Hondrijbewijs & Kennisbewijs met Gemak – Het Praktische Boek: Met de Benodigde Kennis en Vaardigheden in Een Oogwenk naar het Hondrijbewijs | Inclusief 5-Weken Voorbereidingsplan & Examen Vragen - Sebastian Wiesner - E-Book

Hondrijbewijs & Kennisbewijs met Gemak – Het Praktische Boek: Met de Benodigde Kennis en Vaardigheden in Een Oogwenk naar het Hondrijbewijs | Inclusief 5-Weken Voorbereidingsplan & Examen Vragen E-Book

Sebastian Wiesner

0,0

Beschreibung

Of het nu gaat om belastingvoordelen, het vervallen van de lijnplicht, speciale rassen of wettelijke verplichtingen: er zijn verschillende redenen waarom hondenbezitters het hondrijbewijs of kennisbewijs moeten behalen – en het extra voordeel van het weten dat je onvoorwaardelijk op elkaar kunt vertrouwen. Dit boek laat je zien hoe je dit doel gemakkelijk bereikt, zowel in theorie als in de praktijk! Word een expert in ontwikkeling, training, gezondheid en veel meer in korte tijd en leer je beste vriend ook vanuit wetenschappelijk perspectief kennen. Leer alles over het praktisch organiseren van training, stel gestructureerde trainingssessies op en word met talloze oefeningen stap voor stap het droomteam. Daarnaast krijg je duidelijke en makkelijk te begrijpen informatie over de juridische aspecten van hondenbezit, hondrijbewijs en kennisbewijs, zodat je juridisch voorbereid bent op alle situaties. Met de zorgvuldig gestructureerde gids en de bijbehorende examenvragen heb je de perfecte handleiding om het examen met succes te halen en een succesvolle samenwerking op te bouwen. Met dit boek wordt het hondrijbewijs een fluitje van een cent, en je overwint de uitdaging met plezier en gemak!

Sie lesen das E-Book in den Legimi-Apps auf:

Android
iOS
von Legimi
zertifizierten E-Readern
Kindle™-E-Readern
(für ausgewählte Pakete)

Seitenzahl: 273

Veröffentlichungsjahr: 2025

Das E-Book (TTS) können Sie hören im Abo „Legimi Premium” in Legimi-Apps auf:

Android
iOS
Bewertungen
0,0
0
0
0
0
0
Mehr Informationen
Mehr Informationen
Legimi prüft nicht, ob Rezensionen von Nutzern stammen, die den betreffenden Titel tatsächlich gekauft oder gelesen/gehört haben. Wir entfernen aber gefälschte Rezensionen.


Ähnliche


Gemakkelijk hondenrijbewijs & bewijs van bevoegdheid

Het praktische boek: Met de nodige kennis en vaardigheden om in een mum van tijd het hondenrijbewijs te halen

Sebastian Wiesner

Alle adviezen in dit boek zijn zorgvuldig overwogen en gecontroleerd door de auteur en de uitgever. Er kan echter geen garantie worden gegeven. De auteur en uitgever aanvaarden daarom geen aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel, schade aan eigendommen of financieel verlies.

Gemakkelijk hondenrijbewijs & getuigschrift van vakbekwaamheidCopyright © 2022 Sebastian Wiesnerwww.edition-lunerion.de

Alle rechten voorbehouden, in het bijzonder het recht om de vertaling te reproduceren en te verspreiden. Niets uit dit werk mag worden gereproduceerd in enige vorm (door fotokopie, microfilm of enige andere methode) of opgeslagen, bewerkt, gedupliceerd of gedistribueerd door middel van elektronische systemen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor vragen en suggesties:[email protected] 2022

