Tot hier en niet verder - Michael Anderle - E-Book

Tot hier en niet verder E-Book

Michael Anderle

0,0
5,99 €

-100%
Sammeln Sie Punkte in unserem Gutscheinprogramm und kaufen Sie E-Books und Hörbücher mit bis zu 100% Rabatt.
Mehr erfahren.
Beschreibung

Kurtherian Gambit Boek 14

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern

Seitenzahl: 404

Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.



Michael T. Anderle

Tot hier en niet verder

De Kurtherian™ Gambit – boek 14

Inhoudsopgave

Imprint

Proloog

HOOFDSTUK 1

HOOFDSTUK 2

HOOFDSTUK 3

HOOFDSTUK 4

HOOFDSTUK 5

HOOFDSTUK 6

HOOFDSTUK 7

HOOFDSTUK 8

HOOFDSTUK 9

HOOFDSTUK 10

HOOFDSTUK 11

HOOFDSTUK 12

HOOFDSTUK 13

HOOFDSTUK 14

HOOFDSTUK 15

HOOFDSTUK 16

HOOFDSTUK 17

HOOFDSTUK 18

HOOFDSTUK 19

HOOFDSTUK 20

HOOFDSTUK 21

HOOFDSTUK 22

HOOFDSTUK 23

HOOFDSTUK 24

HOOFDSTUK 25

Nooit toegeven

Opmerking van de auteur

Aan familie, vrienden en iedereen die graag leest.Dat we allemaal de kans mogen krijgen om het leven te leiden dat voor ons is bestemd.Met dank aan de volgende speciale adviseurs Jeff Morris - US Army - Asst Professor Cyber-Warfare, Nuclear Munitions (actief) Heath Felps - US Navy CPO (actief)

Imprint

Oorspronkelijke titel

Don’t cross the line

Copyright © 2016 LMBPN Publishing

Omslag: Jeff Brown www.jeffbrowngraphics.com

Cover copyright © LMBPN Publishing, www.lmbpn.com

Eerste editie (USA), 2016.

Tot hier en niet verder

Nederlandse vertaling:

Eduard Meinema, november 2022, www.transfiction.nl

Copyright © 2021 LMBPN Publishing

Dit boek is een werk van fictie.

Alle personages, organisaties en gebeurtenissen die in deze roman worden beschreven, zijn bedacht door de auteur of zijn fictief gebruikt. Soms allebei.

De Kurtherian Gambit serie (en wat er binnen personages / situaties / werelden gebeurt) zijn copyright © 2015-2021, Michael T. Anderle.

Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verspreiding van dit boek zonder voorafgaande toestemming is diefstal van het intellectueel eigendom (Intellectual Property) van de auteur. Voor toestemming om materiaal uit dit boek te gebruiken (uitgezonderd boekbeschrijvingen / reviews), kunt u contact opnemen met [email protected]. Bedankt voor uw steun aan de auteursrechten.

LMBPN Publishing

PMB 196, 2540 South Maryland Pkwy

Las Vegas, NV 89109

USA

www.lmbpn.com

ISBN:

978-1-64971-485-5 print

978-1-64971-486-2 ebook

NUR 333

NL22-0012-00029 – Versie 1.01

Proloog

Vergaderruimte, QBS ArchAngel

Fuck dat stelletje...,’ fluisterde ze de stilte in.

De mannen en vrouwen aan boord van de QBS ArchAngel ademden niet, krompen niet ineen.

Hun Queen was aan het woord.

Bethany Anne sprak tot haar volk. Ze had naar het gigantische scherm zitten staren waarop de aarde in de ruimte onder hen hing. Haar ogen vernauwden zich, gloeiend rood, haar lippen samengedrukt. ‘Ze vallen ons al drie jaar achtereen aan. Ze hebben op mensen gejaagd die slechts zijdelings met mij verbonden waren via bedrijven die ik niet langer bezit.’ Ze keek om zich heen naar de gezichten van degenen die naar haar keken. ‘Ze hebben een aantal van jullie families aangevallen en ik heb geprobeerd begripvol te zijn, geprobeerd de andere wang aan te bieden.’

Bethany Anne draaide haar hoofd naar links en toen naar rechts. Haar botten maakten een luid knakkend geluid die de stilte van de kamer doorbraken.

Ze vervolgde: ‘We hebben met terroristen afgerekend, mensen en landen gered van de slechte mannen en vrouwen die de nacht beheersten, en we hebben nooit om lofbetuigingen, steun of zelfs maar een bedankje gevraagd.’ Haar stem veranderde in ijs en sneed door de kamer. ‘Ze blijven maar treiteren en proberen.’ Ze zweeg even en ademde uit. ‘Ik heb het netjes geprobeerd.’ Haar ogen flitsten rood terwijl ze fluisterde: ‘Tot... Hier... Niet verder…’

‘ADAM!’ Bethany Anne’s stem gaf een snerend bevel.

‘Ja?’ zijn stem klonk door de luidsprekers van de grote ruimte.

Bethany Anne keek een beetje op. ‘Geef het bevel door aan mijn volk. We pikken geen shit meer; van niemand op aarde. Het Etherische Rijk heeft er officieel genoeg van, heel erg bedankt.’

Bethany Anne knikte scherp en begon naar de uitgang te lopen. ‘Admiraal Thomas?’ riep ze. Zijn antwoord volgde onmiddellijk. Ze vervolgde: ‘Zorg ervoor dat de kapiteins van de vloot weten dat de wapens gereed moeten zijn. Ik pik niet nog zo’n bullshit-actie zoals ze op ons hebben uitgevoerd. Welk land het ook probeert; ik wil dat ze een belangrijke les leren, begrepen?’

‘Ja, mevrouw,’ antwoordde admiraal Thomas toen ze de zaal verliet.

De linkerhand van admiraal Thomas klikte op een knop op zijn revers terwijl hij naar de deur begon te lopen. ‘Dit is admiraal Thomas voor alle kapiteins. Wapens op scherp, ik herhaal... wapens op scherp.’

De mannen en vrouwen in de zaal stonden achter hun Queen.

Ze had geprobeerd rekening te houden met wat de mensen op aarde bewoog. Maar niemand begreep dat alle reacties van Bethany Anne op de aanvallen op haar en haar mensen substantieel waren onderdrukt.

Nu gingen de handschoenen uit...

Auteurs notities, Frank Kurns Verhalen van de UnknownWorld: Een tijd van geduld

Mijn naam, mijn volledige naam, is Franklyn Adam Kurns en ik ben meer dan honderd jaar oud. Ik heb meer shit in mijn leven gezien dan enig mens aan zou kunnent... en toch gezond gebleven.

Ik begon in het leger voordat ik naar een geheime organisatie ging om de realiteit te verbergen dat er anderen waren, die onder ons leefden; de echte monsters in de nacht.

Ik gebruikte mijn positie om één groep van deze monsters te helpen, dacht ik, tegen een andere. Weet je, in die tijd dacht ik dat onze folklore over vampiers en weerwolven echt was. Ik had toen geen idee dat we allemaal mensen waren.

