerlijke reflectie en voor een wereld waarin vrijheid niet slechts een begrip is, maar een levend principe.
Wij erkennen dat de mens niet de dienaar is van een hogere macht, maar de bewaker van zijn eigen lot, met de kracht om zijn eigen pad te kiezen en te vormen.
Als Gurubesar spreek ik tot u allen met de autoriteit van ervaring en de wijsheid die alleen kan ontstaan uit het afwerpen van oude lasten.
Wij zijn niet gebonden aan de illusies van religie of de valse beloften van transcendentie.
Onze missie is simpel maar diepgaand: om de mens te bevrijden van de schaduw van zijn eigen twijfel, en hem te herinneren aan de enorme kracht die schuilt in het omarmen van het leven in zijn meest authentieke en ongetemde vorm.
Moge onze gezamenlijke reis ons steeds dichter brengen bij de kern van wie wij werkelijk zijn, zonder de verleiding om ons te verschuilen achter de muren van verouderde systemen.
Samen zullen we een nieuwe weg creëren — een weg die wordt verlicht door de helderheid van vrije gedachten en de kracht van menselijke verbondenheid.
Met vastberadenheid en toewijding,
Adhipati: Lancar Ida Bagus
Gurubesar van het Vishnuh-Genootschap
Het Verleden Werpt Zijn Schaduw op het Heden
Het verleden is geen afgesloten hoofdstuk, maar een levende bron die doorwerkt in het heden. Wanneer we kijken naar de geschiedenis van de grote wereldreligies – waaronder de islam, het katholicisme en andere invloedrijke geloofssystemen – zien we een confronterend patroon: voormalige volgelingen, en soms zelfs de instellingen zelf, hebben zich schuldig gemaakt aan handelingen die lijnrecht ingaan tegen de fundamentele morele en spirituele principes die hun religies zogenaamd belichamen.
Deze tegenstrijdigheid roept vragen op over de aard van macht, interpretatie en menselijke zwakte. Terwijl hun heilige boeken liefde, rechtvaardigheid en compassie prediken, werden er in naam van diezelfde religies oorlogen gevoerd, volkeren onderdrukt, en talloze mensenrechten geschonden. Wat eeuwenlang verboden werd door hun goddelijke geboden – zoals moord, hebzucht, onderdrukking en hoogmoed – werd in sommige gevallen juist aangemoedigd of gerechtvaardigd vanuit een religieus gezag.
De erfenis van deze paradox leeft voort in onze tijd. Het dwingt ons niet alleen tot kritische reflectie, maar ook tot een herwaardering van wat het betekent om werkelijk spiritueel of moreel te leven – los van dogma’s en institutionele belangen. Alleen door het verleden onder ogen te zien, kunnen we het heden begrijpen en bouwen aan een meer oprechte toekomst.
Zo luidt de leer van Vishnuh:
"Allen die belast zijn met de zogenaamde heilige geschriften — zoals de Bijbel, de Thora, de Bhagavad-Gita en de Koran — maar die zich niet aan de ware essentie ervan houden, zijn te vergelijken met lastdieren die slechts boeken dragen, zonder hun betekenis te begrijpen."
Religie als Dekmantel voor Kwaad
Ook in onze moderne tijd blijven de echo’s van religieus geïnspireerde onderdrukking hoorbaar. Sektarische bewegingen die voortkomen uit de gevestigde religieuze instellingen – zoals die binnen de islam en het christendom – opereren wereldwijd met de Koran of de Bijbel in de hand, maar met daden die lijnrecht indruisen tegen de humaniteit. Onder het mom van goddelijke opdracht nemen zij deel aan geweld, discriminatie en andere vormen van onmenselijkheid. Het is een tragisch patroon dat zich blijft herhalen: waar religie bedoeld zou zijn als bron van verlichting en mededogen, wordt zij door sommigen gebruikt als rechtvaardiging voor onderdrukking en haat.