Inhoud

Voorwoord

2 handen en 4 poten

Overzicht

De hondenlicentie & het getuigschrift van vakbekwaamheid

Overzicht

De controle

Leren met het boek: Examenvoorbereiding & succesvol leren

Basiskennis 1 - Algemeen

Rassenwetenschap

Domesticatie

Ontwikkelingsgeschiedenis

Vragen ter voorbereiding op het theorie-examen

Basiskennis 2 - Puppywetenschap

Puppy selectie

Fokker

Ontwikkelingsfasen van de puppy

De eerste stappen in uw nieuwe huis

Basisuitrusting

Vragen ter voorbereiding op het theorie-examen

Basiskennis 3 - Leertheorie & gedrag

Gewenning & sensibilisatie

Klassieke en operante conditionering

Lof en straf

Roedelgedrag bij mensen

Basisopdrachten

Trainingen verstandig opbouwen

Vragen ter voorbereiding op het theorie-examen

Basiskennis 4 - Aard van de hond & communicatie

Lichaamstaal van de hond

Hoe honden lezen - menselijke lichaamstaal

Communicatie tussen mensen & honden

Gedrag

Vragen ter voorbereiding op het theorie-examen

Basiskennis 5 - Gezondheid van honden

Vitale functies en algemene indruk

Hondenziektes

Gezondheidszorg

Vaccinaties

Eerste hulp & spoedeisende hulp

Vragen ter voorbereiding op het theorie-examen

Basiskennis 6 - Dagelijks leven met de hond

Kinderen & honden

Wegverkeer

Problemen met de hond

Alledaagse regels om conflicten te vermijden

Vragen ter voorbereiding op het theorie-examen

Praktijkexamen: Oefencatalogus

Praktische test: omgeving met weinig afleiding in een openbare ruimte

Praktijkexamen: Openbare ruimte

Praktijkexamen: Binnenstedelijk gebied

Bonus: De allround basistraining in 5 weken

Week 1

Week 2

Week 3

Week 4

Week 5

Een band voor het leven

Oplossingen

Basiskennis 1 - Algemeen

Basiskennis 2 - Puppywetenschap

Basiskennis 3 - Leertheorie & gedrag

Basiskennis 4 - Aard van de hond & communicatie

Basiskennis 5 - Gezondheid van honden

Basiskennis 6 - Dagelijks leven met de hond

Voorwoord

Beste hondeneigenaren, toekomstige hondengeleiders en hondenliefhebbers,

Welkom bij dit boek over het onderwerp "hondenrijbewijs". In dit boek leert u belangrijke achtergrondkennis over de wereld van de viervoeters. Deze compacte gids biedt u veel informatie, praktische oefeningen, toepassingen en een paar tips die u samen met uw hond kunt gebruiken en uitvoeren. De afzonderlijke hoofdstukken zijn eenvoudig, gemakkelijk te begrijpen en geïllustreerd en zijn daarom verpakt in een duidelijk en interessant formaat dat u voorziet van gedetailleerde achtergrondkennis over honden, evenals de hondenlicentie en het getuigschrift van vakbekwaamheid met de afzonderlijke elementen.

Dankzij de gedetailleerde en duidelijke uitleg van de opdrachten en de afzonderlijke oefeningen kunt u ze meteen uitproberen. De respectievelijke vragenblokken aan het einde van elk hoofdstuk dienen ook als optimale voorbereiding op het theorie-examen.

Nu staat niets u meer in de weg om uw relatie met uw trouwe viervoeter te versterken en te ontwikkelen en een gelukkig leven in hechte vriendschap door te brengen.

2 handen en 4 poten

Honden worden vaak de beste vriend van de mens genoemd. De viervoeters kwispelen opgewonden en blij als we thuiskomen, vinden het heerlijk als we tijd met ze doorbrengen en ze aaien of met ze spelen. Maar honden zijn niet alleen trouwe vrienden voor ons mensen, die ons vergezellen op onze reis door het leven, want wij betekenen ook de wereld voor onze viervoeters. De hechte band die we opbouwen en ontwikkelen met onze harige vriend is ongelooflijk waardevol en verrijkend tegelijk. Een band die een leven lang meegaat.

Honden zijn in principe roedeldieren die een instinctieve band met hun verzorger ontwikkelen. Maar heel weinig mensen weten waarom honden zulke trouwe metgezellen zijn, hoe hun contact met mensen zich heeft ontwikkeld, uit welke diersoorten ze zijn geëvolueerd en wat dit alles met domesticatie te maken heeft. Daarom geeft dit boek antwoord op al deze vragen en nog veel meer.

Allereerst richt het boek zich echter op de hondenlicentie en het getuigschrift van vakbekwaamheid en legt uit wat er achter de twee termen schuilgaat, hoe zowel het theoretische gedeelte van het examen als het praktische gedeelte is opgebouwd en welke verschillen er zijn tussen de afzonderlijke deelstaten. Aangezien dit boek alle achtergrondkennis over het onderwerp behandelt, is het ideaal om het examen met succes af te leggen. Aan het einde van elk basishoofdstuk staat ook een blok met vragen om u voor te bereiden op het theorie-examen.

Na uitleg over algemene achtergrondinformatie over de hondenlicentie en het getuigschrift van vakbekwaamheid, gaat het boek verder met het eerste van zes hoofdstukken over basiskennis. In het eerste deel ligt de nadruk op algemene informatie zoals de geschiedenis van het ras, domesticatie en de geschiedenis van de ontwikkeling van de hond.

Het tweede basishoofdstuk geeft vervolgens alle belangrijke informatie over puppywetenschap, waarbij het boek tips geeft over de basisselectie van puppy's, de fokker, de ontwikkelingsfasen van de puppy, de eerste stappen samen in het nieuwe huis en een verstandige basisuitrusting.

Hierop aansluitend bevat het derde basishoofdstuk een schat aan informatie, tips en trucs over leertheorie en hondengedrag. Hierbij worden de pijlers van de leertheorie besproken. Gewenning en sensibilisatie, klassieke en operante conditionering en lof en straf staan centraal. Het volgende subhoofdstuk is gewijd aan roedelgedrag met mensen, gevolgd door verschillende instructies over basiscommando's en tips over hoe u de training op een verstandige manier kunt structureren.

Hoofdstuk vier, Basiskennis, gaat over de aard van honden en hun communicatie. Het boek werpt een licht op de lichaamstaal van harige vrienden en geeft ook informatie over hoe honden menselijke lichaamstaal lezen. Daarna volgt meer informatie over de communicatie tussen mensen en honden en over de verschillende gedragingen van de viervoeters.