Slechts enkele mensen waren onderworpen aan geavanceerde genetische modificaties, vaak vergezeld van een zeer opvliegend karakter.

Een tijd van geduld, de serie boeken die ik samen met andere auteurs ga uitbrengen, vond plaats in de afgelopen drie jaar. De jaren na het grote schandaal op Antarctica.

Ik weet zeker dat u erover hebt gehoord.

Afhankelijk van naar wie je luistert, was TQB op Antarctica oude nazi-technologie aan het stelen, of we vielen de Amerikaanse marine aan (we deden dat niet, we beschermden ze ondanks de ondankbare hotemetoten) of we werkten aan communicatie met buitenaardse wezens om de wereld over te nemen. (Serieus? Wie bedenkt deze shit?)

We hebben de afgelopen drie jaar geprobeerd om voor de wereld ongezien te blijven. De reden daarvoor was dat we als het ware ons eigen huis moesten bouwen. Een van die huizen bevindt zich in een asteroïde, dus het is nogal groot.

De noodzaak voor alle technologie en schepen is om de aarde te beschermen tegen aliens, buitenaardse wezens die de mensheid willen komen onderwerpen. Dus dat hele verhaal dat wij die buitenaardse wezens naar de aarde brengen is complete waanzin.

Tijdens Een tijd van geduld bezochten we de aarde vrij vaak. Maar je hoorde er zelden iets over omdat we erin slaagden zo veel mogelijk uit het nieuws te blijven. De weinige keren dat we het nieuws haalden, was te wijten aan onze Academiestudenten die ons ‘reservaat’ verlieten. Net als alle kinderen in elk land sinds... ooit.

Ik zal daar binnenkort een paar boeken over uitbrengen.

Ik sta op het punt deze laatste boeken te uploaden voordat we door de Yollins’ annex poort gaan.

Helaas waren er mensen op aarde die Bethany Anne te dicht op haar huid zaten en te vaak probeerden haar te raken. De afgelopen drie jaar had ze hun gevechten niet beantwoord, hoewel dat wel gerechtvaardigd zou zijn. Helaas dachten ze de anderen dat ze zwak was en niet bereid was om te vechten.

Een tandeloze zeurkous, vonden sommigen haar.

Nu weet ik zeker dat de meeste mensen zich bewust zijn van hoe verkeerd die veronderstelling werkelijk was. Maar om jullie beide kanten van het verhaal te laten zien, ga ik vertellen wat er gebeurde vóór de chaos en het bloedbad.

Je mag zelf bepalen welke kant je kiest en gelooft, maar ik ga het videobewijs leveren dat bij mijn beweringen hoort. Verder zal ik veel aanvullende en ondersteunende documentatie toevoegen, in WikiLeaks-stijl, die bij de video’s hoort.

Ik vermoed dat veel van deze informatie vernietigd zal worden, omdat zeer machtige mensen niet willen dat deze informatie in het publieke domein komt. Ik hoop dat anderen besluiten de gegevens te kopiëren en het in stand te houden als een testament tegen de machtige elite die gelooft dat de gewone man geen gezond verstand heeft en niet in staat is om de egocentrische onzin te zien die ze uithalen.

Wat je doet met de informatie die ik geef, laat ik aan jou over.

Ik hoop dat mijn vertrouwen in de fundamentele gerechtigheid van de mensheid welverdiend is.

Nu, voor de gebeurtenissen die leidden tot de scheiding.

Ad Aeternitatem,

Franklin Adam Kurns

T-minus achtenveertig uur voordat we de grens overschrijden.

HOOFDSTUK 1

Dulce Lake, New Mexico, VS

Patrick Brown, de hoofdopziener van de operationele kant van Majestic 12, knikte naar dr. Eva Hocks toen ze elkaar ontmoetten voor de lift die naar verdieping twee-zes ging.

Gewoonlijk wisselden de goede dokter en Patrick grappen met elkaar uit, maar nooit op de driemaandelijkse vergaderdag.

‘Ik haat dit,’ fluisterde ze tegen hem, terwijl ze allebei hun sleutels omdraaiden en op de afzonderlijke knoppen drukten waarna de lift naar boven zou komen om hen op te halen.

Patrick sprak zacht. ‘Deze keer ben ik het helemaal met Eva eens. Welke voordelen we ook hebben van de technologische vooruitgang, het wordt zeker tenietgedaan door het feit dat we ermee te maken te hebben.’ Hij knikte naar de liftdeuren, nog steeds gesloten.

Eva ademde in toen ze de lift hoorden aankomen en de deuren opengingen om hen binnen te laten. Beiden rimpelden hun neus toen de geur van sectie twee de liftschacht uitkwam. Het was onaangenaam en een beetje smerig.

Het was buitenaards, besloot Patrick.

Patrick wuifde met zijn hand naar Eva dat zij eerst moest gaan. Ze rolde met haar ogen. ‘Natuurlijk, wees een heer als we de lift ingaan om naar de buik van het beest te gaan, waarom niet?’

Patrick stapte achter haar in en draaide zich om, terwijl hij zijn sleutel in het slot schoof en omdraaide voordat hij de code intoetste om naar beneden te gaan.

De deuren gingen dicht.

‘Nou,’ zei hij terwijl ze wachtten om de honderd meter naar beneden te gaan. ‘Ik vind het niet erg om een heer te zijn, maar dat plaatst me bij jou in de categorie ‘specimen’. Ik kwam er een tijdje geleden achter dat dat imago van ‘specimen’ een slechte situatie was als het om jou gaat.’

‘Is dat de reden waarom je altijd een hufter bent?’ Eva keek opzij, niet zeker of Patrick het haar weer moeilijk maakte, of eerlijk was.

‘Eh,’ hij zweeg even voordat hij zijn schouders ophaalde. ‘Dat is eerlijk gezegd waarschijnlijk meer waar dan ik wil toegeven.’ Hij beantwoordde haar blik niet.

Interessant, dacht ze, hij lijkt ongemakkelijk. Ik vraag me af wat hier nog meer achter zit?

‘Je doet het weer,’ zei hij vlak.

‘Wat?’

‘Je bestudeert me opnieuw.’ Deze keer keek hij naar haar, de ergernis stond op zijn gezicht te lezen.

Eva dacht terug aan wat ze dacht en sloot haar ogen. ‘Je kunt de wetenschapper uit het lab halen...’

De lift stopte en de deuren gingen open toen Patrick de zin afmaakte: ‘Maar je kunt het lab niet uit de wetenschapper halen.’ Deze keer ging hij als eerste naar voren en vroeg over zijn schouder: ‘Wat moet dat in godsnaam betekenen?’

Patrick stopte en wachtte net lang genoeg tot Eva hem inhaalde voordat hij zijn wandeling hervatte. ‘Ik bedoel, ik snap het als je zegt dat je de man uit het gevecht kunt halen, maar niet het gevecht uit de man of iets dergelijks, maar een laboratorium?’

