Magie en Vriendschap - Michael Anderle - E-Book

Magie en Vriendschap E-Book

Michael Anderle

0,0
5,99 €

-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Hoe word je een stoere heks - Boek 2

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern

Seitenzahl: 411

Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Michael Anderle

Magie en Vriendschap

Hoe word je een stoere heks Boek # 2

Inhoudsopgave

Impressum

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 9

Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 11

Hoofdstuk 12

Hoofdstuk 13

Hoofdstuk 14

Hoofdstuk 15

Hoofdstuk 16

Hoofdstuk 17

Hoofdstuk 18

Hoofdstuk 19

Hoofdstuk 20

Hoofdstuk 21

Hoofdstuk 22

Hoofdstuk 23

Hoofdstuk 24

Hoofdstuk 25

Hoofdstuk 26

Hoofdstuk 27

Hoofdstuk 28

Hoofdstuk 29

Hoofdstuk 30

Hoofdstuk 31

Hoofdstuk 32

Dit verhaal gaat verder in

Michael’s aantekeningen

Aan familie, vrienden en iedereen die graag leest. Dat we allemaal de kans mogen krijgen om het leven te leiden dat voor ons is bestemd.

Impressum

Oorspronkelijke titel

How to be a Badass Witch Book 2

Copyright © 2021 LMBPN® Publishing

Cover copyright © LMBPN® Publishing, www.lmbpn.com

Zetwerk: 4media Verlag GmbH, Duitsland

Eerste editie (USA), December 2020.

Hoe word je een stoere heks, Boek 2

Magie en Vriendschap

Nederlandse vertaling:

Eduard Meinema, maart 2022, www.transfiction.nl

© LMBPN® International FZC

Dit boek is een werk van fictie.

Alle personages, organisaties en gebeurtenissen die in deze roman worden beschreven, zijn bedacht door de auteur of zijn fictief gebruikt. Soms allebei.

Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verspreiding van dit boek zonder voorafgaande toestemming is diefstal van het intellectueel eigendom (Intellectual Property) van de auteur. Voor toestemming om materiaal uit dit boek te gebruiken (uitgezonderd boekbeschrijvingen / reviews), kunt u contact opnemen met [email protected]. Bedankt voor uw steun aan de auteursrechten.

LMBPN® International FZC

Business Center, Sharjah,

Publishing City Free Zone,

Sharjah, United Arab Emirates

www.lmbpn.com/nl

ISBN:

978-1-68500-705-8 print

978-1-68500-706-5 ebook

NUR 333

NL22-0008-00025 – Versie 1.01

Hoofdstuk 1

Kera MacDonagh staarde naar de puinhoop op de tafel voor haar en besloot dat ze op dit moment fysiek noch mentaal in staat was om iets met deze rommel te doen.

Het was het grootste ontbijt dat ze in haar leven had gegeten, ook tijdens haar tienerjaren toen ze aan meerdere sporten had deelgenomen. Het bevatte: een omelet van acht eieren met kaas, uien, groene paprika’s, avocado’s en ham, bestrooid met zwarte peper, zes stukken beboterde volkoren toast, een stapel wafels bedekt met siroop en het grootste deel van een pak ontbijt worstjes. Ze spoelde het weg met een glas sinaasappelsap en een kop koffie met meer creamer dan normaal.

En voor de goede orde een banaan. Vitamines waren immers belangrijk.

Of zoiets.

Ze had het gevoel dat iemand op magische wijze een aambeeld in het midden van haar romp had gestoken. Ze had haar grimoire niet gecontroleerd op die spreuk, maar ze was het levende bewijs dat het bestond. Ze was er absoluut zeker van dat het onmogelijk zou zijn om op dit moment uit haar stoel te komen.

Een leven lang leven in een door voeding geobsedeerde cultuur had haar niet voorbereid op de uitdaging om aan tekomen. Haar eetlust was de laatste tijd enorm toegenomen, een bijwerking van te veel spreuken. Ondanks dat ze at als een olympische atleet, was ze afgevallen. Ze bleef proberen het tegen te gaan met meer voedsel, maar ze liep tegen de grenzen van het uithoudingsvermogen van haar maag aan. Vanmorgen bijvoorbeeld was ze wakker geworden en ontdekte ze dat ze vijf pond was afgevallen nadat ze de avond ervoor een gigantische burrito, een zak chips en drie candybars had gegeten.

Vandaar het gigantische ontbijt van vanmorgen. Mevrouw Kim had emmers vol zelfgekookt Koreaans eten gestuurd, en ze zou niet blij zijn als Kera meer zou afvallen. Ze had ondubbelzinnig verklaard dat het Kera’s huiswerk was om weer haar normale gewicht te krijgen. Mevrouw Kim was een beleefde vrouw van in de veertig, altijd genereus en vriendelijk.

En toch kreeg Kera het gevoel dat ze de vrouw niet kwaad moest maken.

Ze plofte neer op haar bed en klikte op de oude TV. Na het weerbericht begonnen de presentatoren het hoofdverhaal te bespreken: het oplaaiende bendegeweld. Volgens de LAPD was de toename incrementeel maar nog steeds zorgwekkend, en ze deden er alles aan om het eerst in te dammen en vervolgens terug te draaien. Een deskundige misdaadanalist kwam in beeld en vertelde dat de algemene trend in bendeoorlogvoering in LA, sinds het midden van de jaren negentig, een neerwaartse trend was, maar nooit helemaal was verdwenen en waarschijnlijk ook nooit zou verdwijnen.

Ze keek rond in haar huis. Het had kleine, subtiele tekenen van haar nieuwe magische gebruik: een schroeiplek op de muur hier, een stapel notitieboekjes daar. Zelfs de fitnessapparatuur die ze uiteindelijk in de hoek van de open ruimte had opgesteld, was gebruikt. Ze wilde niet op haar magie vertrouwen als ze bendeleden confronteerde.

Dat was ook de reden waarom ze naar het nieuws keek. In het verleden gebruikte ze de televisie vooral om achtergrondgeluid te creëren tijdens het studeren of schoonmaken. Het was haar versie van witte ruis en was vooral welkom nu ze alleen woonde.

De laatste tijd was ze echter dingen gaan doen die op het nieuws verschenen, en door bij te houden welke details over haar werden genoemd, kon ze voorkomen dat ze ontdekt zou worden. Kera wilde goed doen in de wereld, maar ze was nog niet klaar om een beroemdheid te worden.

Vooral na de waarschuwing van meneer Kim twee dagen geleden: de vaardigheden die je hebt zijn ongebruikelijk, maar je bent niet de enige die ze heeft. Spelen met die krachten kan gevaarlijk zijn, niet alleen voor je gezondheid, maar ook als anderen je vinden. Daar heb ik enige kennis van.

Ze probeerde nog steeds de moed te verzamelen om erachter te komen wat die kennis was. Ze had ook de pijn van meneer Kim’s artritis verminderd en de voortgang van mevrouw Kim’s kanker een halt toegeroepen, en ze zou het opnieuw doen. Maar het idee dat zij de magie kenden terwijl zij het zelf nog niet eens begreep...