Deze realiteit werpt een schaduw op het godsbeeld zelf. Wanneer misdaden worden gepleegd in naam van een god of profeet, rijst onvermijdelijk de vraag: is de godheid die dit zou toestaan, of erger nog – zou goedkeuren – dan niet mede verantwoordelijk? In dit licht lijkt het alsof het concept van God of Allah door mensenhanden is vervormd tot een instrument van macht en controle, eerder dan een kompas van moreel besef.
Het wordt dan ook pijnlijk zichtbaar dat religie, in plaats van het beste in de mens naar boven te halen, vaak het slechtste aanwakkert – niet door haar essentie misschien, maar door de manier waarop zij geïnterpreteerd en ingezet wordt. De geschiedenis én het heden laten zien dat heilige teksten gebruikt kunnen worden om zowel te helen als te vernietigen, en dat hun invloed in handen van fanatiekelingen een gevaar vormt voor vrede en rechtvaardigheid.
Religieuze Propaganda in het Publieke Domein
Volgelingen, begunstigers en sympathisanten van religieuze stromingen treden regelmatig naar voren met openlijke propaganda, waarbij zij hun overtuigingen actief uitdragen in het publieke domein. Dit gebeurt niet alleen via gebedshuizen en religieuze bijeenkomsten, maar ook door middel van moderne media – van televisie en radio tot sociale netwerken – waarmee zij een breed publiek proberen te bereiken en te beïnvloeden.
Opvallend is de rol die overheden hierin spelen. In veel gevallen bieden zij religieuze organisaties expliciet of impliciet steun, bijvoorbeeld door subsidies, het faciliteren van zendtijd, of het beschikbaar stellen van publieke ruimtes. Daarmee vervaagt de grens tussen geloof en staatsneutraliteit. Wat in wezen persoonlijke spirituele beleving zou moeten zijn, wordt zo omgevormd tot een maatschappelijk machtsinstrument.
Deze vermenging van religie en publieke invloed roept vragen op over belangen, beïnvloeding en de mate van vrijheid waarbinnen burgers werkelijk hun eigen overtuigingen kunnen vormen – los van indoctrinatie of institutionele druk.
Indoctrinatie als Fundament van het Religieuze Onderwijs
Een blik op het onderwijssysteem in vele religieus gedomineerde landen wereldwijd laat een zorgwekkend patroon zien: al op jonge leeftijd worden kinderen ondergedompeld in dogmatische geloofsleer. In plaats van hen kritisch denken en openheid aan te leren, worden zij gevoed met verhalen uit de Bijbel en de Koran – verhalen die vaak zonder context of nuance worden gepresenteerd als absolute waarheden. Deze vroegtijdige beïnvloeding komt zelden voort uit een oprechte zoektocht naar wijsheid, maar veeleer uit een behoefte om controle te behouden over het denken en voelen van nieuwe generaties.
Wat bedoeld lijkt als opvoeding, mondt in de praktijk uit in indoctrinatie. Begrippen als hel, zonde, gehoorzaamheid aan goddelijke autoriteit en de onderwerping van vrouwen en andersdenkenden worden impliciet – en soms expliciet – als norm gepresenteerd. Op deze wijze wordt een groot deel van de mensheid al in een pril stadium geestelijk onderdrukt, geïntimideerd en dom gehouden – niet als gevolg van een gebrek aan intelligentie, maar door het systematisch blokkeren van vrije gedachtevorming.
De ironie is schrijnend: in samenlevingen die zichzelf graag profileren als democratisch en grondwettelijk gegrondvest, fungeert diezelfde grondwet vaak als verlengstuk van religieuze doctrine. Veel van deze constituties zijn historisch geïnspireerd op of doorspekt met bepalingen uit heilige teksten, die zelden ruimte laten voor moderne inzichten of universele mensenrechten. En zo worden mensenrechten niet bevorderd, maar juist beperkt – in naam van goddelijke wil.