Eva haalde haar schouders op en wilde nog minder praten naarmate ze verder naar beneden gingen naar niveau twee-zes.

‘Heer, ik hoop dat we Ztopik niet hoeven te spreken.’ Patrick keek achterom en sprak zachtjes. ‘De kleine jongens zijn al erg genoeg, maar als ik in zijn roze ogen kijk, word ik gewoon gek.’

‘Wil je alsjeblieft,’ siste Eva, ‘hier beneden niet over hem praten?’ Patrick tuitte zijn lippen en knikte. Na nog eens twee minuten door de hal te hebben gelopen, uit de rots gehouwen maar met volledig gladde muren, kwamen Patrick en Eva bij een deur. Het opgaande portaal was iets hoger dan de meeste menselijke deuren zouden zijn.

Patrick knikte naar de twee één meter hoge, grijze aliens naast de deur. Geen van beiden droeg iets anders dan een holster voor hun kleine wapen. De wapens zagen eruit als een zwarte zaklamp met drie kleine knoppen, die elk de mate van vernietiging veranderden.

De wapens die op niveau één waren ingesteld, waren waardeloos. Drie knoppen en het werd op max gezet, zogenaamd je atomen geacht werden voorgoed te worden gewist. Gelukkig, of helaas, hadden de kleine jongens niet veel zelfbewustzijn. De meeste grijzen waren plichtsgetrouw aan hun meerdere. Voorlopig had Patrick maar één superieur ontmoet.

Ze duwden de deur open en in de drie meter hoge kamer, muren en plafond wit geverfd, stond Ztopik.

Eva onderdrukte haar angst en glimlachte hartelijk, ook al zorgden Ztopiks roze ogen altijd voor verwarring. Ze dacht aan konijntjes, met piranha-tanden, als ze naar beneden moesten om hun kwartiertjes bij hem of zijn afgevaardigde af te leggen. Hij had geen tanden, althans niets dat ze ooit had kunnen onderscheiden in de kleine spleet van een mond die zijn gezicht sierde.

‘Welkom, Patrick, opzichter, en Eva, hoofdwetenschapper,’ zei hij. Met een lengte van meer dan twee meter had zijn magere lichaam nauwelijks genoeg schouders om het zilverkleurige gewaad eroverheen te draperen zonder dat het eraf gleed.

‘Hallo Ztopik, hoe gaan de studies?’ vroeg Patrick terwijl hij en Eva twee stoelen rond een witte tafel namen en de aangepaste stoel overlieten aan Ztopik om te gebruiken wanneer hij ervoor koos om te gaan zitten.

‘Zoals altijd, effectief maar langzamer dan ik zou willen,’ zei hij met zijn licht muzikale stem. Ztopik wachtte tot ze zaten voordat hij de laatste stoel pakte en ook ging zitten, zijn mantel onder de tafel goedleggend. Hij keek terug naar de twee mensen, zijn ogen knipperden nooit. ‘Ik begrijp dat er aan de oppervlakte iets gebeurt?’

Oh shit, dacht Patrick. Hij had gehoopt alles over TQB buiten de waarneming van Ztopik te houden. Er was in 1979 een kritisch incident geweest op deze twee niveaus waarbij honderden mensen omkwamen. Simpelweg gedood eigenlijk. Patrick’s doel was een delicaat evenwicht tussen het toestaan van het noodzakelijke kwaad om de benodigde technologieën van Ztopik en zijn mensen hier beneden in deze niveaus te verwerven.

‘Er gebeuren altijd dingen, maar welk incident bedoel je?’ Eva onderbrak, haar stem klonk nerveus. Ztopik negeerde haar vocale zwakheden, hij amuseerde zich, wetend hoe bang ze was voor deze ontmoetingen. Angst is de ultieme indicatie dat je een slaaf bent, geen meester.

Ztopik vreesde niets op deze planeet.

‘Ik begrijp dat de mensen die zeiden dat ze bijna honderd jaar geleden met buitenaardse wezens communiceerden, nu communiceren met afgezanten van buitenaf?’ Het haarloze witte gezicht draaide heen en weer tussen de twee mensen.

‘Jaaaa,’ beaamde Patrick, terwijl hij zijn antwoord rekte om zichzelf de tijd te geven om na te denken waar Ztopik hiermee naartoe wilde.

‘Ik wil een van je mensen in de vergadering,’ eindigde de alien.

‘Waarom? Is dat niet gevaarlijk?’ vroeg Eva, haar nieuwsgierigheid verdreef haar angst.

Ztopik draaide zich om en staarde even naar Eva om de stilte te verlengen. Het kleine machtsspel irriteerde Patrick, maar hij en Eva hadden al jaren ruzie over haar angst; er zat geen verbtering in. Ztopik vond het leuk om Eva te jennen.

Misschien gaf het hem een buitenaardse versie van een stijve. Wie zou het kunnen zeggen?

Eva mompelde iets onverstaanbaars en Ztopik draaide zijn hoofd een beetje voordat hij antwoordde: ‘Nee, we hebben de mogelijkheid om Dr. Abesemmins herinnering aan deze locatie te blokkeren en hem een goed verhaal als dekmantel te geven, zolang we voldoende tijd hebben.’

‘Je wilt dat Abesemmins gaat?’ flapte Patrick eruit. Van alle leden van het menselijke team zou Abesemmins dit het minst willen doen.

‘Natuurlijk,’ antwoordde Ztopik aan Patrick. ‘Hij heeft een goede dekmantel, toch?’

‘Nou ja,’ zei Patrick. Verdomme, ze hadden allemaal goede dekmantels bij de overheid.

‘Dus mijn mensen zullen zijn geest beschermen en instructies geven over wat we willen weten van degenen die de technologie hebben geleverd. We zullen uitzoeken of er hier op deze wereld iemand is die haar de informatie geeft die ze heeft, of niet.’

‘Welke mensen?’ Patrick was in de war. Voor zover hij wist, was Ztopik een bijzondere leider. Hij was zich niet bewust van andere buitenaardse wezens zoals Ztopik op aarde. Patrick wist niet eens zeker of Ztopik een echte afgezant was, of dat hij de rasversie van een splintergroep was. Als er meer van zijn soort hier op aarde waren, zou dat een probleem kunnen zijn.

‘Dat is op dit moment niet bekend, opzichter Patrick.’

Ahhh, shit. Ztopik gebruikte nu zijn titel. Dat stond gelijk aan een ouder die de volledige naam van een kind zei als ze he riepen.

‘Oké. Hoe kunnen wij helpen?’ vroeg Patrick.

‘Ik dacht dat dat duidelijk was?’ antwoordde Ztopik. ‘Ik wens dat dr. Abesemmins hierheen komt en dan op reis gaat met de Amerikaanse regering naar Schwabenland om met Maria Orsitsch te spreken. Hij zal bepaalde vragen stellen, en afhankelijk van hoe zij antwoordt, weet ik of we een probleem hebben.’

‘Welk probleem?’ flapte Eva eruit.

Patrick trok een wenkbrauw op, wat maakte haar nerveus?