Dat maakte haar bang.

Ze wist immers nog steeds niet wie de grimoire, die haar de spreuken had geleerd, had geschreven. De auteurs waren in feite anoniem en verscholen zich achter een mysterieus bedrijf dat leek te zijn opgericht met als enig doel een enkele thaumaturgische grimoire te publiceren. Ze wist dat ze dat waarschijnlijk niet uit de goedheid van hun hart hadden gedaan en ze begon zich steeds meer zorgen te maken dat ze haar zouden vinden.

Ze veronderstelde dat ze wellicht vriendelijk waren, maar daar was ze niet zeker van.

Noem het instinct.

Haar telefoon piepte en ze stak haar hand uit om het bericht te lezen. Ze zag dat ze een voicemail van haar moeder had, waarin ze haar vroeg langs te komen als ze tijd had, en een nieuw sms-bericht van meneer Kim.

Kera legde de telefoon neer en zuchtte terwijl ze leunde om de TV uit te zetten. Er schetterde een reclamespotje voor een nieuw steakhouse in Glendale, en ondanks het gigantische ontbijt knorde haar maag. Ze voelde zich ook moe, hoewel ze wist dat dat het gevolg was van haar nu verijdelde plan voor een ochtendje voor zichzelf. Verplichtingen jegens andere mensen leken altijd spontaan op te komen als ze wat tijd voor zichzelf had om te ontspannen.

Ze keek met een grimas naar haar fitness apparaat. Ze was van plan geweest te gaan sporten zodra haar maag beter aanvoelde, maar het leek erop dat dat nu geen optie was. De trainingen bemoeilijkten haar pogingen om het gewichtsverlies te voorkomen, maar ze was bang om te veel op haar magie te vertrouwen. Hoe sterker en capabeler ze was, hoe minder magie ze nodig zou hebben.

Nadat ze wat onderdelen van een buurvrouw en andere onderdelen van afgestudeerde studenten had verzameld, was ze erin geslaagd thuis een kleine maar levensvatbare fitnessruimte in elkaar te zetten. Het middelpunt ervan was een halterbank, oud en gescheurd maar uitstekend bruikbaar, met meerdere configuraties voor het werken aan verschillende ledematen en spiergroepen via een systeem van scharnierende hefbomen die dikke ijzeren schijven vasthielden.

Aan de andere kant van de bank, omringd door een royale bewegingsruimte, stond haar zware bokszak. Zee, haar motor, had de helft van de ruimte die ooit exclusief van hem was geweest, moeten opgeven.

Daarnaast had Kera een optrekstang gemonteerd tussen twee pilaren aan de zijkant van het pakhuis. Ze wilde ook een loopband hebben, maar er een mens kon niet alles tegelijk doen of betalen. Zelfs een gebruikte loopband zat er op dit moment financieel niet in, ook omdat ze geen manier had om het ding naar huis te slepen.

Terwijl ze ging douchen, herschikte ze in gedachten haar dag zodat ze later kon trainen. Als het een half jaar duurt, beloofde ze zichzelf, word ik twee keer zo sterk als toen ik negentien was. Dat moet ik hoe dan ook doen, met al die verdomde eiwitten die ik heb weggestouwd.

* * *

‘Kijk! Kijk nou wat ze verdomme hebben gedaan.’

Johnny Torrez had hechtingen in de zijkant van zijn hoofd, twee van zijn vingers omwikkeld en gespalkt, en een fascinerende verscheidenheid aan paarse kneuzingen, maar niemand, ook hij niet, schonk daar veel aandacht aan.

In plaats daarvan keken ze naar de telefoon die hij omhoog hield, waarop hij foto’s toonde van zijn onlangs opgeknapte Mustang.

Kort geleden was de auto helaas het doelwit geweest van... iets. Johnny wist nog steeds niet wat. De motorkap zag eruit alsof iemand er met een toorts vlammen overheen had geblazen, de auto daar brandend had achtergelaten en toen weg was gegaan om te lunchen. De schade aan de motor en andere interne onderdelen was verrassend minimaal, maar hij moest toch eropuit voor een pijnlijke, dure rit naar de garage om er zeker van te zijn dat het voertuig weer zou werken.

Terwijl Johnny door de foto’s scrolde, voelde hij een spier in zijn kaak. Hij wist wat er komen ging, en hij keek er niet naar uit.

Zijn baas leunde achterover in haar stoel en staarde in de verte, nadenkend over iets. Pauline Smith droeg pakken om te pronken, met een krachtig mager figuur, haar haar en nagels waren altijd onberispelijk, en ze had de neiging om in het soort zakelijk jargon te praten waardoor iedereen die luisterde onmiddellijk afhaakte.

Al met al was ze het soort vrouw naar wie je zou kunnen opkijken en ten onrechte aannemen dat het gewoon een of andere afgestudeerde carrièrebitch van de bedrijfsschool was. Johnny zou haar op straat geen tweede blik hebben gegeven, althans niet wat haar karakter betreft. Alles aan Pauline zag er voorspelbaar uit.

Hij wist nu echter dat het gouden haar van Pauline donkerder was geverfd, niet lichter. Dat haar bruine ogen niet bruin waren, maar gekleurde contactlenzen over ijsblauwe irissen. Haar achternaam was ook niet Smith, maar Testrovsky.

Pauline sprak vaak over ‘bouwen aan een betere toekomst’ en ‘hun platform gebruiken om een vreedzamere wereld te creëren.’ Waar ze het over had, was dat het grootste deel van de bevolking verslaafd zou raken aan drugs, zodat ze volgzaam en gemakkelijk beïnvloed zouden worden - geen partij voor de dictatuur die ze van plan was te creëren.

Johnny geloofde dat ze gek was en hij had geen idee wat ze hem nu kwam zeggen. Maar hij wist dat het niet leuk zou zijn.

Ze moest het begrijpen. Hij kon zich de avond ervoor echt niet meer herinneren en hij kon maar niet bedenken hoe de schade aan zijn auto was toegebracht. Gezien zijn verwondingen was er een soort confrontatie geweest, maar Johnny herinnerde het zich niet. Het enige wat hij wist, was dat hij gewond wakker was geworden in een beschadigde auto met een briefje aan zijn achteruitkijkspiegel met de tekst LA WITCH TERRITORY, HANDEN AF.

‘Johnny,’ zei Pauline uiteindelijk, ‘heb je enige reden om aan te nemen dat het de mensen van de Mermaid waren die dit hebben gedaan? Degenen die jij probeerde over te halen om een samenwerking met ons aan te gaan?’

Johnny schudde zijn hoofd. ‘Ik denk het niet. De eigenaar was eerder koppig, maar ze zijn behoorlijk tam - ze blaffen wel maar bijten niet. Degene die dit deed had duidelijk meer tanden.’

‘Laten we dat briefje nog eens bekijken.’ Pauline stak haar hand uit.