Natuurlijk mag de gezondheid van honden niet worden verwaarloosd, en dat is het onderwerp van het volgende blok basiskennis. Het vijfde hoofdstuk gaat over vitale functies en algemene indrukken, verschillende hondenziektes, preventieve gezondheidszorg, vaccinaties, eerste hulp en spoedeisende hulp, zodat u goed op de hoogte bent van alle mogelijke ziektes en preventieve onderzoeken van uw trouwe viervoeter.

Het zesde en laatste hoofdstuk over basiskennis sluit af met het dagelijks leven van de hond. Hier ligt de nadruk op algemene informatie waarmee rekening moet worden gehouden in het dagelijks leven met een trouwe viervoeter. Hieronder vallen met name juridische aspecten zoals wetten, regels en verzekeringen, maar ook de interactie tussen kinderen en honden, regels in het verkeer, alledaagse problemen met honden en regels om conflicten te vermijden.

Voordat het boek wordt afgesloten met enkele slotgedachten, is er een extra hoofdstuk gewijd aan de praktische test en wordt er een catalogus met oefeningen gepresenteerd om u te helpen bij de voorbereiding. Het bonushoofdstuk dat hierop volgt met een all-round basistrainingsprogramma in vijf weken is bedoeld om u nogmaals te begeleiden bij uw gezamenlijke trainingsplanning.

Overzicht

De hondenlicentie & het getuigschrift van vakbekwaamheid

De hondenlicentie is een bekwaamheidscertificaat voor hondenbezitters. Het bevestigt dat hondeneigenaren hun honden zodanig onder controle hebben dat ze geen gevaar vormen voor mensen of dieren. Om een hondenlicentie te krijgen, moeten eigenaren en honden slagen voor een test.

Het examen voor het behalen van een hondengeleiderslicentie bestaat uit een praktisch en een theoretisch gedeelte. Zowel de deskundigheid van de eigenaar als de sociale compatibiliteit worden getest en de basisgehoorzaamheid van de hond wordt beoordeeld. De geldigheid van de hondenlicentie is beperkt tot het samenleven van mensen en hun viervoeters. Dus als u een nieuwe of een andere hond wilt, moet u de test opnieuw doen. De kosten van een hondenrijbewijs liggen meestal tussen de 90 en 130 euro, hoewel het bedrag kan variëren afhankelijk van de federale staat en de examinator.

In principe is de hondenwet een zaak voor de federale staten, en daarom zijn er geen landelijke regels, noch een landelijk verplichte hondenlicentie of een uniform hondenbewijs. Daarom bepalen clubs en verenigingen individueel de inhoud van de test. Dus als u een nieuwe hond wilt aanschaffen of met uw trouwe viervoeter naar een andere deelstaat wilt verhuizen, moet u zich vooraf goed op de hoogte stellen van de wettelijke vereisten van de deelstaat van uw keuze. Hondenbezitters moeten niet alleen voldoen aan de wettelijke vereisten op federaal niveau, maar ook bijzondere aandacht besteden aan de regelgeving op deelstaatniveau. In het ergste geval kunnen hondenbezitters boetes opgelegd krijgen als ze zich door onwetendheid niet aan de regels houden. Daarnaast is het altijd de moeite waard om te informeren naar de plaatselijke voorschriften waar u woont. Op veel plaatsen in Duitsland kunnen hondenbezitters zelfs profiteren van een hondenlicentie.

Goed om te weten: In München krijgen hondenliefhebbers bijvoorbeeld korting op de hondenbelasting als ze een hondenlicentie hebben, en in Hamburg en Sleeswijk-Holstein geldt de algemene verplichting om honden aangelijnd te houden niet voor honden met een hondenlicentie.

Bovendien moet de hondenlicentie onderscheiden worden van het zogenaamde getuigschrift van vakbekwaamheid. Hoewel de termen in de volksmond op dezelfde manier worden gebruikt, zijn er in de praktijk verschillen tussen de twee soorten licenties, die tot uiting komen in de verschillende vereisten voor hondenbezitters in elke deelstaat.

Een getuigschrift van vakbekwaamheid is ook een bewijs van kwalificatie dat beschouwd wordt als een bewijs van theoretische basiskennis over honden en hondenbezit. Het getuigschrift van vakbekwaamheid is niet landelijk geregeld en is verplicht afhankelijk van de federale staat en/of het ras. Om het getuigschrift van vakbekwaamheid te verkrijgen, moeten de eigenaar en de hond een examen afleggen.

In principe zijn beide soorten rijbewijzen een getuigschrift van vakbekwaamheid voor hondenbezitters. In tegenstelling tot een hondenrijbewijs wordt bij een vakbekwaamheidsbewijs altijd de theoretische kennis getest, terwijl een praktijkexamen niet altijd verplicht is. Aangezien er echter verschillende soorten getuigschriften van vakbekwaamheid zijn, verschillen deze aanzienlijk afhankelijk van de federale staat en het type getuigschrift, wat betekent dat sommige examens uit zowel een theoretisch als een praktisch gedeelte bestaan.