Religieuze invloed op onderwijs en wetgeving heeft de mensheid in vele opzichten niet vooruit geholpen, maar eerder teruggeworpen in de richting van angst, verdeeldheid en onderdrukking. Het is tijd dat we deze invloed kritisch blijven bevragen – in het belang van een vrijere, eerlijkere wereld.
Religie als Strategie: De Moderne Werving van Geloof
In onze tijd worden medemensen wereldwijd met opvallende berekenendheid en sluwe tactieken tot religie bekeerd. Kerken en religieuze organisaties van uiteenlopende aard zetten geraffineerde campagnes in om hun geloofssprookjes niet alleen te verspreiden, maar vooral te bestendigen en versterken. Achter een façade van liefde en medemenselijkheid schuilt vaak een uitgekiende strategie, gericht op het verwerven van macht, invloed en financiële middelen.
Onder het mom van goede doelen en humanitaire projecten worden talloze initiatieven opgezet, zogenaamd ter ondersteuning van de zwakkeren in de samenleving. Maar in werkelijkheid dienen deze acties een ander doel: het verankeren van religieuze invloed en het versterken van de ideologische machtstructuren die eraan ten grondslag liggen. De weldoenerij is vaak niets anders dan een "sigaar uit eigen doos" – een investering die vooral de eigen belangen dient, verpakt als altruïsme.
De wereldbevolking, met name de armste en meest kwetsbare groepen, wordt op deze manier misleid en gemanipuleerd. Hun goedgelovigheid en hoop op een beter bestaan worden gekaapt door religieuze instellingen die precies weten hoe zij sympathie kunnen omzetten in gehoorzaamheid, en geestelijke honger in ideologische afhankelijkheid. Zo betaalt de mensheid – soms letterlijk, soms geestelijk – de prijs voor een systeem dat meer geïnteresseerd lijkt in voortbestaan dan in bevrijding.
Het is tijd om deze realiteit onder ogen te zien en kritische vragen te stellen. Niet aan het geloof zelf – want geloof als innerlijke kracht kan waardevol zijn – maar aan de structuren die het instrumentaliseren ten bate van hun eigen voortbestaan. Alleen dan kunnen we toewerken naar een wereld waarin oprechte spiritualiteit niet langer misbruikt wordt als rookgordijn voor macht en manipulatie.
De Voedingsbodem van het Oeroude Kwaad
Het is onmiskenbaar dat er mensen zijn die, al dan niet bewust, het oudste kwaad dat de mensheid kent blijven voeden – een kwaad dat door de eeuwen heen onnoemelijk veel onheil, verdeeldheid en wanhoop heeft gebracht. Deze krachten manifesteren zich niet altijd luidruchtig of openlijk, maar juist vaak stilzwijgend en geniepig, verankerd in systemen, gewoontes en overtuigingen die zelden ter discussie worden gesteld.
Degenen die dit kwaad in stand houden – hetzij uit overtuiging, hetzij uit gemakzucht – dragen bij aan het verlengen van het lijden van de mensheid als geheel. Daarom is het van essentieel belang om dergelijke invloeden zoveel mogelijk te vermijden. Niet uit haat, maar uit zelfbehoud. Niet uit onverschilligheid, maar uit een diep besef van wat werkelijk nodig is om tot werkelijke vrijheid en vrede te komen.
Vaak ligt de wortel van dit destructieve gedrag in onwetendheid – een onwetendheid die voedt, rechtvaardigt en herhaalt. En hoewel onwetendheid op zich geen kwaadaardige intentie impliceert, vormt zij wel de voedingsbodem waarop misleiding, geweld en onderdrukking kunnen groeien. De geschiedenis, zowel oud als recent, ligt bezaaid met voorbeelden van hoe onwetendheid leidde tot fanatisme, uitsluiting en zelfs genocide. De bekentenissen van hen die ooit meeliepen in deze structuren vormen een aangrijpende illustratie van hoe gevaarlijk blinde navolging kan zijn.