‘Een naam die u niets zegt, dr. Eva Hocks.’

‘Misschien, misschien niet,’ aarzelde Patrick, in een poging Ztopiks aandacht van Eva af te leiden. Haar onderbrekingen ergerden hem. Als een kat die walgde van een muis die probeerde te vechten, in plaats van te vluchten.

‘Ga door, opzichter Patrick.’

‘We horen veel in allerlei kringen. Als wij deze naam weten, zullen we hem misschien herkennen of ervoor zorgen dat we onze mensen en onze contacten vertellen dat ze moeten opletten of ze deze naam horen?’

Ztopik overwoog dat en legde toen zijn hoofd een beetje op zijn fragiel ogende nek. ‘Je hebt een goed punt, Patrick. De naam waar jij en je team naar zouden moeten luisteren of naar op zoek zijn…’ Ztopiks ogen, die over het algemeen nooit enige emotie vertoonden, leken rood te flitsen. Als een supersnelle golf die hen kruiste en toen weer helder werd naar zijn gebruikelijke roze.

‘Is Kurtheriaans.’

New York City, NY, VS

Tabitha trok haar schouders op in haar jas. Ze had het niet nodig voor warmte, maar om de wapens en Batman-shit te bedekken die ze om haar lichaam had verborgen.

Ze kon Bobcat en William wel vermoorden. Die klootzakken slopen de kamers van de Tonto’s binnen en dronken bier en keken naar Batman met Michael Keaton in de hoofdrol. Daarna gingen ze verder met de Christian Bale-versie en raakten aan de praat over al het prachtige speelgoed dat Batman had.

Toen fluisterden ze bijna dat Tabitha’s speeltjes en Batmans materialen min of meer hetzelfde waren, nietwaar? Dus nu had Tabitha Batman-wapens. Zelfs Jean Dukes vroeg haar naar haar spullen toen ze naar een ander wapen of wapenachtig iets kwam vragen.

Ze zou ze zo bij de ballen willen pakken en in de lucht tillen terwijl ze zongen als de sopranen die ze moesten zijn. Wisten ze niet dat deze Batman shit tientallen jaren zou duren?

Mijn God, vampiers vergaten niets. Het was alsof ze van elke kleine grap genoten tot in de EEUWIGHEID.

Haar horloge bonsde tegen haar pols toen Tabitha linksaf een smal straatje insloeg dat eruitzag alsof het dwars door het hotel liep waar zij en het team logeerden. Het werd nu eerder donker en de kille herfstwind sneed door de straat.

Als Bethany Anne Bobcat en William niet zo hard nodig had, zou ze...

‘Ay mamí tù tan caliente!’ riep een man voor haar uit, gevolgd door een paar gilletjes. Tabitha concentreerde zich op de plek voor haar in plaats van op haar voeten, woedend op die twee irritante lui, en zag vijf jongens vanaf de kruising op haar af komen. Ze rolde met haar ogen. Ze had geen tijd voor deze shit, maar voelde de behoefte om het toch te doen. Ze keek om zich heen en glimlachte. Aan de overkant van de straat was een donker, vochtig en stinkend steegje.

Perfect!

Ze kon Bobcat en William op dit moment niets aandoen (of ze nu van plan waren haar problemen te bezorgen of niet), maar dit stelletje hufters leek een aangename afleiding.

‘Kus mijn heerlijke kont, stelletje gringo-stront!’ schreeuwde ze en stak haastig de straat over, ervoor zorgend dat ze eruitzag alsof ze probeerde weg te komen van de jongens. Ze glimlachte toen ze het gemompel en de uitroepen van achter haar hoorde en hoe hun snelle voetstappen in haar richting kwamen. Ze verborg haar accent niet, wat hen alleen maar bozer maakte.

Soms was het een waar genoegen om een Queen’s Ranger te zijn met de taken die het met zich meebracht.

Schwabenland, Antarctica

Dr. Abesemmins huiverde ondanks zijn lange onderbroek en jas. Met een conventioneel vliegtuig naar Antarctica moeten vliegen, was een prijs die hij bereid was te verdragen als hij de kans kreeg om met Maria Orsitsch te praten.

Het had hem meer dan anderhalve week gekost om te bedenken hoe hij zowel Eva als Patrick ervan kon overtuigen dat ze deze kans moesten aangrijpen om meer van de Thule-groep te leren, nu ze weer uit de geschiedenis waren opgedoken. De Thule-groep had zich voornamelijk stil gehouden en nu was de kans om te zien of ze meer wisten dan ze tot nu toe hadden onthuld; een gouden kans.

Een gouden kans die ze moesten benutten.

Abesemmins was geschokt toen zowel Eva als Patrick zijn argument de eerste keer aanvaardden. Hij zou een begaafd paard niet in de bek kijken om erachter te komen waarom, terwijl hij zich haastte om zijn koffers te pakken voordat ze van gedachten veranderden.

Abesemmins keek uit het raam toen het vliegtuig zich voorbereidde om te landen. Er waren vier van die verdomde eenpersoons patrouillevliegtuigen van TQB gestationeerd in de lucht die hij kon zien. Eén land maakte de fout te geloven dat TQB niet op onverwachte gasten zou schieten en ontdekte dat ze gelijk hadden.

Maar de Thule-groep had geen scrupules over het neerschieten van het vliegtuig, en dat deden ze ook. Zeven mensen in dat vliegtuig stierven en de boodschap die uit Schwabenland kwam was: ‘Als we nee zeggen, bedoelen we nee.’

Dat bericht was duidelijk.

Nu waren er een paar uitnodigingen naar een paar landen gegaan, met het aanbod om met hun vertegenwoordigers te spreken om te zien of Schwabenland een alliantie met hen zou willen aangaan.

Dit zorgde natuurlijk voor opschudding in de VN. Dat circus werd steeds erger. Zelfs Patrick moest toegeven dat Schwabenland’s toenadering tot een ander land waarschijnlijk een groot probleem zou gaan veroorzaken in de VN.

Niet zijn probleem.

Het vliegtuig raakte het ijs; slechts een klein beetje heen en weer gezwaai voordat de piloot het onder controle kreeg. Abesemmins voelde dat de landing veilig was verlopen en hij blies zijn adem uit.

De spanning die hij in zijn maag had gevoeld, zakte een beetje weg.

Abesemmins was een van de twaalf afgevaardigden uit de Verenigde Staten. Niemand in het vliegtuig kende hem, dus iedereen in het vliegtuig dacht dat hij onderdeel was van een of ander overheidsprogramma en tot op zekere hoogte hadden ze gelijk.

Hij was hier om te zien of hij de informatie kon vinden die de mensen voor wie hij werkte, zochten.

New York City, NY, VS

Tabitha’s ontsnapping eindigde in een kleine enclave waar drie gebouwen samenkwamen, waardoor ze ongeveer twintig bij tien meter ruimte had om ‘te spelen’. Alle achterdeuren waren voorzien van verroeste metalen staven; er was er een met een oud licht dat veel moeite had om door het vuil te schijnen.