Daarom geldt ook voor het getuigschrift van vakbekwaamheid: informeer naar de vereisten van de respectievelijke autoriteiten in uw deelstaat, aangezien er verschillende voorschriften zijn. Afhankelijk van de regelgeving kan een getuigschrift van vakbekwaamheid een vereiste zijn voor het houden van honden in het algemeen of alleen voor het houden van bepaalde hondenrassen. In sommige deelstaten moet bijvoorbeeld een theoretisch vakbekwaamheidscertificaat worden overlegd naast de gecertificeerde hondenlicentie. In de regel wordt het examen voor het getuigschrift van vakbekwaamheid afgenomen door erkende hondentrainers, dierenartsen of deskundigen. Bovendien is het getuigschrift van vakbekwaamheid, in tegenstelling tot de hondenlicentie, levenslang geldig.

De verschillende regels en het grote aanbod aan cursussen leiden vaak tot verwarring en onzekerheid bij hondenbezitters. Bovendien maken de verschillen in de eisen van de examens en de inhoud van de cursussen het moeilijk voor hondeneigenaren om te kiezen. Bovendien kan niet elke aanbieder de officiële erkenning van het behaalde certificaat garanderen - of het nu een hondenlicentie of een bekwaamheidscertificaat is. Daarom is het zo belangrijk dat u zich van tevoren informeert over de regelgeving van uw deelstaat en, indien van toepassing, de algemene voorwaarden van de aangeboden cursussen, om uzelf later extra kosten en problemen te besparen.

Overzicht

Baden-Württemberg

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Er is een officiële vergunning nodig om een vechthond te houden, waarvoor een certificaat van bekwaamheid vereist is (theoretisch & praktisch deel van de test)

Beieren

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Een negatief certificaat voor honden van categorie II is vereist voor het verlenen van een vergunning voor het houden van een in de lijst opgenomen hond.

er zijn geen precieze regels voor de kennis die nodig is voor deskundigheid

het hondenrijbewijs in sommige gemeenten vrijwillig wordt beloond met een verlaging van de hondenbelasting

Berlijn

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Algemene verplichting om een loodje te dragen

Een hondenlicentie is vereist voor het rijden buiten de lijn (theoretisch & praktisch gedeelte van het examen)

Eigenaars van potentieel gevaarlijke rassen hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig (theoretisch & praktisch gedeelte van de test)

Brandenburg

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van vechthonden hebben een bekwaamheidscertificaat nodig, waarbij een negatief certificaat kan worden afgegeven door de bevoegde autoriteit en het houden van het dier dus is toegestaan.

Bremen

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

voor het houden van een gevaarlijke hond is schriftelijke toestemming (getuigschrift van vakbekwaamheid) van de bevoegde autoriteit vereist

Hamburg

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Alle honden moeten aangelijnd zijn

Vrijstelling van de aanlijnplicht door bewijs van een gehoorzaamheidstest of vergelijkbare test (hondenlicentie)

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben ook een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig

Hesse

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

voor het houden van een gevaarlijke hond is een vergunning van de bevoegde autoriteit nodig -> hiervoor is een bekwaamheidscertificaat en een positieve karaktertest van de hond nodig

Mecklenburg-West-Pommeren

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben een vergunning nodig van de verantwoordelijke regelgevende instantie, daarnaast is een certificaat van bekwaamheid vereist (theoretisch & praktisch deel van de test)

Neder-SaksenSaksen

Eigenaren die voor het eerst een hond nemen, moeten een hondenlicentie hebben (theorie- en praktijkgedeelte van de test) -> de theorietoets moet worden afgelegd voordat de hond wordt aangeschaft, het praktijkgedeelte moet binnen een jaar worden afgerond

Noordrijn-Westfalen

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden en honden op een lijst hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig

elke persoon die de hond leidt, moet het bijbehorende bewijs laten zien

Een getuigschrift van vakbekwaamheid is ook vereist voor grote honden, maar alleen de eigenaar van de hond hoeft er een te hebben.

Rijnland-Palts

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig (theoretisch & praktisch deel van de test)

Saarland

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig, dat echter uitsluitend betrekking heeft op de voorgelegde hond (d.w.z. geen getuigschrift van algemene vakbekwaamheid).

Saksen

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig (theoretisch & praktisch deel van de test)

Saksen-Anhalt

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Als de hond behoort tot een gevaarlijk ras volgens de wettelijke voorschriften van de federale staat, is een temperamenttest vereist voor de vergunning om de hond te houden, daarnaast is een bekwaamheidscertificaat vereist (theoretisch en praktisch deel van de test).