De mensheid kan pas vooruit wanneer zij haar verleden onder ogen durft te zien, het kwaad benoemt waar het zich manifesteert, en het bewustzijn cultiveert dat nodig is om zich ervan los te maken. Tot die tijd blijft het een morele plicht om waakzaam te zijn – en onszelf te omringen met waarheid, kennis en een diep respect voor de vrijheid van denken.
Religie als Bedreiging voor de Menselijke Geest
Al eeuwenlang manifesteert religie zich als een ideologische besmetting die zich diep in de menselijke samenleving heeft genesteld. Niet als een bron van verlichting of universele wijsheid, zoals vaak wordt beweerd, maar als een hardnekkige kwaal die angst, verdeeldheid en geweld in stand houdt. In haar meest georganiseerde en machtige vormen is religie minder een weg naar innerlijke vrede dan een gevaarlijke verslaving aan dogma en overheersing.
Degenen die religie blijven promoten als een universeel goed, dragen vaak – al dan niet bewust – bij aan het in stand houden van eeuwenoude structuren van onderdrukking. Ze presenteren hun geloof als een mensenrecht, maar in de praktijk gaat het zelden over vrijheid. Integendeel: het betreft eerder een giftige erfenis die morele verwarring zaait, kritische denkkracht ondermijnt en de mens tot slaaf maakt van doctrines die nauwelijks aansluiting vinden bij de realiteit van het heden.
In dit licht is het niet overdreven om te stellen dat religie – in haar institutionele, controlerende vorm – een morele ramp vertegenwoordigt. Ze kent geen universele normen behalve haar eigen, vaak archaïsche regels, en gebruikt schuld, angst en beloning om aanhang te vergaren. Zo wordt zij een instrument van sadisme, verpakt in spiritueel taalgebruik. Wie dit soort godsdienstig gedrag rechtvaardigt of zelfs verheerlijkt, draagt bij aan een wereld waarin geestelijke autonomie, vrije wil en compassie structureel worden ondermijnd.
Het wordt hoog tijd dat de wereld de moed vindt om religieuze structuren en hun schadelijke uitwassen openlijk ter discussie te stellen. Niet het spirituele verlangen zelf moet worden uitgebannen, maar de systemen die dat verlangen kapen en verdraaien tot machtspolitiek. Pas wanneer de mens zich bevrijdt van religieuze terreur in haar vele gedaanten, kan zij werkelijk beginnen aan een nieuw hoofdstuk – waarin vrijheid, wijsheid en liefde geen doctrinaire voorwaarden meer kennen.
Religieuze Loyaliteit en Moreel Stilzwijgen
In de praktijk zien we het keer op keer gebeuren: gelovigen die elkaar de hand boven het hoofd houden, zelfs wanneer morele grenzen overschreden worden. Deze vorm van religieuze loyaliteit is diep geworteld in het geloofssysteem zelf – een systeem waarin groepsgevoel, gehoorzaamheid en het beschermen van ‘de eigen kring’ vaak belangrijker worden geacht dan objectieve rechtvaardigheid of zelfkritiek.
Dit mechanisme leidt tot een subtiele, maar hardnekkige vorm van moreel stilzwijgen. Zeker wanneer het gaat om interne misstanden of machtsmisbruik binnen religieuze instellingen, zijn het juist medegelovigen die geneigd zijn de andere kant op te kijken – uit angst, uit schuldgevoel, of uit de valse overtuiging dat goddelijk gezag boven wereldlijke verantwoording staat.
Opvallend is bovendien dat veel gelovigen wereldwijd wél luid kritiek leveren op overheden en politieke leiders, maar opvallend stil blijven zodra het gaat over de misstanden binnen hun eigen religieuze gemeenschap. Dit is geen toeval. De meesten zijn immers zelf religieus gevormd, opgegroeid binnen structuren waarin bepaalde onderwerpen eenvoudigweg taboe zijn. Zo ontstaat een paradox: mensen die zich uitspreken over sociale rechtvaardigheid, zwijgen wanneer het hun eigen geestelijke wortels betreft.