Johnny haalde het verfrommelde stuk papier tevoorschijn en gaf het aan haar. Er was niet veel aan te zien, alleen een waarschuwing om geen inbreuk te maken op het grondgebied van de zogenaamde LA Witches.

Pauline liet haar kin in een hand zakken terwijl ze naar het briefje staarde.

‘Het maakt niet uit wie deze concurrenten zijn,’ zei ze ten slotte. ‘Ik heb alleen interesse in hen omdat het obstakels zijn, onverwachte obstakels.’

Het enige andere geluid in de kamer was het geritsel van een pen op papier terwijl Lia aantekeningen maakte.

Pauline keek naar Sven en Johnny. ‘Geen van jullie hebben de ‘LA Witches’ in je onderzoek over Little Tokyo en Chinatown genoemd.’

De twee mannen schuifelden ongemakkelijk heen en weer. Ze waren eropuit gestuurd om te evalueren welke bendes actief waren in de eerste gebieden die Pauline had afgebakend. Haar plannen, die tot nu toe vooral succesvol waren geweest, waren gebaseerd op hun informatie, en dit laatste probleem...

Zou logischerwijs het gevolg zijn van hun onoplettendheid.

Pauline verraste Johnny echter. ‘Ik heb ook nog nooit van deze groep gehoord,’ gaf ze toe. ‘Lia?’

Lia keek op met een blik als een hert dat in de koplampen staarde. Zij was, net als Sven, bang voor Pauline. ‘Nee,’ zei ze rustig.

Pauline tikte met haar zwart gemanicuurde nagels op tafel. ‘Nou, dan zijn er twee mogelijkheden. Eén, dat deze bende hetzelfde probeert als wij, en onze tussenkomst heeft ertoe geleid dat ze zich vroegtijdig hebben gemeld, of twee, dat ze zijn gevormd als reactie op ons. Beide mogeljkheden roepen de vraag op wat hun einddoel is en hoe ze dit voor elkaar hebben gekregen. Ze knikte naar Johnny en zijn telefoon.

Johnny slaakte een zucht waarvan hij niet eens had beseft dat hij hem inhield. Het deed pijn aan zijn ribben, maar dat kon hij, tegen de golf van opluchting in, nauwelijks voelen. Hij had alleen minachting voor mensen die doodsbang waren voor hun bendeleiders; maar Pauline leek hij niet te doorgronden. Ze was geweld, verhuld in een saai, zakelijk laagje vernis.

Hij was bang geweest dat ze hem niet zou geloven.

Hij was nog steeds onrustig. Hij wist niet helemaal zeker waarom hij bereid was haar de waarheid te vertellen. Zijn oorspronkelijke instinct zei hem juist dit te verbergen. Toegeven dat hij in elkaar geslagen was, zou er tenslotte niet goed uitzien. Toegeven dat hij zich niet herinnerde hoe, was nogerger.

Hij vroeg zich nu af of hij het gedeeltelijk had gedaan zodat Pauline hem zou uitkafferen en hem zou vertellen dat hij een idioot was. Dat ze een rationele oplossing zou hebben waarom dit was gebeurd.

Want als je in elkaar werd geslagen, je auto grondig werd geruïneerd op een manier die nergens op sloeg èn je vergat alle omstandigheden terwijl iemand de eer op zich nam die zichzelf een heks noemde...

Nou, dan kwam je tot bepaalde conclusies.

Pauline keek hem strak aan. ‘We moeten hun identiteit, hun uitvalsbasis en hun zwakke schakels achterhalen. Vervolgens misbruiken we die schakels om hun positie onderuit te halen en te saboteren.’

Johnny knikte. Uiteindelijk waren hij en Pauline het ergens over eens: schakel de klootzakken uit die dit met mijn auto hebben gedaan.

Een boog van één blonde wenkbrauw vertelde hem echter dat ze niet helemaal aardig wilde doen. ‘En als ze kwalitatief goede medewerkers hebben, vinden we manieren om hen over te halen of hen te bedreigen om voor ons te komen werken. We kunnen altijd goede mensen gebruiken.’

Johnny was een haarbreed van grommen. ‘Als je denkt dat ik de klootzakken ga rekruteren die dit hebben gedaan...’

Pauline keek in zijn ogen met een sardonische glimlach en tilde een schouder op. ‘Bewijs me dat ik dat niet hoef te doen.’

Blonde teef. Johnny’s leven was de laatste tijd te vol met bitches geweest. Tot zijn verbazing kreeg hij nu een nieuw gevoel in zijn borst: respect. Pauline had hem in een hoek gemanoeuvreerd. Ze had zijn onderzoek geloofd. Ze gaf hem de kans om deze persoon uit te schakelen; ze pakte hem geniepig op zijn eigen trots.

Johnny keek haar lang aan. Hij zou bijna zweren dat ze glimlachte. Hij voelde de drang om hetzelfde te doen. Hij knikte haar toe en verliet de kamer.

Hij zou uitzoeken wie deze LA-heksen waren, en hij zou ze onderuit halen. Ze verschenen misschien uit het niets, als geesten, maar er was één ding dat hij wist over mensen die een sterke entree maakten: ze wisten niet hoe ze het lange spel moesten spelen.

Hij zat al in bendes en in de onderwereld sinds hij elf jaar oud was. Deze mensen hadden geen flauw benul waar ze zich mee bemoeiden.

* * *

Mia Angel en Doug Lopez zaten samen op een bankje in de buurt van het Ross Snyder Rec Center en keken naar de piekerige witte wolken die voor de zon dreven en de bladeren van palmbomen die in de wind wuifden. Ze hadden hun lunch op en Doug bleef zuigen aan wat er nog van zijn drankje over was, waardoor het rietje gorgelde terwijl hij worstelde om de laatste limonade tussen de ijsblokjes vandaan te krijgen.

‘Man,’ zei Mia, ‘ik moet stoppen met lunchen met jou. Elke keer als ik dat doe, eten we uiteindelijk iets dat mijn leven ongeveer zes maanden korter maakt.’

Haar collega-reporter haalde zijn schouders op en gooide zijn lege beker in een nabijgelegen vuilnisbak. ‘Je moet toegeven, hun hamburgers zijn geweldig. Ik hou ervan als ze de buitenkant goed doorbakken, maar nog een spoortje roze in het midden weten te behouden.’

Mia wilde dat haar vlees volledig doorbakken was, dus hield ze voorlopig haar mond.

Doug veranderde van onderwerp. ‘Dus, we moeten kiezen. Gary zei dat we tot het einde van de dag de tijd hebben om een beslissing te nemen.’

Mia zuchtte. Nadat ze hun laatste onderzoeksproject hadden afgerond, had hun baas bij Channel 7 hen een keuze gegeven: een verhaal doen over het zich ontwikkelende bendegeweld of de beroemde maar ongrijpbare Motorcycle Man.

