Christmas Kringle Stille Nacht - Michael Anderle - E-Book

Christmas Kringle Stille Nacht E-Book

Michael Anderle

0,0
2,99 €

-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Een Kerst actie avontuur

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern

Seitenzahl: 130

Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Christmas Kringle Stille Nacht

Michael Anderle

Oorspronkelijke titel

Christmas Kringle; Silent Night

Copyright © 2020 Michael T. Anderle

Omslag: Jake Caleb Design, www.jcalebdesign.com

Cover copyright © LMBPN Publishing, www.lmbpn.com

Eerste editie (USA), 2020.

Christmas Kringle; Stille nacht

Nederlandse vertaling:

Eduard Meinema, december 2020, www.transfiction.nl

© LMBPN Publishing International / Een Michael Anderle-productie.

Dit boek is een werk van fictie.

Alle personages, organisaties en gebeurtenissen die in deze roman worden beschreven, zijn bedacht door de auteur of zijn fictief gebruikt. Soms allebei.

Personages / situaties /en wat er binnen werelden gebeurt, zijn copyright © 2015-2020, Michael T. Anderle.

Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verspreiding van dit boek zonder voorafgaande toestemming is diefstal van het intellectueel eigendom (Intellectual Property) van de auteur. Voor toestemming om materiaal uit dit boek te gebruiken (uitgezonderd boekbeschrijvingen / reviews), kunt u contact opnemen met [email protected]. Bedankt voor uw steun aan de auteursrechten.

LMBPN-Publishing

PMB 196, 2540 South Maryland Pkwy

Las Vegas, NV 89109

USA

www.lmbpn.com

ISBN 978-1-64971-386-5

NUR 333

Contents

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 9

Hoofdstuk 10

Epiloog

Opmerking van de auteur

Eén met de dood

Boeken van Michael Anderle

Hoofdstuk 1

Mensen klaagden over autorijden in de winter. Ze waren, begrijpelijk, bezorgd over de sneeuw die de wegen gevaarlijker maakte.

Maar ja, het was Nova Scotia. De mensen hier waren gewend dat er tegen het einde van het jaar sneeuw viel en hij was er meer aan gewend dan de meesten.

Natuurlijk stond hij, naast het weer, voor een paar uitdagingen. Hij had een stevig kussen nodig waarmee hij betrouwbaar over het stuur kon kijken, plus pedaalverlengers voor zijn kortere benen. Gelukkig waren er in deze moderne tijd meer dan een paar handige accessoires beschikbaar die het ook voor kleine mensen mogelijk maakte auto te rijden.

Hij hield ervan in de sneeuw te rijden. Het voelde bijna natuurlijk aan, wat vreemd was. Hij reed ook comfortabel als er geen sneeuw lag, hoewel regen en natte sneeuw een probleem konden zijn. 

Sneeuw was comfortabel. Hij kon er wel de hele dag door rijden en het voelde ook alsof hij dat had gedaan. Met nog maar een week tot Kerstmis wilden de mensen te veel van een ambtenaar in de Halifax Regional Council. Het ergste was, interessant genoeg, dat mensen wilden dat hij de kerstfeestjes organiseerde die overal in het gebouw waarin hij werkte, zouden plaatsvinden.

Veris had geen idee waarom mensen dachten dat hij graag kerstfeestjes organiseerde. Hij deed het, maar het plannen van twaalf parties, één voor elke afzonderlijke divisie, was ronduit vermoeiend geweest.

Vandaag was de laatste dag geweest, evenals de laatste werkdag voor de kerstvakantie, de vakantie waarin hij weer een kerstfeest moest plannen. Dat vond hij niet zo erg. Zijn familie zou een stuk behulpzamer zijn dan de feestcommissie op het werk en Helen zou sowieso de meeste telefoontjes plegen.

Er waren echter nog steeds feestjes gaande en Veris merkte dat hij glimlachte toen hij zijn wagen tot stilstand bracht op de parkeerplaats die verlicht werd door een groot neonbord. Op het bord waren twee mannen afgebeeld die met hun glazen toosten om ze daarna, dankzij een andere belichting, leeg te drinken.

Onder de twee mannen stond een bord dat bevestigde dat hij net was aangekomen bij Noel´s Tavern. Niet de meest creatieve naam, maar ze waren op dit moment niet op zoek naar enige vorm van virale marketing. Het was een van de oudste bars in de omgeving, wat betekende dat ze meer dan genoeg vaste klanten en mond op oor reclame hadden.