Deze selectieve verontwaardiging is gevaarlijk. Want zolang religieuze gemeenschappen zichzelf blijven beschermen met morele blindheid en onkritische loyaliteit, blijft echte vooruitgang een illusie. Werkelijke ethiek begint namelijk daar waar ook het eigene – het vertrouwde, het heilige – onder de loep durft te worden genomen.
De Verwoestende Mentale Erfenis van Religie
Het blijft een hardnekkige realiteit: velen weigeren in te zien dat religie niet hun ziel, maar hun geest vergiftigt. Ze onderkennen niet dat hun denken, hun doen en hun morele afwegingen diepgaand worden gestuurd door een kwaadaardig systeem dat zich voordoet als heilig, maar in werkelijkheid vooral destructief is. Hoe je het ook wendt of keert, het geloof beheerst hun geweten met zodanige intensiteit dat men zich geestelijk vastklampt aan waanbeelden – een vorm van collectieve psychische ontregeling die generaties lang is doorgegeven.
Onderdrukte volkeren, vaak met geweld of sociale dwang in het gareel gebracht, hebben eeuwenlang de dogma’s van religieuze instituten moeten slikken. Van jongs af aan worden kinderen overspoeld met zogenaamd nobele normen en waarden – ingebed in sprookjes over gehoorzaamheid, zonde en verlossing. Deze opvoeding is zelden gebaseerd op vrije keuze, maar op herhaling en indoctrinatie, van ouders op kinderen, van scholen naar samenlevingen.
En toch blijft de religieuze mens – ondanks al die zogenaamd goede voornemens – worstelen met de meest fundamentele menselijke waarden. Echte empathie, vrijheid van denken en universeel mededogen blijven buiten bereik, zolang het godsgeloof als moreel kompas dient. Want waar religie regeert, verwordt het goede tot plicht en het denken tot schuld.
Er rust een eeuwenoude vloek op georganiseerde religies – een vloek die zich uit in geweld, uitsluiting, onderwerping en morele verwarring. Zolang die vloek niet wordt erkend en doorbroken, zal de religieus gevormde mens nooit in staat zijn om écht goed te handelen. Niet omdat hij niet wil, maar omdat zijn denken gevangen zit in een systeem dat het kwaad rechtvaardigt zolang het de juiste naam draagt.
Medeplichtigheid aan de Duistere Geschiedenis van Religie
Wie zich vandaag de dag aan de zijde stelt van de islam, het christendom of soortgelijke religieuze groeperingen, maakt zich onmiskenbaar schuldig aan medeplichtigheid. Het is geen passieve sympathie die hier wordt uitgedrukt, maar actieve betrokkenheid bij een systeem dat zich, door de eeuwen heen, schuldig heeft gemaakt aan talloze misdaden tegen de menselijkheid. Dit is niet slechts een zaak van het verleden; ook in het heden zien we de schaduw van religie door de samenleving trekken, vaak in de vorm van onderdrukking, intolerantie en geweld.
Het is belangrijk te erkennen dat deze betrokkenheid niet slechts een kwestie van ‘onwetendheid’ is. De medewetendheid is al te vaak duidelijk: wie steun biedt aan deze structuren, of ze nu uit overtuiging of uit gemakzucht, draagt in feite de verantwoordelijkheid voor de gruwelen die in hun naam zijn begaan – zowel in het verleden als in het heden. Het zijn niet alleen de actieve daders van geweld die schuldig zijn, maar ook degenen die dit systeem steunen, of het nu in de vorm van politieke macht, financiële steun of morele goedkeuring is.
Zolang de fundamenten van religieuze ideologieën die misbruik maken van geloof en macht niet kritisch worden onderzocht en ter discussie gesteld, blijven zij het onbewuste wapen waarmee de mensheid zichzelf blijft schaden.