In Los Angeles was verslaggeving over bendegeweld geen prestigieuze opdracht. Het was gewoon gevaarlijk, iets wat iedereen moest doen om zijn rekeningen te kunnen betalen. Media in het hele land begonnen zich echter af te stemmen op de opkomende golf van geweld, wat betekende dat de twee een kans hadden om op nationale nieuwszenders te komen.

Aan de andere kant was er Motorcycle Man. Het verhaal was meer dan interessant, maar toch...

‘Heb jij iets nieuws gehoord?’ vroeg Mia aan Doug.

Hij schudde zijn hoofd.

Ze blies geïrriteerd haar adem uit. ‘Geweldig. Ik ook niet. Komt er zo’n geweldig verhaal voorbij, en dan is het natuurlijk net de enige keer in de moderne geschiedenis dat niemand iets kan vastleggenop zijn telefooncamera.’

Doug rolde zijn tong rond zijn mond terwijl hij dacht. ‘Misschien is dat het punt waar we ons op moeten focussen. Het pure gebrek aan info is op zich best interessant. Maakt het mysterieuzer. Een man in het zwart, op een motorfiets, verschijnt uit het niets, redt iedereen na een potentieel dodelijk ongeval op de snelweg en verdwijnt dan terug in de nacht voordat iemand weet wat er in godsnaam is gebeurd. Mensen smeken om een vervolg.’

‘Ja, en we hebben geen flauw idee hoe we het ze moeten geven.’ Mia schudde haar hoofd. ‘Dit project kan onze kop kosten. We moeten voorzichtig zijn. De helft van de bevolking vertrouwt journalisten niet meer, dus als we het te veel verfraaien, lijkt het gewoon belachelijk. Aan de andere kant, hoe verfraai jeeen verhaal waarin een man, met zijn blote handen, een auto praktisch doormidden scheurt? En het is ook nog een kleine man. Dat zeggen de ooggetuigen in ieder geval.’ Ze zuchtte. ‘Maar ja. Video’s zouden helpen.’

Doug keek uit het raam en grinnikte zachtjes in zichzelf. ‘Het meest verbazingwekkende is, allereerst, dat hij stopte. Denk jij er wel eens aan om te stoppen met rijden als je verdomme op de snelweg bent?’

‘Goed punt,’ lachte Mia. ‘Ik ben er vrij zeker van dat ik iemand op het water zou moeten zien lopen voordat ik zelfs maar langzamer ging rijden.’

‘Precies,’ zei haar partner. ‘Omdat je op dat moment weet dat je toch met wonderen te maken hebt, dus komt het op de een of andere manier allemaal wel goed.’

Mia beet op haar tong. Dougs cynisme dreigde haar de stuipen op het lijf te jagen, en ze was er vrij zeker van dat het op haar was overgeslagen sinds ze begonnen samen te werken.

Ze werkten ook goed samen. Ironisch genoeg hadden ze daarom deze onmogelijke keuze. Omdat hun laatste project goed werd ontvangen, wilde hun baas hen zelf hun volgende laten kiezen. Mia nam aan dat het niet zijn schuld was dat er geen goede opties waren.

De ober gaf hun de rekening en ze bogen zich allebei voorover om hun totaalbedrag te controleren.

Terwijl ze biljetten uit haar portemonnee haalde, mompelde ze: ‘Het komt echter zelden voor… en het lijkt bijna onzinnig... Een barmhartige Samaritaan verschijnt uit het niets en doet geen moeite om de eer voor zijn heldendaden te krijgen, laat staan een materiële beloning. Wat gebeurt er met deze wereld?’

Doug tekende de rekening. ‘Jammer, echt waar. Een gemiste kans. Die vent verspeelde zijn kans op vijftien seconden roem. Dus, hebben we besloten? We doen het Motorcycle Man-verhaal?’

‘Ik weet het niet,’ zei Mia ingehouden. ‘Ik heb de neiging om de voorkeur te geven aan onderwerpen waar ik eigenlijk, je weet wel, informatie over kan krijgen. En wat is dat gedoe met die veronderstelde nieuwe bende? De LA Witches of zo?’

‘Misschien zijn het gewoon kinderen die Harry Potter spelen,’ zei Doug schouderophalend.

‘Ik weet het niet.’ Mia kwam overeind en rekte zich uit toen een fietser voorbijging en haar boos aankeek omdat ze het aandurfde om zo dicht bij zijn fietspad te staan. Ze negeerde hem en ging verder. ‘Het is me ook niet duidelijk of het ‘LA Witches’ of ‘LA Bitches’ moest zijn, maar zeker LA-iets. Zou ‘Niks-es’ kunnen zijn voor zover we weten, en wie kan het echt iets schelen?’

Haar partner stond ook op. ‘Misschien ‘Snitches’, verklikkers; maar dat zou een ongelooflijk domme naam zijn voor een bende. Alle anderen zouden alles laten vallen wat ze aan het doen waren om hen in elkaar te slaan en dan voor de zekerheid ook hun hond neerschieten. Hoe dan ook, als het ‘Heksen’ is, dan is het waarschijnlijk een meidenbende.’

‘Ik zou niet té snel tot die conclusie komen,’ merkte Mia op, ‘maar het ligt voor de hand, ja. Wil je ze opsporen en kijken of we nog een bende-verslag kunnen doen? Ik denk dat de massa daar genoeg van begint te krijgen, maar...’

Doug trok een zuur gezicht. ‘Ik weet het niet. Misschien moeten we hem gewoon vertellen dat we ze allebei nemen.’

Mia liep voor, op het trottoir, naar het parkeerterrein waar ze de auto hadden geparkeerd. ‘Voor een keer denk ik dat je gelijk hebt,’ grapte ze. ‘Oh, en trouwens? De volgende keer kies ik waar we eten. Iets gezonds.’

‘Als je erop staat,’ zuchtte Doug. ‘Als je er maar voor zorgt dat ze iets goeds op het menu hebben, en, laat me duidelijk zijn, ‘Goed’ betekent gefrituurd.’

‘Spruitjes chips, voor jou.’ Mia stak een duim omhoog. ‘Oh, denk je dat ik een grapje maak? Doe ik niet. Dit is, zeg maar, een dingetje.’

Hoofdstuk 2

Haar wandeling naar de buurt supermarkt van de Kims was stevig maar aangenaam. Normaal gesproken nam Kera liever haar motor mee, maar ze begon zich zorgen te maken dat iemand Zee zou opmerken. Ze wist dat ze voorheen ook opvallend was - bijna iedereen draaide zich om om te kijken als er een motorfiets voorbijreed - maar nu waren mensen gefascineerd als er een motor voorbij kwam. Een van hen was immers de mysterieuze rijder die drie mensen uit een brandend autowrak had gered.

Kera was er nog niet klaar voor dat de hele wereld zou weten dat zij het was, en ze hield niet van het idee dat mensen naar haar keken; ook al kon ze misschien gewoon liegen.