Sleeswijk-Holstein

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig (theoretisch & praktisch deel van de test)

Thüringen

In principe is geen hondenrijbewijs of bekwaamheidscertificaat verplicht

Eigenaars van gevaarlijke honden hebben een getuigschrift van vakbekwaamheid nodig (theoretisch & praktisch deel van de test)

De controle

Het basisidee achter de test is dat de hondeneigenaar een geldig bewijs van persoonlijke geschiktheid kan krijgen voor een verantwoordelijke en vooruitziende omgang met hun hond in het openbaar. Het succesvol afleggen van de test wordt beschouwd als bewijs van theoretische kennis over honden. Bovendien bewijst het slagen voor de test dat de eigenaar kennis heeft van wettelijke aspecten, inzicht heeft in de behoeften van de hond en zijn eigen hond in het openbaar vakkundig kan houden en beheren, zodat gevaar en/of overlast kan worden voorkomen. De hondenlicentie test enerzijds de specialistische kennis van de hondeneigenaar en beoordeelt anderzijds hoe de eigenaar en de hond samen omgaan met verschillende alledaagse situaties. Aangezien het hondencertificaat uitgebreider is dan het getuigschrift van vakbekwaamheid en meestal alle inhoud dekt die wettelijk vereist is, wordt het hondencertificaat door overheidsinstanties vaak als getuigschrift van vakbekwaamheid geaccepteerd.

Het theoretische gedeelte

In het theoretische gedeelte van het examen moeten hondeneigenaren verschillende meerkeuzevragen beantwoorden over de onderwerpen hondenbezit, hondentraining en hondengedrag. De onderwerpen zijn echter niet gestandaardiseerd en kunnen per club en vereniging verschillen:

Sociaal gedrag en communicatie van honden

Onderwijs, opleiding en leertheorie

Agressie en angstgedrag van de hond

Verzorging en houden van honden

Kennis over de verschillende hondenrassen

Gezondheid en voortplanting van honden

Voeding voor honden

Rechten en wetten op het houden van honden

Het theorie-examen duurt ongeveer 1 tot 2 uur, en het theoretische gedeelte van het examen kan vaak online worden afgelegd. In sommige gevallen moet het examen echter ook met een erkende examinator op locatie worden afgelegd. Als ten minste 80% van alle vragen correct beantwoord zijn, wordt de theorietoets als geslaagd beschouwd. Alleen hondeneigenaren die geslaagd zijn voor het theoretische gedeelte van de test, mogen ook de praktijktest afleggen.

Het praktische gedeelte

In het praktijkgedeelte van de test moeten hondeneigenaren bewijzen dat ze hun hond te allen tijde onder controle hebben in elke denkbare alledaagse situatie. Hiervoor worden vaak openbare plaatsen zoals hondenweides of voetgangerszones bezocht. De praktische test kan in totaal twee tot drie uur duren. De praktijktest wordt uitgevoerd door een speciaal opgeleid persoon met bewezen kwalificaties. Deze persoon beoordeelt enerzijds het anticiperende en diervriendelijke gedrag van de hondeneigenaar en let anderzijds op hoe de geteste hond zich gedraagt tegenover andere dieren en mensen. Dit betekent dat noch de eigenaar, noch de hond individueel getest worden, maar het respectievelijke team. De volgende punten zijn van bijzonder belang voor de praktijktest:

Gehoorzaamheid van de hond

Loslopen van de hond aan de lijn

Mate van ontspanning van de hond

Omgang van de hond met mensenmassa's, soortgenoten of auto's

De belangrijkste basiscommando's van de hond opvolgen

Zelfs als uw eerste poging voor het examen niet meteen succesvol is, hoeft u zich geen zorgen te maken. Het examen voor het hondenrijbewijs kan namelijk zo vaak als u wilt herhaald worden - zowel de theorie als de praktijk, en volledig onafhankelijk van elkaar. Bovendien zijn er een aantal toelatingseisen waaraan baasjes en honden moeten voldoen om aan de examens te mogen deelnemen. Hoewel deze individueel bepaald kunnen worden, gelden de volgende basisvereisten voor deelname aan de examens:

De eigenaar van de hond moet minstens 16 jaar oud zijn.

De hond moet minstens 12 maanden oud zijn, hoewel een leeftijd van twee tot drie jaar wordt aanbevolen, afhankelijk van het rijpingsproces van de hond.

Er moet een bewijs van een geldige aansprakelijkheidsverzekering voor de hond worden overlegd.

Het bewijs van voldoende vaccinatiebescherming voor de hond in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van de betreffende deelstaat moet worden geleverd door middel van een EU-dierenpaspoort. Het dier heeft ook een geïmplanteerde microchip nodig, waarmee de hond geïdentificeerd kan worden.

Op de dag van de praktische test moet de hond gezond zijn, vrij van parasieten, niet loops en in goede fysieke conditie om de test te mogen afleggen.

De hond mag maar één keer per dag door de test geleid worden.

Leren met het boek: Examenvoorbereiding & succesvol leren

Elk examen gaat altijd gepaard met een zekere basis nervositeit, maar u kunt dit van tevoren tegengaan met een goede en intensieve studiefase. Hoe, waar en met wie u studeert is geheel aan u. Eén optie is natuurlijk om informatie in te winnen over de website van de relevante club of vereniging voor uw woonplaats, ongeacht waar u het examen wilt afleggen. Vaak vindt u daar wat u zoekt en krijgt u nuttige informatie en verschillende literatuuraanbevelingen.