Noel, de eigenaar, zat voorlopig niet om klanten verlegen. Veris was een van de vaste klanten die daar wel voor zorgde.

Hij duwde de deuren open en haalde diep adem voordat hij zijn jas uittrok.

Het was een beetje vroeg, dus de meeste tafels waren nog leeg, slechts een handjevol klanten zat aan de bar en volgde een plaatselijke hockeywedstrijd.

‘Ik neem een tafel in een van de booths, een van de hokjes, Mikey,’ zei Veris, terwijl hij zwaaide om de aandacht van de barman te trekken.

‘Geen probleem, Ver. Ik kom binnenkort bij je,’ antwoordde de man, terwijl de mannen aan de bar giechelden.

‘Blow-ho-ho me,’ antwoordde Veris, terwijl hij Mikey zijn middelvinger gaf.

Dat maakte de barkeeper aan het lachen, hij schudde zijn hoofd terwijl hij een grote mok aan de tap vulde met een schuimige pils. ‘Je kan me niet veroorloven, Veris. Er wacht iemand op je. Hij heeft naar je gevraagd en ook nog je naam genoemd. Er zijn niet veel mensen die jouw naam kunnen uitspreken Veris Charo... Cha...’

‘Czarodziejski,’ verbeterde Veris de man; hij pakte zijn mok aan nadat deze op de bar was gezet. ‘Dat is Pools. Probeer eens een beetje begrip te tonen voor andere culturen.’

‘Ik ben helemaal voor vreemde culturen totdat ze verdomme proberen een volledig alfabet in mijn mond te proppen. Hoe dan ook, hij wacht op je in de booth in de hoek.’

Veris draaide zich om terwijl hij een slokje van zijn bier nam; hij had er meteen spijt van. De aanblik van de man die op hem wachtte deed hem het meeste van de verfrissende vloeistof weer ophoesten.

‘Gaat het?’

Veris wuifde de barman weg en schudde zijn hoofd terwijl hij naar het hokje in de hoek liep. Van alle mensen die hij voor Kerst had verwacht, was dat zeker niet Kris.

Hij leek niet correct gekleed. Zelfs met de dikke grijze trui die de man droeg, waren de randen van de tatoeages die zijn lichaam bedekten duidelijk zichtbaar; ze eindigden een paar centimeter voorbij de manchet op de hand van de man. Er zat geen drillend vet rond zijn middel, zijn buik was strak en goed getraind; zelfs de smetteloze witte baard kon de dreigende uitstraling van de man aan de tafel niet wegnemen.

Het korte haar, eveneens smetteloos wit, was genoeg om het laatste beetje zachtheid weg te nemen die de baard aan zijn gelaatstrekken had kunnen toevoegen - dat of de ijsblauwe ogen.

‘Nick,’ zei Veris, niet zeker of hij de naam van de man hardop moest zeggen. ‘Jij hier? Van alle bars in alle steden en zo? Hoe gaat het met je?’

‘Het is beter geweest,’ zei Kris hoofdschuddend en dronk toen het laatste beetje van zijn drankje op. ‘En je mag me gewoon Kris noemen. Zou zelfs moeten.’

‘Maar dat is jouw titel.’

‘En ik ben weg van de Noordpool. Hier ben ik gewoon Kris.’

Mikey kwam bijschenken; hij verving het lege glas van Kris door een glas cranberry sap.

‘Wat, hadden ze geen glas melk voor je?’

Mikey kneep zijn ogen tot spleetjes, verward maar zonder commentaar te geven trok hij zich terug achter de bar waar de rest van de vaste gasten schreeuwde over iets dat in de wedstrijd gebeurde.

‘Ik had niet gedacht jou hier in deze tijd van het jaar tegen te komen,’ vervolgde Veris terwijl hij nog een slokje van zijn bier nam. ‘Of is de mechanisatie van het personeel in de Werkplaats zo effectief geweest dat je tijdens de feestdagen niet meer aanwezig hoeft te zijn?’

‘Dat is het idee, maar we zijn er nog niet helemaal,’ antwoordde Kris. ‘We hebben nog een paar elfen nodig om de machinerie die ik heb aangeschaft te onderhouden. Alleen degenen die wilden blijven natuurlijk. De rest van jullie is vertrokken om je eigen leven te leiden. Hoe gaat het hier?’

‘Ik zal nooit klagen dat ik een leven heb. Hoe erg ik het ook mis om met jou en de rest in de Werkplaats te werken, ik... nou, ik heb mijn eigen familie gevonden om cadeautjes aan te geven.’