Ze draaide zich om toen de vijf jongens de steeg binnenkwamen en wachtte hen op.

Ze verschenen aan het begin van de steeg. In plaats van recht op haar af te rennen, vertraagden ze en namen verdomd veel tijd om naderbij te komen.

Zo typisch. Vertraag en verhoog de angst voor de vrouw, zodat ze er nog meer van konden genieten.

Rechts naast een deur stond een afvalcontainer die naar Chinees eten rook. Ze keek naar de mannen en liep naar de afvalcontainer. Met het gekrijs van metaal op beton trok ze de afvalcontainer weg van de muur. Dit zou ervoor zorgen dat het deksel, dat ze nu omhoog klapte, open zou blijven.

Ze liep terug naar het midden en trok een wenkbrauw op. Een paar jonge stoere mannen leken opzij naar hun vrienden te kijken, maar niemand wilde toegeven dat het kleine vertoon van kracht hen deed schrikken.

‘Heren,’ begon Tabitha terwijl ze uitwaaierden naar de plek waar het steegje uitkwam op de binnenplaats, ‘en met heren, bedoel ik klootzakken...’

‘Nou, nou, dat is niet de juiste manier om de mannen om je heen te respecteren,’ spuwde de middelste stoere gast. Hij droeg een spijkerjack met daaronder een zwarte sweater. Zijn accent klonk voor haar misschien van de eerste of tweede generatie Amerikaans in de oren.

Tabitha, hand op de heup, knikte naar zijn kleren. ‘Wat niet goed is, is die outfit! Heeft je moeder je niet geleerd hoe je je moet kleden?’ Haar gezicht maakte duidelijk wat ze van zijn uiterlijk vond.

Een paar van de jongens die bij hem waren, begonnen te mopperen, en de man in het midden stak zijn handen uit en duwde naar beneden alsof hij degenen die bij hem waren kalmeerde. ‘Oei, dat is niet de manier om veilig uit deze situatie te komen,’ antwoordde de eikel. ‘Ook niet door over mijn moeder te praten.’

‘Ik heb het niet over haar gehad. Ik vroeg haar zoon of ze je leerde je te kleden. Als ze dat deed, en dit is waar je je in kleedt, dan heb je haar ofwel genegeerd, of je bent zo dom als een steen. Niemand,’ Tabitha deed alsof ze op hem neerkeek, ‘draagt een wit t-shirt met een zwarte sweater en een oud spijkerjack. Shit, zijn die dingen vorige eeuw niet uit de mode geraakt?’

‘Niet waar het ertoe doet, muffin,’ antwoordde hij terwijl hij een wenkbrauw optrok.

‘Je hebt niets om een muffin te laten rijzen, klootzak. Jeans jasjes zijn iets van het Zuiden... en misschien nog steeds van metalheads. Je bent hier in New York in de verdomde winterkou. Ik betwijfel of een meisje je een tweede blik waardig gunt,’ zei Tabitha en keek langs de muren aan beide kanten omhoog.

‘Je staat op het punt me een tweede en derde blik te geven met een beetje... Wat ben je aan het doen?’ Hij keek omhoog langs de muren, aan beide kanten, voordat hij haar glimlachend aankeek. ‘Oh, snap je het nu? Kom je er nu achter dat je nergens heen kunt?’

Tabitha draaide zich om en bleef kijken naar de twee ramen die ze achter haar zag, om te bevestigen dat er niemand bij een van beide ramen stond. Ze praatte door en de jongens konden haar prima horen toen ze zich weer naar hen omdraaide. ‘Ik zorg er alleen voor dat we geen getuigen hebben, Ace,’ zei Tabitha terwijl ze naar hem keek. ‘De klappen die ik jullie vijf ga geven, zal me maar een paar uur voldoening geven. Maar het is het beste wat ik op dit moment heb, dus wat gaat het worden? Ben je een en al praatjes en geen actie?’ Ze onderbrak haar opmerking met een bekkenstoot. ‘Hm?’

‘Johnnie,’ fluisterde de man links van haar, ‘kom op, dit klopt niet.’

‘Doe niet zo achterlijk, Sebastian,’ kaatste Johnnie terug. ‘Ze durft ons echt geen klappen te geven. Geloof me,’ hij deed een paar stappen naar voren en maakte knuffelende geluiden naar Tabitha. ‘Als ik klaar ben met haar kont, kan ze een week niet gaan zitten.’

Toen hij klaar was met zijn verklaring, zwaaide hij zijn bekken naar Tabitha toe onder gejuich van de jongens achter hem terwijl ze hem naar voren begonnen te volgen.

Sebastian zuchtte diep. Zijn neef was onstuimig en roekeloos. Zijn moeder zei dat hij Sebastian op een dag in de problemen zou brengen.

Hij bad dat het niet vanavond was, toen hij de andere vier begon te volgen en iets opmerkte dat hem zorgen baarde.

Knipperden haar ogen net rood?

HOOFDSTUK 2

Schwabenland-basis, Antarctica

Maria Orsitsch knikte naar haar twee bewakers. Zowel Hans als Horst knikten terug toen ze tussen door stapte om de vergaderruimte binnen te gaan. Hun basis, toen ze de verwarming eenmaal aan de praat hadden gekregen, was een zeer comfortabele drieëntwintig graden. Al haar mensen waren ouder, maar in goede vorm.

Helaas beschikte ze niet over de technologie om haar volk weer zo jong te maken als de jonge Queen had gedaan.

Horst grijnsde. ‘Alweer jurken, Maria?’

Ze stopte voor hem. ‘Als ik wist dat een klap je pijn zou doen, zou ik je slaan. Een klap tegen dat graniet dat jij als hoofd hebt, zou alleen maar pijn doen aan mijn hand, Horst.’ Hij glimlachte naar haar terwijl ze verder sprak. ‘Je weet dat ik niet dol ben op de broeken die vrouwen tegenwoordig dragen. Jurken zijn voor dames; maar toch bedankt.’

‘Ja,’ antwoordde Horst terwijl ze tussen de twee mannen doorliep om de kamer in te gaan. ‘Maar door de broek kunnen we de wapens van de vrouw zoveel gemakkelijker zien dan jurken, Maria.’ De mannen glimlachten toen ze de deur achter haar dicht deden.

Mannen, dacht Maria, vries ze in en ontdooi ze en ze denken nog steeds alleen maar aan seks, seks, seks.

Maria legde haar gele blocnote en potloden neer. Ze schreef haar aantekeningen. Haar persoonlijke steno was volkomen uniek, niemand zou het kunnen ontcijferen.

Behalve misschien de Kurtherian. Ze had Bethany Anne nu twee keer gevraagd om met TOM te praten en het meest dat ze mocht was communicatie via een van hun telefoontoestellen.

‘Maria?’ riep Hans even later. Het kloppen op de deur leidde haar aandacht af van de aantekeningen die ze de dag ervoor had gemaakt tijdens de ontmoeting met de Duitsers. De geschiedenis van haar land was op zijn zachtst gezegd dramatisch. Na de oorlog gesplitst en in oktober 1990 weer bij elkaar gebracht, was er veel goed en slecht over het hervormde land te zeggen. Het was niet het Duitsland dat ze zich herinnerde.