Nadat ze zich een weg naar de winkel had gebaand, zwaaide ze naar Sam, die dienst deed achter de toonbank. Hij was, voor zover Kera zich herinnerde, pas zestien, maar ze stelde zich voor dat de kinderarbeidwetten wat lakser waren dan gewoonlijk als het ging om deeltijdwerk in het familiebedrijf.

Meneer Kim zat achterin en plaatste zakken chips op een plank.

‘Hallo, meneer Kim,’ zei Kera.

‘Kera! Hallo.’ Hij stond op en veegde zijn handen af voordat hij er een uitstak om de hare vriendelijk te schudden. Sams vader was een slanke man van ongeveer haar lengte, met grijzend haar en een gerimpeld, versleten gezicht. Ondanks de pijntjes die met zijn leeftijd gepaard gingen, glimlachte hij meestal en was hij altijd beleefd. ‘Hoe is het met je?’

‘Goed, dank u wel. En bedankt voor de laatste levering eten.’ Kera keek naar Sam, die het had afgeleverd. ‘Ook jij bedankt, Sam!’

Sam, midden in een ongemakkelijk tienerfase, bloosde felrood, haalde zijn schouders op en knikte. De Kims hadden hem met het zelfgemaakte Koreaanse eten van mevrouw Kim op pad gestuurd, iets dat het eten veel aangenamer had gemaakt.

‘Graag gedaan,’ zei meneer Kim. ‘Ik zou je willen waarschuwen dat het moeilijk is om een gezonde taille te behouden als je geniet van de kookkunst van mijn vrouw, maar je lijkt een van de weinige mensen te zijn die daar geen last van heeft.’ Zijn ogen fonkelden bewust.

Kera stak haar handen in haar zakken en probeerde niet ineen te krimpen toen haar maag een luid geknor liet horen.

‘Heb je binnenkort nog een date?’

‘Oh. Eh, ja, dat heb ik.’

Meneer Kim knikte serieus. ‘Kom je nog bij ons eten?’

Nu hij het ter sprake had gebracht, besefte ze dat ze het idee om bij de Kims te gaan eten nog niet aan Christian had laten doorschemeren. Ze had hem mee uit gevraagd en hij had ja gezegd, maar ze was er zeker van dat hij dit niet in gedachten had.

Trouwens, door haar zenuwen begon ze zich af te vragen of Christian echt uitkeek naar de date. Met hem praten over dit deel was niet iets waar ze enthousiast over was.

Ze kon niet zeggen dat het precies dezelfde emoties waren die ze zou voelen als ze iemand mee naar huis zou nemen naar haar ouders, hoewel ze liever iemand mee zou nemen om de Kims te ontmoeten dan haar moeder, maar er was nog steeds een gevoel van schaamte. Zou Christian de Kims leuk vinden? Zou hij het raar vinden dat ze hem meenam om hen te ontmoeten? Wat voor vreemde eerste date was dat, niet waar?

En wat als zij hem niet mochten?

‘Eh,’ zei ze, ‘ik, eh... nou ja, zolang Chris het maar goed vindt. Ja.’

Verdomme, ze kon kerels met geweren die zich gesterkt voelden door een back-up van bendeleden flink raken, maar dit… Hierover was ze te bezorgd, bang onbeleefd te zijn om hier een lijn te trekken.

Ze hoopte dat de bendes er nooit achter zouden komen dat Koreaans eten en beleefdheid haar zwakte waren.

De veelbetekenende glimlach van meneer Kim zei dat hij iets kon zien van wat er door haar hoofd ging, ooit was hij net zo oud als zij nu. Het zei ook dat hij niet bereid was haar een uitweg aan te bieden. ‘Je bent als een dochter,’ bracht hij haar in herinnering. ‘Je ouders zouden willen dat iemand hem controleert.’

‘Ken je mijn moeder?’ vroeg Kera met opgetrokken wenkbrauw. Even kon ze bijna geloven dat haar moeder heimelijk de lokale bevolking had gerekruteerd om haar in de gaten te houden.

Kims glimlach werd iets breder. ‘Nee, ik ken alleen ouders. Ze zijn overal hetzelfde; ze maken zich allemaal zorgen. Ook...’ Hij wenkte haar met hem mee te gaan naar de balie.

Nieuwsgierig keek ze toe hoe hij erachter liep en rondsnuffelde. Zelfs Sam leek nieuwsgierig om te zien wat zijn vader daar had verborgen.

Even later stond meneer Kim op met een stapel notitieboekjes en wat zelfklevende bladwijzers. ‘Deze zijn voor jou.’

Kera’s maag trilde en ze deed haar best om niet in paniek te raken. Sinds ze was begonnen met het beoefenen van magie, had ze een waanzinnige hoeveelheid aantekeningen gemaakt. Een van de eerste spreuken die ze had geprobeerd, een spreuk die haar geheugen wist te wissen, had ze ook tegen haar baas en een bendelid gebruikt, en werd sterker naarmate de spreuk vaker werd gebruikt en hoe vaker de gebruiker magie beoefende.

Daarom was het maken van aantekeningen essentieel. Ze was begonnen met honderden post-it’s en was nu begonnen met het kopen van notitieboekjes per dozijn.

Ze had niet door dat iemand het had opgemerkt. Hoewel ze wist dat meneer Kim zich bewust was van haar capaciteiten, maakte ze zich nog steeds zorgen over het feit dat hij er delen van zag.

Hij weet niet waarom je ze hebt gekocht, hield ze zichzelf voor, maar ze voelde zich nog steeds opgejaagd. Als hij dingen kon zien, zouden mensen met minder goede bedoelingen ze ook kunnen zien.

Meneer Kim merkte het ongemak op haar gezicht op en vroeg Sam om iets van achteren te gaan halen. Toen de jongen weg was, leunde de oudere man naar voren en tikte op de balie om Kera’s aandacht te trekken.

Zijn stem en gezicht waren ernstig maar vriendelijk. ‘Geen zorgen. Ik weet, min of meer, waarom je ze hebt gekocht. Iedereen die de waarheid zoekt, iedereen die Gatha beoefent, zal uiteindelijk zulke problemen krijgen. Het is de enige eigenschap die je bij nieuwe studenten terugvindt.’

‘Oh.’ Dat stelde haar niet gerust. Als veel mensen wisten dat dit een teken was van een nieuwe beoefenaar van magie...

Hoeveel mensen had ze getipt zonder het te beseffen?

Toen schoot haar een andere gedachte te binnen. ‘Waarom leren ze die spreuk zo vroeg? Het is een bedreiging.’

Hij lachte uitbundig, de eerste ‘buiklach’ die ze ooit van hem had gehoord. Hij was altijd beleefd en vriendelijk, maar ze zag nu dat hij oprechte waardering had voor het leven.

‘Ik weet het niet,’ gaf hij toe. ‘Ik herinner me echter dat ik hetzelfde dacht.’ Toen zijn gegrinnik wegebde, keek hij haar ernstig aan. ‘Wil je erover praten? Ik kan Sam de balie laten overnemen.’