Een andere optie is om dit boek zorgvuldig te lezen en door te werken om de relevante kennis over het onderwerp te verwerven. Dit boek is expliciet geschikt voor het succesvol behalen van het hondenrijbewijs en het certificaat van vakbekwaamheid. Het biedt basiskennis in verschillende delen en sluit af met een catalogus van vragen en antwoorden voor een gerichte voorbereiding.

Naast dit boek is het ook aan te raden om een aantal video's op internet te bekijken die inzicht geven in het praktische gedeelte van het examen. De video's kunnen ook helpen bij de actieve voorbereiding, die u zeker in uw examenvoorbereidingen moet integreren. U moet verschillende alledaagse situaties met uw hond oefenen, veelvoorkomende commando's instuderen en uw hond meenemen naar drukke plaatsen om te trainen in verschillende ontmoetingssituaties. Ter voorbereiding op het praktijkexamen kan het ook nuttig zijn om contact op te nemen met hondenscholen of dierenasielen, die vaak geschikte cursussen aanbieden.

Tips voor examenvoorbereiding

Gestructureerd leerplan:

Een overzicht krijgen van het volledige lesmateriaal

verdeel de leerstof in deelgebieden

Bedenk hoeveel tijd u nodig hebt voor elk onderdeel en maak dan een schema -> voorkom tijdsdruk

Definieer duidelijke doelen en plan pauzes

Creëer een productieve leeromgeving en leg uw mobiele telefoon weg

Vier successen en beloon uzelf van tijd tot tijd -> vier etappe-overwinningen

Maak lijsten en overzichten op indexkaarten, schrijf samenvattingen en herhaal wat u steeds opnieuw hebt geleerd

Soms helpt het om het geleerde in beelden weer te geven en zo de leerstof te visualiseren

Vraag anderen om u te ondervragen over wat u hebt geleerd

Blijf positief en kalm, eet gezond en neem voldoende slaap

Basiskennis 1 - Algemeen

Rassenwetenschap

De basis voor een vreedzaam en ontspannen samenleven wordt al gelegd voordat uw hond bij u intrekt. Bij het zoeken naar het juiste hondenras lezen de meeste mensen veel boeken, raadplegen ze zoekmachines op internet of vragen ze rond onder hun vrienden. In veel gevallen wordt de hond gekozen op basis van zijn ras, wat zeker een goede eerste stap is. Toch is, net als bij ons mensen, het karakter van de hond doorslaggevend. Dezelfde hondenrassen uit hetzelfde nest kunnen totaal verschillend zijn en verschillend reageren op het dagelijkse gezinsleven. Geen hondenras is beter dan een ander. Elke hond kan de perfecte hond zijn voor de persoon die bewust voor het ras heeft gekozen, met inbegrip van zijn eigenschappen, en in staat is om ermee om te gaan.

De Fédération Cynologique Internationale, kortweg FCI, is de grootste overkoepelende kynologische organisatie, waarbij kynologie verwijst naar de studie van rassen, ziekten, gedrag, training, fokken en verzorging van huishonden. De FCI is dus niet alleen verantwoordelijk voor het indelen van hondenrassen in specifieke groepen, maar bepaalt ook de ras- en foknormen. De vereniging definieert dus een rasbeschrijving die van toepassing moet zijn op de hond om officieel erkend te worden als rashond.

De Fédération Cynologique Internationale werd oorspronkelijk opgericht op 22 mei 1911 door verenigingen uit Duitsland, Frankrijk, Nederland en België. Het doel van de stichtende leden was het ondersteunen en beschermen van zowel de rashondenfokkerij als de kynologie. Hoewel de activiteiten van de FCI tijdens de Eerste Wereldoorlog kort werden opgeschort, werden ze in 1921 nieuw leven ingeblazen. De organisatie heeft nu 98 leden en contractpartners, waarbij elk lid zijn eigen stambomen voor honden maakt en hooggekwalificeerde keurmeesters opleidt. De FCI is niet alleen de grootste overkoepelende organisatie voor het fokken van rashonden ter wereld, maar ook de hoogste autoriteit op het gebied van hondencultuur. Via haar leden en contractpartners zorgt de FCI voor het welzijn van honden, ondersteunt ze selectief fokken en bevordert ze de genealogische registratie. De organisatie waarborgt ook de gezondheid van rashonden en bevordert de relatie tussen mens en hond. In totaal erkent de FCI meer dan 350 verschillende rassen, die elk eigendom zijn van een land, dat op zijn beurt beschouwd wordt als het land van herkomst van dat ras. In samenwerking met de Wetenschappelijke en Normencommissie van de FCI stelt elk land van herkomst de normen voor zijn rassen vast door het ideale type van elk ras te beschrijven. Vanwege het grote aantal rassen heeft de FCI ze onderverdeeld in een totaal van 10 groepen, waarin zich rassen van hetzelfde type bevinden die verwante kenmerken hebben. Binnen de groepen zijn er ook verdere secties die dienen om dieper te differentiëren tussen hondenrassen die qua type al op elkaar lijken.