Eerlijk gezegd leek geen van de landen op wat ze zich herinnerde of waar ze om gaf. Haar laatste ontmoeting zou met de Verenigde Staten van Amerika zijn en dan zou ze haar beslissing aan haar mensen moeten doorgeven... degenen die ervoor kozen haar te blijven volgen.

Waar dat ook toe leidde.

‘Ja?’ antwoordde ze, opkijkend van haar aantekeningen.

‘Ik heb Barnabas hier, van Bethany Anne. Hij vraagt toestemming om even met je te spreken.’

‘Is goed, laat hem maar binnen.’ Ze legde haar potlood neer en stond op.

Barnabas liep naar binnen en knikte naar Maria, die terugknikte. Barnabas was een zeer vredig persoon, althans voor Maria.

‘Wie gehts?’ vroeg hij de deur achter zich sluitend.

‘Gut, und dir?’ antwoordde ze terwijl ze ging zitten. Barnabas had nooit geprobeerd haar de hand te schudden of haar op wat voor manier dan ook te omhelzen. Hij was altijd formeel tijdens hun vergaderingen. Van degenen die Bethany Anne volgden, vond ze hem het meest op zijn gemak.

‘Het gaat heel goed met me, dank je,’ eindigde hij in het Engels en trok een van de stoelen naar voren. ‘Ben je klaar voor deze laatste vergadering?’

‘Zo klaar als ik hoop te zijn. Het lijkt mij in ieder geval dat praten met buitenaardse wezens een eenvoudigere oefening is dan praten met iemand uit de toekomst, of in ieder geval mijn toekomst, in deze wereld.

‘Heb je dan contact opgenomen?’ vervolgde hij, maar stak toen een hand op; een kleine glimlach op zijn lippen. ‘Mijn verontschuldigingen. Mijn nieuwsgierigheid kent geen grenzen, zoals Frank Kurns zal bevestigen.’

‘Ja, nog zo één wiens nieuwsgierigheid geen grenzen kent, jullie zouden broers moeten zijn,’ antwoordde ze.

Barnabas knikte. ‘Het was vreemd, onze eerste ontmoeting. Toen hij en ik elkaar voor het eerst leerden kennen, had ik informatie die hij wilde hebben, en hij was een bron van informatie die ik nodig had.’

‘Werkelijk?’ ze keek naar haar blocnote en realiseerde zich dat het de verkeerde was voor haar aantekeningen over Frank en keek weer omhoog naar Barnabas. ‘Ik meen me te herinneren dat hij zei dat je niet zoveel vragen stelde als hij?’

‘Als we achter zijn rug om over Frank moeten praten,’ begon Barnabas en knipoogde toen, ‘dan is de waarheid dat niemand zoveel vragen kan stellen als die man. Ook,’ knikte hij naar Maria’s blocnotes, ‘kan hij het niet laten om in zijn boeken allerlei opmerkingen over de antwoorden te noteren.’

Haar wenkbrauwen trokken geconcentreerd samen. ‘Ik kan me niet herinneren dat hij veel heeft geschreven,’ antwoordde ze.

‘Mmmm,’ Barnabas legde zijn handen op tafel. ‘Dan kan ik me voorstellen dat hij een verslag maakte van de vergadering om later opmerkingen te maken, zodat hij nog meer vragen kon stellen.’ Barnabas zag dat Maria dat antwoord afwoog. ‘Of hij was zo geboeid door de antwoorden, dat hij niet langzamer durfde te gaan en verwachtte hij zijn aantekeningen later uit te werken.’

‘Het eerste lijkt me waarschijnlijker dan het laatste,’ zei Maria. ‘Hij heeft zijn tablet op tafel gelegd toen we spraken.’

‘Mysterie hoogstwaarschijnlijk opgelost. Ik betwijfel of hij zijn geheugen, hoe goed het ook is, zonder back-up zou vertrouwen.’

‘Is het waar dat hij uit mijn tijd stamt?’ vroeg ze.

‘Frank? Ja. Hij was betrokken bij de Tweede Wereldoorlog en heeft een medische procedure ondergaan om zijn leeftijd te verlagen.’

‘Dat is fascinerend. Ik wou dat mijn contactpersoon die informatie had verstrekt,’ zei ze. ‘Ik kan niet zeggen dat ik het prettig vind om bij Bethany Anne te zitten als je bedenkt hoe aantrekkelijk ze is.’ Ze reikte naar haar haar, dat langer werd, maar lang niet zo lang als ze in de stasekamer had.

‘Bethany Anne was al aantrekkelijk voordat ze werd genezen, jullie waren allebei aantrekkelijk in je jeugd en zijn dat nog steeds, geloof ik. Maar dat is niet de reden waarom ik hier ben; niet hetgeen waarover ik kom praten.’

‘Ja, weet ik Barnabas.’ Maria pakte een potlood en tikte ermee op tafel. ‘Maar jij bent de enige met wie ik sommige van mijn gedachten kan delen. Jij lijkt de enige te zijn die me gewoon zegt zoals het is, en niet probeert de situatie en mijn beslissing te beheersen.’

Barnabas trok een wenkbrauw op. ‘Je vermoedt niet dat ik een gemene spion ben van mijn Queen, die probeert jouw beslissing te beïnvloeden?’

Maria lachte. ‘Nee! God nee. Als Bethany Anne wilde dat ik iets deed, stel ik me voor dat ze Kapitein Kael-ven het me zou laten vertellen. Ik heb een zwak voor buitenaardse wezens, en zij is de enige die veel buitenaardse wezens om haar heen lijkt te hebben.’

‘Ja, ze lijkt buitenaardse wezens te verwerven zonder er moeite voor te doen. Het is een bijzonder unieke eigenschap,’ zei Barnabas droogjes.

Ze vroeg: ‘Dus, als je hier niet bent om me te beïnvloeden, Barnabas, waar heb ik dan de eer van je aanwezigheid aan te danken?’ Ze glimlachte en wenste dat ze vijftig jaar jonger was. Als ze haar jeugdige uiterlijk nog had gehad, zou ze de kans hebben gehad om zijn hoofd te laten draaien en een volledige cirkel te laten maken. Niet voor niets werden de Vrilerinnen de mooie jongedames van de Vril Gesellschaft genoemd.

‘Ik ben hier om je toestemming te vragen om, zonder in de weg te zitten, en onopgemerkt, naar de mensen te kijken.’ Hij glimlachte. ‘Ik beloof dat ik een geest zal zijn, niemand zal me zelfs maar opmerken.’

‘Er zijn nieuwsgierige mensen onder de Amerikanen die komen, Barnabas. Ik betwijfel of ze je zullen negeren.’ Hij haalde alleen zijn schouders op en glimlachte raadselachtig.