Zo zegt de leer van Vishnuh:
"De gelovige mensheid maakt zich, bewust of onbewust, schuldig aan misdaden die onverenigbaar zijn met het wereldburgerschap.De misdaden die dagelijks door religieuzen worden gepleegd — vaak op instigatie van hun geloof — druisten fundamenteel in tegen de belangen van de mensheid, tegen de natuur en tegen het leven zelf.Daardoor verspelen gelovigen bij voorbaat hun recht op verblijf op moeder aarde."
De misdaden gepleegd door de IS (ISIS) en andere sektarische groeperingen wereldwijd herinneren aan de gewelddadige praktijken van de grote religieuze instellingen, zoals de Islam en het Christendom, in eerdere tijden. Deze historische gewelddaden omvatten heksenjachten, kruistochten, Jihads, kruisvaarten, genocide en de gedwongen kerstening van inheemse volkeren, vaak uitgevoerd met sociaal, geestelijk en fysiek geweld, allemaal "ten behoeve van God of Allah."
Hoewel de wreedheden van de IS misschien kleinschaliger zijn in vergelijking met de omvang van de misdaden van de vroegere religieuze regimes, zijn ze niet minder ernstig of koelbloedig. De aard van deze misdaden is onverdedigbaar, ongeacht het tijdperk waarin ze zich voordoen. De misdaden gepleegd door de IS, net als die gepleegd in naam van het Christendom en de Islam in vervlogen tijden, zijn verwerpelijk en in geen geval goed te praten.
Let wel:
…* In de millennia waarin het Christendom (met name het Vaticaan) en de Islam onbegrensde wreedheden begingen tegen de onschuldige wereldbevolking, waren er geen moderne media zoals satellieten, tv, radio of internet om deze daden vast te leggen of te verspreiden. Dit betekende dat de gruweldaden en de wereldwijde mensenrechtenschendingen die in naam van religie werden gepleegd, niet in realtime konden worden gedocumenteerd of bekendgemaakt aan de wereld. Het ontbreken van dergelijke onafhankelijke media-instellingen maakte het mogelijk voor deze machtige religieuze organisaties om hun misdaden te verbergen of te minimaliseren, zonder dat de wereld er volledige kennis van kreeg, wat de schaal en de ernst van hun daden nog verder verhulde.
... Alle gruwelijkheden en mensenrechtenschendingen van de hoogste graad die destijds werden gepleegd door de grootste religieuze instellingen, zijn het dieptepunt van de menselijke geschiedenis. Deze misdaden omvatten willekeurige executies, etnische en religieuze zuiveringen, genocide tegen niet-gelovigen, en een scala aan geestelijk en fysiek geweld. Er was sprake van diefstal, afpersing, gijzeling, moord, ontvoering, marteling en slavernij, vaak uitgevoerd onder het mom van religieuze rechtvaardiging – of het nu ging om de zogenaamde ‘democratie’, de sharia, of in de naam van God en Allah.
Deze daden, gepleegd door de religieuze machthebbers, weerspiegelen de schadelijke werking van alle religieuze sekten, die – of het nu gaat om het Christendom, de Islam of andere religies – in hun wortels dezelfde gewelddadige en onderdrukkende praktijken vertonen. Elke religie die zichzelf als absoluut beschouwt, heeft de potentie om de mensheid te onderdrukken en te vernietigen, met gruweldaden die letterlijk en figuurlijk in hun kern gelijkwaardig zijn aan elkaar.
Het maakt in wezen niet uit of misdaden werden gepleegd op basis van democratie, autocratie of op eigen initiatief; de uitkomst blijft hetzelfde: religieuze instellingen en hun volgelingen hebben vaak misdaden begaan, onafhankelijk van het politieke systeem dat hen omarmde. Wat echter wel belangrijk is om te begrijpen, is dat in de tijden van deze gruweldaden de wereld geen toegang had tot de journalistiek of de technologische middelen die we vandaag de dag kennen. Er waren geen wereldwijde nieuwsnetwerken, satellieten of internetverbindingen om de waarheid te verspreiden.