Groep 1: Herders- en drijfhonden

De eerste groep van de FCI bestaat uit twee secties: herdershonden of herdershonden en werkhonden, met uitzondering van de Zwitserse Berg- en Veedrijvershond. Zowel herders- als drijfhonden zijn werkhonden met als grootste gemeenschappelijke kenmerk hun bereidheid om te werken. Zoals de naam al doet vermoeden, worden herders- en drijfhonden vaak gebruikt voor het hoeden en drijven. De hondenrassen die tot Sectie 1 behoren, zijn zeer intelligent en alert. Dankzij hun behendigheid kunnen ze ook voor verschillende hondensporten worden gebruikt. In principe maken herdershonden zich snel ondergeschikt aan mensen en drijven ze vee bijzonder snel en zonder overmatig hondengeblaf. Daarentegen brengen herdershonden van sectie 2 hun kudde vaker bij elkaar door te blaffen.

De FCI classificeert herdershonden als de Australische Kelpie, de Belgische Herdershond, de Duitse Herdershond, de Old English Sheepdog, de Bearded en Border Collie, de Bergamaske Herdershond, de Australische Herdershond, de Schotse Herdershond en de Nederlandse Herdershond. De Australische Herdershond, de Ardense Herdershond en de Vlaamse Herdershond worden gecategoriseerd als herdershonden.

Groep 2: Pinscher en Schnauzer - Molosser - Zwitserse Berg- en Veedrijvershonden

Het gemeenschappelijke kenmerk van de hondenrassen die de FCI in Groep 2 indeelt, is hun beschermings- en jachtinstinct. Pinschers, Schnauzers, Molossers en Zwitserse Berg- en Veedrijvershonden worden gekenmerkt door hun behulpzaamheid, alertheid, sterke zenuwen en uitgesproken territoriumbewustzijn. De honden in de tweede groep laten hun kenmerken vaak zien door hun blafgedrag.

Sectie 1 van Groep 2, de Pinschers, omvat bijvoorbeeld de Deens-Zweedse Boerenhond, de Affenpinscher, de Duitse Pinscher, de Doberman, de Reuzenschnauzer, de Schnauzer en de Dwergschnauzer, de Oostenrijkse Pinscher, de Nederlandse Smoushund en de Russische Zwarte Terriër. De honden in de eerste sectie staan over het algemeen bekend om hun robuustheid en hun talent als waakhonden.

In de 2e sectie somt de FCI honden op die door hun grootte en sterke bouw bedreigend lijken voor mensen. Het kunnen geweldige beschermers zijn, maar ze hebben ervaren hondeneigenaren nodig. Bekende rassen in de tweede sectie zijn onder andere de mastiff-achtige honden, de Duitse Boxer, de Rottweiler, de Bulldog, berghonden en Sint Bernards. Veel rassen in de tweede sectie van groep 2 worden in Duitsland geclassificeerd als zogenaamde lijsthonden, die vanwege hun ras als gevaarlijk worden gecategoriseerd.

In Sectie 3 classificeert de FCI de Zwitserse Sennenhond, die ook in Groep 1 zou passen vanwege zijn eigenschappen als oplettende beschermer. De Appenzeller Sennenhond, de Berner Sennenhond, de Entlebuch Sennenhond en de Grote Zwitserse Sennenhond kunnen ook in deze subgroep worden ingedeeld.

Groep 3: Terriërs

De derde groep van de Fédération Cynologique Internationale omvat alle terrierrassen en is onderverdeeld in vier secties. Sectie 1 omvat de terriërs van hoge rassen. De FCI categoriseert de Braziliaanse Terriër, de Duitse Jachtterriër, de Border Terriër en de Ierse Terriër in deze sectie. De 2e sectie omvat terriers met een lage bewegelijkheid, zoals de Australische Terriër, de Norfolk Terriër, de West Highland White Terriër, de Jack Russell Terriër, de Japanse Terriër en de Tsjechische Terriër. Sectie 3 classificeert de bull-type terriers, waaronder de Bull Terrier, de Miniature Bull Terrier, de Staffordshire Bull Terrier en de American Staffordshire Terrier. De term dwergterriër wordt in sectie 4 gebruikt om de bijzonder kleine terriërs samen te vatten, zoals de Australische Silky Terriër, de Engelse Toy Terriër en de Yorkshire Terriër. Over het algemeen behoren terriers tot de hondenrassen die zeer moedig en dienovereenkomstig zelfverzekerd zijn. Hoewel hun gedrag onder bepaalde omstandigheden brutaal kan zijn, zijn terriers niettemin speelse, knuffelige, aanhankelijke en vooral trouwe honden die altijd iets te doen moeten hebben en graag nieuwe trucjes leren.