Kera aarzelde. Ze was erg geïnteresseerd in zijn bekentenis en vroeg zich af of hij ooit ook magie had beoefend. Maar toch…

‘Ik weet niet zeker of ik er klaar voor ben,’ gaf ze met een zacht stemmetje toe.

Meneer Kim knikte en stak een hand op om haar verontschuldiging af te wenden. ‘Er is geen haast. Het is in orde. Trouwens, ik heb nam je mee naar de balie voor een ander reden, iets gerelateerd, maar niet helemaal hetzelfde. Vanwege je gewicht, dat nog steeds moeilijk vol te houden is, ja?’

Fronsend gaf het meisje toe dat hij gelijk had.

‘Dat dacht ik al,’ ging Kim verder. ‘Het heeft te maken met je nieuwe vaardigheden. Je moet ervoor zorgen dat je - hoe zeg ik dit - het uitzet als je het niet gebruikt, zoals een kraan als je geen water meer nodig hebt. Vergeet het niet, anders blijf je wegkwijnen. Vroeg of laat zullen delen van je lichaam stilvallen.’

Kera’s huid kriebelde bij de gedachte aan haar kracht die haar langzaam van binnenuit opvrat. Ze had er nooit aan gedacht haar energie uit te zetten, maar het was logisch. Ze knikte.

‘Alsjeblieft, begrijp hoe dankbaar ik ben,’ zei de oudere man. ‘Je hebt mijn Ye-Jin gered.’

‘Ik heb haar niet genezen,’ zei Kera, die plotseling wanhopig hoopte dat hij niet zou denken dat ze meer had gedaan dan ze in werkelijkheid had gedaan. Het laatste wat ze wilde was dat ze zouden geloven dat de kanker weg was. ‘Ik heb alleen-’

‘Je hebt haar extra tijd gegeven, ja.’ Meneer Kim knikte en aarzelde toen. ‘Zie dit niet als kritiek. Het is gewoon... wat je hebt bereikt had niet mogen gebeuren. Zo iets krachtigs brengt altijd gevaren met zich mee. Zoals chemotherapie, ja? Goed, maar gevaarlijk. Hoe je zoveel macht hebt opgeroepen, weet ik niet, maar het zal een tol van je eisen, en ik ben bang dat mensen er kennis van zullen nemen. Pas goed op jezelf en wees veilig.’

Kera knikte zwijgend.

Meneer Kim liep langzaam naar de deur. Halverwege stopte hij. ‘Oh, nog een laatste ding. Ye-Jin wil met je praten. Niet nu, ze slaapt, maar over een tijdje.’ Hij stopte de notitieboekjes in een tas en gaf ze aan haar, zijn ogen fonkelden weer.

Kera verliet de winkel met nog een zwaai en een bedankje, maar ze kon het niet laten om, terwijl ze wegliep, te mopperen: ‘Fijn om die bom voor het einde van het gesprek te bewaren.’

De zon prikte eventjes door de wolken op de terugweg maar verdween veel te snel. Toen ze binnen was en de notitieboekjes op tafel had gelegd, kwam ze in de verleiding om aantekeningen te maken en de gekleurde paginamarkeringen te gebruiken, maar ze wist dat ze nu moest gaan trainen.

Daar zou ze beslist geen zin in hebben na het werk.

‘Oké,’ zei ze een paar minuten later tegen zichzelf. ‘Je gaat het zwaar krijgen. Je gaat sterk worden. Je hebt een super gênante workout-planning, maar wie niet? Laten we dit doen.’

Ongeveer dertig minuten later had ze grote spijt van haar keuzes.

Je moet sterker worden, drong Kera bij zichzelf aan, terwijl ze een rechte stoot vanuit haar heup aan de bokszak uitdeelde. Je moet je vorm terug krijgen. Snelheid, gratie, kracht en het vermogen om te denken. Magie of niet, het is moeilijk om een held te zijn als je traag, zwak en onhandig bent.

Ze had tweeënhalf jaar Shotokan-karate op de middelbare school gedaan. Ze was vertrokken met een paarse riem. Ze was geenszins een meester, maar ze had een respectabele basis in de vechtsporten. Ze waseen beetje roestig, maar ze herinnerde zich het meeste van wat ze had geleerd, en het vormde nu een waardevolle basis voor haar training.

Haar armen, benen, borst- en bilspieren brandden allemaal van haar vrije gewichtstraining daarvoor en haar ademhaling vertoonde kleine haperingen. Ze wist dat ze, na haar studie, niet in de beste vorm van haar leven was, maar ze had gedacht dat ze in een betere vorm was dan dit.

Ze had natuurlijk ook niet verwacht dat ze in de straten van LA zou vechten met bendeleden.

Er zat een humoristisch aspect aan, dat de ergste nachtmerries van haar moeder uitkwamen, maar Kera zou meer geamuseerd zijn als ze genoeg adem had om te lachen.

Haar telefoon ging en ze nam het gesprek aan.

Tot haar verbazing was het Christian.

‘Hoi,’ zei ze voorzichtig toen ze opnam.

‘Hé, met Christian.’ Hij klonk net zo onzeker als zij. ‘Je zei dat we elkaars nummers hadden, dus ik dacht ik bel even.’

Plots kwam de warmte in haar borst niet alleen van de training.

‘Ik ben blij dat je dat deed,’ zei ze oprecht. ‘Eh, luister, even over zaterdag.’

Er viel een plotselinge stilte aan de andere kant van de telefoon. ‘Ja?’ vroeg Christian. ‘Is er een probleem?’

‘Eh. Dat hangt ervan af. Misschien... een rimpel?’ Ze kromp ineen en ging snel verder. ‘Er is een oud Koreaans stel dat ik ken, de eigenaar is van de buurtsuper in de buurt van mijn appartement en ze willen echt dat we komen eten. Is dat goed? Ze nodigden me uit, ik zei dat ik een date had, en ze zeiden dat ik je mocht brengen. Het was best moeilijk om nee te zeggen.’

‘Oh.’Christian zei even niets. Toen hij weer sprak, hoorde ze de opluchting in zijn stem. ‘Ja, dat is prima. Ik hou van Koreaans eten.’

‘Oké.’ Dat was zoveel gemakkelijker geweest dan ze had verwacht dat het bijna desoriënterend was. ‘Eh, geweldig. Herinner me eraan je het adres te sms’en.’

‘Klinkt goed.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ehm…ik had niet echt een reden om te bellen.’

‘Dat is prima. Tenzij je nu moet ophangen?’

‘Nee.’

Kera vroeg zich even af wat een objectieve omstander van dit gesprek zou vinden. Waarschijnlijk waren die mensen die probeerden te daten, dom.

Ze kon het er niet echt me oneens zijn.

‘Dus hoe is het met je?’ vroeg Christian om de ongemakkelijke stilte te vullen.

‘Goed, goed.’ Ze liet zich op de rand van het bed vallen. ‘Het zijn een paar rare weken geweest.’

‘Oh?’ Hij klonk oprecht geïnteresseerd. ‘Is er iets waar je over wilt praten?’