Dit gebrek aan nieuwsverspreiding en verslaggeving maakte de wereld in wezen een gesloten boek, vooral voor de volken die getroffen werden door de brute en gewelddadige expansie van religieuze machten. Deze volken werden vaak onverwacht overvallen, geannexeerd en onderdrukt door de religieuze krachten van die tijd, zonder de mogelijkheid om zich tijdig voor te bereiden, zich terug te trekken of zich in veiligheid te stellen. Dit maakte de impact van de religieuze machtsuitoefening nog vernietigender, aangezien de slachtoffers geen toegang hadden tot de kennis die hen had kunnen waarschuwen.
De Christenen en Moslims hebben in het verleden gruwelijke misdaden gepleegd tegen onschuldige mensen wereldwijd, onder het voorwendsel van het dienen van God en Allah. Deze wreedheden omvatten onder andere verkrachtingen, onthoofdingen van zowel kinderen als volwassenen met botte wapens, en tegenstanders werden vaak op verschrikkelijke manieren gedood, bijvoorbeeld door hen levend aan een paal te spietsen. Er werden vreselijke martelmethoden toegepast, vrouwen werden verhandeld en gedwongen tot seksueel slavendom, er was veelwijverij, kinderslavernij, pedofilie, genocide van talloze volkeren, willekeurige slachtpartijen en wraakacties tegen iedereen die weigerde hun godsdienst te omarmen.
Deze misdaden werden vaak door de religies zelf gerechtvaardigd, wat resulteerde in een gruwelijke en gewelddadige geschiedenis van onderdrukking van degenen die niet geloofden of zich weigerden aan te passen aan de dogma’s van de heersende religieuze machten.
Het illustreert de verwoestende gevolgen van de combinatie van religie en macht, waarbij deze wreedheden werden gepleegd onder het voorwendsel van goddelijke rechtvaardiging, met desastreuze gevolgen voor de slachtoffers.
Deze gruwelijkheden vonden plaats in zowel de christelijke als islamitische wereld, waarbij de christenen vaak de hulp van ridders inriepen, terwijl de moslims samenwerkten met figuren als "Ali Baba" en de veertig rovers, en later met fanatieke geloofsgenoten. In deze tijd gedroegen zij zich als wrede beesten, waarbij ze dorpen, steden en vreemde landen terroriseerden.
Tegenwoordig worden deze figuren in zowel Europese als Aziatische literatuur vaak geromantiseerd als helden die overal waar zij verschenen rechtvaardigheid en waarheid zouden hebben gebracht.
… De werkelijkheid is echter een stuk grimmiger: 99% van hen waren niets meer dan moordenaars in dienst van kerk of moskee, die hun bloedige daden uitvoerden op bevel van religieuze leiders en feodale machthebbers. Hun zogenaamde heldendom was in feite een dekmantel voor onderdrukking, geweld en religieus fanatisme.
De wreedheden begaan door de IS (ISIS) en andere sektarische groeperingen vertonen overeenkomsten met de gewelddadige praktijken die in het verleden werden toegepast door het christendom en het jodendom, vooral tijdens de bekeerling van vreemde volken en de verspreiding van hun religies. De manier waarop IS opereert is in veel opzichten vergelijkbaar met de praktijken van vroegere religieuze instellingen die geweld gebruikten om hun geloof op te leggen.
Het is echter belangrijk om te benadrukken dat de schaal en de methoden die door IS worden gebruikt, hoewel vreselijk, nog steeds relatief klein zijn in vergelijking met de massale wreedheden die in de geschiedenis van de christelijke en islamitische kerken werden begaan. Het vergeleken van de huidige praktijken van IS met de historische wreedheden van deze religies helpt om de ernst van de daden van IS te contextualiseren, maar mag niet verhullen dat alle vormen van geweld en onderdrukking door religie, ongeacht de omvang, verwerpelijk zijn.
Daarom zegt de leer van Vishnuh:
"Wanneer een gelovige met zijn wijsvinger naar een medegelovige wijst,wijzen automatisch negen vingers naar zichzelf.Want in het veroordelen van de ander openbaart zich het eigen onbegrip,de eigen tekortkomingen, en de illusie van morele superioriteit."