Maria had zo haar bronnen. Ze wist dat hij anders was, en waarschijnlijk oud, oeroud, hoewel ze nooit iemand zover kon krijgen dat hij zou toegeven hoe oud hij was. Ze beschouwde het als een kleine overwinning dat ze erachter was gekomen hoe oud Frank Kurns was. Ze knikte in zichzelf en vroeg: ‘Zonder te praten?’ Toen hij zijn hoofd schudde, vervolgde ze: ‘En als ze naar je vragen?’

Barnabas tuitte zijn lippen. ‘Dan zal ik vertrekken.’

Haar ogen gingen verbaasd open. ‘Wat zou uw Queen zeggen als u niet de hele vergadering blijft?’

‘Niets. Ze vraagt me niet om deel te nemen aan deze vergadering. Ik verzoek het als leider van de Queen’s Rangers.’ Hij verschoof in zijn stoel. ‘We zitten al drie jaar achter verschillende mensen aan en ik ben van mening dat ze hier zullen proberen te zijn.’

‘Zijn ze Amerikaans?’

‘We hebben hun ruimteschepen tot in het Amerikaanse luchtruim kunnen volgen. Maar we kunnen niet verder gaan zonder een woordenwisseling met de Amerikanen te riskeren.’

‘Kunnen ze jullie schepen nu zien?’ vroeg ze. Barnabas bleef stil en haalde zijn schouders op. ‘Bewaar je geheimen,’ zei ze. ‘Ik ben maar een oude vrouw, wat moet ik doen?’

Barnabas verraste haar door een kort lachje uit te blaffen. ‘Oude vrouw?’ Zijn ogen, merkte ze op, zagen er prachtig uit toen een glimlach op zijn gezicht verscheen. ‘Ik denk dat je misschien een andere spiegel in dit land moet hebben, Maria.’ Hij stond op en schoof een stoel in haar richting en zette hem in een hoek. ‘Metjo uw toestemming ga ik hier gewoon zitten.’

Maria knikte instemmend en vroeg zich af hoe ze nog kon werken als hij vlak achter haar in de hoek zat.

‘Maria,’ zijn stem klonk helder in haar hoofd. ‘Ik ben hier niet... ik ben naar buiten gestapt. Het zou goed voor je zijn om door te gaan met waar je mee bezig was voordat ik je onderbrak.’

Maria keek naar haar aantekeningen, sloeg de pagina om en keek naar een klok aan de muur. De Amerikanen zouden hier over twintig minuten moeten zijn. Ze hoopte dat Barnabas terug in de kamer was voordat ze arriveerden. Hij had een manier om haar vredig te laten voelen in deze turbulente tijd voor haar volk.

New York City, NY, VS

Johnnie haalde een mes tevoorschijn. ‘Je hebt twee keuzes, geef het mij uit vrije wil, of geef het mij op de pijnlijke manier. Hoe dan ook, chica, je geeft me wat ik wil.’

Tabitha lachte. ‘Sorry, deze kont,’ ze wees achter zich, ‘heeft een “geen kleine lullen toegestaan”-tatoeage,’ antwoordde ze terwijl ze haar vingers opstak. ‘Ziet er zo uit, met een cirkel en een schuine streep erover,’ haar duim en wijsvinger maakten het universele symbool voor heel, heel klein.

‘Dan denk ik dat je voor pijnlijk kiest,’ zei Johnnie terwijl hij naar voren kwam, in zichzelf lachend. De vrouw sprak groots, maar ze was niet eens voorbereid om goed te vechten. Ze nam geen vechthouding aan, haar twee voeten bleven naast elkaar en een schouderbreedte uit elkaar.

Werkte prima voor hem.

Hij liep aarzelend om haar aandacht te trekken, draaide toen het mes zodat de scherpe kant van haar gezicht af was en gaf een stomp.

Hij zou haar later misschien steken, maar hij wilde zich nog niet druk maken over hoe hij zo’n mooie vrouw een litteken zou geven. Vooral als een klap al voldoende zou zijn...

‘Verdomme!’ gromde hij toen de vrouw zijn hand halverwege de stoot met haar linkerhand greep en hem koud stopte. Zijn vuist bleef even tussen hen in staan, voordat ze hem verder in een iets andere richting trok, waardoor hij uit balans raakte. Met haar rechterhand sloeg ze hem op het voorhoofd. Hij zakte recht naar beneden in een bewusteloze hoop.

Met één man uitgeschakeld, sprongen drie anderen op haar af. De vijfde man bleef achteraf staan, zijn ogen keken naar links en rechts in de schaduw.

‘Wauw!’ Tabitha gilde en draaide het toerental iets op. Waar ze ook stootten, ze was steeds weg, de slagen misten haar op slechts een haarbreedte. Zo dichtbij, maar toch te ver weg. Ze sloeg met haar elleboog tegen de zijkant van het hoofd van de tweede eikel.

Twee uitgeschakeld.

Tabitha zwaaide rond en trapte de vijfde man in de maag. Hij zakte in elkaar, greep naar zijn maag en probeerde tevergeefs de plotselinge pijn te stoppen.

‘Sorry,’ riep ze terwijl ze een trap van man nummer vier ontweek. ‘Ik wil niemand achter me hebben, Hirotoshi zou me duizend pushups laten doen en ik...’ Ze blokkeerde de volgende stoot van rukker nummer drie met haar handpalm en sloeg de man snel twee keer in zijn maag. Ze greep zijn hoofd terwijl hij ineenkromp en sloeg het tegen haar oprijzende knie. Toen hij instortte, eindigde ze, ‘…heb absoluut een hekel aan pushups.’

De laatste man had beslist meer spieren dan hersens; hij greep haar in een soort knuffel. Haar superieure snelheid bood een paar opties; ze besloot meer plezier te hebben en liet zich door hem vangen. Hij lachte toen hij haar van haar voeten optilde en hard in haar kneep.

‘Pas op m’n ta-tas, klootzak,’ zei ze woedend. ‘Het zijn verdomme geen ballonnen, Ricky Bobby!’ Ze sloeg haar voorhoofd tegen zijn kin, maakte hem aan het wankelen, opende haar armen en viel terug op straat. Ze stompte hem hard in zijn maag en sloeg toen terloops keihard tegen de zijkant van zijn schedel.

‘En nog een die onderuit gaat,’ eindigde ze terwijl zijn ogen in zijn hoofd rolden en hij op de grond viel. Ze keek om zich heen. Vier jongens buiten bewustzijn, een nog steeds aan het hoesten en zijn maag vastgeklemd. Ze reikte naar beneden, greep de kraag van het blauwe spijkerjack van de eerste lullo en liep naar de afvalcontainer. ‘Jij krijgt de bodem, misschien zit het ergste daarbinnen.’ Ze greep zijn arm, riemlus en wat van de jeansstof en gooide hem nonchalant in de vuilnisbak. Er klonk een knarsend geluid samen met het geluid van zijn lichaam dat in de afvalcontainer landde. Een geur die Tabitha’s neus deed trillen, steeg op uit de prullenbak.