De inspiratie sloeg in als een bom. ‘Eigenlijk wel, een beetje, ja. Als je het niet erg vindt.’

‘Ik niet.’

‘Oké.’ Hmm, hoe zeg ik dit zonder magie te noemen? ‘Eigenlijk, eh...’ Bedenk iets! Iets! ‘Heb je als kind ooit het gevoel gehad dat het fijn zou zijn om erachter te komen hoe je een verschil kunt maken in de wereld?’

Het was een vreemd gevoel dit spontaan te uiten, maar Christian lachte onmiddellijk en zei: ‘Ja. Absoluut. Nu zit ik in een klein kantoortje, ik probeer mijn CEO rijker te maken en op de rand van de wet te balanceren, en, eh... ik weet niet eens wat ik wil bereiken, maar ik voel me niet goed over wat ik nu doe.’

‘Ik ook niet,’ zei Kera eerlijk. ‘Mijn moeder blijft maar zeuren dat ik een kantoorbaan moet zoeken, maar ik denk niet dat is wat ik wil doen.’

‘Als ik deed wat jij nu doet,’ zei Christian tegen haar, ‘zie ik niet in waarom ik een kantoorbaan zou moeten zoeken. We krijgen niet veel meer betaald, er is al deze nutteloze rotzooi om af te handelen en, ja, het is niet alsof ik iets nuttigs doe in de wereld. Er was een pauze. ‘Huh.’

‘Sorry, dit is een beetje een vervelende discussie, nietwaar?’ Kera kromp ineen. ‘Ik... het is fijn om te weten dat ik niet de enige ben.’

‘Zeker niet de enige,’ antwoordde Christian.

‘Cool. Luister, ik moet me klaarmaken voor mijn werk, maar ik zie je snel. En ik sms je over zaterdag.’

‘Klinkt goed.’ Hij klonk alsof hij lachte. ‘Fijn om met je te praten.’

Kera glimlachte nog steeds terwijl ze ging opruimen. Natuurlijk, ze was nog niet klaar met haar training, maar praten met Chris had haar misschien meer geholpen. Na de afgelopen dagen had ze zich afgevraagd of ze het juiste deed. Moest ze de strijd aangaan met LA’s bendes in plaats van zich te concentreren op het genezen van mensen en hen redden van auto-ongelukken, enzo?

Christian’s gevoel doelloos te zijn, herinnerde haar eraan hoe zij zich voelde als ze aankantoorbanen dacht.

Ze wilde het verschil maken en ze had zojuist, op een presenteerblaadje, de middelen gekregen om dat te doen. Ze moest het aannemen.

Hoofdstuk 3

Je gaat naar wat?’ vroeg Sven wezenloos.

‘Het is eigenlijk dezelfde strategie die we eerder hebben gebruikt.’ Johnny leunde achterover in zijn stoel. ‘Dus die bitch zou het leuk moeten vinden.’

Sven probeerde zijn onrust te kalmeren. Hij ging op de rand van het bureau zitten en dacht na.

Johnny had gelijk, zijn plan was in overeenstemming met wat ze tot nu toe hadden gedaan. In Little Tokyo en Chinatown waren op dit moment drie grote bendes actief, die steeds wisselende hoeveelheden grondgebied ‘in bezit’ hadden: Vox, Dread en de Union. Vox en Dread waren de afgelopen weken het gemakkelijkst uit hun schuilplaats te lokken en aan te zetten tot bendegeweld.

Het geweld was Paulines strategie geweest, een manier om de politie te laten zien dat ze geen controle hadden over wat er in het gebied gebeurde en dat zij dat welkon. In de tussentijd zouden de bendes elkaar uitputten, mogelijk enkele van elkaars leden uitschakelen en kwetsbaar zijn voor fusiepogingen of regelrechte overnames.

Tot dusver werkte het, hoewel de Union verrassend recalcitrant was geweest.

Daar wilde Johnny verandering in brengen. In het bijzonder wilde hij hun hulp inroepen tegen de LA Witches. Hij zou de Union gebruiken om de nieuwe groep naar buiten te lokken, waar Johnny, Sven, Pauline en Lia hun krachten konden beoordelen.

‘Ik dacht niet dat je er een probleem mee zou hebben,’ zei Johnny fronsend. ‘Het is haar verdomde plan. Je bleef me verwijten dat ik het niet eerder volgde, dus wat is het probleem?’

Sven had daar geen goed antwoord op. Hij dacht erover na terwijl hij een stoel pakte.

De waarheid was dat hij zich vanmorgen zorgen had gemaakt. Net als Johnny was hij naar die vergadering gegaan in de verwachting dat Pauline woedend zou zijn. Ze leidde tenslotte een bende en bendeleiders hadden een reputatie hoog te houden. Ze moest met name duidelijk maken dat als je faalde, je ervoor betaalde.

In plaats daarvan had Pauline alles verdraaid. Ze had Johnny zo’n beetje gezegd dat hij in zijn eentje een hele bende moest uitschakelen, niet door zijn leven te bedreigen, maar door te suggereren dat ze zijn rivaal aan boord zou halen als hij dat niet deed. Ze speelde hem uit tegen zijn eigen trots.

Zoiets, haar vermogen in iemands geest te reiken en ermee te kloten, baarde Sven zorgen. Hij hield er niet om voor zo iemand te werken.

Nog vreemder was dat Johnny het leek te waarderen. Vandaag was de eerste dag dat Sven hem niet had zien doen alsof hij Pauline wilde vermoorden en het van haar over wilde nemen.

Dit voelde als een van die verdraaide boeken waarin iedereen elkaar voor de gek hield en niemand zei wat ze bedoelden, en daar had Sven niet voor getekend. Een van de redenen waarom hij, net als Johnny, ervoor had gekozen om niet in de traditionele zakenwereld te stappen, was dat bendes minder bullshit hadden. Je hoefde geen modewoorden van bedrijven te gebruiken en je hoefde niet het ene te zeggen en het andere te bedoelen. Er waren duidelijke regels.

Sven had gedacht dat Johnny dat ook leuk vond.

‘Al dat rondsluipen,’ zei hij ten slotte. ‘Ik vind het niks. Je grijpt de mensen die je verneuken, einde verhaal. Ze had je gewoon moeten zeggen dat je die klootzakken moest vermoorden en hun ingewanden ergens aan een lijn moest hangen.’

Johnny glimlachte, ‘Oh, dat ben ik van plan. Dat ben ik zeker van plan.’

* * *

‘Oké, dus...’ James leidde de Phantom soepel langs een vrachtwagen en dacht na terwijl hij met zijn vingers op het stuur tikte. Ze hadden vandaag maar een paar tussenstops gemaakt, waarin ze allebei koortsachtig hadden gelezen wat er in Los Angeles gaande was.

Los Angeles bereiken was duidelijk een hogere prioriteit dan uitzoeken wat daar aan de hand was, maar beide waren belangrijk.

‘Dus?’ vroeg LeBlanc.