Gelijke kansen? Wordt er werkelijk recht gedaan aan het idee van "gelijke kansen" voor iedereen, zoals veel overheden en religieuze groeperingen vaak verkondigen? Op papier lijkt het wel, bijvoorbeeld in grondwetten die de gelijkheid van de burgers beloven. Maar in de praktijk? De realiteit lijkt anders. Het idee van gelijkheid wordt vaak bevoordeeld door overtuigingen die met name verankerd zijn in religieuze doctrines. In veel gevallen lijkt het alsof degenen die zich identificeren als christen, moslim, of als volgers van een kerk die een niet-bestaande God aanbidt, meer kansen krijgen om hun doelen te realiseren. Dit benadrukt een ongemakkelijke waarheid: hoewel wetten in veel landen gelijkheid beloven, kunnen de culturele en religieuze normen vaak bepalen wie werkelijk toegang heeft tot de middelen en kansen die hen helpen vooruit te komen.
In deze context rijst de vraag: hoe gelijk is de toegang tot kansen als religieuze affiliatie, of het ontbreken daarvan, zo'n cruciale rol speelt in het bepalen van wat mensen kunnen bereiken?
… Is er werkelijk ruimte voor iedereen, ongeacht hun achtergrond, om hun volledige potentieel te benutten in een samenleving die zegt gelijke kansen te bieden? Het antwoord is vaak complex en tegenstrijdig, en lijkt te variëren afhankelijk van waar je je bevindt op deze aarde.
Zo zegt de leer van Vishnuh:
"Het is gevaarlijk om in dromen te blijven hangen en vergeten te overleven. De werkelijkheid wacht geduldig, en wie de ogen sluit voor het leven dat zich aandient, riskeert zichzelf te verliezen in een wereld die geen genade kent voor degenen die niet handelen."
Heden ten dage
In de huidige tijd lijkt het steeds moeilijker voor mensen met andere overtuigingen om kansen te creëren, vooral in landen die zichzelf als christelijk beschouwen. Europese landen roepen voortdurend over hun toewijding aan democratie, vrije meningsuiting en gelijke kansen. Maar dit ideaal lijkt alleen te gelden wanneer het de belangen van deze westerse landen ten goede komt. In werkelijkheid blijkt er veel ruimte voor selectieve toepassing van deze principes.
Europese landen hebben bijvoorbeeld veel kritiek op islamitische staten waar christenen en joden geen kerken of synagogen mogen bouwen. Dit wordt gepresenteerd als een schending van de mensenrechten en vrijheid van godsdienst. Echter, wanneer het gaat om de islam, is de situatie vaak anders. In de westerse wereld lijkt het volledig geaccepteerd te worden om de islam te belachelijk te maken of de profeet Mohammed te beledigen, wat vaak wordt verdedigd als een uiting van de vrijheid van meningsuiting. Het lijkt alsof beledigen en het verwerpen van andere religies alleen binnen bepaalde contexten wordt geaccepteerd, terwijl het onaanvaardbaar wordt geacht wanneer de rollen omgedraaid zijn.
Dit roept de vraag op: is de vrijheid van meningsuiting werkelijk universeel? Stel je voor dat je in Nederland, op het Binnenhof in Den Haag, zou staan en zou roepen dat "de koning een randdebiel" is, of zou zeggen "joden zijn schapenneukers" of zelfs "de Holocaust was hun verdiende loon" of "Zwarte Piet is racisme." Wat zou er dan gebeuren? Het is zeer waarschijnlijk dat je niet in staat zult zijn om rustig je "recht op vrije meningsuiting" te gebruiken zonder daar de gevolgen van te ondervinden. In plaats van applaus voor het durven uiten van je mening, zul je waarschijnlijk met politiegeweld geconfronteerd worden en zal je recht op vrije meningsuiting snel en zonder aarzelen worden onderdrukt.