Groep 4: Teckels

Groep 4 van de FCI omvat het teckelras en bestaat uit slechts 1 sectie. De teckel, ook bekend als teckel of teckel, is de enige vertegenwoordiger in deze groep. De teckel wordt gekenmerkt door zijn langgerekte lichaam en korte maar sterke poten. Teckels hebben een groot zelfvertrouwen, kunnen goed leren, zijn onverschrokken en even koppig. Desondanks zijn teckels een geweldig ras voor een gezin met kinderen. De FCI classificeert zowel langharige, kortharige als ruwharige Teckels in Groep 4. Naast de classificatie van de vacht, omvat de vierde groep ook de Standaard Teckel, de Dwergteckel en de Huppelteckel, omdat het ras er anders uit kan zien afhankelijk van de kleur en lengte van de vacht.

Groep 5: Pointe en primitieve type honden

De vijfde FCI-groep is onderverdeeld in 7 secties. De hondenrassen die tot deze groep behoren, lijken qua uiterlijk op elkaar door hun spitse oren en spitse neus. Daarnaast hebben sommige van de oudere rassen een dikke en stevige vacht, die doet denken aan hun voorouders - de wolven. Hondenrassen uit groep 5 zijn slim, onafhankelijk en weten hoe ze hun territorium moeten verdedigen. De Spitz hondenrassen zijn uitstekende werkdieren die, afhankelijk van het subras, worden gebruikt voor het hoeden van dieren, de jacht of als gezelschapshond, waakhond, sledehond en herdershond.

De eerste 3 secties van de FCI-classificatie zijn toegewezen aan de Scandinavische hondenrassen, die verschillen in hun respectievelijke functies. Sectie 1, de Scandinavische sledehonden, omvat de Groenlandhond, de Canadese Eskimohond, de Samojeed, de Alaska Malamute en de Siberische Husky. De Scandinavische jachthonden in Sectie 2 omvatten de Noorse Lundehund, de Zweedse Elkhound en de Finse Spitz. De Zweedse Lapphund, de Finse Lapphund en de IJslandse Hond, aan de andere kant, zijn vertegenwoordigers van Sectie 3, de Noordse waak- en herdershonden.

In sectie 4 en 5 maakt de FCI onderscheid tussen de Europese Spitz en de Aziatische Spitz en aanverwante rassen. De Duitse Spitz en de Italiaanse Volpino zijn bijvoorbeeld vertegenwoordigers van sectie 4, terwijl de Chow Chow, de Eurasier, de Akita, de Kishu en de Shiba bekende rassen zijn van sectie 5. De archetypes van sectie 6 zijn hondenrassen waarvan de neus en ogen ideaal zijn voor de jacht. De FCI classificeert rassen zoals de Kanaänhond, de Faraohond, de Mexicaanse Haarloze Hond, de Peruaanse Haarloze Hond en de Basenji als archetypes.

In sectie 7 staan de hondenrassen die specifiek voor de jacht gebruikt worden. In deze sectie neemt de FCI de Cirneco Dell'etna, de Portugese Podengo, de Ibiza Podenco, de Taiwan Dog en de Thailand Ridgeback op.

Groep 6: Lopende honden, lashonden en aanverwante rassen

De zesde groep van de Fédération Cynologique Internationale bestaat uit 3 secties waarin de goede jagers onder de hondenrassen worden ingedeeld. De honden in deze groepen worden gekenmerkt door een natuurlijke drang om te werken en te jagen. Onder de door de FCI in groep 6 erkende jachthonden bevinden zich grote, middelgrote en kleine jachthonden. Tot de grote vertegenwoordigers van sectie 1 behoren de bloedhond, de Braziliaanse jachthond, de Billy, de Engelse voshond en de Amerikaanse voshond. De Harrier, de Zwitserse jachthond en de Tiroler Bracke behoren tot de middelgrote jachthonden en de Beagle, de Zwitserse jachthond en de Duitse Bracke tot de kleine jachthonden. Renhonden worden over het algemeen gekenmerkt door hun behendigheid, die ze tonen wanneer ze op hun prooi jagen.

In tegenstelling tot windhonden jagen windhonden niet op hun wild. In plaats daarvan zijn ze gespecialiseerd in het opsporen en achtervolgen van gewond wild. Maar slechts drie hondenrassen behoren tot Sectie 2: de Beierse Bergwindhond, de Hannoveraanse Windhond en de Alpine Dachsbracke. In de categorie van verwante rassen rekent de FCI de Dalmatische Hond en de Rhodesian Ridgeback tot Sectie 3. Tegenwoordig worden deze hondenrassen niet meer voor de jacht gebruikt, maar zijn ze meer geschikt als gezins- en gezelschapshond.

Groep 7: Spitse honden

In groep 7 maakt de FCI onderscheid tussen de Continental Pointing Dogs en de British and Irish Pointing Dogs, waarbij de meerderheid van de hondenrassen tot de eerste van de twee secties behoren.

Sectie 1 omvat de Old Danish Pointing Dog, de Pudelpointer, de Bracco Italiano, de Große Münsterländer Pointing Dog, de Drentsche Patrijshond en de Boheemse Rauhbart. Sectie 2, daarentegen, omvat de Engelse Pointer, de Engelse Setter, de Gordon Setter, de Ierse Rode Setter en de Ierse Rode en Witte Setter.