‘Dus, we hebben een toename van bendegeweld, wat slecht klinkt, en zou kunnen passen bij iemand die in zijn macht leert kennen.’ Hij schudde zijn hoofd en bonkte op het stuur. ‘Verdomme, waarom hebben we niet...’

‘James, het is altijd een risico geweest.’ Haar stem was rustig en dat kalmeerde hem. ‘De meeste van degenen die met magie in aanraking komen, halen nooit de eindstreep. Ze stoppen met het gebruiken van hun krachten, ze raken opgebrand, hun kracht vertoont barsten…’

Haar stem had iets van angst, hoewel James zich nauwelijks kon voorstellen dat de zelfbewuste Moeder LeBlanc zo’n emotie zou voelen. Toch, als iets dat zou kunnen doen...

Een breuk in iemands kracht, in het kanaal waardoor ze het van de wereld konden overhevelen en het in spreuken konden veranderen, kon groter worden en barsten als een aneurysma, waardoor ze van binnenuit verbrandden. Een of twee van die incidenten hadden aanleiding gegeven tot een verontrustend gerucht van spontane ontbranding, hoewel de meeste mensen nu gelukkig dachten dat dat slechts een broodje aap verhaal was.

‘En sommigen hebben niet het karakter dat geschikt is voor het hanteren van magie,’ eindigde LeBlanc. ‘Je herinnert je de geschiedenis van onze orde. Er waren kringen die onuitsprekelijke dingen deden.’

James knikte ernstig. Toch zat het hem dwars. Er waren maar weinig tovenaars, en ze waren over het algemeen voorzichtig genoeg zodat magie zich nooit eerder had geïntroduceerd in de wereld van bendeoorlogen. De twee zouden een krachtige combinatie zijn.

‘Wat me het meest verbaast, is dat we nog nooit iets hebben gehoord, geen enkele gebeurtenis van die uitbarsting,’ mijmerde LeBlanc. Ze keek uit het raam naar het landschap in het afnemende daglicht. ‘Zoveel kracht, we haddenervan moeten horen.’

Ze fronste haar wenkbrauwen en James stond zichzelf toe om uit te zoomen en erover na te denken. De snelweg was in de richting van Abilene rustiger dan in het stedelijk gebied van Dallas-Fort Worth. Het landschap was grotendeels vlak, de weg grotendeels recht. Het was groener dan hij had verwacht, maar het hield geen steek bij het weelderige groen van New England.

Hij moest altijd alles van een afstand bekijken om het antwoord te vinden. Het was een van zijn meest irritante eigenschappen. Hij kon een project niet alleen laten; hij zou omkomen in de details en een probleem keer op keer door zijn hoofd laten gaan, niet in staat om weg te lopen. Het antwoord kreeg hij meestal midden in de nacht, wanneer hij zijn bewuste geest ergens anders op had gericht en zich op iets anders had gefocust.

Dus nu richtte hij zijn gedachten zoveel mogelijk op het weer, de weg, de hotels die eraan kwamen en de soorten snacks die hij bij een rustplaats zou kunnen kopen.

Hij was altijd al nieuwsgierig geweest naar crackers met kipsmaak.

Het antwoord kwam onverwacht snel tot hem; hij ging met een kreet en gekke beweging rechtop in zijn stoel zitten.

‘Een kwartje voor je gedachten,’ zei LeBlanc droogjes. Toen hij naar haar keek, zag hij een glimlach om haar mond.

‘Een explosie, een auto-ongeluk, een vuurgevecht... daar zouden we toch wel iets van hebben gehoord, toch?’ James kon zijn opwinding nauwelijks bedwingen. ‘Is er iets tegen iemand gebruikt? Zo’n uitbarsting zou ons niet ontgaan.’

‘Niet per se,’ wierp ze tegen. ‘Aan de andere kant zou zoveel kracht die het nieuws niet haalt, wijzen op een zeer bekwame magiër.’

‘Precies. En dit is iemand op een plek waarvan wij menen dat er niemand zou moeten zijn. Er zijn geen kringen in Los Angeles; niet dat ik weet.’ Magische groepen waren van nature geheimzinnig, maar de raad had contacten in elke staat en in elk grootstedelijk gebied.

‘Oké.’ LeBlanc knikte. ‘Ik accepteer je uitgangspunt.’

‘Uitstekend. Ik wist dat ik op je kon rekenen.’ Hij trommelde met zijn vingers op het stuur. ‘Dus…’

Ze bleef hem aankijken. ‘James, ik heb de hele dag in deze auto gezeten. Ik ben niet in de stemming om langzaam naar een openbaring te worden gebracht.’

‘Juist,’ zei James haastig. ‘Nou, het punt is, er is een soort magie die niet gemakkelijk zou worden opgemerkt en die veel meer inspanning vereist voor het resultaat.’

‘Genezing,’ fluisterde moeder LeBlanc. ‘Oh, James. We hebben misschien een genezer.’

James kon het niet laten om te glimlachen. Hij wilde met zijn vuist naar de lucht slaan en opgewonden schreeuwen, maar een auto was een kleine ruimte en hij wilde niemand’s oren laten toeteren.

Genezing was een intensieve vaardigheid en een die sommigen niet konden hanteren. Niemand wist waarom, maar het leek een ongewone aangeboren kwaliteit te vereisen, evenals toewijding en kracht. Thaumaturgisten waren zeldzaam, en goede genezers nog zeldzamer.

James had gesuggereerd dat mensen met een greintje talent vaak opgeleid werden in medische beroepen, zonder de macht te begrijpen die ze uitoefenden. Burn-out kwam in die vakgebieden immers veel voor. Het zou moeilijk zijn voor iemand om een verschil tussen hen en hun collega’s op te merken, vooral als ze niet genoeg kracht zouden kunnen kanaliseren om zichzelf ernstig pijn te doen.

Er waren momenteel geen genezers in de raad en de discipline als geheel zou veel baat kunnen hebben bij een nieuwe beoefenaar om de grenzen van hun begrip te verleggen en nieuwe rekruten onder hun hoede te nemen.

‘Dit zou degene kunnen zijn die we zochten.’ James keek haar aan. Tot zijn verbazing voelde hij iets meer dan triomf - iets dieps.

‘Het zou kunnen,’ beaamde ze. Dezelfde diepe emotie scheen even in haar ogen voordat ze diep ademhaalde en wegkeek.

Ze was niet iemand die van uitingen van emoties hield, vooral niet die van haarzelf.

Ze reden in gezelschap van stilte terwijl James zich koesterde in de overwinning. Na het duizelingwekkende aantal resultaten van zijn experiment en de eerste mislukkingen - kandidaten gemotiveerd door wrok, niet bereid om andere gezichtspunten in overweging te nemen, of onvoorzichtig - had hij zich zorgen gemaakt dat wat hij had gedaan de natuurlijke orde op de een of andere manier omver wierp.

Misschien zou magie alleen tot degenen moeten komen die hadden geleerd om het zelf te kanaliseren, zonder een grimoire.