‘Echt?’

Kris leunde voorover terwijl Veris zijn telefoon tevoorschijn haalde en hem foto’s liet zien van Helen, Holly en Brian; de laatste twee in de elf kostuums die hij voor hen had geregeld.

‘Ik ben blij voor je,’ antwoordde Kris glimlachend terwijl hij de elf zijn telefoon teruggaf. ‘De meeste anderen hebben ook een nieuw thuis gevonden.’

‘Het verbaasde me dat je contacten had met de Canadese regering; ze hebben voor ons allemaal werk kunnen vinden. Waarom heeft een voormalige huurling in godsnaam dit soort connecties? In Canada, notabene?’

‘Dat... is geen mooi verhaal en het maakt geen deel meer uit van mijn leven. Ik ben blij dat het iets van een happy end bleek te hebben. Jullie verdienen het.’

‘Mag ik je iets vragen waarvan ik zeker weet dat het een vreemde vraag is?’

Kris knikte en streek met zijn vingers door zijn baard.

‘Brian en Holly. Ik bedoel, ik weet dat je het pas kunt zeggen als de dag aanbreekt, maar op welke lijst zijn ze dit jaar terechtgekomen? Kun je me een hint geven? Ik bedoel, Holly is van mij, ik heb Brian geadopteerd, maar ik probeer een goede vader voor hen allebei te zijn. Ik vind het lastig, maar wil graag weten hoe goed ik het heb gedaan.’

De man met het witte haar grijnsde. ‘Nou, ik kan je vertellen dat ze dit jaar geen kolen in hun sok zullen krijgen, maar ik zal verder niets zeggen. Er moeten een paar verrassingen overblijven voor kerstochtend.’

‘Natuurlijk, natuurlijk.’

‘Je doet het geweldig met hen, Veris. Dat is, denk ik, waarom je me niet kan helpen met de problemen waar ik mee te maken heb.’

‘Oh? Aha.’ Veris nam een ​​slokje van zijn bier. ‘Ik was het vergeten. Wat brengt jou hier, in deze buurt, minder dan een week voor de grote dag?’

Kris fronste naar zijn glas en speelde met het rietje. Veris had de man nog nooit zo gezien. Hij zag er nauwelijks uit en het ergste was dat hij aan zijn glas zat te nippen en te praten alsof er niets aan de hand was, terwijl zijn ogen een bijna doodse blik hadden. Alleen iemand die hem eerder had gekend, zou beseffen dat hij iets anders was dan een van die gekken die in een bar cranberry sap dronken terwijl de rest van de tent de laatste roddels uitwisselde.

Of misschien was hij ‘de Bob’. Veris zou een taxi naar huis nemen en morgen een stevige wandeling maken om zijn auto op te halen. Helen vond het niet erg, zolang hij maar degene was die de volgende ochtend vroeg het ontbijt klaarmaakte.

‘Nou, ik kom er maar meteen mee voor de dag,’ mompelde Kris. ‘De slee - hij is gestolen.’

Veris hoestte bijna nog een slok bier op. ‘Wat?’

‘Je hebt me gehoord. Iemand heeft dat verdomde ding gestolen. Nou, ik heb een paar aanwijzingen over wie dit soort shit uithaalt, maar ze zijn ondergedoken. Ik kan achter hen aan, maar mijn ervaring leert me dat wanneer iemand kruimels strooit die ik kan volgen, is dat omdat ze dat willen. Het is waarschijnlijk een valstrik.’

‘Het is gemakkelijk om te vergeten dat jij, van alle mensen, veel ervaring hebt met dit soort dingen,’ merkte Veris op. ‘Ik ben het met je eens over de valstrik. Maar wacht eens, als ze de slee hebben meegenomen, hoe ben jij dan in godsnaam hier terechtgekomen?’

‘Ze hebben de nieuwe meegenomen, al geladen met alle cadeautjes en klaar voor vertrek.’

‘Heb je de cadeautjes al geladen en ben je een ​​week voor de grote dag al klaar om te gaan?’ De elf trok een wenkbrauw op. ‘Misschien was het mechaniseren van het hele proces toch een goed idee.’

‘Dat was het. Maar met geen enkele mechanisering kan ik binnen zes dagen vervangende cadeautjes klaar hebben en ik moet de dieven vinden, dus... nou, ik heb de oude slee maar genomen.’

Veris grijnsde hoofdschuddend. ‘Ik wed dat Rudy en de hele bende daar niet blij mee waren. Ik ben er vrij zeker van dat ze bijna net zoveel van hun pensioen genieten als wij.’