‘Verdomme, dat is smerige shit,’ merkte ze op terwijl ze nog twee mannen pakte, ze naar voren trok en hen erin gooide. Ze pakte de laatste twee, een van hen hield nog steeds zijn maag vast terwijl ze ze allebei bij de benen naar de container trok.

Ze gooide de comateuze man er eerst in en boog zich naast de laatste man. ‘Sorry nummer vijf. Ik waardeer het dat je het probeert, maar de beste reductie van je straf is dat ik je niet,’ ze knikte ze naar de container, ‘daar in zal gooien.’ Ze stond op en schopte hem tegen zijn hoofd. ‘Maar je moet nog steeds gestraft worden,’ eindigde ze tegen de nu comateuze man.

Even later stond ze weer op straat en keerde ze terug naar haar eerder onderbroken wandeling terug naar het hotel.

Haar stappen waren een beetje lichter dan voorheen.

VN hoofdkwartier, New York City, VS

‘Wat we hebben,’ zei de Chinese ambassadeur in de afgesloten ruimte tegen de elf andere leden van de Verenigde Naties, ‘is een bedrijf, of entiteit, of groep mensen die hebben deelgenomen aan wat de wereld biedt en er niets voor teruggeven. Egoïsme in actie.’ Zhou keek om zich heen en was tevreden.

Iedereen knikte in de goede richting; dat wil zeggen, knikte instemmig met hem mee.

‘Ze nemen ook de crème de la crème van onze mensen!’ onderbrak Ambassadeur Jackson Emeka, precies op tijd. Bijna alsof het uren geleden was gepland in een besloten vergadering. Een van de vele bijeenkomsten die ambassadeur Zhou de afgelopen dagen had gehouden.

Drie jaar lang volgde de Chinese regering de clans met buitenaardse technologie in hun eigen land. Aan beide kanten waren een paar mensen omgekomen, maar er was nooit technologie teruggevonden. Ze hadden twee leden van de clan levend gevangengenomen en waren van plan er onderzoek naar te doen, maar ze hadden zelfmoord gepleegd en de bloedmonsters waren bijna nutteloos.

De onderzoekers, zo werd hem verteld, hadden hoop, maar de geheimen van het bloed werden niet blootgelegd en sommige van de hogere politici hadden geen geduld meer. Het werd tijd om vervelend te worden.

Het was tijd voor ambassadeur Zhou om gebruik te maken van de zorgvuldig gecultiveerde allianties en schulden te innen die China in de loop der jaren had opgebouwd.

‘Ze hebben niet iedereen meegenomen,’ antwoordde ambassadeur Jamil Franklin. Ambassadeur Zhou hield wel van een goed uitgewerkt debat.

‘Ja, en waarom is dat?’ vroeg ambassadeur Emeka. ‘Is dat omdat ze het vermogen hebben om te weten wie onze geheimen heeft? Misschien zoeken ze alleen naar degenen die als het ware een beetje extra meebrengen voor hun verborgen doelen? Ik weet dat ze beweren dat ze naar de sterren gaan om tegen andere buitenaardse wezens te vechten. Maar waarom bouwen ze dan een gigantisch ruimtestation?’

‘Een wat?’ vroeg ambassadeur Billony, haar wenkbrauwen verbaasd opgetrokken.

‘Hun ruimtestation,’ zei ambassadeur Zhou, en hij nam opnieuw de leiding over het gesprek. ‘TQB heeft de afgelopen drie jaar in het geheim een ruimtestation gebouwd in de asteroïdengordel. We hebben beelden van een aantal van onze ruimte-assets.’

‘Wat moeten zij met een ruimtestation?’ drong ze aan en draaide zich van ambassadeur Emeka om naar ambassadeur Zhou.

‘Dat is een goede vraag,’ antwoordde Zhou. ‘De onofficiële officiële verklaring die we horen van achterkamertjes gesprekken is dat ze het gebruiken voor de honderdduizenden mensen die ze uit onze respectieve landen hebben gestolen. Het,’ hij knikte naar ambassadeur Emeka, ‘het neusje van de zalm dat ze uit onze landen hebben gehaald, waardoor we misschien ons eigen vermogen om vooruit te komen verstikken?’

Ambassadeur Billony’s drukte haar lippen op elkaar. Ze was nieuw voor de groep omdat haar land in Europa onlangs verkiezingen had gehad en de oude garde eruit was gegooid. De nieuwe president en het nieuwe kabinet waren zeker strijdlustiger in hun toespraken tegen TQB.

Het had China veel moeite gekost om de nieuwe president tijdens de verkiezingen te steunen zonder gepakt te worden. De race om het presidentschap naderde zijn einde, een maand voor de verkiezingen. Vervolgens had een niet nader genoemde bron, of bronnen, een aanzienlijke hoeveelheid e-mails en andere documenten losgelaten die de verkiezing hadden veranderd. Er was zoveel inhoud om door te worstelen, dat niemand zich afvroeg wie de twee korte videoclips had kunnen maken waarin de president te zien was met dubieuze mensen die de situatie radicaal veranderde; van een bijna overwinning naar een aardverschuiving.

‘Dus hoe stoppen we hen?’ vroeg ze. ‘Ze houden zich aan de regels, komen niet in onze landen, maar onze mensen gaan naar andere landen.’

‘Ze gebruikten die regel alleen om degenen die niet serieus waren eruit te filteren,’ antwoordde Emeka. ‘De VS staat hen tot nu toe toe om mensen uit hun land te recruteren. Ze kochten land en gebruiken het voor een ruimteterminal. De VS heeft ze niet stilgelegd.’

‘De beslissing om dat te veranderen zou dichtbij kunnen zijn, heb ik vernomen,’ onderbrak Zhou. Alle hoofden waren naar hem gericht. ‘De huidige president is niet zo’n fan als de vorige. Op dit moment is het meeste dat tegen TQB is gedaan, van hen te eisen dat ze vluchtplannen invullen, waardoor de VS hun radar en andere defensieve locaties en het verwerven van doelen kunnen testen.’

‘Alsof dat ons wat oplevert,’ voegde Billony eraan toe.

Zhou haalde zijn schouders op. ‘Het is niet zo dat onze mensen niet weg kunnen, ze gaan sowieso naar de VS, dus ze zouden moeten toegeven dat ze die nonsens over hun ‘land van de vrije mensen’. Ik weet dat het ze raakt, het vertrek van aantal significante militairen, wetenschappers en geavanceerde techneuten.’

‘Weten zij ook eens hoe het voelt,’ zei Billony, ‘om je mensen naar een ander land te laten gaan en daar te blijven, en niet terug te komen om je eigen land te helpen het beter te doen met hun nieuwe vaardigheden.’

Velen rond de tafel knikten meelevend. De VS kreeg nu zelf wat ze hen, en vele andere landen over de hele wereld, de afgelopen honderd jaar had aangedaan. Niemand hier zou een traan laten voor de Amerikanen die een deel van hun eigen mensen verloren aan TQB.

Let wel, niemand wilde toegeven dat ze misschien een land of een regering hadden waar mensen niet naar terug wilden komen of die ze ook niet wilden steunen.