‘Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben, maar hij begrijpt de problemen waarmee we worden geconfronteerd. Hij begrijpt ook dat het gebied waarin we nog kunnen reizen beperkt is, gezien alle radarstations die ons zouden kunnen detecteren als we zelfs maar een hoef in het Amerikaanse luchtruim zetten. We zijn de laatste keer bijna uit de lucht geschoten. Mensen zijn sinds 9/11 veel meer schietgraag en ik kan het ze niet kwalijk nemen.’

‘Ik dacht dat je een overeenkomst had met de regering?’

‘De Canadese regering,’ merkte Kris op. ‘Zij vinden het niet erg dat ik mijn rondjes in hun luchtruim maak, maar de rest van de wereld heeft een probleem met een onbekend vliegend object. Daarom moesten we upgraden of een overeenkomst regelen met alle regeringen in de wereld om ons toe te staan eens per jaar hun land te bezoeken. Het leek mij logischer om de technologische route te volgen.’

De elf lachte. ‘Na de afgelopen vijf jaar bij de lokale overheid te hebben gewerkt, zou ik zeggen dat je gelijk hebt met die veronderstelling. Ik heb nog steeds geen idee hoe je erin bent geslaagd om de Canadese regering zover te krijgen dat ze het met je eens zijn.’

‘Ik heb mijn connecties. Mijn voorganger zou de overeenkomst waarschijnlijk niet voor elkaar hebben gekregen, maar... nou ja, de mensen die de radarstations bemannen vinden het niet erg om een vriendelijk iemand rond te laten vliegen. Niet dat ze die hadden opgemerkt met de nieuwe slee; daarom moet ik hem terug hebben.’

‘Ik wou echt dat ik kon helpen,’ zei Veris.

‘Dat zou mooi zijn, maar je hebt je gezin om voor te zorgen. Bovendien ging het me meer om met jou, en de rest, van tevoren even contact te hebben en te praten.’

‘Denk je dat je het niet zal redden? Dat je niet terugkomt?’ fluisterde Veris.

‘Ik heb al genoeg... van dit soort missies gedaan om te weten dat er een mogelijkheid is dat iemand anders, een nieuw persoon, voor de baan moet worden geselecteerd voordat de week voorbij is, maar daar gaat het niet om. Mijn punt is... nou ja, als ik terugdenk waarom ik voor dit werk koos. Misschien moet ik teruggaan, opnieuw dingen doen die ik echt leuk vond aan mijn vorige leven; dat herinnert me aan de redenen waarom ik dat leven achter me liet en dat zijn dingen die... nou ja, ze worden gewaardeerd.’

Veris merkte dat hij glimlachte terwijl in zijn glas keek. Het was niet dat hij een hekel had aan de man die voorheen de titel droeg, hoewel hij zich weinig van hem herinnerde. Hij was goed genoeg geweest, maar onopvallend, wat volgens velen een goede eigenschap was voor de man die het rode pak droeg. De veranderingen en visie die Kris in de functie had aangebracht, waren verfrissend. Hij had de feestdagen op verschillende manieren gered, en de feestdagen hadden hem ook gered.

Kerstmis zou des te armer zijn als het hem zou verliezen.

‘Nou, ik hoop dat je die klootzakken vindt,’ zei Veris ten slotte, terwijl hij Kris’ langzame, weloverwogen bewegingen bekeek; hoe hij zijn glas naar zijn lippen bracht en een slok nam. ‘Ik begrijp niet wat ze hopen te bereiken door te proberen jou zo in de publiciteit te dwingen.’

‘Het zou een terreurgroep kunnen zijn,’ antwoordde Kris, zijn drankje inspecterend. ‘Een groep die mij wil vermoorden of met mij wil paraderen als een blijk van hun autoriteit.’

‘Ik dacht dat je zei dat je wist wie dit had gedaan?’

‘Ik zei dat ik aanknopingspunten had en ik heb een paar ideeën, maar het is gevaarlijk om met vooroordelen in een dergelijk onderzoek te stappen; het kan veel kostbare tijd verspillen. Ze hebben me een spoor nagelaten en ik sta er voor open om het te volgen.’

‘Ik dacht dat je zei dat het waarschijnlijk een valstrik was?’

‘Waarschijnlijk wel.’

‘En toch wil je...’

‘In de val trappen, ja.’

Veris schudde zijn hoofd. ‘Heb je dat in je vorige leven vaak gedaan?’